9
b'
I
1
45
Art. 142.
Art. 143.
1
Art. 144.
Art. 145.
g
Het is aan de in art. 140 genoemde personen ver
boden hunne lokalen geopend te hebben, indien de
sluiting daarvan door den Burgemeester is bevolen,
ingeval de openbare orde of rust dreigt verstoord te
worden of verstoord is of ingeval van brand.
De houders dierzelfde huizen mogen geene muziek
of danspartijen of andere voor het publiek toegankelijke
vermakelijkheden te hunnent geven of toelaten, dan
met vergunning van den Burgemeester, vertoond aan
den Commissaris van Politie.
Het is tappers of herbergiers verboden, tenzij met
vergunning van den Burgemeester, van den 1 A pril tot
den 30 September vóór ’s morgens 6 en van 1 October
tot 31 Maart vóór ’s morgens 7 uur, gasten of gezel
schappen bij zich aan huis te laten vertoeven of te
ontvangen.
Deze vergunning moet vóór ’s avonds 7 uur worden
aangevraagd.
Onder de hierboven èn in art. 141 bedoelde bezoe
kers of gezelschappen zijn niet begrepen, blijkbaar
reizende personen, die aldaar slechts een oogenblik
vertoeven, noch zij die in de logementen of herbergen,
waar zij zich bevinden, nachtverblijf hebben genomen.
In de gelagkamer der in art. 141 bedoelde huizen
moet een uittreksel dezer verordening, bevattende de
artikelen 141, 143 en 144, in plano gedrukt en aan
het Bureau van Politie tegen betaling verkrijgbaar,
worden opgehangen.