36
Art. 105.
Art. 106.
Afdeeling III.
Van do bepalingen ter voorkoming van brand.
Art. 107.
Geene woonhuizen mogen binnen de gemeente worden
gebouwd of hersteld met houten voor achter- of zijge
vels, noch met houten vakken daarin, noch geheel of
gedeeltelijk met riet of andere licht brandbare stoffen
worden gedekt.
Onverminderd het bepaalde bij de Wet van 2 Juni
1875 (Staatsblad no. 95) moeten de gevels van fabrie
ken, magazijnen, schuren, loodsen, molens of andere
niet tot woning bestemde gebouwen voor zoover die
gevels aan den publieken weg of de publieke straat
Een ieder is verplicht aan de bevelen, ter handha
ving van de orde of in het belang van de veiligheid,
op openbare plaatsen, aan de ingangen van- of binnen
gebouwen of terreinen, door de Politie te geven, ter
stond te gehoorzamen.
welker gebruik de eigenaar van het dier niet gerechtigd
is, zullen door de Politie in den schutstal worden gebracht.
Wordt het opgebrachte dier binnen drie dagen niet
gereclameerd dan zal het verkocht worden, en de koop
prijs na aftrek van alle kosten worden uitgekeerd aan
den eigenaar, wanneer die zich opdoet.
Het zingen, gillen of schreeuwen, het werpen met
steenen, sneeuwballen of andere zaken, het onbestuurd
doen voortglijden van sleden, het beklimmen van- of
hangen aan daartoe niet bestemde zaken, of het plegen
van voor het openbaar verkeer hinderlijke daden is op
of aan de straat verboden.