Lijst vasa brieveu, geadresseerd aan onbekenden, ter post bezorgd te Sneek gedurende de - 2de helft der maand Augustus 1887. P ek L j. geven, bij de k a a t r M- lat g>j zal ine iat S is r- ?,t te le ie a- et as in et ir- j“ gt jl- k- if. id an e- ’P- ,o- de at aP Jk de u- ait de sis ire an an jet Let ill 1 i- teedere banden, welke de familie knoopt, heeft de dood uwer ouders voor u verscheurd, broeders of zusters heelt de hemel u niet geschonken de verhouding waarin gij staat tot uw oom en voogd, een bejaard en brommerig oud man, is niet in staat om u te vergoeden, wat de dood u heeit ontnomen. En zoo zie ik dan rond naar de jeugdige ziel, waarbij uw jong, vurig, naar liefde smachtend hart zich zou hebben moeten aansluiten, maar tot mijn groote bevreemding bemerk ik zulks er is niemand te ontdekken die in eene vriendschappelijke, hartelijke betrek king tot u staatuw standpunt is zeer verheven naar de wereld en voor aller oogen, die naar u opzien, maar gij staat alleen.” „Gij hebt volkomen gelijkmylord,” ant woordde het jonge meisje met een diepe zucht, „ik ben eenzaam en verlaten 1” „Dat is de plek, misz, waar de hevel moet worden aangebracht om u aan de eenzaamheid te ontrukken. Gij moet u-zelf dwingen een stap neêr te dalen tot dien kring der menschelijke samenleving, welke niet enkel met het verstand, maar ook met het hart weet te leven. Het is koud op de hoogte, misz, ijzig koudin het dal bloeien de bloemen, die door het beschermende rotsgebergte voor den verstij venden adem van den noordenwind worden beschut.” 1 G. M. Nijeveen, Kolderveen; Wed. H. Hein, MakkumA. Wijnia, Oudega H. Hof, Briefkaarten Wed. D. van Driessen, Verzonden geweest naar Amerika, van Bozum F. J. Siderius, Little Town. naar Belgie P. II. Vrau, Lille. De Directeur, HINLOPEN. jld, rel ite au ip >bt iet nÜ ik te Ayoeb Khan uit {Afghanistan verdreven is, te eenenmale onjuist genoemd. Ayoeb Khan zou, naar stellige te Teheran ontvangen tijding, nabij Herat zijn, aan het hoofd van een talrijken goed gewapenden troep, die van verlangen brandt hem weer op den troon van Afghanistan te plaatsen. In België bereidt men zich reeds voor op de verkiezingen van 16 October, wanneer de helft der gemeenteraadsleden moet worden geko zen. Terwijl bij de verkiezingen voor de Kamer de census 42 frs. en voor de Provinciale Staten 20 frs. is, verschaft eene jaarlijksche belasting van 10 frs. het kiesrecht voor den gemeenteraad. De uitslag dezer verkiezingen toont daarom het best de stemming des lands. In 1857 had het clericale Ministerie-de Decker de kloosterwet bij de Kamers ingediend, waarbij de weldadige instellingen onder het beheer der geestelijkheid zouden zijn gebracht. Daartegen verzette zich niet alleen de liberale minderheid der Kamer, maar het geheele land kwam in beweging. Toen desniettemin de Kamer met 60 tegen 41 stemmen de twee voornaamste arti kelen van het ontwerp had aangenomen, ont stonden te Brussel ongeregeldheden, die door de militaire macht moesten worden onderdrukt. Koning Leopold 1 schreef aan den Minister president eenen brief, waarin hij hem vermaan de aan de openbare meening gehoor te De zitting der Kamer werd gesloten en daarop volgende gemeenteraads-verkiezingen be haalden de liberalen de overwinning en het Ministerie besloot af te treden. De Kamers werden ontbonden en eene groote liberale meer derheid werd gekozen. In 1884 verwierven de clericalen de meerder heid bij de verkiezingen voor de Kamer en zij maakten daarvan gebruik om de tegenwoordige schoolwet in te voeren. Daartegen ontstond eene krachtige beweging en weder vielen de gemeenteraadsverkiezingen voor de liberalen gunstig uit. Ditmaal trad het clericale Ministerie niet af en de Koning verlangde het niet, omdat de scheuring in de liberale partij het onwaar schijnlijk maakte, dat zij na eene Kamerontbin ding de Regeering zou kunnen aanvaarden. De Koning ontsloeg alleen de ministers Woeste en Jacobs; de laatste was de ontwerper der school wet, de eerste had door gewelddadige maatre gelen den storm in het land doen ontstaan. Daarop trad ook de Minister-president Malou af en de heer Beernaert vormde een gematigder clericaal kabinet. De gemeenteraadsverkiezingen hebben dus een groot politiek gewicht, doch de tweedracht der liberalen komt thans den clericalen ten goede. Doctrinairen, geavanceerden en radicalen hebben hun eigene candidaten en naast heu treedt voor het eerst eene nieuwe party in het strijdperk, de socialistische werklieden-party. „Gij grijpt mij in ’t gemoed, mylord. Maar hoe warm die gouden zonneschijn ook in de velden moge stralen, welke gij schildert, die gouden gloed is niet bestemd om ook mijn pad te verlichten.” „Ik kan ónmogelijk gelooven dat zulk een heerlijk, door God begenadigd wezen, als gij, misz, zulke treurige gedachten kan koesteren omtrent haar levenslot.. Gij moet in elk geval die treurige gemoedsstemming trachten te bestrijden. En verlies daarmee geen tijd 1 Begin uw proef neming met ons, met degenen die mij het naaste zijn. Ik heb twee zusters, beide een paar lieve en goede meisjes, nagenoeg van uw leeftijd, en ik heb eene voortreffelijke moeder, Sta mij toe, u met haar in aanraking te brengen. Er zuilen tusschen u en haar een massa punten van aanraking te vinden zijn en gij zult dan weldra nog slechts een enkelen stap hebben te doen, om ook voor de eischen van uw hart voldoening te vinden.” „Uwe vriendelijke woorden, mylord, zijn wel geschikt om mij in eene zacntere stemming te brengen als ik anders in den regel geneigd beu te volgen. Mijn karakter vermijdt met ge strengheid, de bloemrijke zijde des levens na te jagen. Als ik het menschelijk leven be- gChouw, dan word ik veel minder aangetrokken gewicht is. Het is niet alleen tot de monaniha- len, maar tot alle standen gericht. De XfXe Siècle denkt, dat er nu geen enkele republikein meer zal overblijven, om eene regeering te ver dedigen, die, van de stemmen der monarchalen gebruik hebbende gemaakt, zich thans ónmoge lijk hun vijand kan verklaren. De ongesteldheid van den Duitschen keizer te Stettin, die te Berlijn dadelijk groote ongerustheid had doen ontstaan, schijnt van zeer voorbijgaanden aard geweest te zijnVrijdag althans woonde hij de manoeuvres weder bij en hij keerde den volgenden dag naar de hoofdstad terug. Van een samenkomst met den Czaar te Stettin is dus geen quaestie meer. Toch is de mogelijkheid niet uitgesloten dat de Russische keizer den Duitschen nog een bezoek brengt, voordat laatstgenoemde in het einde der volgende week naar Baden-Baden gaat. De Vossische Ztg. verneemt althans van zeer betrouwbare zijde, dat de Czaar onlangs den wensch heeft te kennen gegeven, om bij gelegenheid van zijn terugreis uit Kopenhagen, den keizer nog eens te ontmoeten. Is dit zoo, dan bestaan er voor de vervulling van dien wensch geen bezwaren, daar Bismarck zelf de wenschelykheid van zulk een ontmoeting inziet en erkent, doch alleen van oordeel was dat de eerste stap in de tegenwoordige omstandigheden niet van Duitschland, doch van Rusland be hoorde uit te gaan. Te Konstantinopel vleit men zich datde Bulgaarse he quaestie weldra een nieuwe phase zal intreden. De Porte beschouwt de manifestatie, welke te Sofia plaats had, als van zeer ernstigen aard, en de houding van prins Ferdinand van Saksen-Coburg in de tegen woordige woelingen komt haar onverklaarbaar voor. Het belangrijkst is echter dat Duitschland thans besloten schijnt te zijn handelend op te tredenhet heeft namelijk den Sultan machti ging gevraagd tot het zenden eener afdeeling gepantserde schepen naar de Zwarte Zee. De Turksche regeering trekt troepen in Macedonië bijeen. Rusland houdt zich volkomen op den achtergrond en laat aan Duitschland de zorg tot handelen over, daar die mogendheid het initiatief tot de militaire maatregelen wil nemen. Of dit laatste het geval is zal nog te bezien staan, doch ook uit Sofia wordt geseind dat de Duitsche regeering de Porte macntiging vroeg om drie oorlogschepen door de Dardanellen te zenden, ten einde aan Bulgarije voldoening te vragen voor een beleediging den Duitschen consul te Rustschuck aangedaan door een in die stad verschijnend dagblad. Inmiddels heeft de Bulgaarsche regeering zich gehaast het blad op te heffen en zal zij de redactie in rechten vervolgen. Van dit besluit is den Duitschen zaakgelastigde te Sofia, den baron Von Thiel- mann, bereids kennis gegeven. Bedoelde beleedigingen, waarvan men heden voor het eerst iets hoort, bestonden daarin, dat het blad Bulgare gemeld had, dat de Duitsche vice-cousul te Rustschuck door zijn regeering teruggeroepen was, wegens slecht gedrag. Daar dit blad het bericht den volgenden dag reeds weder tegensprak, valt het moeilijk aan te nemen, dat Bismarck oorlogschepen naar de Zwarte Zee zenden zal om daarvoor satisfactie te eischen De Polit. Corr. meldt dat de Bulgaarsche quaestie thans weder geheel in een stadium van „afwachten” geraakt is. Te Konstantinopel noudt men op dit oogenblik verdere stappen voor ondoelmatig, daar men niet zeker weet tot het zachte gevoelsleven, als wel tot de koene daad, waar ik deze dan ook moge aantreffen. Vergeet dat nooit, mylord, want de dag zou kunnen komen dat ik van u een moedige daad zou kunnen vorderen en het zou mij meer ge noegen doen, als mijne woorden het u kunnen zeggen, als ik u op dat oogenblik bereid vond, voor mij op te treden. Ondanks dat alles ben ik u ten hoogste dankbaar voor uw aanbod, mij met de uwen, die u lief zijn, in kennis te willen brengen. Ik laat gaarne aan u over den meest geschikten tijd en de gelegenheid voor eene samenkomst tusschen ons te bepalen.” „Het zal mij veel eer zijn, aan uwe bevelen te voldoen. En thans mag ik u ook nog wel be kennen, dat ik heden slechts den halven van den mij-zelf voorgeschreven weg heb afgelegd en mij voorbehoud de tweede helft op dien dag te zullen afleggen, waarop ik van uwe lieve lippen de oproeping zal ontvangen tot het volbrengen van een daad, waarnaar mijn mannelijke trots nu reeds verlangt. Ik ben wel is waar geen on geduldige knaap meer, maar ik houd er toch van snel voorwaarts te gaanik moet u derhalve verzoeken mij niet al te lang op dat oogenblik te laten wachten.” (Wordt vervolgd^ iratische grondbeginsels, een betere waarborg is /oor vrijheid en gelijkheid dan de republiek. Sn, om die reden, kan er thans geen spraak neer zijn van een eenvoudige troonsbestijging neen de monarchie moet weer ontstaan door len volkswil, als een nieuw verdrag tusschen fe natie en het koningshuis, dat in den loop der eeuwen Frankrijks roem en éénheid vormde. Het rechtstreeksche algemeene stemrecht, ziedaar het beginsel, waarop de nieuwe monarchie steu nen zal. Onder het koningschap zal de koning regeeren met medehulp der Kamers. Nevens de Kamer van Afgevaardigden zal een Senaat met gelijke macht bestaan, en door die beide lichamen zal de koning, hebbende als tolk zyne ministers, niet slaatsch gediend, maar verlicht en geleid worden. Het budget, in plaats van jaarlijks gestemd, zal eene gewone wet worden. De wet op de financiën zal dus elk jaar slechts die wijzigingen ondergaan, door de regeering in de vroegere begrooting gebracht. Door deze maatregelen zal nooit een enkele openbare dienst gestremd worden, zooals dit thans gebeurt door de weigering van het stemmen over de begroo ting. De monarchie zal de bezuinigingen moeten herstellen in de financiën, de orde in het be stuur, de onafhankelijkheid in de uitvoering van het recht. Zij zal terzelfdertijd conservatief zijn en de gelijkheid van een ieder waarborgen; aan alle eerediensten zal zij vrijheid en eerbied verzekeren, om aldus den godsdienstvrede, door willekeur gestoord, te herstellen. De sociale quaestie houdt de gansche beschaafde wereld bezig. Eene regeering, op vasten grondslag gebouwd, zou in Frankrijk de crisis op voordee- lige wijze kunnen bestrijden. De bevrediging, de verzoening tusschen de verschillende klassen der maatschappij, moet de monarchie bewerk stelligen. Dat dus van heden af al de goede burgers, de ware vaderlanders, die besef hebben van den noodlottigen bestaanden toestand, zich bij de oudere strijders voegen. Dat zij de po gingen ondersteunen van hem, die de koning van allen, maar tevens de eerste dienaar van Frankrijk zal zijn. De Soleil zegt van het manifest, dat de monar chale partij fier mag zijn op haar hoofd: de re- publiekeinen mogen trotsch zijn op zulken te genstander. De graaf van Parijs heeft van Woensdag af recht op het vertrouwen zijner medeburgers. V olgens de Gaulois heeft de prins bewezen, dat de monarchie even krachtdadig kan zijn als het keizerrijk, en niet bang is voor het algemeen stemrecht. De Cassagnac, in de Autorité, noemt het manifest een feit: de moderne monarchie. Dit is de vreeselijkste slag, die de re publiek ooit bekomen heeft. De liadical zegt, dat thans alle overeenkomst met de rechterzijde moet verbroken zijn. De monarchalen zullen in de toekomst slecnts eene republikeinsche party voor zich hebben, eensgezind, sterk, onoverwiu- baar. De Broenement beweert nooit zulk een droog en tegenstrijdig stuk gezien te hebben. De graaf van Parys heeft ook eens zijn politieke gedachten willen zeggen. Volgens de Justice brengt dit manifest den genadeslag aan de po litiek van Big ar o, Temps en consorten. Welke zullen de uitleggingen zijn der Ministers? De Petite diép. Brang. meent dat het manifest in het land evenveel geestdrift zal verwekken als de bonapartische samenkomst te Brussel. Het is een ingebeeld en naïef tafereel van eene denk beeldige monarchie die men het land wil opdringen vóór de 100e verjaring der revolutie. Bigaro ontveinst niet, dat het schrijven des graven van Parijs van grooten moed getuigt en van hoog dat niet een waardige bezigheid voor een man „Ik zou neen zeggen, misz Norman, als eene andere jonge dame, dan gy, diezelfde vraag tot mij richtte. Gij klaagt over verveling en ik houd mij ten volle overtuigd, dat geen klacht ooit meer gerechtvaardigd was als de uwe. Mij wordt bevolen, deze verveling te verdrijven. Ik ben echter een te goed kenner van de men schelijke omstandigheden, om niet te weten, dat er geen middelen bestaan om zulk eene genezing teweeg te brengenenkel dit ééne uitgezonderddat men de kunst verstaal om de zich vervelende personen, zonder heu Pan hunne gewone betrekkingen te scheiden, in eene omgeving te brengen, welke door hare nieuwheid in staat is eene levendige belangstel ling te verwekken.” „Gij hebt nooit meer naar waarheid gesproken, mylord, als in dit oogenblik. Alhoewel ik den stap niet ken, dien ik, naar de veronderstelling welke in uwe woorden ligt opgesloten, spoedig doen zal, zoo ben ik toch begeerig iets naders daaromtrent te vernemen en waarheen my die brengen zal,” „Ik vind u, misz Norman, op een standpunt dat gy u-zelf hebt gekozen en dat, ik zie dit met Voldoening, verre verheven is boven elke middel matigheid, maarik vind er u alleen. De of Rusland wel wenscht dat de Porte daartoe overgaat. Men wacht nu eerst den, uitslag der verkiezingen voor de Sobranje af. Dat het bij deze verkiezingen zeer stormachtig zal toegaan, vreest iedereen. De partij van Zankow is ruim voorzien van geldmiddelen en moet uit Rusland een millioen roebels ontvangen hebben, terwijl er in den boezem der regeeringspartij weder groote oneenigheden zijn uitgebroken. De Bat tenbergers, onder aanvoering van den ex-minister Radoslawow, beschikken wel niet over veel geld, doch vormen een vrij aanzienlijke partijde mogelijkheid dat zij met de aanhangers van Zankow gemeene zaak zullen maken, moet niet geheel uitgesloten zijn. Een en ander, zoo eindigt genoemd orgaan, doet de mogelijkheid ontstaan van een geheelen omkeer, die misschien wel aan Ruslands wensch voldoet en waardoor de noodzakelijkheid van directe interventie zou komen te vervallen. Intusschen verneemt het Journal des Débats uit Weenen, dat er ernstig verschil van gevoelen bestaat in den boezem van het Bulgaarsche ministerie. Stoilow en Natschewitsch verklaren, dat zij niet kunnen instaan voor de rust des lands of voor de zegepraal der regeering bij de verkiezingen en dat zy genoodzaakt zullen zijn hun portefeuille neder te leggen als de staat van beleg niet op nieuw wordt afgekondigd. Het gouvernement concentreert zijn troepen op de grenzen van Servie. Te Sofia heeft de politie een complot ontdekt tegen de bestaande orde van zaken. Te Lompalanka had een bloedige botsing plaats tusschen de bevolking en de gendarmeser werden eenige personen in hech tenis genomen. Rooskleurig luiden die berichten zeker niet, De zitting van het Engelsche Parlement, die van 27 Januari, dus bijna acht maanden duurde, werd, gelijk reeds onder de telegrammen in ons vorig nummer is meêgedeeld, jl. Vrijdag gesloten. In de sluitingsrede werd gezegd dat de betrekkingen met de buitenlandsche mogend heden voortdurend van vriendschappelyken aard zyn en dat de koningin hoopt dat de overeen komst met Rusland betreffende de regeling der noordelijke grens van Afghanistan, die de Emir vrijwillig aangenomen heeft, in hooge mate zal bydragen tot het behoud van den vrede in Gentraal-Azie. Wat de rede over de Egyptische quaestie zeide, werd reeds per telegraaf vernomen. De koningin, zoo blijkt verder, is met den president der Vereenigde Staten overeengeko men, de moeilijke vraagstukken, voortvloeiende uit de visschery in de Noord-Amerikaansche wateren, te verwijzen naar een commissie, samen gesteld uit vertegenwoordigers van de beide staten. In de sluitingsrede werd nog gezegd dat er reden bestaat om te gelooven dat de toestand van gedruktheid, welke er zoo langen tijd heeft geheerscht op het gebied van handel en nijver heid, van minder ernstigen aard begint te wor den. Intusschen is het te betreuren dat er nog geen vermindering valt waar te nemen van de harde beproevingen aan welke de landbouwende bevolking is blootgesteld. De koningin hoopt dat de nieuwe wetten be treffende Ierland zullen leiden tot herstel der orde en de nijverheid zullen aanmoedigen. De koningin bracht ten slotte haar hartelijken dank aan alle haar onderdanen voor de warme blyken van liefde en aanhankelijkheid, haar by gelegenheid van haar regeeringsjubileum be wezen. Uit Teheran wordt de tyding, volgens welke I 9 i i 9 IZ0 ik )3 8- 10- ini an, g'J

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 3