KU1PERSH0UT.
fflüöffl MJW
van Dr. CUNRATH, te Karlsruhe, overtreft
alie bestaande middelen tegen die plaa^. On-
schadelyk bij eiken leeftijd. Genezing zonder
pijn, bij oude likdoorns, wratten en eksteroogen.
I lacon, met penseel en gebruik 60 et. Depót bij
A. SLAGER—Vrancken, KI. Palen Sneek.
Publieke Verkoop.
i
ten Cate van Gonggrijp.
publiek verkoopen
r
lii
xa-
8.
er-
lob
rd-
ste
lag
lan
ild
eft
aa
'ij-
rs,
>p-
ua
ats
’t
;n-
3f-
ide
er;
au
an
ad
at,
lat
ior
ijk
n-
er
>n
1,
ar
ie
at
>P
o
;e
e.
ia
,d
is
.3
k
r
it
n
o
i-
t
ion
ran
jks
uit
lijk
aid
>lg,
eu.
Do Notaris II. J. W. TERLET te Jouro,
zal op Vrijdag 14 October 1887, ton 1 ure, bij
den kastelein JOHS. van der HEIDE te Joure
voor den Heer W. J. BORGER aldaar, uit
buitend onder Kuipers, desveskiezende op 3/m.
crediet,
Eene belangrjjke partij Overzeosehe eiken
Kluften, Amerikaansche Staven enz. in diver
se perceelen.
Bevallen van een Zoon B. SMIDT.
‘t van
II. KOOPMANS.
4 B V S g E 2
I Patiënten om te zien, vroeg van Walther de
"rochure terug, ofschoon de jonge man er nog
I geen enkelen blik in geslagen had en klauterde
I Van zijn hoogen zetel af, om onmiddellijk te
I 'UI'dwijnen in de deur van de herberg waarvoor
I de wagen stilhield en waarin zich dus ook naar
alle waarschijnlijkheid de patiënten zouden moeten
bevinden, aan wie de docter zijn veelomvattende
kennis en zijn grondige wetenschap wilde wijden.
uok de slager met zijn bulhondengezicht had
I bier zijn woonplaats bereikt en verliet onze
reizigers.
De beide jonge mannen waren alleen achter
gebleven op het verdek van den wagen.
Willen wij ook niet even naar beneden gaan?”
stijft a^er, „het lange zitten heeft mij erg
d ^ea bereid u te volgen,” antwoordde
octer Parker, „als gij aan eene kleine wande-
l,Ulg op straat de voorkeur geeft boven het
j’.^"engaan van de herberg. Ik moet u gulweg
•Rennen dat ik mij gelukkig acht, nu ik
°or eenige minuten bevrijd ben van dat eeuwige
gezwets van den docter.
kantongerecht te sneek.
Zitting van Woensdag 5 Oct.
verdedigd tegen de beschuldigingen, waaraan
het van de zijde der radicalen bloot staat, en
men moet erkennen dat hij zich van die taak
goed heeft gekweten, al zal het ook met deze
rede wel gaan als met zoo vele andere, dat zij
op degenen, tegen wie zij eigenlijk gericht is
weinig iadruk zal maken.
Wat heeft het ministerie gedaan Waarvan
wordt het aangeklaagd? vroeg hij, en het
antwoord luiddeMen zegt dat wij eergierig
zijn, maar is een van ons van houding veranderd
sedert hij aan het bestuur is gekomen Men
zegt dut wij Orleanisten zijn. Maar heeft een
van ons brieven geschreven spreker doelde
hier op generaal Boulanger aan den hertog
van Aumale Men beschuldigt ons van cleri-
calisme. Maar waarop berust deze aanklacht
Men beschuldigt ons ook dat wij geen cabinet
de combat zijn, dat wij geen strijd voeren. Nu,
die beschuldiging laten wij ons welgevallen. Ik
herhaal wat mijn collega’s reeds zeiden Wij
willen Frankrijk niet doen marcheeren, wij wil
len het overtuigen. Wij doen niets om de
mannen ter rechterzijde te vleien, maar wij
behandelen hen met die beleefdheid, welke wij
aan hen als collega’s verschuldigd zijn. Maar
nooit zullen wij hun onze beginselen, zullen wij
hen een ambtenaar der republiek ten offer
brengen. Wij hopen de kiezers te overtuigen
van do juisthoid onzer politiek en wij zullen ons
niet door manifesten, niet door trompetgeschal
van den weg laten voeren, dien wij ons hebben
afgebakend. Het is de plicht van den echten
republikein het land rust te verschaffen. Rust
moet er heerschen in het land, en daar buiten
moet men eerbied blijven koesteren voor Frank
rijk s vanen, ’t Geen in den laatsten tijd ge
schied is, bewijst dat Franknjk’s eer in onze
handen vertrouwd mag heeten
De financieele plannen der regeering blijven
ten dezen zeer de aandacht trekken. Of de
heer Bouvier een leening zal voorstellen dan
wel of hij zal trachten zich het noodige te ver
schaffen door baten, welke een belasting op de
alcohol zal opleveren, is nog niet uitgemaakt.
De commissie voor genoemde belasting heeft in
de eerste plaats van gedachten gewisseld over
de vraag of men den verkoop tot een monopolie
zal maken. Do meerderheid schijnt daartegen
te zijn,
van een geheel jaar niet zal kunnen ontsnappen,
zult gij het begrijpelijk vinden dat ik het althans
niet ga opzoeken zoolang ik het kan vermijden.”
„Hij is inderdaad met eene buitengewone
babbelzucht begaafd, die vriendelijke doc
tor,” antwoordde Walther; „ik deel geheel uw
gevoelen, sir.”
En zoo klommen zij dan ook naar beneden
en wandelden naast elkaar een eindje de straat
op en neer.
„Gij hebt, zooals ik straks van docter Brown
begreep, eerst sedert kort besloten uwe krachten
te wijden aan de inrichting vau den docter
vroeg Walther.
„ik heb mij eerst sedert gisteren aan hem
verkocht,” antwoordde de andere bitter; „ik
had nooit kunnen denken, in eene positie te
zullen komen, dat ik mij in een spelonk, zoo
als dat veel geprezen gesticht moet zijn en dan
nog daarbij op het land, op zulk een grooten
afstand van Londen, zou laten begraven. Maar
ftüZW„, wat bleef mij, geheel onbemiddeld als ik ben,
IL., VTj. ?octer» eu daar het te over- anders over? Ik heb mijn klein vermogen op
is dat ik daaraan gedurende den loop I geofferd aan de studie der phychiatrie eu het
was mij ook gelukt eene behoorlijke betrekking
iu Bedlam als assistent*-geneesheer te verkrijgen
ik zou daar ook zeker spoedig zijn opgeklommen
ais ik mijne overtuiging niet hooger had gesteld
dim de verzekering mijner superieuren.”
„Zoudt gij mij niet willen vertellen, hoe dat
toeging
„Het geval zelf zal u weinig belangstelling
kunnen inboezemen, sir. Het was een heel
gewone geschiedenis. Men had een jong meisje
in het groote krankzinnigengesticht gebracht,
van wie haar familie beweerde dat zij getrou»
bleerd was. Men droeg mij op haar to obser-
voeren. Maar ondanks de onafgebroken zorg
waarmee ik mij van mijn plicht kweet
en alhoewel ik mij wekenlang bezig hield
om ook maar het geringste spoor van krank
zinnigheid bij haar te ontdekken, was ik
met in staat het geringste waar te nemen, wat
aan eene geestelijke stoornis kon doen denken.
Dit bracht mij in eene onvermijdelijke botsing
met den directeur, en de ongelukkige omstandig
heid dat het aan de aan mijn zorg toevertrouwde
m een onbewaakt oogenblik gelukte te out-
deelig kan zijn voor Rusland, vindt in Engeland
in den regel bijval.
De samenkomst tusschen Crispi en Bismarck
heeft voor een paar dagen eenige afwisseling
gebracht in do staatkundige beschouwingen van
het oogenblik en de Bulgaarsche quaestie op
den achtergrond geschoven. Nauwelijks echter
is de Italiaansche minister weder in zijn vader
land teruggekeerd of de gebeurtenissen op het
Turksche schiereiland vragen op nieuw de
aandacht.
Uit Konstantinopel wordt nl. gemeld dat
Rusland de laatste nota van de Porte heeft be
antwoord. Mag men gelooven wat het officieuse
bureau nopens het antwoord van Rusland meldt,
dan zou de Czaar een Russisch vorst als stad
houder naar Bulgarije willen zenden. Hij zou
vergezeld worden door een Turksch commissaris,
terwijl de duur van het verblijf der genoemde
personen op vier maanden zou worden bepaald.
De vraag doet zich allicht voor welke houding
de tegenwoordige vorst van Bulgarije wel tegen
over deze beido „dwarskijkers” als ’t veroor
loofd is de hooge personages aldus te betitelen
zou aannemen en welke ontvangst het volk hen
zou bereiden. Rusland schijnt zich daaromtrent
niet te bekommeren. Het is van meaning dat
het voldoende zal zijn als Turkije den Ooburger
beveelt het land te verlaten 1
Is werkelijk deze nota van Rusland ontvangen,
dan zal, daar zij ten deele afwijkt van de voor
stellen der Porte, op nieuw een antwoord van
deze mogendheid moeten volgen, zoodat men in
elk geval op het voortduren der onderhandelin-
gen gevat kan zijn.
De Bulgaarsche Minister-president Stamboeloff
heeft tegenover een diplomaat opnieuw in de
toekomst van Bulgarije het volste vertrouwen
uitgedrukt. „Indien de Russen zich te Sofia
nestelen” zeide hij „dan zou Konstanti-
nopel verloren en Turkije in do macht van den
Czaar zijn. Wij zijn en blijven goede vrienden
van de Turken. Het ligt in den aard der zaak,
dat wij met hen in goede verstandhouding blijven.
Bij Oostenrijk, Italië en Engeland is toenadering
tot ons reeds te bemerken, want zij weten, dat
Ruslands hegemonie op het Balkanschiereiland
een Europeesch vraagstuk is. Ook Frankrijk
moet begrijpen, dut de strijd, dien wij voor onze
onafhankelijkheid voeren, een groot belang heeft
voor gansch Europa. En hoe zou Oostenrijk
kunnen dulden, dat Rusland zich iu Bulgarije
vastzette Daardoor zou de Russische invloed
staan voor do poorten van Pest, en allo Slaven
van de Donau-landen met zich slepen. En
hebben Engeland en Italië er dan minder belang
by otn de Russen verwijderd te houden van
Konstantinopel, dat wil zeggen van Klein-Azie
en van de Middellandsche Zee De drie laatst
genoemde mogendheden geven zich volkomen
rekenschap van don toestand, en behandelen
daarom Bulgarije niet op vijandige, zelfs niet
op onverschillige wijze. Hare vertegenwoordigers
onderhouden met ons betrekkingen, ofschoon
geen officieuse. Versta mij welik heb in
Rusland gestudeerd, en ben een zoö warm
Mogelijk aanhanger van Rusland geweest.
Uok thans wensch ik nog het herstel dergoedo
verstandhouding met het Russische rijk. Maar
wij verzetten ons tegen het algemeene stroven
der Russische staatkunde, die alles naar haar
beeld wil vervormen, en die den volkeren, wel-
ko zij beschermt, noch hunne onafhankelijkheid,
noch hunne eigenaardigheden wil laten. Wij
willen geen Russische provincie worden, zooals
Bokhara en de Kaukasus. Maar tot nu toe heeft
Rusland niet getoond, dat het zijne politieke
Methode wil veranderen. Overigens geloof ik,
dat de eigenlijke crisis reeds voorbij is. Eene
snappen, niet door mijn schuld, dat verzeker
ik u had mijn ontslag tengevolge.”
„Hoe heette de zieke?” vroeg Walther in
ademlooze spanning.
Het geluid van den hoorn verhinderde het
antwoord. Docter Parker haastte zich om zijn
heer en meester uit de herberg te halen, daar
deze oogenschijnlijk te zeer verdiept was in liet
opsnorren van patiënten om het signaal van
vertrek te hooren. Toen hij de deur van de
herberg opendeed sloeg de reuk van warme
grog hem tegemoet. Docter Brown had een
groot glas voor zich staan, dat hij zoo pas had
leeggedronken.
Met de rechterhand hield hij een van do
eerzame burgers van het stadje aan den knoop
van diens jas vast en las
„In het graafschap Worcestershire, in do
nabijheid van het idyllisch gelegen stadje Wor
cester, ligt, in een lieflijk dal in de schaduw
van overoude boomen en omgeven door een
krans van groene weiden en dichte bossehen,
het krankzinnigengesticht
(ff’ordt vervolga).
bezetting van ons land door Russische troepen
houd ik voor uiterst 'onwaarschijnlijk. De tijd
brengt veel in orde. Herinner u slechts, dat
Koning Karei in Roemenië zeven jaren heeft
geregeerd, zonder door Rusland of door de Por
te erkend te zijn. Wanneer Rusland besloot
tot eene zending, zouden wij die, naar ik ver
trouw, weten te verhinderen. Doch wat ook
gebeuren moge, ik ben er zeker van, dat de
Bulgaarschen soldaat zijn plicht zal doen, en
dat zij, die op den af val van het leger rekenen,
zich grootelijks vergissen.”
In de Allg. Ztg. wordt do aandacht gevestigd
op de overeenkomst van den tegenwoordigen toe
stand van Rusland en dien vóór den Krimoor-
log. Zoowel Alexander III als Nikolaas waren
niet als troonsopvolger geboren en niet tot re
geerders opgeleid. Beide reageerden tegen de
hervormingsneigingen hunner voorgangers. Ni
kolaas onder den indruk van eenen gevaarlijken
militairen opstand bij de aanvaarding zijner
regeering; Alexander III, omdat de moord zijns
vaders hem alles wat liberaal heet doet veraf
schuwen.
Er zijn er genoeg, die den Czaar sterken in
zijn voornemen, den tijd van Nikolaas te doen
terugkeeren en geheel in zijn geest worden
protestanten, katnolieken en joden vervolgd
wordt de geringe vrijheid van onderwijs nog
meer beperkt en worden de lagere standen er
van verstoken worden de Duitsche en Poolsche
nationaliteiten onderdrukt en aan de gcestdooden-
de en verdorven Russische bureaucratie onder
worpen. „Een geloof, eón recht, één taal” is
op nieuw de rcgeeringsleus.
Evenals onder Nikolaas, zoo gaat do Allg. Ztg.
voort, is ook nu het Ministerie van Buitenland-
sche Zaken het eenige hooge regeeringsorgaan,
uit hetwelk de Europeesche geest nog niet geheel
is verdrongen. De heer von Giers volgt een
politiek van vrede, gematigdheid en verzoenljjk-
heid, evenals iu zijnen tijd graaf Nesselrode,
zoolang het hem werd vergund zijne meening
te volgen.
Vóór 35 jaren geloofde men in Duitschland
veel meer dan thans aan den macht en vastheid
van het Russische rijk; thans is in Duitschland
de vrees voor den grooten nabuur veel vermin
derd. „Wanneer”, zoo besluit het artikel, „de
oud-Russische vijandschap tegen al wat Euro
peesch is, zich niet allereerst tegen ons richt,
dan heeft dit zijnen goeden grond. Gelijk
gerechtigden naast zich te dulden viel den
Kussischen hoogmoed altijd zwaar en sedert
1871 is Duitschland eene mogendheid, van welke
alleen dwazen kunnen verwachten, dat het zich
aan een vreemden wil zal onderwerpen. Met
mededingers, zoo machtig als hot tegenwoordige
Duitscluand en het van de Hongaarsche en
Italiaansche moeielij kheden bevrijde Oostenrijk,
heeft Nikolaas I nooit te doen gehad. Zoo de
navolgers van den te midden van een algemeen
bankroet gestorven heersciier beproeven de taal
te spreken, die aanleiding gaf tot de kastastrofe
van 1855, dan kan het geen indruk maken
ten minste in Duitschland niet. Van de bin-
nonlandsche toestanden van het tegenwoordige
Rusland weten wij, dat zij niet minder veront
rustend zijn dan kort vóór den Krimoorlog, ja
misschien nog onhoudbaarder. Maar wie kan
gelijkenis vinden tusschen het Duitschland van
1887 en het Duitschland in de dagen van Ni
kolaas 1
Die veranderde verhouding wordt in Rusland
P'julljk gevoeld. Russische bladen voorspellen
wrevelig, dat het in de Bulgaarsche quaestie
eene gevoelige nederlaag zal lijden.
De E r a u s c h e minister van koophandel heeft
nogmaals in de redevoering, Zondag te El-
beuf gehouden, het tegenwoordig kabinet
Echtgenoot
Sneek, 27 Sept. 1887.
Bevallen van een Meisje,
M. KEUNINGvan der Wae.
Snoek, 2 October 18S7.
Heden overleed tot mijne bittere droef-
Seliefde Echtgenoote, Vrouwe AN-
IIION1A JOHANNA BECKERINGH, in den
ouderdom van bijna 80 en na eene zeer geluk
kige echtvereeniging van ruim 55 jaren.
Sneek, 5 October 1887.
J- tkn CATE van GONGGRIJP.
Heden overleed tot onze innige droef
heid onze geliefde Moeder en behuwdmoeder,
Vrouwe ANTHONIA JOHANNA ten GATE
van GONGGRIJP—Beckerings, te Sneek, in
den ouderdom van bijna 80 jaren.
Groningen, 5 October 1887.
M. BUNGENBERG—
O. G. BUNGENBERG.
Eenigste kennisgeving
De Notaris J. M. GOSLINGS te Sneek, zal
op Maandag 17 October 1887, ’s avonds 7 uur in
de herberg „het Rood Hert” bij J. K. Hiemstra
aldaar, finaal verkoopen
Een PAKHUIS, waarin 3 Woonkamers met
vrije Steeg, aan het Zuidend en Bolwerk te
Sneek; verhuurd aan J. Bartstra en anderen
voor f 122 per jaar. Geboden f 1366.
Een MANSZITPLAATS in bank letter Z
in de St. Martinikerk aldaar. Geboden f40.
f|e Notaris J. M. GOSLINGS te Sneek zal
_f O op Donderdag 20 October 1887 in „de
Gouden Leeuw” bij G. Bloemen aldaar, provi
sioneel en 14 dagen later in „de Os” bij J. Velt
huis aldaar finaal, telkens ’s avonds 7 uur
publiek verkoopen
1. Eene zeer ter nering staande WINKEL-
HUIZINGE aan de Wijde Burgstraat te Sneek,
Sectie B no. 381, groot 40 c., waarvan de
bovenwoning in huur is bij J. Dykstra voor f52
per jaar.
2. Eene WONING in de Paardensteeg al
daar, in huur bij Wed. Steensma voor f52 ’s jaars.
3. Eene WONING in de Boterhoek aldaar
in huur bij H. Dijkstra voor f52 ’s jaars.
4. Eene WONING met BLEEK inde Trof-
felsteeg aldaar, in huur bij J. Bioksma voor
f 52 ’s jaars.
5. Eene WONING in een Steeg uitkomen
de aan den Oosterdyk, noordzijde, in huur bij
Schuil voor f54 ’sjaars.
Te aanvaarden 12 Mei 1888.
r
t
'Hg
in
ii-
3-
tl-
ik
a
a
F 21a.» i
Ij. B. tc 8., L. B. te S., H. C. Z. te S„ P, W. te V L G A v
I. te S., allen f2 of 1 dag hecht, U V’
beklaagden zyn terzake de overtreding van het zich bevinden
°P den «aren weg,
H. P. te G., fö of 2 dagen hecht.
in t»n}5r <?e 13 ‘eiz;ako óe overtreding van het zleh bevinden
in kennelijken staat van dronkenschap op den openbaren wc
tot ge“elde straf’’
f„B,eklaa?d,e ls terzalte de overtreding van liet zich bevinden
v" rolSdtot XJldë d“sckaP °P dek openbaren weg.
T, L. te 8. f3 of 1 dag hecht.
Beklaagde is terzake de overtreding van het loopen over
gr°ud' waarvan do toegang op eene voor hem
tot KemeldeZst?a°f°r den reoilthebbende is verboden, veroordeeld
VMU 5’'1UV1UC oblctl.
S. J. te S. J, L. teH. G. de G. te O., allen fl ofl dg.hecht
Beklaagden zyn terzake de overtreding van het in de ge
meente Sneek met een vrachtwagen sneller dan stanvoets te
ryden, veroordeeld tot gemelde straf.
ly- R. te H., 3 maal fl of 3 maal 1 dag hecht.
a,. It‘Pff10 13 terzake d0 overtreding van het in de gemeente
snoek me een vrachtwagen sneller dan stapvoets te rijden
veroordeeld tot gemelde straf, Uiavu,