F
J|
f 1
I
Eeo millioen Pond.
de samenkomst
om
bratii
voor
En,
meei
heen
[en
fe i
der
Het
het
non
rege'
de I
met
licht
mini
en
jaarl
De
die
de
maai
gest
de v
ting,
hers
stun
van
zijn
aan
verz
will,
quai
>bezi
geb(
lige
de 1
der
steil
bur^
van
bij
ging
van
F ra
L
chal
pub
gem
Wo
med
bew
kan
het
Aut
mor
pub
dat
moe
iu c
vuoi
baa;
droi
Be,
gedi
brei
litie
zuil
Pet.
het
de I
is e
bee.
vóói
onti
Har
Leve de sociaaldemocratie 1”
S IN E E K, 20 Sept.
aan de openbare school no. 1 alhier
houden scheen haar een veel moeilijker kunst, als
zij ooit in haar leven geleerd had te beoefenen.
Daar klonken stappen in de voorkamer. Een
rijk gegalloneerd bediende opende de deur en
kondigde lord Rumsdale aan. Zij gaf' het teeken
van ontvangst en de lord trad binnen. Hij werd
met eene meer stijve beleefdheid ontvangen, als
het geval zou zijn geweest wanneer hy twee dagen
vroeger was gekomen. De lord scheen evenwel
ook niet het geringste van de koelheid van die
ontvangst te bemerken.
Met de vriendschappelijke vertrouwelijkheid
van een vriend van lange jaren trad hij naar
de jonge dame toe en gaf haar volgens engelsch
gebruik de hand; zij durfde die vriendelijkheid
niet onbeantwoord laten en legde dus voor een
enkel oogenbiik hare vingertoppen in de haar
toegestoken hand. De lord trachtte die zacht
te drukken, maar zij onttrok ze hem metzoo’n
hartstochtelijke snelheid, dat hij haar verwonderd
aankeek. Ditmaal echter speelde zij de uiterst
bedaarde en op den meest beleefden toon, welke
haar ten dienste stond, zeide zij
„Ik bid u, neem plaats, myiord.”
„ik moet beginnen, misz Horman, met eene
verontschuldiging,” zeide hij, nadat hij aan hare
uitnoodiging nad voldaan, „en in deze veront
schuldiging ligt tegelijkertijd eene beschuldiging
fill
stemming te constateeren. liet denkbeeld eener
geheele afsluiting schijnt reeds nu door de in-
genieurs der Zuiderzeevereeniging min of meer
losgelatenaan den anderen kant wordt de door
hen voorgestane beperkte indijking en vorming
van een binnenmeer met meer waardeering
beoordeeld. Is het wellicht aan dat laatste
denkbeeld gegeven de tegenstrijdige meeningen
tot eenheid te brengen, en zullen de aanvanke
lijke voorstanders van een geheele afsluiting en
van een drooglegging van een zuidelijk deel
elkander de hand kunnen reiken over een dijk
W ieringen—Piaam Het zou zeer voorbarig
zijn hier eenige meening dienaangaande te
uitennader onderzoek zal leeren, in hoeverre
dat laatste plan ook beantwoorden kan aan
oeconomische eischenmaar stellig is het wen-
schelijk, dat de spreuk „eendracht maakt macht”
bij de beoordeeling van dit groote vraagstuk
steeds worde voor oogen gehouden. Wordt het
aldus zonder vooringenomenheid behandeld en
staat daarbij steeds de gedachte op den voor
grond dat de wetenschap van den ingenieur
dient om technische bezwaren weg te ruimen
en dit op de meest oeconomische en deugde-
lijkste wijze, dan mag men aannemen dat een
voor alle belanghebbenden aannemelijke oplos
sing voor een droogmaking der Zuiderzee binnen
korten tijd zal worden gevonden.
Zooveel is zeker, dat de denkbeelden der in
genieurs van de Zuiderzeevereeniging door vele
technici met aandacht zijn vernomen, en het
resultaat van hun nader onderzoek met belang
stelling wordt afgewacht. Dit te meer, waar
dit onderzoek zonder twijfel een ernstig weten
schappelijk karakter zal dragen.
Zaterdag is te Rotterdam de 12e algemeene
vergadering gehouden der Vereeniging voor lijk
verbranding. Dr. Tiele uit Leiden opende haar
en wees er op, dat nog altijd de vrijheid, waarop
zoo lang reeds is aangedrongen, om de lijk
verbranding toe te passen, door de regeering
wordt geweigerd. De zaak schijnt te rusten.
Zij, die stand hielden en de belangstelling wis
ten wakker te houden, verdienden in zijn oog
een woord van lof.
’t Verslag luidt vrij bevredigend, ’t Aantal
leden is iets gedaald, maar er zijn onderscheiden
nieuwe leden aangewonnen.
Aangenomen werd het voorstel van het hoofd
bestuur, ook voor 1888 op f200 de som te be
palen, welke iemand ineens af in het fonds voor
lijkovens moet storten, opdat na zijn overlijden
„alle kosten van het vervoer van zijn lijk naar
den lijkoven, binnen- of buitenslands, en van
de verbranding” uit het fonds gekweten worden.
Tot afgevaardigde naar het aanstaand inter
nationaal congres te Milaan werd benoemd de
heer Joh. J. Perk, van Den Haag, tot zijn plaats
vervanger prof. A. Beaujon, van Amsterdam.
Schiedam werd gekozen tot plaats voor de
algemeene vergadering van 1888.
De Rotterdamsche schouwburg is in de vorige
week met veel luister ingewijd. De zaal maakt
bij avond een verrassenden indruk en munt uit
door fraaien vorm, fijne tinten, schoon plafond
en schitterende verlicnting. Zij was dien avond
dicht bezet met genoodigden. Vóór „Die Weihe
des Hanses” werd het „Wien Neêrlands bloed”
en na de jubel-ouverture het „Wilhelmus” door
allen staande aangehoord. Het programma werd
verder geregeld afgespeeld. In den proloog,
door mevr. Catharina Beersmans uitgesproken,
dat
and
mij
hou
ooit
Wor
Ik I
sehf
dat
gen
uitg
om
>-'an
ia e
vervelen, dat ik jfiei
myl
stap
Well
doei
daai
brei
dat”
vol<j
mat
■ft
I
I
den juisten en geschikten tijd om u een bezoek
te brengen, miszzóó luidt de aanklacht.”
„En als ik u, myiord, nu slechts onder deze
voorwaarde vrijspreek van die aanklacht, dat ik
ook uwe verontschuldiging wil hooren
„Ik zou u die niet ontliouden, ook al hield;
ik er mij niet van verzekerd dat gij toch wel
genade voor recht zoudt laten gelden. Ik wenschte
dan liever niet hier te komen te midden van
de drukte van een groot aantal bezoekersmyn
verlangen strekte zich uit naar een vertrouwelijk
uurtje, waarin ik met u alleen hoopte te zijn.
„Gij bemerkt, myiord, dat gij uw doel hebt
bereikt, maar ik mag u niet verzwijgen dat gi)>
ook maar een oogenblikje later, mij hier niet
meer zoudt hebben aangetroffen. Ik begon ml)
hier in de eenzaamheid zoo te t
juist van plan was naar mijn boudoir terug te
keeren.”
„Gij zijt toch niet wreed genoeg, misz Nor*
man, mij daarmee te kennen te willen geven dat
mijn bezoek u onwelkom en lastig is Als gil
echter werkelijk mocht verlangen dat ik mij zal
verwijderen, dan zoudt gij slechts dan op mijne
gehoorzaamheid kunnen rekenen, als gij bat
verlangen onverbloemd te kennen gauft.”
„Neen, myiord, gy zult by mij blyven,
„o. vD my, als straf voor uw veel te lang wegblijven,
opgesloten, die ik aan my-zelf doe; ik verzuimde de verveling te helpen verdrijven. Vindt gil
.Roman vai^ P. E. van Akeg.
XI.
Verscheidene dagen waren sedert het bal bij
lord Norman voorbijgegaan. De conventioneele
bezoeken der jongeheeren, welke gewoonlijk
geregeld op zulk een feest volgen, hadden reeds
grootendeels plaats gehad het getal dergonen,
die daarmee nog ten achter waren gebleven,
bepaalde zich nog slechts tot eenige weinigen.
Onder deze was ook lord Rumsdale.
Juist van hem had Alice verwacht, dat hij
zich als een der eersten zou voegen naar het
gewone gebruik, maar zij zag zich in die ver
wachting tot op dit oogenbiik teleurgesteld. En
juist hij was ’t, dien zy op den avond van het
bal bijzonder onderscheiden en, door hem op
zyn verzoek een plaatsje naast haar aan tafel
in te ruimen, een gunst toegestaan had, waar
naar een menigte andere heeren, die de familie
veel nader waren en zich dus voor zulk een
gunstbewijs veel meer gerechtigd achtten, te
vergeefs hadden verlangd. Haar berekenend
Op de voordracht voor onderwijzeres met
hoofdacte
zijn geplaatst
1. Mej. M. T. J. Koch te Kampen, 2, mej.
C. J. van der Zee te Sliedrecht en 3. mej.
A. B. van der Meer te Deventer.
Door mej. S. W. Driessen is ingaande 1
December e. k. eervol ontslag gevraagd als on
derwijzeres aan school no. 1 alhier.
kopje had dat ook heel goed overwogen, alvorens
zij hare toestemming had gegeven, en zij was
dan ook niet weinig uit haar humeur, toen zij
bemerken moest hoe weinig belang lord Rums
dale er in scheen te stellen, eene kennisma
king voort te zetten, bij welks aanknooping
zy hem de meest mogelijke tegemoetkoming
bewezen had.
Zij had zich een uur vóór het diner, op wel
ken tijd gewoonlijk de bezoeken kwamen, naar
het salon begevenmaar er kwam niemand en
zy verveelde zich verschrikkelijk.
Niets is voor een jong, levendig schepselije
onaangenamer, als het wachten op een onbepaald
iets dat niet komen wil.
Te vergeefs gleden hare oogen bij herhaling
langs de marmeren pendule op den schoorsteen
mantel het scheen haar toe alsof het werk stil
stond, zóó wanhopig langzaam ging de wijzer van
minuut tot minuut vooruit.
Zou dat ongelukkige uur van het diner dan nooit
komenHet scheen haar toe, alsof er reeds
een eeuwigheid was voorbygegaan sedert zij
in den hoek der causeuse zat te wachten op hen,
die niet kwamen. Neen, er was niets zóó on
uitstaanbaar als dat zich vastrijgen in den c<m-
veutioueelen vorm, waaraan men zich nu een
maal toch niet kon onttrekken. Maar wat bleef
haar over Zij moest het uithouden en dit uit
werd hulde gebracht aan den president der
commissie, den heer J. van der Hoop Jacz., en
den ontwerper van het gebouw, den heer J.
Verheul Dz.en hen uit naam der kunst dank
betuigd voor hun werk.
Daarna werd opgevoerd „Oude Vrijsters”, een
nieuw tooneelstuk in één bedrijf van Faassen.
Meer dan dat het een stukje van Faassen is
zoo schrijft men uit Rotterdam valt er
onmogelijk van te zeggen wie er meer van
zegt overdrijft, wie er minder van zegt is on
beleefd tegenover den gastheer van hedenavond,
de schouw burg-commissie.
In de pauze verdrongen de genoodigden zich
bij de corridors, gangen en foyers; deze laatsten
zijn ware pronkkamers in de goede beteekenis.
De harmonie aan kleuren en lijnen doen wel
dadig aan.
Reeds gedurende den proloog hadden de toe
schouwers zich aan een schoone decoratie, den
voorhof eens tempels, met zuilenrijen en boscha-
ges, kunnen verlustigen.
In de tweede akte van Tannhauser - na
de pauze gegeven endoor de schoon uitgevoerde
ouverture dier opera voorafgegaan, kregen zij
een Wartburg-zaal te zien, zooals men in Rot
terdam nog niet heeft gezien, en die van het
overig decoratief veel doet verwachten.
Na de Tamihauser-akte werd de heer Verheul
ten tooneele geroepen en vereerd met een fraaien
lauwerkrans.
Uit eerbied voor den ouderdom van den voor
zitter der schouw burgcom missie, heeft men hem
niet voor het voetlicht geroepen; hem werd bij
den aanvang van het souper, dat de feestelijk
heid besloot, een gouden sleutel van het nieuwe
gebouw aangeboden, als een symbool van het
gezag, dat hij binnen die veste blijft uitoefenen.
De Arnhemsche rechtbank heeft Zaterdag de
23 jarige Johanna D.gewezen dienstbode van
den Nijmeegschen meubelfabrikant Dijkman
wegens poging tot vergiftiging met phosphorus
van een logé haars meesters, veroordeeld tot 3
jaren gevangenisstraf.
Naar de N. Br. Ct. verneemt, hebben de
borgen van wijlen den voormaligen directeur
der stedelijke bank van leening te Breda, na
rechterlijke sommatie vanwege het gemeente-
- bestuur, voldaan aan hun verplichting tot be-
taling van het bedrag, waarvoor zij zijn borg
gebleven, nl. f 12,000.
Daar de geheele vordering f 45,792.79'/j be
draagt, zoo zal, voor het resteerende bedrag, de
rechtsvordering tegen de weduwe en erven van
bedoelden directeur worden voortgezet.
Door den kapelaan te Hoensbroek (Limburg)
is een klacht ingediend bij den officier van ju
stitie te Maastricht over het geldeiyk beheerder
gemeente Hoensbroek. Het geldt daarby een
bij den gemeente-out vanger aangeboden bevel
schrift tot betaling wegens ten behoeve der ge
meente gedane kiezelmeting. De onderteeke-
ning van dat stuk moet gebleken zyn vaisch te
wezen of ten minste niet door den hiertoe ge
rechtigden ambtenaar in persoon te zijn getee-
kend.
De in deze zaak betrokken personen zijn reeds
op bevel van den officier van justitie gedagvaard.
Volgens een Groningsch blad zou Domela
Nieuwenhuis zich „metterwoon met het plan om
er te blijven?” te Genève (Zwitserland) ge
vestigd hebben.
In Hecht voor Allen heeft Domela Nieuwen
huis de pijl van den Parth afgeschoten. In een
advertentie in dat orgaan zegt hij
„Voor de talrijke bewijzen van vriendschap en
toegenegenheid, ontvangen uit alle oorden des
lands en zelfs daarbuiten, betuig ik mijn oprech
ten dank, evenals voor de bewijzen van haat die
mij anoniem werden toegezonden zulke laf
aards durven niet eens hun naam noemen
met de verzekering, dat ik mijn plicht hoop
te volbrengen, zonder mij daarvan te laten af
brengen door de betaalde dienaren der kliek
die het volk er onder wil houden, om zelve een
gemakkelijk en aangenaam leven te kunnen
leiden. De dienst der vrijheid is een zware dienst,
mogen wij daarin steeds trouw worden bevon
den! Leve de sociaaldemocratie!”
opgevat; de chronologische rangschikking der
stukken, welker karakter nauw samenhangt met
de ontwikkeling des dichters. Dit laatste werd
in bijzonderheden toegelicht, waarna hy ver
schillende fragmenten uit zyn vertaling voordroeg.
Onder luide toejuichingen der vergadering bracht
de voorzitter hem aller hulde.
Op de druk bezochte morgen- en middagver
gaderingen volgde een zeer aantrekkelijke soiree
in den stadsschouwburg, geheel aan letterkundige
voordracht en muziek gewijd. Het programma
werd geopend met de ouverture Gysbrecht van
Aemstel van Verhuist, uitgevoerd onder leiding
van Daniel de Lange. Daarna droeg de Gentsche
professor Paul Frédéricq. enkele oud-Nederland-
sche volksliederen voor, waarbij hij het karakter
dezer poëzie geheel juist deed uitkomen.
Mej. G. Reinders zong vervolgens den tus-
schenzang (woorden van Alb. Thijm, muzieï
van Verhuist) terwijl dat deel der uitvoering
besloten met Handel’s „Halleluja”, zooals het
is geschreven en uitgevoerd bij de onthulling van
Vondel’s standbeeld.
Het hoofdmoment was Vondels „Lucifer op
muziek gezet door JA. van Eyken. Als solisten
deden zich hierbij hooren mej. N. de Roever,
mej. Reinders en de hh. Rogmans en Messchert.
De tekst, die de verschillende deelen verbond,
naar Vondel’s treurspel gevolgd door H. J.
mei, werd uitgesproken door mr. J. N. van Hall.
Zaterdag kwam het congres voor de laatste
maal in algemeene vergadering samen.
Dat het niet alleen te doen is om elkander
te bewonderen, maar dat bok de zaken niet uit
het oog werden verloren, bleek uit het besluit
om bij de regeering aan te dringen op verlaagd
tarief voor drukwerken met Belgie, terwijl dr.
Brouwers zijnerzijds toonde een man van de
daad te zijn, door aan prof, de Vries f50 toe
te zeggen gedurende 5 jaar voor het Woorden-
Prof. Alb. Thijm droeg voorts het eerste deel
van zijn nieuwe Vondel-uitgave aan het con
Een belangrijk debat werd nog uitgelokt door
een voordracht van dr. Te Winkel^ over letter
kundige critiek, waaraan Beets, Thijm e. a.
deelnamen.
Ten slotte werd door Beets hulde gebracht aan
den voorzitter voor zijn leiding. Deze bracht
zijnerzijds dank aan de sprekers, aan de pers en
meer speciaal aan mr. J. N. van Hall voor
’t geen hij voor het welslagen van het congres
had gedaan. En hiermede was de samenkomst
ten einde gekomen.
OVERZICHT.
Dat het manifest van den Graaf van Parijs
een diepen indruk zal maken in Frank/ijk,
wordt betwijfeld. In zoo verre het bestemd is
om eene toenadering der regeering tot de par
lementaire rechterzijde te verhinderen, zal het
misschien zijn doel bereiken. Het belangrijkste
daarin is zeker, dat de Graaf van Parijs de
Napoleontische theorie van de democratische
grondslagen der regeering belijdt, om den Bona-
partisten den overgang tot de Orleanisten ge
makkelijk te maken.
De graaf van Parijs zegt in dat manifest het
volgende De schijnbare kalmte, welke thans
in het land heerscht, is men verschuldigd aan
de monarchale minderheid in de Kamer. Met
eene ware vaderlandsliefde heeft zij de conser
vatieve grondbeginselen en het algemeen welzijn
verdedigd. Doch die schijnbare kalmte verbergt
slechts de gevaren der toekomst. De wankel
baarheid der uitvoerende macht vernedert Frank
rijk en zondert het van de overige Staten af.
Overal wordt de minderheid door de meerderheid
verdrukt, en geen enkel burger heeft heden I
vertrouwen in den dag van morgen. Deze toe
stand legt den monarchalen zware plichten op.
Zij moeten aan het volk betuigen, dat de mo
narchie noodzakelyk is voor de rust en de
grootheid van het land, zij moeten bewijzen dat
de overgang van republiek tot het koningschap
wettelijk kan geschieden. De dag, dat Frankrijk
bepaald zijnen wil zal hebben getoond, zal de
monarchie van zelve verrijzen. Het land, steu
nende op de gebeurtenissen dezer eeuw, gelooft
echter weinig aan rustige veranderingen in de
uitvoerende macht. Mocht zich weer eene crisis
voordoen, dan zal zij te wijten zijn aan zekere
republikeinen, die, zich verzettende tegen den
wil des volks, tot de gewapende macht hun
toevlucht zullen nemen. Maar daarom moet
Frankrijk weten, wat de monarchie is. Het
land moet weten, dat het koningschap, gansch
doordrongen van moderne gedachten, van demo-
In ’t laatste nommer van do Ingenieur komt
een beknopt, maar zeer zakelijk overzicht voor
van de verschillende voordrachten, in de jongste
vergadering van ’t koninklijk instituut van in
genieurs over 't Zuiderzee-vraagstuk gehouden.
Wij maakten er in ons vorig nummer reeds
met een enkel woord gewag van en laten hier
de opmerkingen volgen, door de Ing. aan het
overzicht vastgeknoopt.
Overziet men de beraadslagingen, zoowel in
deze als in de vorige vergadering, dan komt het
voor dat er zekere toenadering is te bespeuren
in de meeningen aangaande de oplossing van
het Zuiderzee-vraagstuk. Waar nog kort ge
leden door sommigen vastgehouden werd aan
de indijking der Zuiderzee in zijn geheelen
omvang, aan de andere zijde aan een beperxte
droogmaking met absolute uitsluiting van den
IJssel, zyn thans blyken van meer overeen-
S»IT£AI1>A1«I0.
w
gres Op. -11.1