I
No. 67.
1887.
KN
T W E E E N-V EERT! G S T E
Z A. rl? E ft D A. O
20 AUGUSTUS.
BS,
)0,
00
sst
S0
)ta
ft0
•ije
10-
Igt
;ot
d
la-
on
ig-
I 4
3e
JO.
jer
00
00
lo.
len,
ter-
Io.
1.0,
12
4
I.
mt
do springen. Vrij
boerenbedriegerij. En alle pogingen, die nog
aangewend mochten worden om althans bij de
op niets uitloopen. Duizende kiezers hebben
i, vi tkuuiü van waü
wil, de partij als zoodanig niet te steunen, maar
haar aan haar lot over te laten, haar den te-
De naam, de zaak van
en evangelie moet worden losgemaakt
elke politieke partij, allermeest van die
maar net niet is.
aan de orde; en is het voorshands alleen de
vraag, wat raadzamer zijOf om met deze
Reformbill mee te gaan, of wel om, na ver
werping van Reform-bill en Revisie bei, eerst nog
maals uit te gaan op censusverlaging en op een
betere tabel.
Voor beiden is veel voor. Maar ook tegen
beiden rijst even ernstige bedenking.
En niet in de pers, maar op de Deputaten-
vergadering zal beslist dienen te worden voor
welke gedragslijn onze partij als partij zich
verklaart.”
Het Centrum meermalen als ’t orgaan van
dr. Schaepman aangeduid geeft eenige wen
ken ten beste over de houding der roomsch
katholieken tegenover de nieuwe Grondwet,
wenken waaruit blijkt, als men let op’t geen
het Venloosch Weekblad deze week zeide
dat tusschen de beide fracties der roomsch katho
lieke leden in de Tweede Kamer nog steeds
groot verschil van gevoelen blijft bestaan.
De ontwerpen, rakende het kiesrecht, dat zijn
de hoofdstukken III en IV en dat betreffende
de additioneele artikelen, mogen, volgens het
Centrum, niet worden verworpen.
De overige hoofdstukken laten het blad in
meerdere of mindere mate onverschillig en het
laat de beslissing over de ten deze uit te bren
gen stem aan de wetenschap en de consciëntie
der vertegenwoordigers over. Toch acht het
aanneming van de nieuwe beschrijving der
troonsopvolging raadzaam.
Het Wag. Weekblad betreurt het, dat de par
tijen het over het onderwijsartikel niet eens zijn
geworden en dat men er niet in geslaagd is
een overeenkomst te treffen in den geest van
t bekende voorstel-De Beaufort of dat van de
regeering. Dat de mannen van alles of niets,
thans niets ontvangen, is volgens het blad hun
verdiende loon. Het Hoilandsche spreekwoord:
zachtjes aan, dan breekt de lijn niet, blijft nog
steeds voor velen van ons volk een waarheid.
En te eer hadden de auti-revolutionaire leden
daartoe moeten komen met het oog op de groote
scheuring in hun gelederen. De uitkomst zal
toonen het blad is daarvan overtuigd dat
haar kracht is gebroken. Werd die partij in
de laatste jaren als ’t ware door kunst en vlieg
werk saamgehouden en was het te voorzien,
dat zulks op den duur niet gaan zou, de
losgebarsten kerkelijke troebelen waren de wig,
die den reeds door ’t verderf aangestoken boom
deed splijten. Wel gaat de Standaard voort
met het air aan te nemen, alsof die schade
niet zoo groot is en haar partij toch nog ten
leste haar doel zal kunnen bereiken maar
dit is niet dan grootspraak, om niet te zeggen
aangewend mochten worden
open stembus de eenheid te herstellen, zullen
zich vast voorgenomen om, er kome van wat
wil, de partij als zoodanig niet te steunen
1
ringdood over te geven,
godsdienst
van
welke zich thans de anti-revolutionaire noemt,
maar het niet is.
Het artikel wordt op de volgende wijze be
sloten
„Onze vrienden zullen echter nu met ons
beseffen, dat langer hinken op twee gedachten
een onmogelijkheid is, dat de beslissing thans
moet vallen. I
gaan of breken met de Standaard-partij.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
In de Lantaarn wordt onder de „Parlemen
taire Portretten” een schets gegeven van den
heer J. J. van Kerkwijk, lid der Tweede Ka
mer.
Met talent is ook dit portret gemaaid. De
eigenaardige nonchalante wijze, waarop het lid
voor Zierikzee zich in de vergadering beweegt,
wordt aardig weergegeven. Wij zijn getuigen van
een kleine moeilijkheid, waarin de president is
geraaktde griffier tracht hem iets duidelijk te
maken, de leden loopen heen en weder, elkan
der tegensprekende, bevestigende en ontkennende.
Daar dringt de heer Van Kerkwijk door de
groepen heen en na een paar woorden met
den president klinkt het uit diens mond „Door
den heer v. Kerkwijk wordt thans voorgesteld art.
125 voor art. 124 te behandelen. Ik geloof ook
dat daardoor vele der bestaande moeilijkheden
uit den weg geruimd worden, enz.”
Herhaaldelijk ziet men deze afgevaardigde, in
den loop van het parlementair zittingjaar, den
president en zijn medeleden in den nood bij-
j van alle officieele deftigheid, het
keurslijf der parlementaire vormen uittrekkend,
beweegt hy zich vrij en op zijn gemak in de
vergadering van dit hooge staatscollege. Hij is
er „thuis”, intiem met de meest invloedrijke
leden, heeft den schroom der nieuwelingen lang
vergeten (zoo hij dien ooit gekend heeften
met een nonchalance, hem alleen eigen, weet
hij een familiaren toon en huiselijke gewoonten
ter afwisseling der deftige beslommeringen het
gebouw binnen te smokkelen.
En deze nonchalance voert hij niet alleen in
zijn handelingen door, ook zijn uiterlijk draagt
er de sporen van. Hij is onverbiddelijk in het
zwart, met een lange gekleede jas, die echter,
in plaats van netjes te zijn dichtgeknoopt, slordig
en los openhangt, en hem zoodoende het steken
der handen in de broekzakken gemakkelijker
maaktook zijn houdingen zijn niet, zooals die
van den heer Bahlman of Gleichman, menig
maal bestudeerd en op een effect voor de tri
bunes of voor zijne medeleden berekendhij
blijtt zitten zooals hij is neergevallen, leest of
schrijft in de positie, die hem het gemakkelijkst
is, met den elleboog op tafel, den neus bijna
op het papier, als iemand die het zich in zijn
studeerkamer aangenaam heeft gemaakt.
Zijn kleederdracht, zonder slordig of verwaar
loosd te wezen, draagt toch de sporen van het
ontbreken eener zorgende vrouwenhand of een
kleine, mannelijke ijdelheid, die iets om zijn
uiterlijk geeft. De zwarte cylinderhoed, niet
altijd nieuw, wordt pratend of in gedachten op
het hoofd gezet, zoodat somtijds op groote plek
ken de haren tegen den draad zijn opgewreven;
de knoopjes van boord of overhemd verkeeren
Wel eens in oproerigen toestand en noodzaken
den eigenaar er ai en toe kregelige vingerbe
wegingen tegen te makende hakken zijner
schoenen zijn menigmaal naar één kant afge
lopen. terwijl zijn chaussures niet altijd precies
op het einde zijner broekspijpen aansluiten.
En zóó, met openhangende jas, zonder stok of
parapluie in de hand, de armen langs het lijf
hangende, kan men hem met groote passen in
het half-uurtje pauze van het gebouw op het
Binnenhof naar de Witte zien hollen om haastig
ie gaan koffiedrinken.
Zijn bijtig, ingehouden, scherp sarcasme, met
een droge, fijne leukheid uitgesproken, wekt
den lachlust der Kurner op. Hij verbaast de
vergadering door zijn enorme detailkennis hij
legt een bekendheid met de geheimen der cou
lissen aan den dag, overstelpt zyn tegenstanders
2oo zeer met nauwkeurige feitjes, die» hij met
De Minister van binnenlandsche zaken sloot
jl- Woensdag de zitting der Staten-Generaal.
Hij betuigde den dank des Konings voor de ijveri
ge behartiging van ’s lands belangen en wees op
de verschillende ontwerpen van oeconomischen
aard die tot stand zijn gebracht, als: belangrijke
onteigeningswetten, ontwerpen betreffende den
spoorwegaanleg op Java en de westkust van
Sumatra, de maatregelen tot opbeuring der sui
kercultuur op Java, verbeteringen in het Wet
boek van Burgerlijke Rechtsvordering, schuttery-
wet, de crimineele wetboeken, de accijns op bet
gedistilleerd, het patentrecht en den aanvang
der arbeiders-enquete. Buitengewoon gewicht
ontleende de afgeloopen zitting aan de behande
ling en aanneming der elf grond wets-voorstellen.
Dit ontwerp van staatsbelang heeft gedurende
eenige maanden groote en. volhardende inspan
ning van de volksvertegenwoordiging gevorderd
en vermits eene gewenschte overeenstemming
daarover is verkregen, behoort naar luid van
Ze staan voor’t dilemmaóf meê- art. 197 der Grondwet de ontbinding te volgen,
J~ °-1- Van die heden plaats heeft.
hun houding hangt, wanneer ze weder verkozen
worden, waarschijnlijk ’t lot der Grondwetsher
ziening af. Verwerpen ze haar, dan dragen zij
inzonderheid daarvan de verantwoordelijkheid.
Maar dan is natuurlijk ook de band gebroken,
die ons aan hen bindt. Mannen die spelen in
de kaart van dr. Kuyper kunnen onmogelijk
langer onze mannen zijn. Dit is geen bedrei
ging, ze staan te hoog om zich een bedreiging
aan te trekken maar eenvoudiglijk een uit
spreken van ons gevoelen, waartoe niemand ons
’t recht betwisten zal. We wachten in gespannen
verwachting hun besluit af, ook tot regeling van
onze gedragslijn bij de aanstaande verkiezingen.
God geve hun de zoo noodige wijsheid en moed
om een gewenschte beslissing te nemen. En
mocht daarvan een nederlaag bij de stembus
het gevolg zijn, welnu wat nood Ook
wanneer die nederlaag een definitieve zijn mocht,
wat wij niet gelooven dan nog zouden ze
de goedkeuring genieten, niet alleen van allen
die het woelen der Standaard-partij moede zijn,
maar bovenal van hun eigen geweten, terwijl ze
bovendien ’t genot zouden smaken van verlost te
zijn uit een positie, die zoo dubbelzinnig en
valsch mogelijk is.”
De N. R. U. voorziet, dat, nu de kerkelijke
partijen in de verwerping van art. 194 een
aanleiding schijnen te zoeken om de grondwets
herziening althans gedeeltelijk te doen mislukken,
de verkiezingsstrijd niet kalm zal zijn. Wie er
van de liberalen op rekenen mocht, dat men
zich bij deze verkiezingen niet bijzonder zal
hebben te vermoeien, kan er zeker van wezen
dat hij zich deerlijk vergist. Er zal wel degelijk
buitengewone inspanning noodig zijn, willen de
liberalen het terrein behouden,
„In het vorige jaar, by de ontbinding, heeft
de uitslag in menig district bewezen, aldus be
sluit het blad, dat die inspanning niet zonder
gevolg blijft. Toen hebben de liberalen veel
gedaan om een krachtig politiek leven te wekken
en zij hebben toen geleerd wat er geëischt wordt,
wil men met kans op winst den strijd voeren.
Van gelijke opgewektheid, van gelijken ijver,
van een even levendig besef bij de leiders van
hetgeen ’s lands belang hun oplegt, heeft men
ditmaal niet dezelfde, maar grootere gevolgen
nog te wachten, omdat de moedeloozen onder
ons in 1886 geleerd hebben, dat aan de toekomst
niet behoeft gewanhoopt te worden, mits maar
niet de armen slap blijven hangen.”
K 1 A Jk B N JL A X l>.
UIT DE PERS.
AD VERTLNT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 »/a Cents. Bij abonnement is de prijs be.
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
een ironische hatelijkheid bij naam en toenamen
noemt, dat zijn medeleden zich verkneukelen in
het schouwspel van een arm slachtoffer, dat tot
op het hemd toe wordt uitgekleed. En de heer
Van Kerkwijk verschoont niemand en niets; hij
is onafhankelijk van positie, behept met een
gevoel van eigenzinnige wijsheid, dat hem alles
laat zeggen wat hem voor den mond komt, en
als dacht hij bij zich zei ven„dat zal ik je toch
eens onder je neus wrijven, hoor!” Zijn aan
vallen komen gewoonlijk raak aan, en daar hij
zoo verstandig is weinig te spreken, en dan nog
alleen over zaken, die hij 4 fond kent, heeft hij
het groote geheim gevonden van altijd een aan
dachtig gehoor te verzamelen en aan zijn rede
voeringen een bijzonderen invloed en belang
rijkheid te schenken.
Geen der leden van de Twéede Kamer bezit
zooveel vrienden en bekenden, zooveel bronnen
en kanalen om achter het „fijne” van een zaak
te komen, als deze afgevaardigde uit Zierikzee.
Hij schijnt een allemansvriend te wezen, want
ieder oogenblik ziet men hem, zoowel in als
buiten de Kamer, met allerlei mogelijke en
onmogelijke personen spreken; hij is een soort
van kalender, een parlementair nieuwsblad, een
onuitputteljjke bron van historische en heden-
daagsche „uien”, en een nauwkeurig bewaarder
en gebruiker van staatkundige geheimen, die
juist door zijn uitgebreide kennis van bijzonder
heden en beweegredenen veelal het „bêce noir”
is voor menig minister, of voor menig industri-
eele onderneming, die zich tot de Kamer met
verzoeken of bezwaarschriften wendt.
De Standaard deelt mede, dat op de aan
staande Deputatenvergadering der anti-revoluti
onaire party de houding, ten opzichte van de
nieuwe grondwet aan te nemen, zal worden
vastgesteld. Het blad ’t welk vroeger verklaar
de ter wille van de hervorming van het kiesrecht
over andere bezwaren heen te stappen, laat
zich thans meer gereserveerd uit.
„Hoever men onzerzijds ook de inschikkelijk
heid drijve, toch kan niemand van ons vergen
schrijft net thans dat de nu voorgelegde
grondwetsreriöie door ons aanvaard wordt als
voldoening schenkend aan den eisch, gesteld
in art. 7 van ons anti-revolutionair program.
Dat artikel zegt„De grondwet, gelijk die
in 1848 gewijzigd is, aanvaardt de anti-revolu
tionaire party als uitgangspunt, om langs wet
tigen weg tot een hervorming van onze staats
instellingen naar eisch der christelyk-historische
beginselen te geraken.”
Vergelijkt men nu wat voorts in art. 8, 10,
11, 12, 13, 17, 19 en 20 als beginsel tegenover
de thans geldende regeling onzer staatsaange-
legenheden beleden wordt, met hetgeen Heems-
kerk’s revisie biedt, dan vindt men als pover
resultaat, dat met uitzondering van de Reform-
bill geen enkele doortastende hervorming aan
de orde kwam.
Ja, sterker nog, dat zelfs de voorgeslagen
Reform-bill, wel verre van aan de billy kste
eischen der natie te voldoen, nog op allerlei
wijs misloopt1. doordien ze de Eerste Kamer
by na ongedeerd laat 2. de organische volks
vertegenwoordiging aisnijdt; 3. toch aan een
verkapten census vasthoudt4. door de „lod
gers” een heir parasieten op de stembus loslaat;
5. een onjuisten maatstaf koos; en 6. nogmaals
de districtsverdeeling vervalscht heeft.
Wat thans op de tafel ligt is derhalve noch
de onzerzijds bedoelde Revisie, noch ook de
Reform-bill, die naar recht en reden mocht wor
den gewacht.
Vooral nu art. 194 buiten het geding raakte
blijtt voor ons derhalve de Revisie duurzaam
OEEKER
II R A N T
«■is Einn iniimsaiu sib
I
l
[8
S
Ebe
.and
ven-
uwe
mtje
•ijna
Ge-
te
Ab-
to*'
te
Wij-
vd.
ind.
s
30
1 i
■siEiiisjiioramm-iiiiiiïiiiiiiiiE