Een millioen Pond. Ouwerbroek en. A. r./< en der voor- opgaf oor- i r E v p e e si d d n d 1 s s d P n 11 h g e v g OVERZICHT. De Fransche afgevaardigden der uiterste linkerzijde hebben jl. Vrijdag een vergadering gehouden en besloten het ministerie te interpel- leeren om verklaringen uit te lokken omtrent de verhouding der regeering tegenover de rech terzijde en de republikeinsche groepen. Men heelt den minister-president daarvan kennis ge geven en deze heeft zich bereid verklaard den heeren Maandag te woord te staan en zich over den algemeenen politieken toestand uit te laten. De Kamer zette de behandeling dor militaire voorstellen voort. Laisant, de afgetreden voor zitter der commissie van rapporteurs, verklaarde echter, dat hij en zijn vrienden geen deel meer daaraan zouden nemen, omdat na de verwerping van art. 49 (facultatieve tweejarige diensttijd) de voorstellen onmogelijk geacht moesten worden en de geheele behandeling dus tot een tooneel- vertooning werd verlaagd. De Kamer nam evenwel Zaterdag de militaire voorstellen in hun geheel aan met 367 tegen 183 stemmen. Roman van P. E. van Akeg. II. (Vervolg.) Deze opheldering had dezelfde uitwerking, alsof een van den zolder geworpen bom de oude dame voor de voeten ware neergevallen. Met alle teekenen van ontzetting schoof zij haar leuningstoel een eind van de tafel af. „Uit Bedlam, uit het gekkenhuis,” riep zij uit, terwijl haar een riliing door de leden ging. Walther, gij brengt dus een krankzinnige bij mij in huis 1 Gij stelt mij en uwe zuster aan het gevaar bloot, hier in onze woning aange vallen, geworgd, vermoord te worden en gij blijft er bedaard bij zitten alsof er niets gebeurd was als betrof het de eenvoudigste zaak der wereld Misz, gij moet in elk geval oogenblikkelijk dit huis verlaten 1 Keer dadelijk daarheen terug, vanwaar gij gekomen zijt en verstoor geen minuut langer de vrede eener familie, waar gij u hebt weten in te dringen, door, met de eigen aardige sluwheid aan krankzinnigen eigen, ge- Te Bordeaux zijn drie personen in hechtenis genomen, die in 1884 in Den Haag een diefstal pleegden van 220,000 francs en in Frankrijk een schuilplaats hadden gezocht. Bijna alle ren tebrieven en waarden zijn bij hen gevonden. De bedoelde personen zijn zekere Van derlleyden, koetsier, zijn vrouw en hun 24jarige zoon. Zij boden ernstigen tegenstand toen zij in hechtenis werden genomen. Voor de Rechtbank te Leeuwarden heelt te recht gestaan P. Br., oud 29 jaren, geboren te Sneek, stoomboot-kapitein te Lemmer, omdat hij in den avond van 18 Mei jlte Dokkum in de herberg van Kreeft, terwijl daar by gele genheid der kermis muziek en danspartij was, spektakel maakte en ongeregeldheden pleegde. Sommigen der aanwezigen trapte hij op de teenen en deelde hij klappen uit. Vruchteloos verzocht Kreeft hem, zijn herberg te verlaten, zoodat deze een politie-agent verzocht om hem te verwijderen. Met geweld verzette hij zich daartegen, door zich vast te houden aan tafels en stoelen. Daarop pakte de agent hem beet en zette hem op straat. Met opgeheven hand, waarin een schaar, dreigde hij den agent, zeg gende: „dou best mij buiten deur gooid, maar ik heb ook wat1” en weer in de herberg gaan de, heeft hij dien agent tegen zijn borst en kin gestooten. 'Ier terechtzitting verklaardde de agent, en daarvan verzocht de verdediger acte, dat de schaar in een foudraal zat. Het O. M. vorderde veroordeeling tot 9 maan den gevangenisstraf. De verdediger, mr. J. N. v. Hettinge Tromp, bestreed ten deele het bewijs en voerde verzach tende omstandigheden aan. De Rechtbank sprak hem vrij van de bedrei ging en veroordeelde hem tot 1 maand gevan genisstraf. De Staten dezer provincie hebben aan het anderen zijn veel jonger. Zondag namiddag is een rank zeilvaart uigje, waarin vier personen, diamantslijpers, op het IJ voor Amsterdam spelevaarden, omgeslagen, ten gevolge waarvan een hunner, ten aanschouwe van velen op de kade, verdronk, terwijl de an deren gered werden. Twee uren daarna werd het lijk reeds opgevischt. In lang heeft men niets van Jannigje Struik, de zoogenaamde „milliaenenjulfrouw”, gehoord. Thans wordt gemeld dat zij uit de gevangenis in Den Bosch naar die te Gorinchem is overge bracht, om daar het overige gedeelte van haren straftijd door te brengen. Men zal zich herinneren dat onlangs tus- schen Veenendaal en Ede een 8jarig knaapje was gevonden, dat, door zijn moeder A. Mantel en haar gezel G. Bolander verlaten, vastgebonden was aan een boom tusschen Veenendaal en Ede. De daders werden gearresteerd en de recht bank te Arnhem heeft in deze zaak thans vonnis gesproken. De moeder is bij gebrek aan bewijs vrijgesproken, maar Bolander, werkman te Rot terdam, is wegens mishandeling van het kind tot 3 maanden celstraf veroordeeld. De knaap wordt thans verzorgd in de Weesinrichting te Neerbosch. geen enkele dwaze gedachte, geen enkel ver ward woord uit haar mond kunnen opvangen? Was zij dus werkelijk krankzinnig, dan moest die ziekte zich slechts bij perioden openbaren, zooals dikwijls het geval is. „Misz Norman, gy hebt uit mijne laatste woorden reeds vernomen, dat ik nooit zou dulden dat gij gedurende den nacht mijn huis zoudt verlaten, tenzij gij-zelf daarop met alle geweld mocht aandringen. En dat zult gij, naar ik hoop, in elk geval niet doenhoor eens hoe de regen tegen de vensters slaat en hoe de wind huilt, en bedenk daarbij dat gij moeilijk een andere gelegenheid zoudt vinden om onder dak te komen. Ik beloof u gij zult uit deze ver blijfplaats niet tegen uw eigen zin worden ver wijderd. Gij moet u door de woorden mijner moeder ook niet laten terneerslaande oude dame heeft een goed en liefdevol hart voor alle ongelukkigen en ’t is alleen de eigenaardige positie, waarin gij heden voor het eerst tot haar gekomen zijt, welke haar hard en onmeêdoogeud doet schijnen. Morgen zal dat anders zyn. Maar iaat ons er nu vóór alles op bedacht zijn dat gij dringend behoefte hebt aan rust. Lieve Edith, breng misz Norman naar de logeerkamer en denk er om, dat moeder op u wacht.” Alice ging gehoorzaam opstaan en toen hij naar haar toekwam en haar met een hartelijk „goeden nacht” de hand gaf, toen straalde uit bruik te maken van de goedhartigheid van mijn onnadenkenden zoon Alice was erg bleek geworden, toen zij de toornige woorden hoorde van de oude dame. Zonder zich echter een oogenblik te bedenken, zonder een enkel woord of een enkele bede te slaken, ging zij haastig opstaan. „Geef mij mijne kleeren terug, misz Lund ik ga heen,” zeide zij. „Uw broeder wilde mij straks tegenspreken, toen ik beweerde dat mijn naam reeds ongeluk aanbrachtthans hoort gij de bevestiging daarvan uit den mond uwer moeder.” „Blijf maar gerust hier, misz Norman,” zei Walther, terwijl hij het meisje door eene hand beweging terughield. „Nooit zal ik dulden, dat gij ons huis, ’t welk ik als een gastvrij verblijf voor u openstelde, midden in den nacht alleen en hulpeloos zult verlaten. Het doet mij innig leed, lieve moeder, dat gij mij dwingt, uwe beschikkingen op zoo’n directe wijze te weer spreken, maar zuodra gij uwe opgewonden heid overwonnen en de zaak bedaard zult heb ben overwogen, zult gij dadelijk inzien, dat uw natuurlijk gevoel in strijd is met dit strenge besluit.” „Als het zoo staat,” antwoordde mistresz Lund, terwijl zij opstond en zich gereed maakte de kamer te verlaten, „dan heb ik hier niets meer te zeggen. Als gij den wil uwer moeder algemeen bestuur der Zuiderzee-vereeniging ge durende 3 jaren een jaarlijksche bijdragen ad f500 toegekend als bijdrage in de kosten tot het doen van een onderzoek naar de afsluiting van de Zuiderzee. Dit laatste na bestrijding van het voorstel door den heer Oppedijk, die het plan ten eenenmale onuitvoerbaar acht, hoofdzakelijk om de groote wateraanvoer uit den IJselen door den heer Huber, die dit voorstel te onbestemd, te wild achtte, die een bepaald en uitvoerbaar plan verlangde. De heeren Bek huis, van Eysinga en Kingma weerlegden die bestrijding, omdat het doel juist is, door bevoegde deskundigen grondig te laten onderzoeken o; eene afsluiting en droogmaking der Zuiderzee uitvoerbaar en wenschelyk is. Met 33 tegen 14 stemmen werd daarna genoemde bijdrage ver leend. Bij do gehouden Burgerschool alhier, zijn van de 1ste tot de 2de klasse bevorderd Onvoorwaardelijk, II. Beek huis, R. Gorter, J. C. van Bassen Jongbloet, A. van Bassen Jongbloet, J. Luchten, C. Min- derhoud, H. van Nieuwenhoven, E. Pino, J. Sie- gert, Jenskea Stam, L- Starkenburg, T. Zand- stra en J. ten Kate. Voorwaardelijk, C. Hou- wink en H. Bakker. Van de 2de tot de 3de klasseOnvoorwaar delijk, M. L. de Boer, II. van Dam, W. van Druten, J. Faber, H. Gaaikema, E. de Graaf, J. Hofman, H. Prins, H. Reitsma en F. Schil- stra. Voorwaardelijk, R. de Grient Dreux, J. W. E. Ebbinge, S. Jaarsma, H. Lammer- sma, Trijntje Nieveen, A. Ouwerbroek en H. Rijpma. Van de 3de tot de4deklasse: Onvoorwaar delijk, A. W. Gaaikema, H. Klebach, P. Plan- tenga, J. Potma, G. Reitsma, Grietje Swart, B. de Vries, J. W. Niemeijer, G. Velds, Jo hanna Camphuis, Catharina Gylstra en Catalina Prins. Voorwaardelijk, M. E. Grefe, J. Nie veen en D. J. P. Pouwels. Van de 4de tot de 5de klasseOnvoorwaar delijk, J. Houwink, P. Posthumus en S. Scho tanus. Bij de gisteren en heden gehouden toelatings examens werden toegelaten tot de 1ste klasse onvoorwaardelijk, Sjoerdje Bouma, S. ten Gate, Aafke Godthelp, Rina Vierdag, H. Eisma, K. A. IJkema, D. R. Reitsma, A. F, E. Siegert, E. v. d. Werf, A. Jorritsma, A. vd. Leij, S. Huismans, P. C. J. Pouwels, G. de Haas en E. Stockmanvoorwaardelijk S. Potmaafge wezen 3. Tot de 3e klasse onvoorwaardelijk, Namkje Fennema. f, Voor de zooveelste keer ontvingen we Maandag morgen jl. weer de tijding, dat de vroegtram uit Sneek een half uur achter Hee- renveen een ongeluk heeft gehad. De water- wagen geraakte op genoemde hoogte buiten de rails, waarop de machinist on middellijk remde. Niettegenstaande die remming schoen de loco motief niet bij machte te zijn baan te houden, tenminste zij derailleerde, met ’t ongelukkig ge volg, dat ros en ruiter bij den dijk neerraakten en in een moddersloot terecht kwamen. Op datzelfde oogenblik brak de koppelstang, waar door de rest van den trein terstond pal stond. De 12 passagiers, die er zich in bevonden, kwamen, behalve zekere J. v. Mwelke twee teenen werden platgereden, met dan schrik vrij. En de machinist!— wonder boven wonder heeft deze er ’t leven afgebracht. Na eenige seconden te midden van water en blauwmodder te hebben doorgebracht, zagen de reisgcnooten hunnen voerman, dien men voor vast dood waande, het hoofd in den vorm van een modderklomp boven water uitsteken. De man schijnt tijdens den val door den schok onder den ketel door te zijn geslagen en de toen verkregen vaart is hem zeker verder van dienst geweest op zijn reis door ’t water naar de oppervlakte. Westergoo, 11 Juli, Op de rij af hebben de landbouwers de helft minder hooi gekregen dan bet vorige jaar, maar aan voedingswaarde is het nu gewonnen hooi rijker dan dat van verleden jaar. Bedenkt men daarbij, dat velen nog al vrij wat, enkelen zelfs een geheele golle hebben overgehouden, dan kunnen ze deswege voor den winter gerust zijn, als nu het nieuw gras maar wil groeien. Regen en warmte moe ten dat natuurlijk doen, maar dan mag het ten minste wel eens een etmaal goed doorregenen. Op den graswortel na geleek hét op vele plaat sen als dood. Thans begint de kleur te ver anderen en zoetjes aan zullen de jonge spruitjes ook wel overvloedig komen, als ’t maar geen Juli was. Eerst in Augustus kan men rekenen, dat de groeikracht zich weer krachtig begint te openbaren, maar dan kan er in korten tijd ook weer veel gebeuren. Tot zoolang blijft het dus voor het vee een schrale tijd. De bouw heeft geen behoefte meer aan watervoor zijne vruchten ware ’t zelfs beter, dat de sluizen des hemels tot aan den oogsttijd maar gesloten ble ven. Vlas en haver begonnen al te hangen, te liggen, te veel zelfs naar ’t gevoelen van sommige verbouwers. Bovendien heeft de ondervinding geleerd, dat droge zomers over het algemeen de zwaarste vruchten opleveren. Wat men aan den halm verliest, wint men in degelijkheid van den korrel en de aardappelen zijn nooit beter dan in droge jaren als ze maar zooveel vocht hebben om te blijven doorgroeien tot hun tijd daar is, wordt zulks voldoende geacht. Het staat er met dit gewas dan ook goed voor. e. lage standen van het peil van het meer hoe daarin ten behoeve der scheepvaart en afwatering (te droog leggen der landerijen) ziening te brengen. Aan de tentoonstelling van voedingsmidde len zal een verloting worden verbonden. De commissie is voornemens een eerste serie van 25 000 loten uit te gevenwanneer deze ge plaatst zijn, geeft zij een tweede serie uit en zoo vervolgens naarmate het debiet grooter wordt. De prijs van ieder lot is bepaald op vijf en twintig cents; aan ieder serie zal een hoofdprijs worden verbonden, terwijl alle prijzen zooveel mogelijk bruikbare zaken zullen zijn. Donderdag avond kwam in den goud- enzilver- winkel van den heer E. Merjenberg aan de Groote Markt te Zwolle een goedgekleede vrouw, uit naam van mevrouw L, bij wie ze werkvrouw te zijn, een paar stel gouden bellen op zicht vragen. Ze gaf voor dat het kind de bellen van de meid had stuk gemaakt en mevrouw haar een nieuw stel wilde teiug- geven. Twee paar, een van f 13 en een van f 11, werden meegegeven. Zekerheidshalve zond de heer Merjenberg haar zijn leerling na om zich te overtuigen dat de bellen aan het opge geven adres bezorgd werden. De jongen zag haar bij den heer Corman van Eyk ingaan, waar zij, zooals later bleek, voor haar dochter fluweel wilde koopenmen had echter geweigerd het goed zonder betaling mee te geven. By de Sassenpoort verloor de jongen haar uit het gezicht. Toen Merjenberg ’s avonds 10 uur geen bericht had, ging hij bij mevr. I. om antwoord vragen, doch vernam aldaar dat van wege mevrouw 1. geen boodschap gezonden was. Toen Vrijdag morgen de bellen niet terecht waren, deed Merjenberg van het voorgevallene aangifte. Den geheelen dag werd overal onder zoek gedaan, maar te vergeefs. Des avonds kwam het dochtertje van de bewuste vrouw by den heer Corman van Eyk nogmaals om het fluweel vragen. Het werd wederom geweigerd, maar den heer Merjenberg hiervan kennis ge geven. De weg, dien het kind volgde, werd nagegaan en ten laatste ontdekt dat zy in een gang in de Tuinstraat woonde. Toen Merjen berg, vergezeld van de politieagenten isser en Salet, kort daarna de woning binnentraden, kwamen de vermiste bellen weldra voor den dag en moest de vrouw haar vergrijp bekennen. Het plan scheen bestaan te hebben het oudste meisje de belletjes ten geschenke te geven op haar verjaardag. De man J. M., die by ieder die met hem in aanraking kwam als een op passend, braaf huisvader bekend stond en als wagenmaker op den constructie win kei goed zijn brood had, wist niets van het voorgevallene en was natuurlijk hevig ontsteld. De vrouw, die het jongste van de vijf kinderen aan de boist had toen de politie binnentrad, geraakte in zulk een overspannen toestand, dat aan geen bedaren te denken viel. By het vertrek van den heer M. en de politieagenten waarschuwden deze den man dan ook om zyn vrouw te bewaken. W at in den afgeloopen nacht tusschen den braven werkman en zyne vrouw is voorgevallen, is niet bekend, maar den volgenden ochtend bleek dat beiden door ophanging een einde aan hun leven hadden gemaakt. Zij hadden, zooals ge zegd is, vijf kinderen het oudste is een meisje van 15 jaren, dan volgt er een van 13 jaarde SNEEK, 12 Juli. jl. Donderdag, Vrijdag en Zaterdag overgangs-examens aan de Hoogere niet hooger stelt, dan om dien terwille van eene avonturierster te weerstreven, dan is het beter dat ik er geheel van afzie u met mijn goeden raad terzijde te staan. Kom, Edith 1” „Ik volg u dadelijk, lieve moeder!’ Met opgerichten hoofde verliet de matrone het vertrek, zonder verder een blik te slaan op de achterbhjvenden. „Laat my heengaan, mister Lund,” zei Alice, die met in staat was hare tranen te bedwingen, „ik wil de oorzaak niet zyn van ongenoegen tusschen moeder en zoon. Wie gebood my ook om op het medelijden van menschen te rekenen Mijn noodlot verwijst mij slechts naar my-zelf met eigen kracht moet ik trachten mij er door te worstelen.” Walther gevoelde een innig medelijden, toen hij zijn blik liet rusten op de tengere gestalte van het meisje en zich daarbij voorstelde, hoe dit lieve schepseltje, dat slechts bestemd scheen om geluk en liefde te ontvangen en te geven, in strijd verkeerde met die duistere machten, dat de macht van den waanzin hare zinnen be neveld zou houden. Maar, waarvan kwam het toch dat hij niet in staat was daarvan ook maar het allergeringste te bemerken Lag in hare woorden niet volkomen duidelijk uitgedrukt, dat zij zich een helder begrip vormde van haar toestand Waarom had hij, niettegenstaande hy haar zoo scherp mogelijk had gadegeslagen, 5 V i BUITENLAND. f t V( b( z< V I I d E

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 2