Een milliocn Pond.
in
beurtschepen (met
toen ik dat roept dan valt de door mijn gekweekte vrucht
op
king dan reeds heeft volbracht, en de stof
ders als korst afvalt.
Het bestuur der vereeniging bestaat uit de
heeren dr. L. Ali Cohen, dr. A. W. H. Wirtz
en dr. B. Carsten.
Ais die andere
sappigste stukken
opgemaakt, wanneer althans de dader niet aan
gewezen wordt.
me
laa
boi
be'
me
vo
dc
en
de
Ee
de
Kt
vo
ge
ku
pri
ni<
ve
ste
zi<
de
on
all
toi
aa
be
ve
ie<
le
vo
re
Po
m<
ge.
g
a
t(
ti
ti
n
g
bit
ge
nu
Vi
ik
lat
b
cl
h
scb
toe
lan
dat
is
d<
n
n;
ri
di
g<
zu
Op den hartjesdag avond is ook in de Spaarn-
dammerstraat te Amsterdam eau opstootje ge
weest Hier gold het, naar men beweerde, een
socialist, wiens huis bedreigd werd door hetzelfde
lot, dat Pennings „Leeuw van Waterloo” ge
troffen heeft. De vrees voor revolvers en voor
de stokken der politie hield slechts de menigte
van gewelddadigheden terug.
verdwenen. Intuescben hadden zij met den over
geblevene handen vol werk, en niet dan nadat
zoowel hen als den inbreker zelf de kleederen
van ’t lijf gescheurd waren en ook nog een
beambte van de stadsreiniging te hulp was gesneld,
werd men den woesten misdadiger meester.
In een ander verhaal, door de Amst. gedaan,
komt de politie er niet zoo goed af. Een re
chercheur is door drie vrouwen opgepakt en naar
den politiepost van de Lauriergracht gebracht.
De vrouwen beweerden dat de man niet goed
recht liep en zij hem uit voorzorg de man
had in ’t water kunnen vallen thuis brachten.
Vanwege de politie wordt echter beweerd dat
de vrouwen dronken waren.
Hoe dit zij, ’t feit dat de man zoo met zich
liet sollen, pleit niet voor zijn weerbaarheid.
De nationale tuinbouwtentoonstelling te Leeu
warden is Zondag door niet minder dan 5400 per
sonen bezocht. Daaronder behoorden echter ook
de kweekers van de door „Floralia” uitgereikte
planten, die, ieder met twee huisgenooten, van
810 uur vrijen toegang hadden, gezamenlijk
pl. m. 1800 in getal.
waren tevens
de zeil vereeniging Sneek
daarmêe ook de kermisvermakelykheden af-
van het geld zal zijn aangebroken.”
„Dat is dezelfde weg, dien ik reeds heb iiige-
slagen, mylord, maar ik betwijfel het, of hij
met een dergeljjk uitstel wel tevreden zal zijn.’’
„Alvorens hij tegenover mij zijne nagels niet
heeft laten zien, zal hij u niet lastig vallen
enkel de eerbied voor uw geslacht zal hem
daarvan reeds terughouden. Als ik behalve zijn
knappen kop nog iets aan hem te prijzen vind,
dan is het zijne handigheid om nooit aan de
waardigheid eener dame iets te kort te doen.”
„Ik wil hopen dat al uwe veronderstellingen
in de gevolgen zullen blijken doeltreffend te zijn
geweest.”
„Dat zullen zij zeker, als gij althans uw best doet
om ze niet omver te werpen. Alleen dan kun
nen wij met zekerheid het beste gevolg ver
wachten.”
„Gij zult in mij eene gehoorzame pupil vin
den, mylord. Daarop kunt gij staatmaken.”
„En daarmee is deze onverkwikkelijke oohel-
dering afgeloopen,” zei de lord, terwijl hij opstond
en het kleine vertrek eenige malen op- en
neerliep.
De jonge dame volgde hem met de oogen
zj kende zijne gewoonten genoeg, om te weten
dat zy nog meer mededeelingen had te verwachten.
En inderdaad begon hy na eene langdurige
pauze op nieuw
behandelen. Gy zult u niet over mij te
klagen hebben; het zal gebeuren. Maar nu
blyit mij nog altijd een vraag over, waarvan de
beantwoording door mij niet kan worden uitge-
De vereeniging van inrichtingen tot bevorde
ring der koepokinenting in Nederland heeft de
volgende verklaring op breed plakkaat ter alge-
meene kennis gebracht
1. De koepokinenting is, zooals de ervaring
leert, het heilzaamste middel om zich zooveel
mogelijk tegen de pokken te vrijwaren.
2. Aangezien jonge kinderen het meest vat
baar zijn voor de pokken (kinderziekte), zoo
behoort de inenting plaats te hebben in de eer
ste levensmaanden, liefst vóór het tanden krijgen.
3. De inenting slaagt evengoed in den win
ter als in den zomer.
4. Daar inenting niet altijd gedurende het
geheele leven beschut, zoo geschiede herinenting
bij het dreigen der pokziekte.
5. Voor een deugdelijke inenting wordt aan
bevolen de stof onmiddellyk van het rund
(kalf) op den mensch of van arm op arm over
te brengen.
6. De ervaring leert dat de vatbaarheid voor
de pokken afneemt, naarmate het aantal inen-
tingslitteekens grooter is.
Men verzette zich daarom niet tegen het
aanbrengen van een tiental steekjes bij de in
enting.
7. Het uitenten van kinderen schaadt niet
aan hunne gezondheid, noch aan het goed ge
volg der inenting, omdat de laatste hare wer-
f an-
Een broodbakker te Amsterdam bestelde kor
ten tijd geleden een paar rondreisbiljetten voor
een bedrag van circa f 105. Zij werden door
den beambte der spoorwegmaatschappij bezorgd,
aan wien het geld werd uitbetaald. Toen hij
reeds op straat was, bemerkte hij dat hij in
plaats van een bankbiljet van f 100, er een van
flOOO ontvangen had.
Natuurlijk herstelde hij dadelijk de vergissing
door den bakker het te veel betaalde terug te
brengen. De bakker toonde zijn erkentelijk
heid door den beambte eenkrentenbol te
sturen.
SN E E K, 19 Aug.
De kermis is weer voorbij en, zooals gewoon
lijk, waren ook thans weer de laatste dagen de
drukste en zeker ook voor ingezetenen en
vreemdelingen de meest prettige, dank zij de
feestelijkheden der Zeilvereeniging „Sneek”, die
steeds hare aantrekkelijkheid blijven behouden.
Ook dit jaar waren uit verschillende plaatsen
van ons land weer eigenaars van pleiziervaar-
tuigen overgekomen om met hunne boeiers en
jachten de feestelijkheden op te luisteren of deel te
nemen aan de wedstrijden. Zij werden Dinsdag
avond jl. feestelijk gerecepieerd op het societeits-
lokaal van „Amicitia”, terwijl later bij het ge
zellig samenzijn in de groote zaal van den heer
Agema de kennismaking met deze jaarlijks zoo
welkome gasten op recht hartelijke wyz'e werd
vernieuwd.
Den volgenden dag had op de gebruikelijke
wijze de groote zeilwedstrijd plaats, die, begunstigd
door fraai weder de echte liefhebbers hadden
misschien over ’t geheel wel wat meer wind ver
langd en opgeluisterd door ’t muziekcorps der dd.
schutterij ouder leiding van zijn verdienstelijken
kapelmeester den heer M> Edzard Grefe, ook
thans weer door honderde toeschouwers werd
bijgewoond. Behalve de menigte grootere en
kleinere vaartuigen, moeten niet minder dan
een dertigtal stoombooten met hunne passagiers
het terrein van den wedstrijd hebben bezocht.
Deze liep in de beste orde af en de fees
telijkheid werd later voortgezet in de zaal
van den heer Agema, waar eene geanimeerde
prijsuitdeeling, waarop o. a. de „admiraal-
(Jlignett-marsch” van den heer Grefe bij her
haling ten gehoore moest worden gebracht en
warm werd toegejuicht den feestdag besloot.
De uitslag van den wedstrijd was de volgende:
Eerste klasseCenterboards, kielbooten, (zon
der uitsluiting) 3 deelnemers. Prijs: twee geën
cadreerde gravures, behaald door Nelly van E. Kol
te Amsterdampremie: een fraai gebronsde
coupe voor visitekaartjes, Nautillus van G. Schut
te Jr. te Amsterdam.
Tweede klasse Boeiers, Jachten (met vaste
roef, geen scherpe vaartuigen) 7 deelnemers.
Prijs: een stel Japansche vazen, Snelheid van
H. J. Visser te Gaastmeer; premie: een por-
celeinen zuurstel, Sperwer van C. Jurjens te
Amsterdam.
Derde klasse: Vracht- en I
en zonder platte luiken), 6 deelnemers. Prijs
vijftig gulden, Cornelia van S. Meiners van
Zaterdag namiddag zijn te Nieuwenhagen
(Limburg) vijf kapitale boerenwoningen, in één
blok gelegen, en waaronder die bewoond door
den burgemeester, een prooi der vlammen ge
worden. De geheele oogst, die reeds in de
schuren geborgen was, is mede vernield. Vier
der afgebrande panden waren verzekerd. De
brand is waarschijnlijk ontstaan door het te
hard stoken van den veevoederketel.
’t Volgend verhaal wordt aan ’t N. v. d. D,
gedaan
Dinsdag middag te 2 uur zat een drietal per
sonen op de Leidsche gracht bij de Keizersgracht
op een stoep zeer gezellig met elkander te praten.
Zij hadden echter iets kwaads in ’t zicht. Een
tralieraampje naast de kelderdeur werd inge-
stooten en zoo kon men den grendel van binnen
wegscbuiven. Daarna verdween het drietal. Het
was alles stil cp de gracht en er was niemand
te zien, althans voor hen niet. Maar een gla-
zenwasscher, die eenige huizen verder op een
zeer hooge ladder stond, had van dit verheven
standpunt alles gezien. Hij klom naar beneden
en overlegde met twee zijner makkers, die juist
uit het huis kwamen, waarvoor hij stond, om
kalm en als ware niets geschied, een ladder op
de schouders te nemen en te vertrekken. Deze
deden dit, maar met snelle schreden zoodra zij
uit het gezicht waren, en riepen toen de hulp
der politie van het bureau op het Leidsche
Plein in.
Deze verscheen dadelijk. Twee rechercheurs
spoedden zich naar de plaats van de inbraak,
maar vonden er ongelukkig genoeg slechts één
der inbrekers over. De twee anderen waren
Nijega; premie vijf tien gulden en een manilfi
zeilschoot, de Goede Verwachting van 8. Sij tenu
te Roordahuizum.
Vierde klasse: 'Tjotters (open'booten, gee:
scherpe vaartuigen, boven 5,75 Meter over di
stevens), 4 deelnemers. Prijs een fransch krista
likeurstel met noteboomhouten presenteerblad
Annie van C. A. Volk te Amsterdampremie
een Nederlandsche vlag, Mercurius^nn A. Hout
sma te Leeuwarden.
Vijfde klasseOpen Booten (geen scherp-
vaartuigen, 5,75 Meter en daar beneden), 2 deel»
nemers. Prijs: een luxe-voorwerp, Jonge Pietei
van K. Vrolijk te Sneek; premie een luxe
voorwerp, Antonia van T. W. Zandstra te Snees.
Zesde klasseBooten (getuigd met sprietzeil,
van 4,40 M. lengte en daar beneden en niet
meer dan 1,72 M. breed buitenwerk), 8 deel
nemers. Prijseen verzilverde koffiekan met
dito onderstel, door de boot van Oene Mulder te
Langweer; premie: een suikervaas met schep,
de Hoop van M. Velthuis te Oppenhuizen.
Waren de feestelijkheden van den eersten daj
geheel naar wensch geslaagd, niet zonder be
zorgdheid werden zeker door velen die van den
volgenden dag tegemoet gezien, toen later op
den avond de sluizen des hemels zich openden
en de regen in stroomen neerviel. Toch was
net weder ons ook dien dag gunstig. Wel was
de lucht Donderdag steeds dreigend, maar daar
bij bleef het ookregen viel er gelukkig niet
en de betrokken lucht kwam voor de avond-
feestelijkheden niet te onpas, evenmin als de
meerdere koelte aan den tweeden wedstrijd,
welke dien dag plaats had. Aan dien wedstrijd
uit slechts éen klasse bestaande kon door
alle schepen, zonder uitsluiting, worden deel
genomen. Het getal deelnemers bedroeg 22;'
de prijsf 100 of een voorwerp van luxe, werd
weder behaald door de kielboot Nellyvan den
heer E. Kol te Amsterdam, terwijl ook de
premiede helft der inleggelden, weer aan den
premie-winnaar van den vorigen dag ten deel viel.
De glanspunten van deze feestelijkheden waren I
zeker de avond-feesten de terugtocht der flottille I
naar de stad en het vuurwerk, waaraan dui-
zende toeschouwers zich verlustigden, ’t Was
dan ook werkelijk een prachtig gezicht, die
verschillende keurig versierde en verlichte vaar
tuigen, nu en dan gehuld in een fantastischen
gloed van bengaalsch vuur, zieh statig door de
stadsgracht te zien voortbewegen, terwijl de op
wekkende tonen der muziek zich daurby gedurig
lieten hooreu. En toen men in de Kolk was
aangekomen en de tocht ontbonden was, werd
het kleinere vuurwerk vervangen door het
grootere, dat ook thans weer i
geliefkoosd volksfeest bleek te
duizende genoten.
Met het slotnummer daarvan
de feestelijkheden van
en i'
geloopen. Dat alles zoo goed slaagde en zóó
tot aller genoegen afliep, hebben we zeker voor
een groot deel te danken aan de veelvuldige
bemoeiingen van de directie van bovengenoemde
vereeniging. Haar daarvoor openlijk een woord
van dank te brengen, gelijk wy doen by deze,
zal zeker in den geest van velen gesproken zijn.
le Utrecht is Woensdag o. a. geslaagd voor
het Fransch mej. J. M. Bretel de la Rivière
alhier.
i steld, omdat hij er op aan zal dringen zich ze
kerheid te verschaffen over eene zaak, die gij-
zelf hebt op touw gezet. Hij verlangt namelijk,
dat ik hem het beheer van myn toekomstig ver
mogen zal overlatenstrookt het werkelyk met
uwe inzichten, dat ik daarop ja zal zeggen
„Ik wil en mag u niet verzwijgen, myn kind,
dat ik hem met het uitzicht op eene dergelijke
eventualiteit heb gevleid. Maar dat het mij
daarmee nooit ernst is geweest, zult gij even
goed begrijpen, als is hem voor verstandig genoeg
boud, daarop nooit met zekerheid gerekend te
hebben.”
„Zoudt gij denken, dat er een middel bestaat
om de door u gedane verzekering weer terug
te nemen Hij schroomde niet, om zich tegen
over mij daarop te beroepen en hij zal er wel
niet aan denken om vrijwillig te refuseeren,
maar zich zeker vasthouden aan uwe belofte.”
„Hij heeft dit reeds gedaan, maar ik heb een
bepaald antwoord ontweken. Hem uw vermogen
in handen te geven, zou precies hetzelfde zijn
als ons op genade en ongenade aan hem over
-Wees daarom sluw, Alice, sluw en
Laat u niet tot eene bepaalde belofte
tot zoolang gebeuren Ik gevoel mij nauwelijks
in staat, mylord, om zoolang de positie te ver
dragen, welke uwe woorden mij zooeven tegen
over uw partner, zooals gij hem gelieft te noe
men, hebben aangewezen.”
„Ik houd u voor verstandig genoeg om mij
de verzekering te geven, dat gij niet ter wille van
een meisjesgril alles op het spel zult zetten.
Bedenk tocb, dat gij het zijt voor wie ik ge
dacht, gepeinsd en gewerkt hebik sta reeds
met den eenen voet in ’t graf; als de dood my
u alleen in den schoot.”
„Als die andere er namelijk niet vooraf de
voor zich-zelf afsnijdt, om mij
de wormstekige pit over te laten
„Laat mij daarvoor zorgen, ik zal met hem
afi ckenen en dat wel heel spoedig. Tot zoolang
echter is het noodig om kalmte, bezadigdheid en
zelt beheersching in zulk een uitgestrekten zin
te toonen, dat hy in ’t minst niet op de gedachte
kan komen, dat wij zouden kunnen beproeven,
ons van hem te ontslaan.”
„Gy dwingt mij dus, mylord, om uw partner i te geven?
in maatschappelijken zin als myn gelyke te behendig.
be- binden, koester de hoop bij hem dat gij bereid
zyt aan zyne wensclien gevolg te geven, maar
stel het oogenblik voor eene oepaalde beslissing
uit tot zoolang de termijn van de uitbetaling
Over het geheimzinnig voorval te Apeldoorn
de ontvoering van een lójarig meisje naar
Londen wordt uit Zutfen aan de Zw. Ct.
het volgende geschreven
De Engelsche dame, mej. had een woning
te Beekbergen en logeerde daar soms bij kennis
sen uit Engeland. Als hulp-dienstmeisje had
zij een jong meisje uit Beekbergen. Teruggaande
naar Engeland wilde zij dit kind meeaemen en
vroeg bij herhaling de toestemming der ouders.
Het kind vertelde dat de ouders het goed vonden
en herhaalde dit nog den laatsten dag. Daarop
vertrokken de eigen meid en het jonge meisje
een dag vóór haar meesteres. Eerst nu kwam
de vader op raad van den dominé zijn
kind terugvragen en gaf het geval aan bij den
burgemeester. Na onderzoek alhier door den
rechter werd de dame dadelijk ontslagen en zijn
de ouders met een geweldig standje naar huis
gezonden. Zij zeiden niet vroeger aan mej.
te hebben kunnen zeggen dat zij hun kind niet
wilden laten vertrekken, wijl zij op het land
moesten rogge binden dit ging vóór.
Een onder-inspecteur van politie te Rotterdam,
die een heer in arrest nam en opsloot, omdat
hij volgens zijn beweren in kennelyken staat
van dronkenschap verkeerde, terwyl de man
volgens ooggetuigen niet beschonken was, is
voorloopig in zijn betrekking geschorst.
Men schrijft uit Zuidbroek aan de Veend. Cl.:
Dezer dagen hadden een 25tal jeugdige lands
verdedigers, die voor den tijd van een maand
naar hun korps op weg waren, in een waggon
plaats genomen, waarin een noodrem was. Dat
ding werd natuurlijk aan alle kanten bekeken
en besproken en ’t eind van het lied was, dat
het geprobeerd werd ook enmet succès,
want tusschen Scheemda en Zuidbroek bleef de
trein staan. Natuurlijk had niemand het gedaan.
De hoofdconducteur wilde te Zuidbroek gebruik
maken van zijn bevoegdheid, om wanneer de
dader niet genoemd werd, den geheelen waggon
te doen ontruimen, doch de stationschef die op
zoo’n visite niet erg gesteld was, zorgde er voor
dat de reis werd voortgezet. Thans zal tegen
ieder der manschappen procesverbaal worden
Roman van P. E. van Areg.
VI.
(Vervolg.)
„Gij ziet de zaak te donker in, mijn kind,
en verliest uit het oog, dat ik, f
contract aanging, dezelfde overwegingen maakte,
welke gij heden te berde hebt gebracht. Ik
wil niet ontkennen, dat de wensch reeds dik
wijls bij mij is opgekomen, om mij van deze
mijne vrije bewegingen belemmerende banden,
welke de deelneming van dien man in onze
plannen met zich brengen, te ontslaan. Maar
dat is geen zaak die van het besluit van een
oogenblik afhangt; hier is dringend noodig eene
zorgvuldige combinatie, eene voorzichtige over
weging van alle mogelyke omstandigheden en
de voorafgaande verovering van eene positie,
welke mij een behoorlijke overmacht geeft op’
myn partner. Eerst als wij zoover gekomen
zyn zal de tijd van handelen daar zijn.”
„En tot zoolang,” zei de jonge dame, terwijl zij
minachtend de schouders ophaalde, „wat zal er
j A111U, vvuvn ÏWL m V giai j udo Uü UUUU. I ll J
opi
opc
vei
vie
sle<
Zij!
oi
d(
oi
w
tr
bt
B
h(
to
de
di
da
lll/UL
een bij uitstek
zijn, waarvan