st(
■H'S- IIM BIIHL1I) Ï00R ill.
CEIEKKnEK HET ARROXNSSEIEKT SSERL
1
a
j
i8l
A
I
No. 66
T W E E E N-V E E R T I G 8 T E
1887.
17 AUGUSTUS.
o
,50.
UIT DE PERS.
z
>urg
De
den
de
zal
ein
leu
nen,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco
in te zenden.
I.
sen
>.00,
i den
No-
zit-J
17
I
7<
"li
-
Kapitein Louis is niet gelukkig met zijn toch -
es iu ’t hemelruim. De ballon „Prinses Wil-
De Midd. Ct. geeft over den strijd bij de
op handen zijnde verkiezing enkele opmerkingen
ten beste. Het ligt voor de hand, zegt het blad,
dat de anti-liberale partijen het meeste licht
zullen doen schijnen op hetgeen met art. 194
is gebeurdmaar nadat zelfs van die zijde er
kend is, dat er in de overige Hoofdstukken
winst voor hen is te behalen, niet het minst bij
de nieuwe regeling van het kiesrecht, zullen zij
als vanzelf met het noodige beleid en overleg
moeten optreden. Bij de liberalen zullen aan
eensluiting en krachtsontwikkeling toch in ieder
geval meer dan noodig zijn, en de eerste is
thans mogelijk, nu de quaestie van art. 194 hen
niet meer behoeft te verdeden. De strijd daar
over in t zen eigen kring is door het votum
der Eerste Kamer beslist. En te meer kunnen
de voorstanders van een wijziging van dat arti
kel daarin berusten, nu de minister Heemskerk
verzekerd heeft een verzekering, door andere
leden der Kamer bevestigd dat het tegen
woordige artikel alleszins ruimte genoeg overlaat
om aan de bezwaren der tegenpartij tegemoet
te komen. De liberale party kan met opge
wektheid den strijd tegemoet gaauer is door
de herziening der Grondwet zooveel gewonnen
al bleef’ nog menige wensch onvervuld
dat het voor haar een aangename taak moet
zijn om aan de nieuwe ontwerpen ook by de
tweede behandeling een meerderheid te ver
schaffen.”
De heeren J. van der Toorn en C. Lely,
hoof'dingenieurs der Zuiderzee-vereeniging, heb
ben dezer dagen een verkenningstocht gedaan
op de Zuiderzee, in verband met het onderzoek
betrekkelijk de afsluiting en drooglegging.
Een ryksvaartuig was te hunner beschikking
gesteld.
Over de overkapping van het Centraal-station
te Amsterdam schrijft de Amst. ’t volgende:
Zaterdag morgen is de laatste paal derproef-
bebeiing van een der steunpenanten der over
kapping van het Centraalstation in den bodem
geslagen. Thans staan daarin 28 palen, op vier
rijen van zeven palen, die ieder 25 a 26 meter
lang zijn. Zij zijn volgens de grondboringen
geslagen op het allerslechtste punt, op de plek
waar in vroegere eeuwen de Amstel in het IJ
stroomde.
Dit nieuwe systeem van beheiing heeft tot
nu toe de meest mogelijke voldoening opgele
verd de wederstand van den grond, op dit zeer
slappe punt, was nog zoo groot, dat er bij de
deskundigen, die dezen arbeid besturen, geen
twijfel bestaat of de bouw van de overkapping
zal op deze wijze tot stand kunnen komen.
Nadat de belasting van het penant, volgens de
plannen der ingenieurs, zal zijn geschied, zal
de beheiing van de geheele overkapping volgens
hetzelfde systeem worden voortgezet, en bestaat
nagenoeg de zekerheid dat het nieuwe station
binnen vrij korten tijd iu gebruik zal kunnen
worden gesteld.
De Staatscour. van heden meldt dat de ont
binding der beide Kamers zal geschieden op den
sluitingsdag, zijnde morgen, Woensdag 17 Aug.
De algemeene verkiezingen der Tweede Kamer
zullen plaats hebben Donderdag 1 Sept, en die
voor de Eerste Kamer Donderdag 8 Sept.
terwijl de opening der nieuwe zitting bepaald is
op Maandag 19 September.
’tls in de volgende bewoordingen, dat een
kerkelijk blad de Kerk. Ct. lucht geeft
aan zijn voldoening over het verwerpen van
het nieuwe grondwetsartikel over het onderwijs.
„Een groote smaad is ons bespaarddat een
Roomsche priester een voorschrift in de grond
wet van ons vaderland zou hebben doen
nemen, waardoor het eerste beginsel van
staatsrecht, dat der vrijheid des gewetens,
het gebied van 1
gegeven en een hoog belang
la
:a
minder gegronde bezwaren te doen wegvallen.
Eenige bevreemding wekt, ook bij geestver
wanten, de wijze waarop de Maasbode zich over
de verwerping van het voorstel-Schaepman uit
laat. ’t Blad schrijft
„Stel dat wij gewone wetgever worden en
een goede schoolwet makendat wij daarna
verdreven worden en de schoolwet verandering
ondergaat. Wieu hebben wij dan iets te ver
wijten Immers niemand De liberalen zullen
ons zeggen, dat wij met de maat worden uitge
meten, waarmede wij ingemeten hebben. Wij,
wij zelf hebben immers gevraagd, dat de school-
quaestie aan den gewonen wetgever zou worden
overgelaten. Wy hebben hem benoemd tot
scheidsrechter in het hoogste ressort. Ja, wat
erger is, als er eens dagen komen, dat de libe
ralen ons niet geeselen, maar vermoorden, d. w. z.
als zij den gewonen wetgever eens maatregelen
laten nemen, die de vrijheid van onderwijs fei
telijk vernietigen, dan kunnen wij moeilijk meer
vragen, dat onze rechten in de grondwet zullen
geschreven worden, nadat wij ze zelf in de han
den van den gewonen wetgever gelegd hebben.
„Wij kunnen God niet genoeg danken, dat het
zoover niet gekomen is, maar dat is alleen omdat
het voorstel Schaepman werd verworpen.”
In het Venl. Weekbl., het orgaan zooals men
weet van mr. ELaffmans, wordt betoogd, dat,
nu art. 194 door de Eerste Kamer is verwor
pen, de grondwetsherziening een paskwil is
geworden. Men leest in ’t blad het volgende
„Het gewijzigd art. 194 was het eenig mo
gelijke pretext, om er nog voor te stemmen.
Hoe weinig dan ook, wij kregen ten minste iets
tegenover het vele dat wij verloren. Thans
niets, niets hoegenaamd, geen sikkepitje. En
daar zouden onze afgevaardigden voor stemmen
De hemel beware hen voor zulk een zelf
vernedering. Men durft er bijna niet aan denken.
Zij waren voor altijd verloren. Verloren ia
de oogen hunner kiezers, verloren in de oogen
der liberalen, verloren (wat het ergst is)in hun
eigen oogen.
In de oogen hunner kiezers.
Deze zouden zeggen„Onze afgevaardigden,
dr. Schaepman voorop, begonnen met een eisch
te stellen en met hoog en dier te zweren dat,
wanneer aan dien eisch (herziening van art. 194)
niet werd voldaan, zij zich met hand en tand
tegen de herziening zouden verzetten. En nu
het er op aankomt, stemmen de heeren, God
betere ’t 1 er toch voor, ofschoon er aan hun
eisch niet alleen niet is voldaan, maar niet
tegenstaande met dien eisch op schandelijke
wijze de spot is gedreven. Zijn dat kerels?!
\V y wenschten, dat wij ze niet kenden.”
In de oogen der liberalen.
Zij zouden zeggen„Die lui behoeven wij in
’t vervolg niet in het minst meer te ontzien.
Zij laten zich alles welgevallen en slikken het
bitterste voor zoete koek. Wij hebben ze com
pleet met voeten getrapt en toch gaan zij ge
dwee met ons mede. Verachtelijker schepsels
bestaan er niet. Laat ons voortgaan met ze te
mishandelen.”
In hun eigen oogen.
Onze afgevaardigden zouden tot zich zelven
moeten zeggen: „Gy zyt geen kuip voor den
neus waard. Door iets aan te nemen wat het
belang des lands en meer bepaald uwer man
datarissen, wat gekrenkt eergevoel, wat conse
quentie u dwongen te verwerpen, hebt gij een
puhtieken zelfmoord gepleegd. Kruipt in den j revisie die komende is. Met zulk een Eerste
gioud! Laat u begraven!” Kamer, als blok aan het been, komt onze politiek
’tls te hopen dat onze i
zullen zyn en dat elk hunner na de ontbinding 1
zijn kiezers zal toeroepen:
„Ik stem er tegen, bepaald tegen, als gij mij
herkiest. Niet alleen uw wensch en belang,
ons fatsoen eischt zulks. Het voorstemmen is
ons bepaald onmogelijk gemaakt.”
Dat het Centrum hot orgaan van dr. Schaep
man ontevreden is, spreekt van zelf,
„Door verwerping van het voorstel-dr. Schaep
man schryft het blad heeft de Eerste Kamer
de miskenning van belangrijke volksrechten,
reeds meer dan 20 jaar gesteund, op nieuw ge
handhaafd.
„De strijd bij de stembus gaat op in den
schoolstrijd en de meerderheid der Eerste Kamer
heeft zich verplicht geacht, niet de rechten van
de meerderheid, niet de rechten van het volk,
maar haar vermeend recht, nl. dat der overmacht
te moeten handhaven en het heeft gezegevierd.
„Zal nu die gewenschte pacificatie, die ook
zij zeggen te willen bevorderen, zijn verkregen?
Natuurlijk niet. Zoolang het thans bestaande
art. 194 den toestand blijft beheerschen, zal de
strijd niet eindigen, maar heviger worden, en wij
gelopven dat er belangrijke gezichtspunten dagen
die er op wijzen, dat de overheersching der
liberale behoudsmannen met hun eigen onder
gang zal eindigen.
„Dat zal de eenige weg tot pacificatie zijn,
welke wy zoo spoedig mogelijk hopen gevolgd
te zien.’’
op-
ons
°P
het lager onderwijs werd prijs-
J van onze staats
huishouding, dat der zorg voor het volksonder
wijs, werd bedreigd.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft
het voorstel-Schaepman met een eerbiedwek
kende meerderheid verworpen.
Een dreigend gevaar zijn wij, ten deele al
thans, ontkomendat Rome de wet zou gaan
stellen in NedetlandV'
Met voldoening wordt voorts door het blad
geconstateerd, flat de groote hoofdzaak, waar het
op aankwam, door Fransen van de Putte en
door De Sitter, door Van Roijen en van Naamen
van Eemnes, vooral door Roëll en den minister
Heemskerk zoo duidelijk in het licht is gesteld,
dat alle onzekerheid over de ware beteekenis
van art. 194, dat als art. 192 blijft, voortaan is
uitgesloten.
Men kan onder de heerschappij van dat ar
tikel steunen en bevorderen het bijzonder on
derwijs, waar dit noodig wezen mocht! Dit is
al veel gewonnen en zal bijdragen om meer of
ADVERTENT1ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’/j Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis,
dat door den Raad dezer gemeente den 13 Au
gustus j.l. voorloopig is vastgesteldeen Sup-
pletoire Staat, houdende wijziging van den
primitieven staat van openbare tot den gemeenen
dienst van allen bestemde waterstaatswerken in
deze gemeente niet in onderhoud en beheer bij
het Rijk, de Provincie of Waterschappen; en
dat dezelve van af Donderdag 18 Augustus e.k.
voor den tijd van veertien dagen, ter Secretarie
der gemeente op nieuw voor een ieder ter inzage
is nedergelegd, binnen welken termijn bezwaar-
schriiten tegen dien Staat, bij Gedeputeerde
Staten moeten worden ingediend.
Sneek den 16 Augustus 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. W. BENNEW1TZ, Secretaris.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen, ter voldoening aan het
bepaalde bij de artt. 17, 18 en 19 der wet van
14 September 1866 (Staatsblad no. 138) ter
openbare kennis:
dat de lijst, bevattende de namen der inwo
ners die voor het verleenen van inkwartiering
en onderhoud van Militairen in aanmerking
komen, bij hun besluit van den 13 Augustus 1887
is hei zien
dat die herziene lijst is aangeplakt en gedu
rende 14 dagen, ingaande den 17 Augustus ek.,
ter Secretarie voor een ieder ter inzage zal
worden nedergelegd en dat de bezwaren tegen
die lijst binnen 14 dagen, na afloop van den
tyd voor de inzage bestemd, schriftelijk moeten
worden ingediend.
Sneek den 16 Augustus 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
De Tijd laat zich zeer kalm over de ver
werping van het voorstel-Schaepman uit. „’t Is
bekend zegt het blad dat ook onder de
katholieken de waardeering van het voorstel,
na de amputatie, welke het in de Tweede
Kamer door den heer Vos de Wael ondergaan
had, zeer uiteen liep. Terwijl sommigen in de
aanneming van dat voorstel een volledige neder
laag der liberale partij en de beslissende zege
praal van de groote rechtsbeginselen in den
schoolstrijd zagen, meenden anderen, dat alleen
in de allergunstigste omstandigheden een der
gelijke overwinning in de toekomst vruchten
zou dragen, vruchten, welke ook langs anderen
weg zonder Grondwetsherziening bereik
baar moesten geacht worden.”
Het blad meent er dan ook verder het stil
zwijgen toe te kunnen doen, alleen met eenige
voldoening wijzende op het feit dat de katho
lieken, hoe verdeeld op sommige punten in
staatsbeleid, althans wat de onderwys-quaestie,
de hoofdzaak betreft, één zijn.
De vraag: Wat nu? beantwoordt het blad met
te wyzen op de wet van 17 Aug. 1878, de
schoolwet. Die wet moet ten onder gebracht;
artikel voor artikel moet onderhanden worden
genomen om aan te toonen hoe zij geheel en
in elk barer onderdeelen met recht en billijk
heid in strijd is. De arbeid zal lang zijn, maar
als men let op de resultaten, nu reeds bereikt,
kan men tevreden zijn en met vertrouwen de
toekomst tegemoet gaan.
De Stand. blijft zeer verbolgen op de Eerste
Kamer en wil haar geheel aan den kant zetten.
Een Eerste Kamer, die iu een hachelyk tijds
gewricht de nationale ontwikkeling door derwijs
partijzuchtig votum stuiten durft, heeft zichzel ve
voor altoos geoordeeld. Zulk een Kamer kan
niet blyven. Met zulk een vijfde rad aan den
wagen is de wagen van staat ten onzent niet
langer veilig.
„En daurom, wat deze schijn-revisie niet kon
brengen, dat brenge ons de echte en oprechte
pulitiekeu zelfmoord gepleegd. Kruipt in den j revisie die komende is.
III. t i I r
afgevaardigden wijzer met verder.
I
sm;i:k
ri
IS IX X EJiLAXO,
I
I
I
19
3
8
16
■ug.
4
4
16
i
«5