J rm
Slfflll'S- EI ID WfflHllD FODB DE
(ElEEiiTE Eil HET lARftWlSSEIEftT SMEK.
IN.
I
m
No. 60.
T W E E-E N-V EERTIQSTE
1887.
JULI.
27
PIT DE PERS.
nigheid dat
A
in
als
provincie Friesland,
(Staatsblad no. 87)
)0’
)1-
bekendmaking.
j, ^U^^®^LEESTER der gemeente Sneek,
gende
De
id
van 13 Junij 1857
het reservelonds wraken, indien
L>e vorige week hebben wij zende, zeidendie gaat ook meêDat verveelde
Z. M. heeft benoemd tot schoolopziener in het
district Arnhem mr. Th. Ruys LPzn., thans
schoolopziener in het district Heerenveen.
AD VERTENT1ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents»
voor eiken regel meer 7’/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
Een hoofdinhoud der beschouwing van het
Sociaal Weekblad, in het vorig nommer aan de
overwaarde der Spaarbanken van het Nut ge
wijd, deelden wij mede, -- wij laten thans volgen
wat in het laatste nommer te dezer zake nog
voorkomt, ’t Blad schrijft
„De hoogleeraar Buys Ballot legt ons de vraag
voor of wij het beschikken over een deel van
het reservefonds eener spaarbank zij het dan
ook onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat het
uitsluitend worde aangewend voor zaken ten
behoeve van den maatschappelijken kring der
spaarders wel mochten goedkeuren.
„Immers zoo zegt hij bekend is het hoe
achterdochtig juist zij zijn, bij wie sparen het
meest moet worden aangemoedigd, en hoe licht
zij denken, dat om gansch andere redenen dan
de zucht tot behartiging van hun belang de
inbreng hunner spaarpenningen wordt gevraagd.
Zulk een verdenking moge nog zoo ongegrond
wezen, toch wordt zij allicht verspreid en door
velen geloofd.
„De opmerking is ons welkom in zoover, als
zij nog scherper licht werpt op de dringende
wenschelijkheid, vast te houden aan de voor
waarde die wij stelden. Doch mits dit geschiede,
vermogen wij de geopperde bedenking niet als
overwegend, zelfs niet als ernstig, aan te merken.
Laten de feiten slechts luide verkondigen, dat
de spaarbankbestuurders doordrongen zijn van
den plicht, in de omschreven voorwaarde hun
opgelegd; en in het gezond verstand der massa
hebben wij genoeg vertrouwen om de vrees,
door den heer Buys Ballot gekoesterd, niet te
deelen.
„Trouwens zouden ook wij elke beschikking
over gelden van het reservelonds wraken, indien
zij in zedelijken zin toekwamen aan de inle^ers
van het oogenblik. T'
Zaterdag is de heer Louis weder met zijn
luchtballon van het terrein van de tentoonstel
ling te Amsterdam opgestegen. Zijn mede
reiziger was zijn leerling, de heer Christan.
De ballon, die nog al met wat wind bij de
vulling had te kampen, steeg te half zes uur
op met een inhoud van ongeveer 700 M3. gas.
Meer dan 1000 M. te stijgen, lag niet in het
planmen wilde zoo mogelyk een menigte volks
van de daling getuige doen zijn. Deze geschiedde
zeer voorspoedig, maar, naar het officieele blaadje
der expositie meedeelt, onder niet te aangename
ontvangst onder Ouderkerk a/d. Amstel.
Een journalist te Amsterdam zou meegegaau
zijn, maar de heer Louis wilde deze maal liever
een zijner leerlingen meenemen. De bewuste
journalist of een ander wreekt zich thans
door in het V. D. een verhaal te plaatsen, alsof
hij de reis heeft meegemaakt en beschrijft daarin
op vermakelyke wijze de zenuwachtige stemming
waarin hij vóór de reis verkeerde:
Middags om vier uur zouden wij op
stegen, en om elf uur was ik reeds op het ter
rein, om getuige te zijn van de vulling. Daar
lag het ding, plat en geel als een reusachtig
flensje, en zich, als een kikker, die een os wil
schijnen, opblazende om een oliebol te worden.
Het ging langzaam, en ik verveelde mij. ’k Liep
rond en verwijderde mij van het terrein des
onheil», maar overal verüeeldde ik mij, dat de
menseden elkaar aanstootten en, op mij wij-
-i weg'1”
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag zijn
uit de gevangenis in Den Bosch t wee gevaarlijke
sujetten ontsnapt en wel J. M. Schiffers, van
Amsterdam, wegens diefstal gevangen gezet, en
M. van der Linde, de beruchte „Mie Mik”, die
voor ongeveer 10 jaren op zoo’n gruwelijke
wijze twee kinderen te Reek, van waar hij
herkomstig is, vermoordde. Beiden zijn nog
Zondag door de ijverige nasporingen der mare
chaussee gevat in de gemeente Gassel en onder
het raadhuis gevangen gezet, ten einde den
volgenden dag weder naar Den Bosch overge
bracht te worden.
Maar dat was weldra over De kapitein gaf
me een glas cognac en bezigheden, zooals daar
zijnstrooibiljetten naar beneden laten vallen
en met den hoed wuiven, en in weinig tijds
kon ik het panorama genieten, dat zich voor
mijn oogen ontplooide.-
Zaterdag middag is, in twee uren tijds, de
eerste paal, 25 M. lang, voor de nieuwe fun-
deèring der ijzeren bekapping van het Centraal
station in den drassigen grond geslagen, ’t Is
wel wat erg goed gegaan en ’t is de vraag of
men nu op vaster grond is aangeland.
Zondag namiddag zijn een viertal scharenslij
pers, die te veel sterken drank hadden gebruikt,
te Remmerden onder Rhenen gaan zwemmen.
Een hunner zwom tot nabij een voorbijstoo-
mende Duitsche boot en verdween door den
z waren golfslag in de diepte.
Het overige drietal begaf zich ijlings naar den
oever, om ten spoedigste een halve flesch
jenever op te eischen, die zij wisten, dat hun
overleden kameraad in den zak van zijn jas had.
In kennelijken staat kwamen zij te Eist aan,
waar zij bijna onder den stoomtram geraakten.
Gelukkig wist de machinist nog tijdig te stop
pen.
brengt ter kennis van de ingezetenen, de vol
gende
KENNISGEVING.
De COMMISSARIS des KONINGS in de
provincie Friesland,
Gelet op art. 11 der wet
(Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van de belanghebbenden
dat, ingevolge besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie, van den 21 Julij 1887,
no. 68, le afdeeling B, de jagt zal worden
geopend
op Maandag den 15 Augustus e. k., met
zonsopgang, zoover betreft
a. het schieten van waterwild, als eenden,
duikers, waterhoenders, watersnippen, schrieken,
kemphanen, strandloopers, wulpen en plevieren,
op alle wateren en hun oevers, alsmede langs
de kusten, moerassen, petten, plassen, grachten
en slooten, onder bepaling, dat deze jagt
weder zal worden gesloten op Zaterdag den 10
September d. a. v.( met zonsondergang.
het vangen van eendvogels in een eenden
kooi of daarmede gelijkstaand toestel, onder
bepaling, dat deze jagt op nader vast te stellen
dag zal worden gesloten.
En zal deze op de gebruikelijke wijze worden
afgekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden, den 22 Julij 1887.
De Commissaris des Konings voornoemd,
(get.) Van HAR1NXMA thoe SLOOTEN.
Sneek den 26 Juli 1887.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
In de buurtschap Oud-Over, nabij Loeneu
aan de Vecht is een tilbury, waarin 3 personen
gezeten waren, te water geraakt, met het nood
lottig gevolg, dat een dezer lieden onder het
rijtuig geraakte en omkwam.
In de laatsto berichten uit Atjeh wordt mede
gedeeld dat de Russische natuur-onderzoeker
Von Hedenström er gouderts gevonden heeft,
in zoodanige hoeveelheid en van zulke hoeda
nigheid dat aan exploitatie kan worden gedacht.
In de vorige week moest zich voor de arron-
dissements-rechtbank te Haarlem verantwoorden
zekere Jan Bakker, schippersknecht te Zaandam,
voor zijn aandeel in de oproerige bewegingen,
die op den 25sten Juni jl. te Oostzaan hebben
plaats gehad. De aanleiding daartoe was, zoo
als men weet, het dooden van den visscher
Hottentot door den gemeente-veldwachter Hein-
huis. Vooral ’s avonds, toen een paar honderd
man uit Zaandam en omstreken naar Oostzaan
waren gekomen, ging het aldaar zeer levendig
toe en hadden de uit Amsterdam en Zaandam
gezonden rijksveldwachters veel moeite om de
orde te bewaren. Het brandpunt der beweging
was het raadhuis, waar Heinhuis zich voor de
woede van het volk schuil hield. Bij die gele
genheid nu zou de beklaagde Bakker den bur
gemeester van Oostzaan, den heer Swart, die
zich onder het volk had begeven om tot kalmte
aan te sporen, hebben beleedigd en bovendien
de menigte hebben aangezet om het gemeente-
- --i en Heinhuis in stuk-
De substituut-officier van justutie, mr. E. M.
mij nog erger, en ik ging weer naar den ballon,
waar nog maar weinig toeschouwers waren. Ik
keek naar de militairen, die de zandzakken
vasthielden, welke aan het om den ballon ge
spannen net hingen, en vond dat die mannen
er erg kalm uitzagen. Dat was al het begin
van mijn onrustik merkte op, dat alle menschen
zoo kalm waren, alsof ik straks mijn leven niet
ging wagen. Het aantal toeschouwers groeide
aan, de ballon ook en mijn hart ook. Het was
of dit zoo groot werd, dat er een stuk van
mijn keel zat. Toch hield ik mij goed en
kennissen, die mijn voornemen kenden, mij
vroegen„hoe is ’t, begint het nog niet te
draaien dan lachte ik zoo vroolijk, dat zij
waarlijk geloofden, dat ik een wandelende klomp
moed was.
Het woei hard De militairen hadden een
„heelen houvast” aan den steeds ronder wor
denden ballon en stieten soms tengevolge van
de hevige windrukken, tot groot vermaak der
menigte, geweldig tegen elkander.
Nu wisten zij het allen, dat ik mee zou gaan.
Sommigen keken mij aan of zij mij voor krank
zinnig hielden, anderen beschouwden mij met
een aandacht en belangstelling, alsof zij over
tuigd waren, dat het voor de eerste en laatste
maal was dat zij mij zagen en mij daarom goed
wilden onthouden.
Ik ging een glaasje cognac drinken.
Toen ik terugkwam, stond de ballon al bijna
want ik had er twee genomen op zijn
pooten. Ik liep er nog eens om heen met de
handen in de zakken, floot zachtens, nam groote
stappen op de maat der muziek, die een lustig
walsje speelde een doodendans scheen het
mij en sprak nu en dan een enkel woord
met den kapitein. Ook keek ik naar de wolken
en poogde uit de richting, die zij insloegen, op
te maken, waarheen de ballon ons voeren zou.
De kaptein had mij wel gezegd, dat men daar
niet op aan kon, maar het gaf mij toch een
zekere rust, dat die wolken althans niet den
weg naar zee insloegen. Ik werd bij mijn naam
geroepen en dat veroorzaakte mij een gevoel,
zooals, dunkt mij, een misdadiger moet hebben,
die door den rechter wordt opgeroepen om zijn
doodvonnis aan te hooren. Ik keek om en zag
in een paar vriéndelijke vrouwenoogen, die door
een vochtigen nevel heen mij toelachten, als
om mij moed in te spreken.-
Na daarop de verdere voorbereidende maat
regelen te hebben geschetst, vervolgt hij aldus
De mand werd aan den ballon gehecht
met een eenigszins theatrale drukte werden de
zakken zand van het net losgemaaktde kapi
tein ging in den ring en ik op den rand der
mand staan, en we werden gephotografeerd.
Vrienden en bekenden kunnen een exemplaar
van mij krijgen.
Maar dat was nog nietsOp een gegeven
oogenblik werden we losgelaten natuurlijk
nadat ik me in de mand opgeborgen had.
En hebt ge wel eens op eenig station in een
stilstaanden spoortrein gezeten, terwijl een tegen
over u staande trein vertrok? Nu, dat is nu
bij een reis met een luchtballon precies het
tegenovergestelde! Bij zoo’n spoortrein hebt
ge een horizontaal gevoel alsof gij zelf voort
gaat, en bij een luchtballon hebt ge een verti
caal gevoel, alsof de aarde weggaat.
Ik keek over den rand van de mand naar
beneden, en ik had waarachtig met al die men
schen te doen, zoo verschrikkelijk diep zag ik
hen wegzinken. Pijnlijke trekken moeten wel
op mijn gelaat zichtbaar zijn geweest, want ik _J H
werd vreeselijk draaierig en ik hoorde uit de huis in brand te steken
diepte zoo iets van: „ze gooien nu al ballast ken te snijden.
echter uiteengezet dat en waarom zulks niet
het geval is. Wel wijst de heer Buys Ballot
er ons op dat, bij behoud van een lage rente,
om de zooveel jaren, indien iutusschen het
reservefonds noodeloos mocht zijn toegenomen,
een zekere extra rente op de boekjes zou kunnen
worden bijgeschreven. Doch ook daardoor zou
aan de deelhebbers van heden ten goede komen
de overwinst, welke met reeds, lang terugbe-
taalde inlagen is gemaakt. Want alléén aan deze
overwinst van vroeger dagen zou het te danken
zijn dat het reservefonds toereikend was gegroeid
om tot de extra uitkeering te mogen overgaan.
„Zou dus niet, evengoed als de gedragslijn die
wij aanbevolen, zulk een buitengewone uitkeering
een doorhakken zijn van den lastigen knoop?
Maar dan een doorhakken, waardoor het alge
meen belang, ook der spaarders als eenheid
beschouwd, vrij wat minder zou worden gebaat.”
Het Vad. bespreekt de arbeidsraden en spreekt
de hoop uit, dat Nederland spoedig het voor
beeld van Belgie zal volgen en pogingen in het
werk stellen om blijvende raden van verzoening
tusschen patroons en werklieden in het leven
te roepen.
Door het oud-Kamerlid mr. D. van Eek wordt
in het Weekbl. v. h. Recht de vraag besproken
of de wijzigingen in een Grondwet bij één wet
behooreu te worden voorgesteld, dan wel of dit
behoort te geschieden bij verschillende voor
drachten, al naar den aard van het onderwerp.
De heer Van Eek acht het ten stelligste uit
gemaakt, dat al de veranderingen, die men in
een Grondwet wil maken, hoe uitgebreid men
ook te werk wil gaan, in een en hetzelfde wets
ontwerp moeten worden vervat. Een andere
uitlegging, meent hij, ware met de Grondwet
niet te rijmen.
H
1
OEEKER COt RAI
50
i
16
E.VLA.\£1.
6
.8
8
Ll
I
c - y_
?n
Je
it,
5
;5
10
>5
!5
rda,
Lio f,
ran
,ltje
Sij-
te
ier-
en-
12
>7
L5
>r
J6
ir
>6
>r
Ll
or
25
or
12
or
30
;e-
Irik
vd.
.nd.
-I----MMUMWVV.W.VU VU, Uj? Luy !J“