OVIHBItll
il
s
ft-
4
|J
i
H'
M
a
Een millioen Pond.
K V 1 T K N L, A A 19.
onge-
het
aldus
I’
aan
het
si
g‘
al
h(
al
ze
<4
hi
sti
de
lo<
ro
P‘
n<
d<
ei
gi
va
de
S<
Vi
in
te
e
d
h
in
Ju
I he
go
Va
M
on
av
ou
in
lac
rec
wil
ik
d
z
h
d
d
S'
d<
di
di
g'
st
merkzaam bekeek,
in u een jong koopman
zij
Vi
dir
1 tri
he
ee;
lie,
Vi
on,
on
ges
pla
hei
Volgens do Echo zou de heer F. Domela
Nieuwenhuis uit Zwitserland zijn teruggekeerd
en zich weder in Den Haag bevinden.
Een paar treurige ongelukken zijn weder te
vermelden. Te Delft is een man, in dienst van
een bierhandelaar, onder zijn wagen geraakt
met het gevolg dat hij bijna oogenblikkelyk een
lijk was. Te Midwolda is een arbeider, die een
koe uit het land haalde, door dit beest zoodanig
toegetakeld, dat hij na veel lijden is bezweken.
De eerste laat een weduwe met twee kinderen,
de laatste zes weezen achter.
I
Met veel moeite is het eindelijk gelukt de
brandverzekering op den nieuwen schouwburg
te .Rotterdam tot een bedrag van ruim f600,000
geheel af te sluiten, tot de premie van 13%0
per 12 maanden. Daar de assurandeuren nog
onder den indruk waren van de ramp der Opéra
comique te Parijs en die van den schouwburg te
Exeter, kon de zaak niet eerder worden beslist.
Onder de wachtende passagiers bemerken wij
in de eerste plaats onzen jongen vriend Walther.
Hij had een verlof van veertien dagen weten
te verkrijgen en was nu van plan op reis te
gaan naar Worchester. Zijn hart liet hem geen
rust meerhet dreef hem voort om haar op te
zoeken, die hem geroepen had. Hij moest haar
zien, om zich de overtuiging te verschaffen, wat
hij wel vermoedde maar waarvoor hij geen
bewijs had, de overtuiging namelijk, dat zij, die
hg beminde, geen krankzinnige was.
Walther geleek volkomen op een jongen
koopman, die voor zaken op reis was, wat hij
dan ook werkelijk was. Hij had vooraf' vast
besloten dat karakter getrouw te blijven, want
in elk geval was geen ander masker zoo goed
geschikt om zijne eigenlijke bedoelingen te
verbergen, als de openlijke erkenning van zijn
beroep en naam hij vermeed daardoor al dadely k
elke verlegenheid, welke hem in een ander geval
zou kunnen overkomen en behoefde alleen dan
bevreesd te zijn voor tegenwerking, als de hem
geheel onbekende doctor Brown door Carring-
shliff op zijn naam opmerkzaam was gemaakt.
Daarvoor bestond echter niet de minste waar
sehynlijkheid, want ook al had de advocaat door
behendige spionnage kennis gekregen van Wal
thers vertrek uit de hcofdstad, dan nog was niet»
De krijgsraad in Den Haag heeft uitspraak
gedaan in de bekende zaak der huzaren-offieieren,
die op Seinpost te Scheveningen ongeregeldheden
hebben verricht. Twee hunner zijn veroordeelt
tot een boete van f 50 elkde derde is vrijge
sproken.
bodem niet door grondboringen was onderzocht,
over een betrekkelijk groote oppervlakte kleilagen
voorkomen, ter dikte van 0.50—-1.00 tot 1.50
meter; waaronder het gedeelte tusschen de lijn
van de Lemmer naar de oostpunt van ürk en
de Friesche en Overijselsche kusten;
d. Dat er evenwel in dat gedeelte over
grooter oppervlakte zandgronden worden aange
troffen, doch dat deze hoofdzakelijk zullen komen
ter plaatse van het voorgestelde binnenmeer,
zoodat de bodem daarvan uit zandgrond zal
bestaan.
dut
Pan
ZlJi
sein
1
te Arnhem, zoodat hij aldaar meer als beambte,
dan als gevangene werd beschouwd. Na het
einde van zijn straftijd werd hij ingedeeld bij
het 7e rog. inf., doch op zijn verzoek van het
militair verband ontslagen en benoemd tot schrij
ver in hetzelfde Huis van burgerlijke en mili
taire verzekering te Arnhem, waar hij als ge
vangene geëmploieerd was geweest.
den raad luidde„Burgemeester en wethouders
achten ontslag noodzakelijk met 1 Januari e.k.”
In de vorige raadsvergadering was den leden
kennis gegeven van ’t adres der commissie van
toezicht. In de vergadering, Vrijdag gehou
den, kwam het advies van den inspecteur en
het voorstel van B. en W. ter tafel.
Behalve de voorzitter namen vier leden
de beraadslaging deel: twee spraken voor
voorstel en twee verklaarden er zich tegen.
Een lid vroeg nog inlichtingen nopens do laat
ste zinsnede van ’t adres der commissie van
toezicht, maar de voorzitter verklaarde daarom
trent in geen nadere bijzonderheden te kunnen
treden. Bewijzen van de nadeelige werking
van het optreden des heeren Smit werden dus
niet aangevoerd.
De leden, die zich tegen het ontslag hebben
verklaard, zijn de hh. M. van Delden Johz.
H. J. Kok Ankersmit en J. Radstaak, terwijl
de hoer J. G. Mensiak buiten stemming bleef.
De socialist Methöferdie, zooals gemeld
wordt, wegens het stuk in Recht voor Allen,
getiteld: Jeanne Lorette en Domela Nieuwen
huis in den kerker,” strafrechterlgk zal worden
vervolgd, was vroeger korporaal bij het 5e reg.
inf. Een 6-tal jaren geleden schoot hij te Nij
megen eene vrouw, met wie hij oen verkeering
had aangeknoopt, dood, en richtte daarna den
revolver op zich zelven om zich van het loven
te berooven. Het schot miste echter het doel
en hij herstelde, na een langdurig lijden, van
de aan zich toegebrachte verwonding. Wegens
den moord op die vrouw werd hij door den
krijgsraad tot 5 jaren tuchthuisstraf veroordeeld,
met vervallen verklaring van den militairen
stand. Z. M do Koning verleende hem echter
in zooverre gratie van die straf, dat deze in
twee jaren cellulaire gevangenisstraf werd ver
anderd, terwijl Z. M. tevens de eerloosheid,
verknocht aan die tuchthuisstraf, ophief. Die
2 jaren celstraf onderging hij, bij wijze van
gratie, echter niet in de gewone cellulaire ge
vangenis, doch werd als geëmploieerde werkzaam
gesteld op het bureau van den directeur van
het Huis van burgerlijke on militaire verzekering
worden overgedragen.
S N E E K, 4 Oct.
Jl. Zaterdag heeft de schuttersraad met het
kader der dd. schutterij alhier de schietbaan
ingewijd. Het weder, dat zich in den mor
gen niet van zijn fraaiste zijde vertoonde,
klaarde tegen den middag op. zoodat niemand
op het terrein van de schietbaan hinder had
der nattigheid. De opening werd gevierd met
een onderlinge wedstrijd, op 100 meter, waar
aan de officieren en het kader deelnamen en
die met opgewektheid werd gestreden. De
uitslag was, prijsP. de Ronde, korporaal, 1ste
premie L. Fontein, 2e luitenant, 2de premie U.
van der Meer, korporaal. Den avonds had de
prijsuitdeoling plaats bij Agema, waar de Com
mandant de prijzen uitreikte, waarna men nog
eenigen tijd gezellig bijeenzat.
Bij de gisteren gehouden verkiezing van
11 gemachtigden in het kiescollege bij de Herv.
Gemeente alhier waren uitgebracht 628 stemmen,
waaronder blanco en van onwaarde 7, dus 621
geldige stemmen; meerderheid alzoo 311.
Gekozen zijn de heeren
Jacs. Camphuis met 330, T. G. Fokkema
met 329, Tj. Gonggrijp met 335, II. de Haan
met 324, 11. E. Napjus met 333, A. T. Pyt-
tersen met 334, M. Reidsma met 333, Jan
Schijfsma mot 318, Jan Visser met 334, N. J.
Wouda met 336 en U. v. Wijk met 326 stemmen.
Verder waren uitgebracht op de heeren
Jobs. O. Bouma 286, D. A, Domna 273,
Tj. Ferwerda 285, P. Groenhout 285, E. Horn-
stra 281, J. 11. Keulen 281, II. v. d. Molen 281,
A, Potma 284, Jac. M. Vierstra 285, W. T.
Verwer 289 en op J. B. Wielinga 281 stommen.
Door don uitslag dezer stemming heelt de
liberale partij in de gemeente, die sedert de
invoering van het algemeen stemrecht in de
hervormde kerk (in 1867) steeds in de minder
heid bleef en gedurende eenige jaren zelfs geheel
uit het kiescollege werd verdrongen, do over-
groote meerderheid in dat college verkregen,
daar het thans bestaat uit 24 liberalen tegen
6 orthodoxen.
Een hartclijke gelukwensch kreeg volgons
het Huisgezin in de laatste gemeenteraadszitting
te Montfoort de voorzitter van eon der raadsle
den „Ter gelegenheid uwer herbenoeming tot
burgemeester dezer gemeente, zou hem zijn
toogevoegd, wensch ik, zoowel in uw eigen
belang als in dat der ingezetenen, dat u in do
eerstvolgende zes jaren niet zooveel domheden
zult uithalen als in de zes voorafgegane.”
De wisselwachter van de wacht tusschen
Scheornda en Zuidbroek word jl. Donderdag
avond door den laatsten trein van Groningen
aangereden en gedood. Men vermoedt dat door
de zuiging van do twee locomotieven de
lukkige tegen den trein is geworpen.
De minister van waterstaat enz. heeft bepaald,
dat het onderhoud van do spoorweghavon te
Stavoren niet behoort tot de verplichtingen van
de exploitatie-maatschappij. De haven zal dus
in onderhoud en beheer aan ’s rijks waterstaat
OVERZICHT.
De Fransehe ex-minister Jules Ferry, dio
sedert geruimen tijd tegenover het grooto publiek
zekere reserven in acht nam, is in de vorige
week met een groote redevoering voor zijn
kiezers te Epinal opgetreden. De redenaar
wees er bij deze gelegenheid op dat de thans
reeds zeventien jaar bestaande republiek het
manifest van den graaf van Parijs mot groote
onverschilligheid had opgenomen. De regeering
vreest de pretendenten niet en stelt er eon eer
in haar vijanden volkomen vrij in hun aanval
len te laten. Het manifest zal wel ongetwijfeld
tot voorwendsel genomen worden voor een storm
tegen het ministerie en misschien zullen enkele
republikeinen van hun partij afvallig worden.
Mocht er een crisis ontstaan, dan zou die zeker
niet gemakkelijk zijn op te lossen en behoorde
men op alles voorbereid te zijn. Gelukkig ech
ter is de ropublikeinsche unie sterk genoeg om
de bestorming der monarchalen zoowel als die
der intransigenten te weerstaan, zoodat het
manifest van den graaf van Parijs al even
weinig zal uitwerken als de pogingen der com-
mis-voyageurs der intransigenten, om de ware
vrienden der republiek te lasteren en gehaat
te maken. De kiezers weten zeer goed, dat op
Zaterdag avond is het lid der Tweede Kamer,
mr. J. L. de Bruijn Kops, na een langdurig
Ijjdon in Den Haag overleden.
Na het hoogleeraarschap aan de Politechnische
school te Delft gedurende eenigen tijd te heb
ben bekleed, was hij jaren lang lid der Tweede
Kamer voor het district Alkmaar; zijn degelij
ke economische kennis werd algemeen geacht,
en niet alleen de liberale partij lijdt dan ook
door zijn dood een groot verlies, ook de weten
schap zal zijn afsterven betreuren. Door zijn
stukken in zijn tijdschrift de Economist heeft hij
zich jegens haar toch herhaaldelijk verdienste
lijk gemaakt.
nog zeer jong, had verstandige oogen en een
intelligent gelaat. Hij scheen in eene min of
meer afhankelijke positie te verkeeren van zijn
begeleider, naar wiens gesprek hij met opmerk
zaamheid luisterde.
De postiljon blies op den hoorn en noodigde
daarmee zijn passagiers uit om in te stappen.
Het gold hier slechts de vier heeren, die plaatsen
buiten op hadden; passagiers voor binnen in
waren er niet anders als de beide dames. De
vier heeren nu beklommen de steile trap, die
naar het dak van de koets leidde, en namen
hunne meer luchtige dan gemakkelyke zit
plaatsen in.
Onder de inspanning der vier magere paarden
rolde de koets uit de poort van hot posthuis de
straat op. Hot reisgezelschap boven bewaarde
aanvankelijk het stilzwijgen men nam elkaar
wederzijds eens op en dat verhinderde voor-
loopig een gemeenschappelijk gesprek.
De man met de gouden bril was de eerste
die het gesprek begon zoodra men de zeer slecht
geplaveide straten achter zich had. Hij wendde
zich tot Walther.
„Ik zal mj zeker wel niet vergissen,'
ving hy aan, terwijl hg den jongen man op-
- - -„in mijn vermoeden, dat ik
He andere, klaarblijkelijk ih u een jong koopman voor mg zie. Reist gg
In een druk bezochte openbare vergadering
van den Bond voor algemeen kies- en stemrecht,
Zaterdag avond in „Frascati” te Amsterdam
gehouden naar aanleiding van het ontslag van
dr. Smit te Apeldoorn, heeft mr. Paap een
historische herinnering gegeven van den voor
uitgang der vrijheid van gedachte en de wen-
schelijkheid betoogd van afschaffing van straf
wetten voor beleediging, drukpersdelicten en
opruiing, als zeer slechte wetten.
Mr. Paap achtte het ontslag van dr. Smit
onbillijk en ook achtte hg dit niet juridisch in
den haak, zooals professor Buys beweerde. Dat
ontslag is niet nuttig noch voor den staat als
zoodanig, noch voor de maatschappelijke ont
wikkeling. Met het bestuur wilde hij een po
ging gedaan hebben om het gemeenteraadsbe
sluit door een beroep op den Koning te doen
vernietigen.
Het bestuur stelde daarop een motie voor,
waarin op herstel van dr. Smit in zijn ambt
wordt aangedrongen, omdat het ontslag niet
steunt op wettelijk recht en in strjjd is met het
algemeen belang. Hierop volgde een debat tot
middernacht, waarvan het resultaat was, dat
besloten werd, het adres niet tot de regeering,
die men niet vertrouwde, maar aan de Tweede
Kamer te richten.
natuurlijker, als aan te nemen, dat hij zijne
nusporingen alleen tot de naaste omgeving van
Londen zou uitstrekken.
Onder de overige passagiers merkte Walther
ook twee vrouwen op, eene jongere en eene
oudere, die in nauwe familie-betrekking tot
elkaar schenen te staan, waarschijnlijk als moe
der en dochter.
Verder bevond zich onder de wachtenden een
gedrongene breede gestalte met het uitzicht van
een buihond en ledematen als een stier. Hij
hield een walmend pijpje in den mond en al
zijne gebaren duidden het beroep aan dat hij
uitoefende. Ondanks zyn torugstootend uiterlyk
was hij een man van eon vredelievende natuur,
een eerzaam slachter uit een naburig landstadje,
die eenig vee naar de hoofdstad had gebracht
en nu gereed stond met goed gevulde zakken
naar huis terug te koeren.
Eindelijk wandelden op het breede plein voor
het posthuis nog twee heeren op en neer, die
beide, zeer fatsoenlyk gekleed, tot den meer
deftigen stand scheuen te belmoren. De een,
ongeveer midden in de veertig, was middelmatig
van gestalte, breed geschouderd met een rond
gezicht, waarin zich slechts twee achter de
glazen eener gunden bril vonkelende donkere j
oogen afteekendea.
Roman van P. E. van Aeeg.
XIII.
In het groote posthuis in de City
monumentale gebouw, Tt welk Londen heden
ten dage voor het centraal-postverkeer heeft
opgericht, behoort met het oog op zijne ver
bouwing tot een veel lateren tijd als die waarin
onze geschiedenis speelt kwamen de passagiers
bij elkaar, die gebruik wensehten te maken van
de heden Zondag voormiddag om negen uur
naar Chaltenham vertrekkende personen-post. De
wagen stond reeds gereed en de postiljon was
juist bezig de vier paarden er voor te spannen.
De koets zelf was een dier monsterachtige
kasten, waarvan wij ons nu bijna geen voor
stelling meer kunnen maken. Negen plaatsen
binnen o.n twaalf plaatsen buiten op bood zij ter
beschikking aan dikbuikig en plomp, geleek
zij, als zij geheel vol was, veel op een arke
Noaeh’s. De plaatsen buitenop werden uitslui
tend gebruikt voor de heeren.
Reeds onder de telegr. berichten in ons vorig
nummer is de uitslag meêgedeeld van de be
raadslaging, in den Apeldoornschen gemeenteraad
gevoerd over het voorstel der commissie van
toezicht op het middelbaar onderwijs om dr.
J. M. Smit te ontslaan. Slechts 3 van de. 15
loden hebben er zich tegen verklaard. Eén hield
zich buiten stemming, terwijl er 2 (uit Locnen)
afwezig waren. Een viertal leden nam aan de
beraadslaging deel.
Wij laten hier uit de verschillende schriftu
ren, over deze zaak verschenen, ’t meest be
langwekkende volgen.
Het voorstel door de commissie van toezicht
leden zijn de heeren mr. J. H. van Hasselt
(burgemeester), jhr. H. F. M. E. Sandberg tot
Essenburg, G. W. Mollerus (beide raadsleden),
H. C. van der Houven van Gordt en C. F.
Gronemeijer aan den raad gericht luidde
aldus
„Het zal u niet zijn ontgaan, dat de heer dr.
J. M. Smit, leeraar in de natuurkunde en cos-
mographie alhier, reeds sedert geruimen tijd in
verschillende oorden van ons land als politiek
agitator in het openbaar is opgetreden. Daar
naar onze overtuiging dit met zijn roeping als
leeraar niet is overeen te brengen en nadeelig
voor den goeden naam der school waaraan hij
is verbonden, is hij door ons college alsmede
door den heer inspecteur van het M. O. ernstig
gewaarschuwd zich daarvan te onthouden. Aan
gezien het ons is gebleken, dat hij niettemin
daarmede voortgaat, hebben wij de eer u in
overweging te geven hem tegen 1 Januari a. s.
eervol te ontslaan als leeraar in de natuurkunde
en cosmographie aan de H. B. alhier. Te meer
gevoelen wij ons tot dezen maatregel gedrongen,
omdat ook de houding van den heer Smit
tegenover de directie van de school en het
gebrek aan medewerking zijnerzijds tot bevor
dering van den goeden gang van het onderwijs
zijn verwijdering wenschelijk maken.”
Ee conclusie van ’t advies, door den inspecteur
van ’t middelbaar onderwijs, dr. W. B. J. van
Eyck, 2 Sept. jl. uitgebracht, was de volgende
„Aangezien ik ook van meening ben, dat de
houding van den leeraar en den gemeenteamb
tenaar dr. J. M. Smit in strijd is met zijn
ambt en met zijn betrekking aan de K. H. B.
in uwe gemeente, bestaat er bij mij evenmin
twijfel aun liet recht als aan den plicht van den
raad der gemeente om tot den door de commis
sie van toezicht voorgestelden maatregel over te
gaan.
„Ik heb mitsdien de eer u in overweging te
geven, het voorstel van ovengenoemde commissie
tot eervol ontslsg van den heer dr. J. M. Smit,
als leeraar in de natuurkunde en cosmographie
aan de K. H. B. Prins Hendrik der Neder
landen, en zulks met ingang van 1 Jan. e.k.,
bij den raad uwer gemeente over te brengen
en te ondersteunen.”
De slotsom van het advies van B.enW. aan
I
dl
V0<
U
VI
n
ja
b<
m
tr
zi
gai
is
twi
1
piel
put
Slü£
I. n
flik
W
end
gi'Ol
*1111
hee