I 37 Art. 108. Art. 110. Art. 111. II uitkomen, geheel van steen worden opgetrokken, terwijl de verdere ommuring tot minstens 2 meter boven den beganen grond van steen moet worden ópgetrokken, ter dikte van minstens 18 centimeters. Schoorsteenen en rookkanalen moeten minstens ter hoogte van 4 decimeter boven het dak of den muur, waaruit zij opgaan, worden opgetrokken. In stookplaatsen en schoorsteenen mag, met uitzon dering van den ondermantel, geen houtwerk aanwezig zijn, al ware dit bemetseld of met metaal bekleed. Art. 109. Het is verboden, steenkolen, turf, houtskolen, spaan ders, krullen, zaagsel, turfmolm of andere brandbare stoffen binnen don afstand van zes decimeter \au eesten, smidsen of andere vuurplaatsen, en binnen dien van drie decimeter van schoorsteenen of kachelpijpen, anders dan in turfbakken, op te stapelen, neder te leggen of voorhanden te hebben. Geene pijpen van haarden eu kachels mogen door een zolder of houten beschot geleid worden, tenzij door eene plaat van ijzer of stort, ten minstens 5 centimeter van het hout afgescheiden. De platen van haarden op bovenverdiepingen moeten ondermetseld zijn ter dikte van minstens 10 centimeters. Schoorsteenen en rookkanalen, welke alléén ’s winters gebruikt worden, moeten vóór de maand Juni, alle andere schoorsteenen en rookkanalen vóór het einde der maanden Mei en November behoorlijk gereinigd en in schouwbaren toestand zijn. Ï&S

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 43