I ’1 Er» millioen Fond. ik te ai te vil u g F 1 e o 3 d v v hei hei de Uift au vj) gel Wa tct gei P SI Zl h wi i van de noodige kalmte in het gemoed geworden door zijn benomen. Met blanke sabel werden de benden uiteengedreven, en dat behendige slagen werden uitgedeeld, zal men begrijpen als men weet, dat er zulke wonden werden toegebracht, dat geneeskundige hulp moest worden verstrekt. Overigens zal het tooneel nog wel een naspel hebben, want er moet proces-verbaal zijn opge maakt. Er zijn er onder, die meermalen met de justitie in aanraking zijn geweest. De politie heeft voor hare doortastende maatregelen en haar krachtig optreden een bloempje verdiend. I het algemeen Nederlandsch werklieden-verbond spreekt hare verontwaardiging uit over de ern stige baldadigheden, die door een bandelooze, niets te verliezen hebbende menigte, onder het oog van de regeering zijn gepleegd en toegelaten; spreekt de wenschelijkheid uit, dringt er zelfs op aan, dat de openbare macht beslist optrede daar waar het leven en eigendom van burgers wordt bedreigd, zonder acht fe geven welke beginselende rustige burgers op maatschappelijke, politieke of godsdienstige richting mogen belij den.” Een der grootste beeldhouwwerken aan het Centraalstation te Amsterdam, de kolossale bas- reliefs aan de torens, zijn dezer dagen zichtbaar geworden. De Opmerker zegt daarvan „De schoone conceptie en uitvoering, degroote afmetingen en de waardige oplossing van tech nische moeilijkheden, die onwillekeurig doen denken aan menig kunststukje uit de middel eeuwen, toen een gewoon werkman dikwijls meer kunstenaar was dan zij, die zich thans daarvoor uitgeven, al die eigenschappen stem pelen dit werk tot een der merkwaardigste van dien aard, in den laatsten tijd in Nederland voortgebracht. De veldenter grootte van 5.50 M. bij 6.25, zijn in de breedte door sier lijke colonnetten en in de hoogte door een vlakken band met inscriptie en een lijst uit sluitend met de kapiteelen en met sierlijk blad ornament behakt in drie deelen verdeeld. In de onderste stukken zijn medaillons aan gebracht, waarin door figuren zijn voorgesteld: in den oostelijken toren: Welvaart, Verbroede ring en Beschaving, en in den westelijken Electriciteit, Nijverheid en Stoom. In de middenvelden zijn de colonnetten in den steen vrijstaand uitgehouwen, wat een geestig effect maakt en gelegenheid gaf op deze vakken doorgaande allegorische voorstellingen te beitelen, waardoor wij op den eersten toren Handel en Zeevaart en op den tweeden Landbouw en Veeteelt te zien krijgen. Ieder vak wordt af gesloten door krachtig geprofileerde halfcirkel- bogen, waarvan de profielen omgaan en de ge- heele velden als ’t ware omlijsten. De daardoor ontstane ruimten zijn gevuld met meer dan levensgroote, in haut-relief aangebrachte Bij den uitgever Tj. van Holkema te Amster dam is thans verschenen een derde geheel omgewerkte druk van Abr. Bredius catalogus van het rijksmuseum van schilderijen. In de vorige uitgave van dezen gids door het schilderij museum droegen de afzonderlijke verzamelingen haar oorspronkelijke nummers, wat voor den bezoeker zeer lastig was. Thans zijn alle ver zamelingen doorloopend genummerd, zoodat men dadelijk het schilderij dat men zoekt kan vinden. Op dit oogenblik bestaat de verzameling uit 1700 stukken. M’ Men schrijft uit Maastricht het volgende, dat het Hand, onder alle voorbehoud, doch dat de N. Bott. Gt. zonder reserve opneemt: „Uit een pensionaat van geestelijke zusters nabij Maastricht is dezer dagen een meerderjarig meisje verdwenen onder de volgende omstandig heden. „Bij de overste van het klooster had zich een „dame” aangemeld om bedoeld meisje namens de familie huiswaarts te geleiden. In afwach ting van de beslissing of aan dat verzoek al dan niet zou worden voldaan, werd aan de „dame” toegestaan met het meisje in den tuin te wande len. Van die gelegenheid maakten beiden ge bruik om, alvorens de beslissing was gevallen, te ontvluchten. Later is gebleken dat de „da me” was een jonge man, met wien het meisje liefdesbetrekkingen had aangeknoopt tegen den zin barer familie, welks haar om die reden naar het pensionaat had gezonden.” Het vreedzame Slochteren, zoo prozaïsch en stil als het gewoon is, scheen jl. Zondagavond het lot beschoren te zijn als slagveld dienst te ueen. De verstandhouding tusschen de manne lijke dienstboden van Slochteren en Schildwolde althans de meesten waren daaronder te rangschikken bleek niet van de beste te zijn' want reeds eene week bevorens moest een tamelijk groote bende, met stokken gewapend, door de politie verdreven worden. Er bestond een zekere wrok, en die moest gekoeld worden. Van daar weder, dat Zondagavond, tusschen 8 en 9 uur, benden van 40 en 30 personen tegen elkaar te velde trokken en, naar de wapens afgaande, die uit eiken telgen, ijzeren stafen enz. bestonden, zou er formeel slag geleverd worden. Zij hadden evenwel buiten den waard gerekend want de politie, die een en ander wel had voorzien, had maatregelen genomen om een treffen te verijdelen. Dit gelukte haar juist bij tyds en wel zoodanig, dat aan de on ruststokers de lust tot vechten wel voor eerst zal Volgens de Maasbode was de groothertog van Saksen-Weimar bij zijn bezoek aan Rotterdam met die stad en zijn bewoners zeer in zijn schik het was, beweerde hij, de eenige stad waar men voor hem gevlagd had. „Pardon”, moet daarop de burgemeester ge antwoord hebben, „dat doen de winkeliers voor hun spiegelruiten". Si non e vero. Naar het Utr. D. verneemt wordt door de politie een onderzoek (het blad cursiveert) in gesteld naar de personen, die jl. Zondag aan de verwoesting binnen bet „Kromme Rijnsche bier huis” deelnamen. meest beleefde en voorkomende vormen in acht nam in den omgang met ons geslacht. Gij weerspraakt echter mijne opvatting der zaak op zeer onvriendelijke wijze en bediendet u van eenige uitdrukkingen tegenover den door my genoemde, welke ik hier niet zal herhalen, lü heb geen woord gesproken tegen uwe toen ge- uite beschouwingen en ik zou zulks ook heden niet doen, als ik daartoe niet genoodzaakt werd door een brief, dien ik heden voormiddag ontving. Het ligt geenszins in mijne bedoeling, lieve Walther, u de lezing van dien brief te ontüouden en dat wel te minder, omdat ik voorzie dat zij u eene beschaming niet zal besparen wegens uw voorbarig oordeel over dien uitstekenden man.” Zij tastte in den zak van haar japon en over- zoon een rosé-kleurig sierlijk bezigheden van allerlei aard overladen tijd niet toe, hoo gaarne ik zulks ook zou wen1 schen, u een persoonlijk bezoek te brengen en daarmee tegelijkertijd de verzekering te herhalen van mijne eerbiedige hoogachting en onderdanige vereering, waarmee mijn eerste bezoek bij u, hooggeëerde mevrouw, mij ge heel heelt vervuld. Het valt mij te moeilyker daarvan te moeten afzien, omdat de gevoelens eener warme dankbaarheid mij nog steeds tegenover u vervullen. Gy zijt zoo goed geweest aan eene onge lukkige onderscheidene kleedingstukken uit de garderobe uwer dochter te leenen. Ik zend u deze hierbij terug en veroorloof mij daarbij den wensch uit te spreken, mij goedgunstig te willen toestaan, onze op zulli eene bevre digende wijze begonnen kennismaking doof mijne verdere hernaalde bezoeken te mogen onderhouden en voorezetten. Tot zoolang als mij zulks persoonlijk inoog- lijk zal zyu, heb ik de eer my te noemen, OVERZICHT. In Bulgarije ging Zaterdag de naamdag zoowel van den Czaar-bevryder als van den eersten vorst, officieel althans, ongemerkt voorby. Het gewone „te deum” bleef achterwege en men heeft ook van geen wisseling van depêches iets vernomen. Na de opheffing van den staat van beleg verscheen Zondag het orgaan van Karawelow, de Tirnowska Constitutzia, op nieuw. De voor malige minister-president valt daarin het tegen woordige bewind op heftige wijze aan en beroept zich daarbij op het artikel van het verdrag van Berlijn, dat van de overeenstemming der mogend heden bij het benoemen van den vorst spreekt. Karawelow verlangt dat prins Ferdinand, de vorst bij de gratie van Stambulow, onverwijld het Bulgaarsche gebied verlaten zal en sluit met de woorden Weg met den overweldiger van het recht en van den volkswil 1 Een tweede oppositieblad, dat tegelyk met de opheffing van den staat van beleg verschenen is, noemt zich „de Volkswil” en kiest de partij van Rodosla- wow en de Battenbergers, doch is veel gema tigder en ontziet althans den persoon van dei vorst. Nauwelijks is de staat van beleg opgeheven of men hoort ook weder van zeer luidruchtigi I manifestation, ditmaal wel tegen de tegenstander I van vorst Ferdinand gericht, maar toch vai zeer bedenkelijken aard. De Köln. Ztg. meld daarvan de volgende, trouwens van andere zijdi bevestigde bijzonderheden. Maandag middag is bij de Domkerk te Sofii een vergadering van ongeveer 1000 leden de nationale partij gehouden, waar de advocaa Woltschew en de afgevaardigde Stojanow rede voeringen hielden, die stormachtig werden toe gejuicht. Men eischte de arrestatie van Kara welow, die door zijn artikelen in de Tirnowsh Constitutia de nationale partij had beleedigd en men vernam dat de regeering niet alleen Kara welow, maar ook Nikoforow en anderen, na den afloop der verkiezingen, in hechtenis zou doen nemen, wegens deelneming aan de samenzwering tegen vorst Alexander. Op voorstel van Wok schew verklaarde de vergadering vorst Ferdinaui tot het uiterste te willen steunen in zijn strevei voor Bulgarije’s welvaart en zich ten allen tijd, bereid om goed en bloed voor hem ten offei te brengen. De aanhangers van Karawelow hadden Maan dag eveneens een vergadering willen houden doch bij gebrek aan deelneming moest deze verdaagd worden. De leden der nationale vergadering togen, na afloop hunner besprekingen, naar het paleis om den vorst een ovatie te brengen en de genomen resoluties mede te deelen. Prins Ferdinand trad op het balkon en noodigde allen uit om zich goede patriotten te toonen. Leve Bulgarije! I Nadat deze kreet van alle zijden herbaal was trok de menigte naar het huis van Kara welow, dat eerst met steenen gebombardeerd en daarna bestormd werd. De oud-minister hai echter gelegenheid gevonden om zich uit dl voeten te maken en de menigte koelde nu zijn woede aan zijn woning, die nagenoeg gehee verwoest werd. De politie die, wel wat laat, kwam om de orde te herstellen, trok de sabel en er ontstond een gevecht waarin van beidt zijden vrij wat gewonden vielen. Ten slotte echter trok men at doch alleen om naar het bureau der Tirnowska Constitutia te gaan, waar insgelijks de vensters ingeslaget werden en onder de kreet vanweg met dt verradersandere schade werd aangericht. De minister Stambulow, voor wiens huis de menigte eindelijk belandde, hield een toespraak, waarin hij verklaarde dat de zaak van Bulga rije nog niet verloren was, zoolang de regeering zich in zulke warme vrienden moent verheugen Het gerucht, dat Karawelow in het gedrang gedood zou zijn, heeft welgeloopen doch wordt in te Parijs ontvangen berichten bepaald tegenl gesproken. Het is trouwens reeds erg genoeg en men begrijpt moeilijk hoe de regeering ho pen kan dat dergelyke buitensporigheden da goede zaak van Bulgarye ook maar eenigermatu bevorderen kunnen De .Nordd. Allg. Ztg. komt op tegen de herhaalde bewering van de Pesther Lloyd cd ontkent dat Bismarck zijn bemiddeling in dt zaak Ernroth heeft aangeboden. Duitschlant heeft de door Turkije gewenschte bemiddeling afgewezen, omdat het geen verantwoordelijkheid in de Oostersche quaestie op zich wil nemen en, met het oog op den toestand van Europa, de taak niet moeilyker wil maken, noch di krachten verdeolen. Duitschland is het niet slechts eens met de zending van generaal Ern- roth, maar ook bereid haar bij andere mogend heden aan te bevelen, alleen echter indien zij door de Porte on door Rusland officieel wordt voorgesteld. Door den commandant der gendarmes^ te Aken werd, zoo leest men in de N. B. Crt., Vrijdag te Vaals een zaak onderzocht betreffende schennis van ons grondgebied door den Pruisi- schen gendarme J. uit Laurensberg. Deze gendarme trachtte namelijk eenige dagen gele den een orgeldraaier van den Nederlandschen bodem over de Duitsche grenzen te sleepen, hetgeen hem echter door de ingezetenen van Vaals werd belet. Naar men verneemt, is uit het onderzoek gebleken, dat de bedoelde politie man in kennelyken staat verkeerde. Hij zal wegens het genoemde feit uit den dienst ont slagen werden. Roman van P. E. van Areg. X. (Vervolg.) Bij Walthers moeder had het verloop tijd reeds weer c gebracht, welke verstoord was het voorgevallene op de ons bekende avonden. Zij ontving haar zoon weer met hare gewone vriendelijkheid en deze bemerkte reeds dadelijk uit hare blikken dat zy hem iets bijzonders te 'zeggen had. Hy wist wel, dat een kalm afwachten zijner zijds haar het spoedigste zou bewegen zich van haar last te bevrijden. Hij liet daarom niets Maandag is te Haarlem overleden mejuffrouw Elisabeth Johanna Hasebroek, die als schrijfster van „Te Laat” in de letterkundige wereld reeds eenigen opgang maakte, voor aat haar broeder, ds. J. P. Hasebroek, zijn „Waarheid en Droo- men,” Beets zijn „Camera Obscura” en Van Koetsveld zijn „Pastorie van Mastland” hadden uitgegeven. „Braga” sprak indertijd wel van de „murwe schrijfster van „Te Laat,” maar toen voor eenige jaren haar compleete werken, waaronder; „Elise”, „Twee Vrouwen”, „de Bedevaartgang ers” en „de Vrouwen der Hervorming” voor komen, het licht zagen, vonden deze een zeer waardeerend beoordeelaar in niemand minder dan Cd. Busken Huet. busten van Appollo, Ceres' en Vulcanus aan de eene zijde en van Mercurius, Minerva en Nep tunes aan de andere zijde, terwijl de vakken van ondergeschikt belang met fijn ornament zijn bewerkt. Het beeldhouwwerk is uitgevoerd door den heer van Langendonk, te Amsterdam, naar modellen ontworpen en geboetseerd door prof. Fr. Vermeijlen, te Leuven, welke modellen, evenals die van de overige beeldhouwwerken, in het Rijksmuseum geplaatst worden. Te Eist bij Reenen is bij een vrij hevig onweder de bliksem in een huis geslagen, waar in 7 personen zich in 3 bedsteden te slapen hadden begeven. De bliksem baande zich een weg door die slaapplaatsen, zonder brand te veroorzaken, terwijl slechts 2 personen licht gewond en éen bedwelmd werd. S N E E K, 16 Sept. Met ingenomenheid begroeten wij het plan der muziekvereeniging Apollo, die eene lijst laat circuleeren voor twee concerten, te geven in den aanstaanden winter, onder leiding van den heer M. Edzard Grefe. Met een blik op het buitengewoon succès dat de concerten dier vereeniging den vorigen winter mochten ondervinden, twijfelen wij niet of wel dra zal de circuleerende lijst met een voldoend aantal handteekeaingen voorzien zijn. Niet slechts zullen heeren inteekenaren medewerken tot kweeking en steuning der kunst ia de stad hunner inwoning, maar ook wordt hun een schoon kunstgenot voorspeld in de toezegging der komst van Leiden’s Minerva zonen C, Dür en van den solo-violist, de heer v. d. Wandt, uit Gouda. Wij wenschen van ganscher harte Apollo we der een even schitterend succès tce ais het «o- rige jaar. Westergoo, 15 Sept. De bouwboeren be ginnen reikhalzend naar droogte uit te zien, daar alle koren nog niet van het veld is en er zelfs nog gebonden moet worden. Om te voor komen, dat het bederft, wordt het dagelijks gekeerd. Ook is de tijd zoover gevorderd, dat men met aardappelrooien dient aan te vangen, waaraan bij de tegenwoordige weersgesteldheid niemand behoeft te denken. Voor sommige handwerkslieden, als smeden en wagenmakers, weert het eveneens zeer slecht, daar de werk zaamheden op het land tot gedwongen stilstand veroordeeld zyn en de werktuigen alzoo niets hebben te lijden en dus ook geen reparatie be hoeven, hetwelk by droogte wel het geval ie. bemerken van ’t geen hij wist, maar gaf zijne moeder den arm en geleidde haar aan tafel. De maaltijd ging onder een opgewekt en onschuldig gesprek voorbij. Eindelyk ving Walthers moeder aan „Lieve Walther, ik roer dat onderwerp eigenlijk niet graag aan, omdat gij, toen wij ons onlangs met hetzelfde onderwerp bezig hielden, aanleiding voedt om woorden tot my te richten, welke beter ongesproken waren gebleven. Gij weet echter, hoezeer ik geneigd ben u het gebrek aan overleg, ’t welk al uwe handelingen ken merkt, te vergeven, omdat ik weet dat dit geen aangeleerde maar een aangeboren fout by u is. Maar om nu eigenlijk op de zaak zelf terug te komen, welke ik u wilde mededeelen ja, hoe was het ook weer ja, juist, zooIk handigde haar beschreef'u onlangs dien mister Carringshliff i toegevouwen briefje. Walther nam den brief aan, als een man, die zich van mijne geheele hoog- I vouwde dien open en las overluid achting kon verzekerd houden, omdat hij niet I Hooggeëerde Mevrouw alleen met veel overleg handelde, maar ook de Tot mijn innig leedwezen laat myn met Naar het de personen, die jl. Zondag aan de 1 BIHTISK L AM B. s* l i 1 J t t 1 di Vi ai k n n ei g' w te zi w VI re w d< st g‘ Vl V a d v »W VE da zu zij be tii Bi lai ve zij n.i hg ve de he te te de he wi br' en da Ri da ze: I 1 1,1 "-'■-■■J 1 J 1.. n III 'J- ""S

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 2