IÏ1ELWS- H ,WIHfflH-BUD 1008 Si J n MJ Mj j I Si No. 85. T W E E<E N-V EERT 1887. Ü4’ N KALVERMARKT Wè !8 •0 of 0. is eu man men do ic- I: a- jn I I. r. f. .0 ier 18 ir lo 0. r- ,r- 4 io 0. er )0 0. lo. uir. Modderman voorspelde, zal gebeuren, en een bloedige revolutie zal aanbrengen wat men het volk onthoudt.” De cursief gedrukte woorden waren uit de aanhaling weggelaten. De Midd. Ct., wier redactie indertijd, toen dr. «mit ook in Zeelands hoofdstad optrad, erkende at hy gematigde taal sprak, laat zich thans over deze nieuwe quaestie aldus uit »Wij hebben in die woorden nooit dat vreeselij- ke gevonden, wat anderen daarin zagen of ten minste zoeken. Het laatste gedeelte daarvan, juist dat deel, waarin van revolutie sprake is, is niets meer dan een profetie, zooals wijlen minister Modderman er een heeft gedaan. En wat de eerste regels betreft, van geweld plegen is daarin geen sprake. Het opeischen kan langs vroedzamen weg geschieden. En wij hielden het er steeds voor dat dit de bedoeling van dr. Smit was. Men heeft dus de woorden in het verslag der G. Ct. uit elkander gerukten met opzet° het meeste licht laten vallen op het woord revolutie zonder daarvan de juiste bedoeling weer te geven! Nu komt ons tweeërlei onverklaarbaar voor 1. dat dr. Smit zelve niet reeds dadelijk, toen men begonnen is op die wijze onjuiste beschou wingen omtrent hem in de wereld te zenden, daartegen protesteerde en duidelijk zijne bedoe ling nader uiteenzetteen 2. dat men van de zijde zijner bestrijders steeds oneerlijk genoeg is geweest om op dien onjuisten grondslag voort te redeneeren, zonder eerst nog cens goed na te zien wat er eigenlijk in het verslag stond, waarop men zich beriep. De Goasche Crt. alleen wees, maar toch eerst in haar nummer van heden op die overdrijving.” „Men kan aldus besluit de M. Ct. de vaak holle theorieën van den heer Smit genoeg bestrijden zonder de eischen der eerlijkheid uit het oog te verliezen.” gen. Niet in, neen, over do wereld zullen haar waarheden triomfeeren. In geen land ter wereld onze partij, als vertegenwoordigster van het Calvinisme, haars gelijke. Zij is een vreemdeling op aard. Maar al ware er zelfs geen kans om ook maar een voordeel te behalen, ook dan moesten no- de slappe handen en trage knieën onder ons veroordeeldwant het geldt de eere Gods. Doch het roeien tegen den stroom heeft ook zijn zegeningen. Het verfrischt en versterkt; het zuivert al wat zwak en vuil is. Onze natie werd sterk door den strijd. Worsteling staalt de spieren, Zij doet de geestdrift ontvlammen. „En gaat de golfslag ons soms al te hoog, zoodat wij teruggeslingerd worden, ’dan vinden wij een vaste rots om in te wonen.” Het ontslag van den heer dr. J. M. Smit te Apeldoorn blijft nog steeds aan de orde. De officieele stukken te dezer zake openbaar ge maakt worden, naar het schijnt, niet voldoende geacht ter verklaring van het hem gegeven ontslag en men voegt er de verslagen bij van een paar redevoeringen vroeger door hem gehouden. Als zoodanig deed o. a. dienst het verslag eener lezing ontleend aan de Goesche Courant. Eenige daarin voorkomende uitdrukkingen heb ben den heer mr. A. Kerdijk in het Sociaal Weekblad aanleiding gegeven tot de verklaring dat iemand, die zóo spreekt, niet langer als amb! teuaar in dienst kan blijven. Dr. Smit zou o. a. gezegd hebben„Het volk moest als een opstaan revolutie zal aan brengen wat verlangt.” „Zie, schrijft mr. A. Kerdijk, wanneer een ambtenaar een ambtenaar, van welken aard ooit, laat staan een opvoeder der jeugd zoo zich uitlaat, wanneer hij aldus ondubbelzinnig revolutie predikt en aanzot tot ongehoorzaamheid aan ’s lands wetten, dan komen wij er zonder schroom voor uit, dat wij, indien wij stem had den in het kapittel, er niet voor zouden terug deinzen, tot zijn voorgesteld ontslag mede te werken. En dan zouden wij dus ook -een vrijheid vinden, het hem verleende ontslag af te keuren.” Do heer Kerdijk voegt er echter bij„Wij weten niet, of de heer Smit juist dat gedeelte van het verslag zijner voordracht, waarop het aan komt, als juist heeft erkend, en derhalve ook zonder nader bewijs daarop mocht gevonnist worden. Doch wij weten ook niet, of hij ont kent, de woorden in quaestie of daarmede ge lijkstaande te hebben gesproken, en of deze dus behoudens bewijs van het tegendeel, buiten be! schouwing mogen worden gelaten door wie billijk wil oordeelen oordeelen zonder overijling billijk oordeelen over rechter en gevonniste beiden.’ W ij zeggen slechts, dat, zoolang op dit punt geen vei der en helder licht is ontstoken, er voor ons reden is om te twijfelen, of wij beboeren te deeien in de verontwaardiging, die door de daad van den Apeldoornschen gemeenteraad veler- wegen is opgewekt.” De Amst., die steeds met warmte voor dr. Smit blijft ijveren, heeft, na kennisgeving van hetgeen het Sociaal Weekblad sohrytt, aan dr. Smit gevraagd: „Gevende woorden der Goesche Cour.„Het volk moet als één man opstaan revolutie zal aan brengen wat men verlangt,” juist het door u gesprokene terug?” De hoer Smit antwoordde„Neen, onzin. Goes zelfde voor dracht als Middelburg”. Uit’t geen nader wordt medegedeeld door de - Goesche Cour, zelf, blijkt de zinsnede aldus te at heoben geluid: „Het volk moet als één man op- ging voor de lijsten d< 1 staan en zijn rechten opeischen, of, wat wijlen diging „de huldiging van den état athée" men gelooft haar niet of niet ten volle. Gelooft men in haar, dan was het eereplicht tegen de verkiezing van hen, die daartoe in staat waren, den laatsten man op te roepen. Gelooft men niet of niet ten volle in haar, dan was het plicht te zwijgen. Men zweeg niet on wij moeten ons afvragen: wil men ergernis Wil men deze hervorming van het kiesrecht gehaat maken Wil men uit de eodsquaestie een wapen smeden Zulke dingen zijn gevaarlijk en ergerlijk. Ue N. Zwolschi Ct. gaat na wat de anti revolutionaire partij in den nieuwen toestand wacht. Men maakt, zegt zij, allerlei berekeningen over den nieuwen stand der partijen. Doch dit staat vast „De Roomschen zullen winnen. Dat sommi gen hunner zoo fel tegen de herziening gekant zijn, verraadt slechts hunne bittere armoede aan politieke gedachten, zoodat zij zelfs niet eens de grondlijnen van een program in hun bewustzijn getrokken hebben, en daardoor een dorsten naar de mufte wateren van het schimmelig conserva tisme.” En voorts is zeker, dat de weg der anti revolutionaire partij stroomopwaarts gaat; meer nog dan nu. Zij moet allereerst pogen haar natuurlijke bondgenooten om zich heen te zamelen, door een gemeenschappelijk program. De verdeeldheid der Roomschen, het buigen der Limburgers voor don afgod: „Het bestaande,” zal zij daarbij tegen zich hebbende radicale partij moet zij tot zelfbewustzijn prikkelen. En dan begint pas de groote worsteling tegen den machtigen stroom der coterie in. Een zware tijd wacht de anti-revolutionaire partij. Wij zullen roepen om vrijheiden recht; recht ook op kerkelijk gebied. Maar de mannen der „Volkskerk” zullen die astige roepers verdrijven uit hun vaderlijk erfdeelen (komt er geen keer) de rechters zullen hen, die aanhouden, met proceskosten beboeten. Letterlijk alles zal zich tegen ons opmaken: Burgemeesters en schoolmeesters Commissaris sen des Konings en notarissen met hun onbere- keu baren invloed rechters en kerkdespoten, die maar al te vaak elkaar verwant zijn, of den- zelfden naam dragen mannen van wetenschap en mannen van kapitaal met de groote pers het Nut en landbouwvereenigingenomsnoerd en omstrengeld door den satanischen band der vrijmetselarij, zullen onze kleine worstelende groep pogen te smoren in de troebele golven hunner macht. Geen genade voor ons. „Het is niet behoorljjk, dat zulk een blijft leven En de Regeering, schijnbaar alleen de belangen van het land behartigende, zal bij elke nieuwe benoeming tot een invloedrijk ambt ons tergend duidelijk maken, dat zij een welgevallen zou nemen aan onzen dood Ons is noodig een recht begrip onzer roeping. De partij is niet tot Regeeren geroepen. Vier vijfde der bevolking ’t is zoo Gods bestel wil onze beginselen niet. De liberalisten vangen ons de argloozen af. Een vaste Regeering onzer kleine partij zou hetzelfde zijn als het '’onder drukken van meer dan ons halve volk. Dat mag en dat wil zij niet. Maar zij wil en kan invloed oefenen op den gang der zaken, door steeds in de bresse te staan voor vrijheid en recht, eu voorts moet zij getuigen van de souvereiniteit des Heeren. moet haar stoutste wenschee volkomen bevredi- Wanneer de Eerste Kamer, die den 31 Oc tober weder bijeenkomt, zich in tweede lezim» met de grondwetsvoorstellen mocht vereeni-en* zullen naar het Haagsche Dagbl. schrijft, waar schijnlijk in de eerste helft van November de staatsbladen worden uitgegeven, waarin de defi nitieve wetten zullen staan. De minister van binnenlandsche zaken heeft verleden Vrij da- m de Tweede Kamer het voornemen te kennen gevende om thans op dezelfde wijze als m 1848 te handelen herinnerd dat toen de plechtige afkondiging heeft plaats gehad 30 dagen na de uitgifte van de Staatsbladen, zoodat met die plechtige afkondiging de gewijzigde grondwet dadelijk in werking trad. Nu bepaalt voorts art, IX van de additioneele bepalingen der nieuwe grondwet dut de verkiezin-en voor e nieuwe Kamers der Staten-Generaal plaats lebben binnen 4 maanden na de afkondiging. Dat zal ons, zeide de minister, van zelf allicht tot het voorjaar brengen. De bij artikel VIII van de additioneele arti kelen bedoelde herziening van de kiezerslijsten en van de lijsten der hoogstaangeslagenen voor de heiste Kamer zal inmiddels moeten zijn af- geloopen uiterlijk op den 77en dag na de af kondiging van de grondwet voor de kiezerslijsten en uiterlijk^op den lOöen dag na die afkondi- 1 Ier hoogstaangeslagenen. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post J.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. Het wetsontwerp tot uitbreiding en aanvullen» der wet op den kinderarbeid is, naar ’t Vad verneemt, reeds aan den Raad van State toe gezonden. ADVERTENT1KN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents voor eiken regel meer 7!/2 Cents. Bij abonnement is ie prijs be! langrijk lager. Vcorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek. op Zaterdag 22 October 1887, ’s namidd. 6 uur. Punten van behandeling: 1. Resumtie der notulen. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. 3. Benoeming eener onderwijzeres aan school no. 1. 4 Verzoek van J. on E. Sanders, om de Bank van Leening over 1888 te pachten. 5. Alsvoren van W. van dor Werf om zijne jaarwedde als Concierge der II. B. School te verboogen. 6. Begrooting der dd. Schutterij, dienst 1888. Gemeentebegrooting, dienst 1888. bekendmaking. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SNEEK maken bekend, dat de dit Dar invalt ojj MAANDAG den 31en OC- J.OBER. Sneek den 21 October 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd ALMA. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. UIT DE PERS. De stem, door een deel der roomseh kath. leden van de Tweede Kamer over Hoofdstuk III der Grondwet uitgebracht, heeft, vooral met het oog op de afschaffing van den verplichten parlementairen eed, in de bladen dier partij weder een scherpe polemiek uitgelokt. De Tijd 0. a. houden vol dat de Nederlandsche staat door het facultatief stellen van den eed het atheïsme huldigt. De Grondwet komt thans tegen de houding dezer organen op. liet blad doet opmerken dat de genoemde ?u niet over den eed hadden mogen zwijgen bij de jongste verkiezingen, als zij werkelijk in de thans gevallen beslissing zulk een hevig Je*grijp zien. Indien de Tijd werkelijk meent, dat de beslissing over den eed zou zijn „een gioote fout en tevens een huldiging van den at athée", dan had zij zich voor de verkiezin gen moeten vergewissen van do meening, door de candidaten ten opzichte van deze beslissing gekoesterd. Zelfs was het onnoodig hierover breede en lange onderzoekingen in te stellen. Be zaak was zeer eenvoudig. DeAlgem. Bond van Kath. Kiesvereenigingen had verklaard geen bezwaar te hebben tegen Hoofdstuk III, waarin dc beslissing over den eed was opgesloten de t’oord-Zuidhollandsehe Bond had zich nederge- *egd bij de feiten en candidaten gesteld, die mede geneigd waren Hoofdstuk III aan te ne- ®eude deputaten-vergadering der anti-revolu- «onairen had in eerstgenoemden zin haar meening Veriilaardverschillende anti-revolutionaire en atholieke candidaten hadden zich onbewimpeld voor Hoofdstuk III verklaard. Men wist dus, dat hetgeen men noemt „de huldiging van den e-at athée" zou plaats grijpen. Met geen tittel p jota heeft men evenwel daarvan gerept. Men ooft het katholieke volk zonder waarschuwing gelaten, men heeft toegezieu bij de verkiezing van heden, die tot „de huldiging van den état «ee bereid waren en men zweeg over hen "~avU U’eu b.eval sommigen zelfs met name aan. 'Vat is dit? Welk een naam verdient het, anneer men bij de verkiezingen over zulk een aai, een zaak zoo heilig en zoo gewichtig, 'vilgt, om haar nog eens aanhangig te maken «enige dagen vóórdat de laatste beslissing vallen Ut men gelooft in deu ernst dier beschul- - t. 0. i- 0 it leea ms- ugs. '45 '20 J 30 I. 45 50 1 512 76 1 27 515 oof J 86 oor J 56 oor Hl oor )25 oor 9 42 .oof w o’ll I-;-';. ta to w v 'Z'v >5 n Si K JU. 1 s te. Trmiijiiiiiiuiii wpi mi1 V.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1