Sims- El 19® WIHLI91991! 91 (IHBIEIWmoroiSSBWSfflL I J RH No. 88. T W E EE N-V EERTIGSTR 1887. ,0( N A. I U I T DE PERS. A I. w ten iko e i 35 Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. an ng< er lui ge Van wege de Hollandsche Spoorwegmaat schappij zal de aanlegplaats der veerstoombooten en het spoorwegj.errjn te Enkhuizen worden overdekt. Men viert zich dat dit werk, ’t welk ruim f17000 zal kosten, ten gerieve van het publiek reeds in den loop van den aanstaanden winter gereed zal komen. L’ De bekende plaat van Joh Braakensiek, uitgegeven door den Volksbond tegen het mis bruik van sterken drank, met het onderschrift: „Ach 1 Vader, niet meeris opnieuw verschenen In het Sociaal Weekblad wordt nogmaals dringend aangespoord tot wettelijke regeling van het bedrijf der levensverzekering, speciaal wat betreft de begrafenisfondsen. Om in Nederland een begrafenisfonds op te richten heeft men niets anders noodig dan een Geinig drukwerk en enkele boden of' controleurs o>n „leden” te winnen. Of dit gelukken zal hangt niet af van de goede grondslagen, goede tarieven en goede argumenten, maar van de ■welbespraaktheid en de slimheid der boden, aan wier strijkstokken een groot deel der premies blijft hangen. Telkens komt het voor dat de bo den de klanten bij honderden aan elkaar overdoen. En ondertusschen hebben die duizenden en duizenden verzekerden niet de geringste zeker. was gestelden 5. dat hetgeen de fractie- Schaepman van de overige ultramontaansche fraction onderscheidde, juist gelegen was in het bewust opnemen van dit principieel en wezenlijk politiek element.” De Tijd geeft gaarne toe, dat niet al deze beschuldigingen beschuldigingen behoeven te zijn. Maar dit is voor heden de vraag niet. De Stand, belooft over de aangegeven punten in debat te zullen treden, en er moet dus wor den afgewacht, welke feiten ter adstructie zullen worden aangevoerd. „Zoo wij ons niet ver gissen, was het bij onze vorige ontmoeting juist onze grief, dat er door de Stand, wel „beweerd”, maar niet „bewezen” was. Mogen wij er alvast aan herinneren, dat aan onze histoire contempo raine van den allerlaatsten tijd door ons een paar constante feiten wesden ontleend, die de be schuldigingen door de Stand, tegen de Roomsch- gezinden gericht, te eeuenmale schijnen te weer spreken Maar al zal de Tijd in deze zaak geduld oefenen, iets anders is ’t met het verlangen van de Stand., dat de redactie van de lijd in haar consequent streven om op electoraal terrein ook de Roomschgezinden tot hun proportioneele sterkte te brengen, wat meer dan dusver, bewijs behoorde te zien voor de eerlijkheid van het bedoelen der anti-revolutionaire partij. „Zulk bewijs toch brengt de vrucht der waar- deeriug met zich. Een waardeering, waarop we prijs stellen, niet om ons steun voor de toekomst te verzekeren, maar wijl we, oók bij het terug- keeren naar ons isolement, in wederzijdsche waardeering van de verschillende staatspartijen onderling een waarborg meenen te zien tegen de ontaarding van den politieken strijd in factie- zucht en fanatisme.” Da Tijd merkt, naar aanleiding hiervan op, nooit te hebben uitgesproken, dat het bedoelen van de anti-revolutionaire partij oneerlijk is. „Wij zouden het vermetel achten en, wat meer zegt, onrechtvaardig. Wij houden ons overtuigd, dat de anti revolutionairen het eerlijk ook met ons meenen. In zoover dus kan de Stand, zich geruststellen omtrent „een waar deering, waarop hij voor ons zeer vereerond prijs stelt.” Maar dat die overtuiging zou moeten gebaseerd zijn op het „consequent streven van de anti-revolutionaire partij om op electoraal terrein ook de roomschgezinden tot hun propor- tioneelo sterkte te brengen” ziet, dat is, dunkt ons, wel wat veel van ons gevergd. Als de Stand, er zijn nummers van de laatste dagen eens op naleest, zal hij het misschien wel met ons eens zijn 1” heid, dat ten minste later bij overlijden de meestal veel te duur gekochte uitkeering ook werkelijk zal volgen. Vooreerst staan zij, tengevolge van dat knoeien der boden, bloot aan de kans, dat zij er geheel uit geraken en, als de dood reeds dreigt, bij geen enkel fonds meer worden aan genomen doch dat gevaar is nog het grootste niet, want met het overnbmen zijn de meeste fondsen, of liever de meeste boden, al zeer ge- makkelijk. Veel ernstiger is het gevaar, dat de kas van het fonds leeg zal zijn, als over tal van jaren niet de premies, maar wel de uitkeeringen vermenigvuldigen. De eigenaars of beheerders der fondsen hebben de vrije beschikking over de spaarpenningen. Als zij nauwgezet en eerlijk zijn, zullen zij om de toekomst denken en een behoorlijke reserve afzonderenmaar als zij het niet doen en bij den dag leven, bemerken hun verzekerden er toch niets van. Natuurlijk zul len zij in den eersten tijd, als er nog weinig verzekerden sterven, wel zorgen voor de noodige uitkeeringen geld beschikbaar te hebben. Dat wordt opgemerkt en geeft vertrouwen, ofschoon het gepaard kan gaan met de grootste iusoliditeit. En als later de kwade dagen komen en de sterfte zóó groot wordt, dat uit de jaarpremies alleen de betalingen niet meer geschieden kunnen welnu, wat nood P De eigenaar van het fonds heeft er met zijn agenten gedurende eenige jaren goed van geleefd, en als de kas ledig is, dan wel, dau laat hij eenvoudig aan zijn klanten weten, dat hij de zaken niet wenscht voort te zetten, indieu hij ten minste nog zoo beleefd is van zijn vertrek vooraf kennis te geven. Niets belet hem, eenigen tijd later op een an dere plaats zijn handwerk op nieuw te beginnen en nieuwe slachtoffers te maken. Natuurlijk zouden zijn crediteuren dat zijn de verzeker den hern in rechten kunnen aanspreken; maar wat zou het hun baten? Waar niets is, heeft zelfs de keizer zijn recht verloren. De spaarpenningen zijn weg, en de boden van het doode fonds gaan met hun leden zooveel mogelijk bij een ander over. Natuurlijk zijn er gunstige uitzonderingen. Er zijn ondernemingen die zich levensverzekering maatschappijen noemen en in lichtzinnigheid voor de slechtste begratenisfoiidseu niet onderdoen er zijn anderzijds begrafenisfondsen, die uitste kend worden beheerd, voor voldoende reserve zorgen en voor publiciteit niet terugdeinzen. Wat echter niet wegneemt, dat de bovengegeven schets in hoofdzaak, en wat zeer vele gevallen betreft, mot de werkelijkheid overeenstemt. Do polemiek tusschen Stand, en Tijd, naar aanleiding van het artikel „de Roomschgezinden” in eerstgenoemd blad, wordt voortgezet. De Stand, heeft zich bereid verklaard, niet alleen tot vergeven en vergeten, maar zelfs tot een amende honorable. De Tijd zou gaarne de tot verzoening uitgestoken hand aannemen, ware ’t niet, dat tegelijk de vroeger uitgebrachte be schuldiging tegen do roomschgezinden door de Stand, werdeu herhaald en bevestigd, als „1. dat ze (de Roomschgezinden) meenden ook voor het gemeene vaderland het best te zorgen, zoo ze Rome’s invloed sterken2. dat ze op politiek terrein aan Roomschgezinden, zonder eenigszins scherpe onderscheiding van hun politieke gezindheid, steeds boven niet- Roomschen de voorkeur gaven3. dat hun politiek beleid, voor zooveel ’t een vaste lijn volgde, meer door opportuniteit dan door een tegen de revolutie anti-thetisch overstaand be ginsel geleid wierd; 4. dat hun politiek ten onzent niet organisch samenhing met de prin- cipieele actie, die in andere landen juist door roomsche staatslieden tegen de revolutie te werk ADVEBTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Naar de Zw. Ct. gebleken is, moet het uit Zwolle aan de Arnh. Crt. toegezonden bericht, dat het rijk alle Zuiderzeehavens zal gaan on derhouden, op een misverstand berusten. Zaterdag is te Amsterdam een algemeene vergadering gehouden van de Zuiderzee-vereeni- giug. In plaats van den heer Van der Toorn, die tot honorair raadadviseur werd benoemd, is de ingenieur C. Lely benoemd tot chef van het technisch onderzoek, bijgestaan door de heeren BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SNEEK brengen, naar aanleiding der missive van Zijne Excellentie den Minister van Koloniën, dd. 24 October 11.Litt. E no. 14, voorkomende in het Provinciaal blad no. 87 dezes jaars, ter openbare kennis dat bij Koninklijk besluit van 8 September 1887, no. 24, is bepaald, dat, te beginnen met het jaar 1888, de gagementen van gewezen mi litairen van het Leger in Nederlandsch Oost en West Indie door .het Departement van Ko loniën niet meer, zooals tot dusver, na afloop van elk kwartaal, maar in den aanvang van elk kwartaal zullen worden beschikbaar gesteld dat er dus voor de gegageerden geen reden meer is om zich voorschotten op hunne gage menten te doen geven tegen beleening van hunne gagements-aktendaar zij voortaan het hun toekomende bedrag rechtstreeks van het Gou vernement kunnen ontvangen omstreeks den- zelfden tijd, waarop zij tot dusver van anderen, tegen betaling van renten en kosten, een voor schot tot dat bedrag ontvingen, en dat tegen overlegging der ter Secretarie dezer gemeente te verkrijgen formulieren van attestation de vita, na behoorlijk ingevuld, onderteekend en van de vereischte legalisatie voorzien te zijn, het gagement door den gegageerde of uit zijnen naam door een gemachtigde tenzij door een ander volgens de wet recht op de uitbetaling mocht zijn verkregen kan worden opgevor derd ten kantore van denzelfden betaalmeester alwaar eu op hetzelfde tijdstip waarop het gagement over het vierde kwartaal 1887 is betaalbaar gesteld. Sneek den 31 October 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. j. W. BENNEW1TZ, Secretaris. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SNEEK. brengen tor openbare kennis, dat het door hen opgemaakt Suppletoir Kohier van Belasting op de binnen deze gemeente ge houden wordende Honden, dienstjaar 1887, van den 2en dezer maand, gedurende acht dagen ter Secretarie alhier voor een ieder ter inzage zal liggen, binnen welken termijn belangheb benden tegen hunne aanslagen op ongezegeld papier bij hun College bezwaren kunnen in brengen. Sneek den 1 November 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. J. W. BENNEWITZ, Secretaris. R. van den Broek, ingenieur, en T. J. M. Reyn- ders, teekenaar. Uit de nota van de ingenieurs is gebleken, dat zij de afsluiting en het droogleggen van de Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerzee wen- schen te verdoelen in drie op zichzelf staande ontwerpen lu. Een afsluiting tusschen de Noordholland- sche en Friesche kusten, over Wieringen often noorden van dat eiland, een oppervlakte van 360,000 H.A. 2°. Een afsluiting, aansluitende aan 1°. over Terschelling en de oostelijke eilanden naar de Groningsche kust, waardoor nog worden afge sloten 160,000 H.A., waarbij tevens langzame landaanwinning kan worden overwogen, 3®. Eene afsluiting van de Waardgronden aan de oostzijde van Tessel en Vlieland, waardoor 30,000 H.A. worden verkregen. Zij willen hierbij de afstrooming der afgesloten Zuiderzee vinden in het aan brengen van een bekwaam aantal sluizen in den afsluitdijk Wie ringenFrieslandlaten voor waterberging bij buitengewone omstandigheden van IJsselafvoer en regenval, tusschen den afsluitdijk en de Over- ijsselsche kusten ee n binnenmeer bestaan van minstens 80,000 II.A. en wenschen na de af sluiting bij eventueele droogleggingen, voor de handhaving eener steeds onbelemmerde scheep- vaartbeweging, eene ruime stroombaan te behou den, die Amsterdam met dat meer in verbinding stelt. Het bestuur stelt zich voor de werkzaamheden zoo te regelen, dat de noodige boringen, peilingen enz. voor ontwerp I in 1888 gereed komen en voor II en III zoover gevorderd zijn, dat ook dan het geheel kan worden overzien. In de plaats van de hh. F. C. Tromp (minister van marine) en A. L. Dyserinck te Haarlem (overleden) zijn tot leden van het algemeen be stuur gekozen de hh. mr. A. F. Vos de Wael, lid der Tweede Kamer voor Den Bosch, en mr. H. F. K. G. Seydlitz, lid van Gedeputeerde Staten van Limburg. Thans zijn alle provinciën in het bestuur vertegenwoordigd. De bogrooting voor 1888 is als volgt ontworpen: uitgaven voor het technisch onderzoek f7950, huur stoomboot, vaartuigen enz. f 11000, het scheikundig onderzoek f 1000, bureaukosten f500, kaarten, boeken en onvoorziene uitgaven f 1000, dagelijksch bestuur reis- en verblijfkosten f400; te zamen f21850, buitengewone uitgaven voor een meer uitgebreid technisch onderzoek f 10000; totaal f 31850. Inkomsten: saldo A°. P°. f 1800, contribution van 578 leden f2890, en leden a f 10 tot f30, driejaarlijksche giften f 7768, twee- jaarlijksche giften f450, giften in eens f50, bui tengewone ontvangsten (in verband met de uit te schrijven leening) f18862; totaal f31850. Aan het bestuur werd machtiging verleend tot het uitschrijven van de rentelooze geldleening tot een maximum van f90000; de wijze vau uitgifte is aan het bestuur overgelaten. Door den heer Thiebout on door den voorzitter, den heer Buma, werden nog eenige warme woor den gesproken van opwekking tot steun en deel neming aan de echt Nederlandsche zaak van de drooglegging der Zuiderzee. De heer Thiebout wees er bovendien op, dat alleen het technisch onderzoek van genoegzaam groot belang is, om den steun van Nederlanders ten volle te verdienen; ook zelfs in het ongunstigst geval, als dit onder zoek üitmaakt dat het plan der drooglegging voor uit voering niet vatbaar zou zijn. SNÜEK3 OURAA .01 6 11. U1XÜ EXLAK Bi. II. jnti i SOI ■VO in; ■io iti( of ii ?eo US’ ■gs. 15 ;Ut t. ia.1 Ni ;a.- m. jk.' tun vai i» l i Z. .12 ■5 la )0t 11» w.' J'j >uf 11 »ül' 'D Oi' 42 Jüf ia: ii KOLONIALE GAGEMENTEN. /ar

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1