35
Art. 101.
Art. 102.
an-
Art. 103.
Honden mogen niet vóór wagens of karren worden
gespannen onder karren of andere voertuigen vastge
legd, moeten ze zoo kort zijn gebonden, dat zij niet
onder de kar of het voertuig kunnen uitkomen.
Het zitten op door honden getrokken karren of
dere voertuigen is verboden.
Honden, die door de Politie wegens het aanvallen
van menschen of dieren gevaarlijk worden geacht, moe
ten op de eerste aanzegging van de Politie vastgelegd
of door het doen dragen van eenen muilkorf onsehadelijk
gemaakt worden.
Wordt aan een herhaald bevel van den Commissaris
van Politie niet voldaan, dan wordt de hond door de
Politie afgemaakt.
Het is verboden, paarden, hetzij door slagen, aan ja
gen, aanhitsen, schreeuwen, of op welke andere wijze
ook, aanleiding tot schrikken te geven.
Art. 104.
Ieder eigenaar van een hond is verplicht te zorgen,
dat deze een halsband draagt voorzien van den naam
des eigenaars.
De Politie zal iederen hond, die daarvan niet is voor
zien, aanhouden.
Wordt die hond binnen 24 uren, na de aanhouding
niet teruggehaald, dan wordt die als onbeheerd aan
gemerkt,
Paarden of vee, welke losloopende of anders buiten
toezicht bevonden worden op gronden yoor den openba
ren dienst bestemd, in strijd met de bepalingen dezer af-
deeling of wel in of op bijzondere eigendommen tot
u
3