MECIÏS-IJ IPÏEBEffIB-81 111 IMS N
sEiiEffis k hit imBMim smi
No. 77.
1887.
T W E E-E N-V E E RTI G
Z A. T EI2D A. O-
24 K 1J T IE 1 O I IT.
,00
BH AKKLANB.
et
t-
t.
30 stemmen verkreeg.
UIT DE PEK 8
ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7*/a Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
ot
ver
en
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
in te zenden.
sur
4e
10,
I
ia
ën
00
>0.
lo.
lo.
)0,
>n
e.
d
n
en
10
a
Met de visscherij op de Lutine gaat het dit
jaar niet voordeelig. Men vreest dat de gezogen
Kuil or het stormweder weer vol zand is gedrageU) onbeschermd te laten tegen
geslagen. dige handelingen van machthebbendei
Uit Utrecht wordt gemeld
Het scheelde weinig of op de Maandag mor
gen alhier gehouden paardenmarkt ontstond
eene ernstige botsing tusschen een grooteu trein
van de oefening terugkeerende veldartillerie en
eenige boeren. Een boer wilde door den trein
heenrijden, wat hem door eenen kapitein werd
belet, welke zijn paard dwars voor dat van den
boer, gespannen voor eene tilbury, stelde. De
boer legde de zweep over het paard en daar de
kapitein zijne standplaats behield ook over ’s ka
piteins rug, De officier trok de sabel en diende
den boer met het plat een paar slagen toe.
Andere boeren schoten toe en daarna ook an
dere veld-artilleristen, en zeker ware er eene
flinke vechtpartij ontstaan, als niet de politie
tusschenbeide ware gekomen en den boer in
hechtenis had genomen.
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
op Zaterdag 24 Sept. 1887, ’s namidd. 6 uur.
Punten van behandeling:
Resumtie der notulen.
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Benoeming eener onderwijzeres aan school
Eervol ontslag onderwijzeres S. W. Dries-
Adres van M. Rondema.
Alsvoren van A. Postema c. s.
Als voren van G. van der Weide.
Goedkeuring der bestekken voor de
1.
2.
3.
no. 1.
4.
sen.
5.
6.
7.
8.
nieuwing der Hospitaler-, Laatste Stuiver-
Dillebruggen.
9. Voorstel van het raadslid Beekhuis en
adres van Voogden van het Old Burger Wees
huis, betrekkelijk de toelating van kinderen op
de openbare scholen in deze gemeente.
jongste ongeregeldheden, een adres aan den
gemeenteraad ter teekening gelegd voor hen,
die bij die gelegenheid schade leden, alsmede
voor hen, die belang stellen in een tijdige hand
having der orde door politie en overheid.
De rede bij de opening van de zitting der
Staten-Gener aal uitgesproken, onderscheidt zich,
naar ’t Hand, doet opmerken, van vroegere
toespraken enkel door een nog eenigszins groo-
tere beknoptheid. Kalmte is een doorloopende
eigenschap en buitengewoon kalm is zg wat de
koloniën betreft, daar zij hiervan geheel zwijgt.
Slechts in een opzicht is de rede merkwa irdig.
Zij brengt nl. de aangename tijding, dat de fi
nanciën des lands in voldoenden toestand ver-
keeren. Als bewijsgronden moeten daarvoor
gelden, dat de aanwezige middelen toereikend
zijn geweest om den dienst gaande te houden
zonder buitengewone middelen en dat voor het
volgend jaar geen verhooging van belastingen
zal worden vereischt.
De regeering ziet, naar ’t blad nog doet uit
komen, in deze zitting bigkbaar slechts de in
leiding tot de buitengewone, die ons bij het
optreden van de nieuwe Kamers onder het
gewijzigd kiesrecht wacht. Daaraan is het ont
breken van voorstellen, voortvloeiende uit de
enquête omtrent den toestand der arbeidende
klasse, en ook het zwijgen over de nieuwe re
geling van het bankoctrooi waarschijnlijk toe
te schrijven.
In de onbeduidendheid der troonrede ziet het
Vaderland het bewijs, dat de regeering het juiste
besef heeft van de politieke beteekenis der zit-
TWEEDE K A M E R.
ting die Dinsdag werd geopend. Grondwets
herziening en begroötingsarbeid is het programma.
Belangrijke werkzaamheden en klinkende be
loften behooren hierbij niet.
Slechts noode mist het blad de aankondiging,
dat een ontwerp tot wijziging en uitbreiding
der wet op den kinderarbeid althans zal worden
voorbereid. Wat de enquête aan het licht heeft
gebracht is van dien aard, dat langer dralen
reeds door de menschelijkheid wordt verboden.
Het Dagblad wijst in de eerste plaats op het
heuglijk feit, dat de Koning in persoon de zitting
heeft geopend en hecht hieraan meet gewicht
dan aan de rede zelf. In kleurloosheid en on
beduidendheid staat het stuk toch nog achter
bij zijn voorgangers. Alle warmte ontbreekt.
Het zwijgen over den toestand van Oost en
West noemt het blad merkwaardig en het stelt
de vraag, of dat ook zoo wezen zou, omdat er
niet veel goeds van te zeggen valt.
Ook de N. R. C. klaagt over het stijl- en
ziellooze van de troonrede en had bij een ge
legenheid als deze iets anders dan gewoonlijk,
een koninklijk woord, uit ’s Konings mond ver
wacht. Deze rede was alleen korter, niet in
drukwekkender dan gewoonlijk.
’t Blad hoopt dat de Kamer ditmaal de be
groetingen zonder den gewonen omslag behan
delen zal. Men bepale zich tot den gewonen
dienst en late het verdere over aan de verte
genwoordiging, die uit het nieuwe kiesrecht
zal voortspruiten. Geheel in dien geest laat ook
de Prov. Gr. Ct. zich uit.
De Tijd meent eveneens dat de arbeid in de
nieuwe Kamer zeer weinig te beteekenen zal
hebben, als men de grondwetsherziening uit
zondert. De eenige nieuwe wetsontwerpen, die
in de Troonrede worden toegezegd, betreffen het
landbouw-onderwijs en de zeevaart. In deze da
gen zouden er allicht vruchtbaarder maatregelen
te nemen zijn, om den kwijnenden landbouw te
hulp te komen, dan juist een uitbreiding van
landbouw-onderwijs. Maar wij hebben naar het
blad doet opmerken nu eenmaal sinds gerui-
men tijd een geleerde commissie voor landbouw
belangen, wier meerderheid tegen alle protectie
is en men scheen te oordeelen, dat er toch iets
gebeuren moest. Wat de regeering van plan is
voor de zeevaart te verrichten, blijft af te wach
ten; nu maakt het wel eenigszins de indruk
alsof naust den landbouw de zeevaart voor de
symmetrie er bg is genomen. Waarschijnlijk
zullen ook wel zeevaartkundige scholen bedoeld
worden.
t Eenige blad bijna, dat met de rede is inge-
nomeu, is ’t A. v. d. D. „Van deze Troonre
de zegt ’t A. kan niet, als van tal barer
voorgansters, gezegd worden, dat zij zonder ee-
nig belang is en daarom niet verdienen zou door
koniniilgken mond uitgesproken te worden.
„Het is een ietwat kloeker en puntiger stuk
dan de taaie stg [producten van andere jaren.
Met weinige en goed gekozen woorden wordt
gezegd wat men meende te moeten zeggen.”
De Standaard zegt:
„Om wat iu de Troonrede stond, gaf ditmaal
niemand iels.
Neen, de belangstelling koos een ander wit,
en wierd geprikkeld door hem, die van den Troon
deze rede sprak.
Dat de Koning zelf nog verschenen was, dat
vervulde het vaderlandsch hart met vreugde en
dank.
In Europa had de pers onzen koning reeds
ten doode opgeschreven. Reeds had men zich
aan zgn erfboedel en de beschikking over het
huwelijk van zgn prinselijke dochter gemaakt.
Men duchtte het ergste.
En zie, daar verrast de Koning het volk nog
De Prov. Staten van Noord-Holland hebben
gekozen tot lid van de Eerste Kamer, in de plaats
van den heer Pijnappel, den heer C. Donker,
notaris te Benningbroek, met 32 van de 95
stemmen, na herstemming met den heer mr. H.
L, M. Laden, vice-president der Rechtbank en
lid van den Gemeenteraad van Amsterdam, die
De Minister van binnenlandsche zaken, over
wegende dat de heer mr. H. L. Drucker, ver
kozen lid der Tweede Kamer van de Staten-
Generaal in het hoofdkiesdistrict Winschoten,
heeft verklaard zijne benoeming niet aan te ne
men, en dat derhalve eene nieuwe verkiezing
van een lid dier Kamer in dat hoofdkiesdistrict
moet plaats hebben, heeft bepaald, dat die ver
kiezing zal geschieden Maandag 3 October 1887,
en de herstemming, zoo noodig, op Maandag 17
October daaraanvolgende.
De Amst. voegt
gende toe
„Uit dit schrijven zou men kunnen afleiden,
dat de heer Van Eyk, inspecteur van het M. O.,
mede in het complot is, om den heer Smit te
straffen voor het gebruik, dat hij van zijn
rechten als staatsburger maakt. Het is zeer
goed te begrijpen, dus ook te billijken, dat een
inspecteur van het M. O. het in het belang van
het middelbaar onderwijs acht, dat een leeraar
niet te veel aan den weg timmert. Maar mag
nu deze zijn persoonlijke meening, over welke
men verschillend oordeelen kan, hem er toe
leiden, den plicht uit het oog te verliezen, om
te waken voor de rechten der aan zijn toezicht
onderworpen docenten Doet de heer Van
Eyk met de heeren te Apeldoorn mede, of stelt
hij zich beslist en ridderlijk tegenover hen?
Is hij zóo bekrompen en tyranniek, dat hij zijn
meening den docenten als een wet voorschrijft,
op straffe van hen, zoo zij zich niet daarnaar
i onwaar-
maehthebbenden, of
is inderdaad de beslissing, die hij den heer
Smit in zake diens rechten en plichten als amb-
Het gerechtshof te Amsterdam heeft Dinsdag
in hooger beroep uitspraak gedaan in de zaak
der socialisten Blankert, Van Nus en Hartwich,
beschuldigd van pogingen om Domela Nieuwen
huis in de gevangenis te Utrecht dagbladen in
handen te spelen, door omkooping van den be
waarder.
Terwijl de Utrechtsche rechtbank de beide
laatstgenoemden vrijsprak en den eerste tot twee
maanden gevangenisstraf veroordeeldeheeft
thans het hof ook den eerstgenoemde, evenals
de twee anderen, vrijgesproken.
Te Rotterdam is, naar aanleiding van de
In de N. R. C. komt een zeer uitvoerig ar
tikel voor van den heer Hendrik Muller Sz.
over do Tilburgsche wolindustrie. Nauwgezet
onderzoek heeft hem de overtuiging geschonken,
dat ten onrechte wordt geklaagd over achter
uitgang van onze wolindustrie wat den uitvoer
van Tilburgsche wollen goederen naar Frankrijk
en Duitschland betreft. De statistiek toont z. i.
juist vermeerdering aan.
op eenmaal met zijn publieke tegenwoordigheid.
Daar ziet het hem nog op den Troon. Daar
hoort het zijn onverzwakte stem nog
Och, wat de heeren ministers voor den Koning
hebben opgeschreven, wat op dat stuk papier
staat, en wat hij voorleest, doet er niet toe.
De kostelijke gebeurtenis is, dat hij nog sprak,
en dat de nationale bezorgdheid weer is gerust
gestold.
Uitnemend kiesch heeft de Minister opsteller
dit bij het ten papiere brengen van deze Troon
rede dan ook gevoeld.
De aandacht mocht ditmaal niet door den
inhoud van den Koning worden afgetrokken.
En daarom maakte hij, denkelijk met opzet,
dien inhoud onbeduidend genoeg, om zelfs de
pers van de moeite dor bespreking te ontslaan.”
De heer J. M. Smit, leeraar aan de H.B.S.
te Apeldoorn, geeft in de Amst. eenige bijdragen
tot de geschiedenis van zijn voorgesteld ontslag.
Daaruit blijkt dat de burgemeester van Apeldoorn
hem twee jaar geleden heeft gesproken over de
voordrachten, .door hem gehouden in de afdeeling
Apeldoorn van den Bond voor algemeen kies-
en stemrecht. Een jaar geleden is door een lid
der commissie van toezicht mede een waarschu
wend woord tot hem gericht. Een paar maan
den geleden is hem echter eerst officieel een
en ander onder ’t oog gebracht.
„Ik werd zegt hij op een avond per
gemeentebode verzocht even bij den burgemeester
op het gemeentehuis te komen. In de gedachte
dat ik hem misschien met oen of ander van
dienst kon zijn, begaf ik mij een half uur later
naar het gemeentehuis en het mij amdienen.
Stel u evenwel mijn verwondering voor, toen
ik, behalve den burgemeester, ook de overige
leden der commissie, benevens den inspecteur
dr. Van Eyk en den directeur der H. B. S.
aantrof. Het zou te veel ruimte vereischen om
het gevoerde gesprek zelfs verkort mede te
deelenvoorshands is het voldoende er op te
wijzen, dat door den burgemeester de vraag
werd gedaan, of ik, wat mijne voordrachten
betrof, op den ingeslagen weg dacht voort te
gaan Het antwoord was, dat ik gebruik dacht
te blijven maken van de rechten die mij, evenals
ieder ander Nederlander, bij de grondwet waren
gewaarborgd. Ten slotte wees de inspecteur er
op, dat ik rechten en plichten als staatsburger
bezat, maar eveneens rechten en plichten als
ambtenaar, en dat hij het aan mij overliet te
beslissen in hoeverre ik het eene zou moeten
opofferen voor het andere. Na een bedankje
voor de gegeven inlichting vertrok ik.”
aan deze mededeeling t voi-
A
I
J
n?
’t
8
.1
jft
ip
15
15
iWw.i ir ill m i. J I njiwiniiiwByijiiiii m mi muil iiiiiiqi II llll
10
>5
15
.2
27
15
>r
56
>r
16
>r
1
r
5
r
2
>r
i
■A-:
De heer Cremers, tot voorzitter der Kamer benoemd, heeft,
na door den heer van der Schrieck te zijn geluk gewenscht,
gisteren, Donderdag zitting genomen. Hij wees op bet buiten
gewoon gewicht van dit zittingjaar. De .Volksvertegenwoor
diging, gelijk zij sinds 1818 is saamgesteld, kon de wenschen
tot hervorming niet meer bevredigen. Misnoegdheid nam toe
onder den indruk van den ongunstigen economischen toestand.
De meening nam toe dat de Kamer van alles de schuld droeg
en paarde zich aan een billijk verlangen naar uitbreiding vi n
het kiesrecht; zelfs velen, die meenden dat de groote ver
deeldheid der partyen oorzaak was, begrepen dat de toestand
onhoudbaar was. Het oude kiesstelsel was onherroepelijk ver
oordeeld. De band van liet belastingstelsel en kiesrecht moest
verbroken en in het algemeen meer vrijheid aan den gewonen
wetgever gelaten. Zoo kwam tegen veler verwachting de eerste
lezing der Grondwetsherziening tot stand. Zal zij bij tweede
lezing in haar geheel worden aangenomen? Een beslist antwoord
is ónmogelijk. Bij velen bestaan gewichtige bezwaren; nie
mand zells is volkomen bevredigd, maar allen zijn tot eenige
opoflering bij eigen inzicht overtuigd. Laten wy dan ernstig
overwegen de nadeelige gevolgen der verwerping of aanneming
en nagaan of het min goede overtroffen wordt door het goede.
Wordt de tweede lezing aangenomen en mocht de op breeder
grondslag gekozen Kamer meer tot heil des volks tot stand
brengen, dan zullen allen het bewustzijn dragen, zoolang het
dag was naar hun beste weten met ijver en toewijding ’slands
zaken te hebben behartigd.
Besloten is de troonrede met een adres van antwoord te
beantwoorden. Morgen ten 2 ure aanbieding der staatsbegroo-
ting. Onder de ingekomen ontwerpen behooren de Grondwets
voorstellen, Indische begrooting, verlenging van het ban koe*
trooi, verlenging der overeenkomst met de Handelmaatschappij,
de nieuwe Zondagswet, de wet op het notarisambt. Door de
afdeelingen zijn gekozen tot voorzitters: de heeren van der
Schrieck, van der Loelf, Gleichman, van Delden, van der Lin
den, en als leden der commissie voor het adres, de heeren van
Asch van Wijck, v. d. Loeff, v. Houten, VV. de Beaufort en van
er Kaay.
Heden komt het ontwerp-adres ter tafel.