I
Een millioen Pond.
K L IT E.V L A N i>.
I1
De stoomboot Friesland, dio Vrijdag avond
van Enkhuizen vertrok, kon door den zwaren
mist, die op zee hing, de haven van Stavoren
niet binnenkomen en raakte op een droogte vast.
De passagiers misten den sneltrein .naar Leen-
zou kunnen zeggen bijna zwart geworden is
maar zoo iets komt zoo dikwijls voor en men
kan daarvan niets anders zeggen dan dat het
toevallig is.”
„Maar de oogen, mylordik bid n, bekijk
nu de oogen eens wat nauwkeuriger,” riep lady
Arabella uit.
„Ook daarin vind ik niets wonderbaarlijks,”
antwoordde de lord. „De oogen van misz
Norman hebben eene onbepaalde, maar thans onte-
genzeggelyk donkerder kleur, als zij hadden
op het tijdstip toen dit portretje is gemaakt;
niemand zal ze echter bepaald bruin of zwart
kunnen noemendat zij het heldere blauw der
kinderjaren hebben verloren, laat zich op dezelfde
natuurlijke wijze verklaren als de verandering
in de kleur van het haar.”
„Weet gij, lief kind, hoe gij mij voorkomt?”
zei lady Arabella, zich vragend tot haar nicht
wendende. „Ik heb er een geruimen tijd over
nagedacht, zonder dat ik in staat was, de per
soon, die mij voor de geest zweefde, bepaald
aan te duiden. Maar thans is het mij op eens
duidelijk geworden. Ik heb uwe ongelukkige
nicht, de dochter van mijn zwager, niet weder
gezien sedert gij naar het vasteland zijt ver
trokken, en dat is nu toch al negen jaar geleden.
Op haar zoudt gij moeten gelijken als het eene
ei op het andere, als zjj hier thans voor mijn
oogen stond.”
„Reeds als kinders geleken wij sprekend op
elkaar,” antwoordde Alice, die eindelijk de kracht
had gevonden voor een antwoord, maar tegelij
kertijd zocht haar blik andermaal haar verloofde,
en de bede, die er uit sprak, was zoo smeekend
en gaf zoo duidelijk het verlangen té kennen om
aan dit gesprek een einde te maken, dat hij
dadelijk besloot daaraan te voldoen.
„Het spijt mij wel, lady Stuart,” zeide hij,
„dat gij aanleiding gevonden hebt onze op
merkzaamheid te vestigen op oen beklagens-
waardig wezen, welks treurig lot, daar zg de
naaste bloedverwante van mijn verloofde is en als
zoodanig alle aanspraak heeft op hare hartelijke
Reeds eenige malen was er bij een boer te
Oostburg poging tot inbraak gedaan; van tijd
tot tijd werd dan ook iets vermist. Onlangs nu
stormde het hevig, en de boer vermoedde dat
de inbreker dezen nacht te baat zou nemen om
zijne booze practijken uit te oefenen. Er over
peinzende, hoe den dief te verschalken, schoot
hem eene gedachte te binnen, waaraan hij uit
voering gaf: hij bond een touwtje rondom de
keet, waar de bezoeker het eerst aanlegde,
maakte dat aan de luiken en de deur vast en
leidde het van de keet naar het huis, waar er
een stuk blik aan bevestigd werd. Bij het
openen van de deur der keet, moest dan het
blik naar beneden vallen en zoo de huisgenooten
wekken. Alzoo toegerust legde ieder zich te
bed. In het nachtelijk duister sloop nu de on
aangename gast naar de keet, waar hij ’thuis
bleek te zijn, opende de deur en doorsnuffelde
alles, of er ook iets van zijn gading was. Door
den storm had hij echter ’t vallen van het blik
niet vernomen. De boer en de knecht naderden
ongemerkt de keet en spijkerden de deur dicht.
Het tooneel had nu veel weg van den beer
Isegrim, die door den slimmen vos Reinaerd op
honig zou onthaald worden, doch door dezen
leelijk werd beetgenomen. Eenigen tijd later
kwamen de marechaussees om hem naar het
huis van bewaring te brengen.
3
OVERZICHT.
De president dor Fransche republiek is
zoo verstoord over de houding der Kamer, die
Cuneo d’Ornani’s voorstel aannam en dus deli-
bereeren zal over de wenschelijkheid om een
commissie te benoemen om te onderzoeken of
er ook handel in ridderorden of staatsambten
gedreven is, dat hij met zijn ontslag dreigt
De bladen komen er openly k voor uit dat het
eigenlijk op Grévy’s schoonzoon, den afgevaar
digde Wilson, gemunt is en dit is hem des te
onaangenamer, daar Wilson nu reeds sedert
jaren zijn huisgenoot op het Elysée en in vele
opzichten waarschijnlijk ook zijn rechterhand is.
De minister-president Rouvier en zijn collega’s
schijnen er echter in geslaagd om Grévy over
te halen om op zjjn besluit terug te komen.
Het ministerie zal zich tegen het benoemen van
bedoelde commissie verzetten en daarvan een
kabinetsquaestio maken. Men hoopt dat dan
de monarchalen weigeren zullen om met de
intransigenten tot den val van het ministerie
mede te werken en dat op deze wijze de crisis
zal voorkomen worden.
De zitting der Kamer werd Donderdag met
eenige bezorgdheid tegemoet gezien, omdat men
demonstration verwachtte van de partij die het
op Wilson voorzien heeft en die men meent
dat door dezen te treffen ook Grévy tot aftreden
wil noodzaken. Alles liep echter kalm af; er
zwierven wel een aantal verdachte personen om
het Palais Bourbon en enkelen riepen: „De
mission doch door de genomen maatregelen
werden verdere ongeregeldheden voorkomen.
De Kamer nam in tweede lezing met 333
tegen 193 stemmen het voorstel aan, om de
nog in het leven zijnde gewonden van de Fe-
bruari-omwenteling van 1848 als nationale hulde
een levenslang pensioen uit te keeren. De
openbare zitting werd daarop tot Zaterdag ver
daagd.
Alstoen heeft de Kamer ’t wetsontwerp op de
vrijheid der begrafenissen, dat de Senaat vóór
de parlementaire vacantie in gewijzigden vorm
Gaarne voldoen wij aan het tot ons gerichte ver
zoek om er nogmaals de aandacht op te vestigen.
De keurige uitvoering en de geringe prijs zal de
verspreiding zeker in de hand werken.
De openbare vergadering van wege de ver-
eeniging De Unie, waarin de heer VT. E. Wil
link Ketjen van ’s Gravenhage zal optreden,
zal gehouden worden den 2 November a. s. in
de groote zaal van Maison Stroucken te Am
sterdam.
aan den Minister van het rijk terug. Een dezer
plavuizen, kostende per 100 stuks f2.70, werd
door den sectiechef te Gulpen bij S. in ontvangst
genomen en den Minister ter inzage opgezonden.
Van wege den Minister werd de steen gezonden
aan hh. Gedep. Staten in Gelderland, om idvies
betrekkelijk de stof van dit fabrikaat. Hierop
werd door de Staten geantwoord, dat de hier
voor gebruikelijke stof bestond uit magere pot
tenbakkersklei.
Vorige week ontving de heer S. eindelijk
antwoord op zijn schrijven bestaande uit een
uitvoerig op zegel geschreven relaas, deze steen
soort betreffende. De Min. stelde klager ia het
gelijk, hem tevens mededeelende, dat hij ten
kantore van den rijksontvanger te Vaals zijn
recht kon doen gelden en aldaar terugbetaling
zou bekomen van het onwettig betaalde.
Diensvolgens heeft S. zich thans tot genoemden
ontvanger gewend, die echter verklaart geene
terugbetaling te zullen doen, alvorens hem hetzij
van den Minister zelf of van den provincialen
inspecteur, schriftelijk last daartoe wordt gege
ven. Ten slotte berust S. ook niet bij het mo
gelijk verloren gaan van den opgezonden steen.
Teruggave daarvan heeft hij reeds verzocht aan
den verzender, den sectie-chef.
Hierover is weder aan den Minister geschre
ven, waarop antwoord volgde, dat de steen ver
zonden was aan Gedep. Staten, welke hem
den rechtmatigen eigenaar zouden doen toeko
men.
Onwillekeurig rijst hier de vraag, hoeveel
deze steen nu reeds gekost heeft aan schrijfloon
enz.
Zaterdag morgen heeft te Roozendaal een
botsing plaats gehad tusschen den veetrein uit
het noorden en een rangeertrein. Verschillende
veewagens zijn in elkaar geschoven, terwijl een
50tal koeien zijn verpletterd. Persoonlijke on
gelukken hebben niet plaats gehad. Zeer be
langrijke schade is echter toegebrncht aan het
materieel. De lijn Roozendaal-Breda was Za
terdag versperd en de treinen moesten via Zwa-
luwe Breda bereiken.
e k(
brtei
iena
>elet
dat d
troef
van
root
lehe
maai
ir in
D<
Mini
door
Kijn
vroe;
versi
het
toom
de g
dical
zich
en i
onte’
jatte
V
de
wcin
mini
den
met
Op
kuni
nam
had
gene
tot
cons
to
mati
en c
zijn.
D
mini
heel
getn
over
Oosl
zag
bevi
derd
met
hem
dooi
peril
Ook
vol
staa
1
derc
en 1
(48
mee
linge
op
beh
opc
van
trok
bud
said
1
gasi
vol;
[hoe
jaai
bez
aan
daa
de
hij
haa
oog
iniu
hm
de’
dru
loft
'zuil
j^len
Wei
keu
Wai
We;
te
ver
jlovi
Jdag
^de
Roman van P. E. van Akeg.
XVI.
(Vervolg.)
Lord Rumsdale bekeek het hem van een
plaatje ivoor aankijkende kleine portret met
groote opmerkzaamheid en vergeleek het met
het voor hem zittende levende origineel.
„De gelijkenis der trekken valt oogenblikkelijk
in het oog,” zei hij kalm, nadat hij zijn onder
zoek had geëindigd„ik twijfel er geen oogen-
blik aan, of mijne verloofde zal als twaalfjarig
meisje werkelijk op dit portret hebben geleken.
Opvallend blijft het zeker, dat haar toen licht
blond haar na verloop van tijd zoo donker, ik
had goedgekeurd, in behandeling genomen. De
urgentie werd er voorgevraagd en toegestaan.
Bisschop Freppel verklaarde dat hij een reeds
uitgeput debat niet wilde vernieuwen. Al wat
er onrechtvaardigs en gevaarlijks en strijdig met
het reent in de wet is, is reeds in het licht
gesteld. Hij zou zich thans tevreden stellen met
verzet aan te teekenen tegen eeu voordracht,
die men wil laten doorgaan voor een vrijheid
lievende wet, maar die wezenlijk een wet van
onverdraagzaamheid, ja, van onderdrukking is.
Het is te doen om de begrafenissen zonder gods-
dienstigen bijstand aan te moedigen en te ver
menigvuldigen.
Het gewijzigde ontwerp werd aangenomen
met 367 stemmen tegen 145.
Hierna kwam aan de orde het ontwerp tot
regeling van de bezoldiging der lagere onderwij
zers. Ook hiervoor werd de urgentie, die door
bisschop Freppel bestreden werd, toegestaan.
Nadat eenige leden het woord hadden gevoerd,
werd de verdere beraadslaging bepaald in de
eerstvolgende zitting, die wegens Allerheiligen
en Allerzielen vastgesteld is op aanstaanden
Donderdag.
De begrootingscommissie heeft, na den mi
nister Rouvier te hebben gehoord, het wets
ontwerp betreffende de conversie der oude 41/,
pets, rente met algemeene stemmen goedgekeurd.
Daarna is Ribot met 14 tegen 2 stemmen tot
rapporteur benoemd. Hij deed Vrijdag voor
lezing van zijn verslag eu heeft dit Zaterdag
bij de Kamer overgelegd.
De bureaux der Kamer hebben een commissie
benoemd voor het instellen van een onderzoek
naar de zaak der knoeierijen met ridderorden
en ambten. Deze bestaat uit 3 leden der rech
terzijde en 8 republikeinen. Wilson zelf heeft
verklaard niets liever te willen dan dat dit on
derzoek zoo uitgebreid en nauwkeurig mogelijk
zijn zal.
Hij heeft inmiddels besloten om te verhuizen
en het Elysée reeds verlatenzijn goederen
werden naar zijn particuliere woning in de
Avenue d’Jéna overgebracht. Op alle tegen
hem ingebrachte beschuldigingen heeft hij tot
nog toe in de dagbladen of in openbare bijeen
komsten geantwoord alleen op één punt niet,
nl. dat zijn talrijke brieven enz., die hij uitbet
Elysée verzond, den stempel van den president
der republiek droegen en dus vrijdom van port
genoten. De bladen melden nu dat hij, die
verwijten moede, een aanzienlijke som, 40 of
45 duizend francs, aan de schatkist zond, om
zoodoende ook deze grief uit den weg te ruimen.
Het bericht is tot nog toe niet bevestigd, doch
zou, naar een hem welgezind blad doet opmer
ken, als hot waarheid bevatte, zijnerzijds een
bewijs van schuldgevoel zijn.
Generaal d’Andlau, die met zijn medebeschul
digden in de volgende week zou moeten terecht
staan wegen» de bekende zwendelarijen mst
ridderorden, moet op dit oogenblik nog in Lon
den zijn, doch zal weldra met zijn gezin naar
Amerika gaan, waar zijn vrouw, een Creoolsche, I
aandeel heeft in groote suikerfabrieken. I
De Minister van Oorlog, de heer Ferron, heeft I
bij de Kamer ingodiend een wetsontwerp tot for- I
matie van Alpentroepen. Langzamerhand begint I
bij de Franschen de overtuiging veld te winnen, I
dat in elk geval van eeu Europeeschen oorlog I
op Italiö’s vijandschap zou moeten gerekend I
worden. Het Fransche legerbestuur heeft het I
plan, in geval van een oorlog met Duitschland, J
alle maar eenigszins beschikbare krachten tegen
Duitschland in het veld te brengen, aangezien
het van de onderstelling uitgaat, dat het samen
treffen dezer twee legers voor den uitslag van
den krijg beslissend wezen moet. Aan de Itali-
aansche grens moeten nu zoodanige maatregelen
getroffen worden, dat de Italianen verhinderd
worden hun geheele strjjdmacht tegen Frankrijk
deelneming, haar steeds de meeste kommer ver
oorzaakt en maar al te zwaar op haar fijnge
voelige ziel drukt. Deze vreugdedag mocht
wel bewaard blijven voor alle treurige en onaan
gename herinneringenik ben althans zoo vrij u
vriéndelijk te verzoeken, u met mijn gevoelen te
vereenigen, opdat de vreugde van dit feest va“
geen enkelen kant worde gestoord.”
Hij vond van alle kanten bijval en lady
Arabella was een der eersten, die haar beat
deed om deze kleine interval te doen vergeten.
En zoo nam het gesprek dan ook spoedig
eene wending, waarbij voor niemand dergelijk»
onaangename punten van aanraking te vreezen
waren, en zoodra men de koffie gebruikt had
begon het gezelschap zich in grootere en kleinere
groepjes te verdeelen en al wandelende 1“
het park te verspreiden.
Lord Rumsdale had zich natuurlijk meester
gemaakt van den arm van zijn verloofde »a
zich met haar bij de wandelaars aangesloten.
De overige dames waren echter verstandig ê0‘
warden en werden met de sleepboot van de
heeren Prins Co. aan wal gebracht. De
boot is Zaterdag morgen weder vlot geraakt en
kon den gewonen dienst hervatten.
Het lid der Staten van Friesland, de heer
P. Lycklama Nijeholt, heeft zijne medeleden
een afdruk toegezonden van de brochure „Fries
land één waterschap,” welke Frisius in 1881
schreef, met verzoek daaraan hunne aandacht te
willen schenken bij de behandeling van het
aangeboden reglement op het subsidieeren der
zeewerende waterschappen. De beschouwingen in
die brochure hebben z. i. niets van hare waarde
verloren; het daarin voorkomende geschiedkundig
betoog toont aan, dat er gebroken is met de
vroegere lastverdeeling; bjj het vervallen der oude
regeling van de onderhoudplichtigheid ten aan
zien der kanalen, mag men niet halverwege
blijven staan, maar moet die ook voor de water
schappen vervallen. Uit eeu bijgevoegden staat
blijkt, dat het beheer der waterschappen jaarlijks
f 50,754.99 ‘/i kost. Bij behoud der tegenwoordige
technici, bezoldigd met f 12710, zou met het
aanstellen van een tweeden ingenieur bij den
provincialen waterstaat en verhooging der jaar
wedde van den hoofdingenieur jaarlijks ruim 30
mille aan beheerskosten bespaard worden, indien
de waterschappen opgeheven en de zeeweringen
bij de provincie gebracht werden, waartoe den
Staten de bevoegdheid ook gegeven wordt bij
het nieuwe grondwetsartikel 192, waarin o. a.
staat, dat de Staten bevoegd zjjn waterschappen
op te heffen.
De Eerste Kamer zal, als zij heden avond
bijeen komt, ongetwijfeld een aantal adressen
vinden waarin aangedrongen wordt op aanne
ming van hoofdstuk VIII (oorlog) der grondwet.
Nog voortdurend wordt melding gemaakt van
soortgelijke verzoekschriften, hier en daar circu-
leerende of reeds verzonden.
De volgende zaak, die levendig aan het „cir-
cumlocutiekantoor” van Dickens herinnert, wordt
in het A. v. d. D. medegedeelt:
Onlangs werd gemeld, dat de heer S., kassier
der Geldersche Kredietvereeniging te Mechelen
(Wittem) woonachtig, zich tot den Minister van
Financiën had gewend, met de vraag of roode
plavuizen al dan niet aan invoerrecht onderworpen
waren. Volgens zijne meening waren deze stee
nen vrij van rechten de rijksontvanger te Vaals
dacht er echter anders over, want voor twee
karren dezer steenen, door S. uit Pruisen bin
nengevoerd, werd door genoemden ontvanger
een recht van f 0,90 en f 0.95 geëischt.
Deze bedragen eischte S. in zijn schrijven
De vorige week werden voor de arrondisse
ments rechtbank te Dordrecht de pleidooien
gevoerd in de onteigenings-procedure tusschen
den Staat der Nederlanden en de gemeente Go-
rinchem. Terwijl de Staat voor de ten behoeve
van den aanleg van het Merwede-Kanaal te
onteigenen perceelen eene schadevergoeding aan
bood van f3981, eischt de gemeente Gorinchem
niet minder dan f 400,000, op grond dat zij door
deze onteigening zou genoodzaakt worden een
geheel nieuw stelsel van rioleering en uitwate
ring te maken.
Bij breedvoerig toegelicht requisitoir heeft de
officier van justitie, jhr. mr. Bosch ridder van
Rosenthal, conclusie genomen, strekkende, dat
de onteigening zal worden uitgesproken en dat
aan de gemeente Gorinchem zal worden toege
kend de aangeboden schadevergoeding van f3981.
De uitspraak in deze zaak, welke met belang
stelling wordt tegemoet gezien, wegens de groote
belangen welke daaraan voor de gemeente Go
rinchem zijn verbonden, is bepaald op Donder
dag 10 November a. s.
Commissarissen van de Lwtine-onderneming
hebben besloten de werkzaamheden voor dit
jaar te staken. Men heeft in het afgeloopen
seizoen slechts 30 dagen op de Lutinebank
kunnen werken met de zuigmachines en 13
malen ging men te vergeefs derwaarts. Gedu
rende dit jaar werden opgehaald 35 diverse
gouden muntstukken, 595 zilveren Öpaansche
matten, 23 diverse kleine zilveren muntstukken
en 18 koperen, benevens andere zaken van
geringe waarde.
Hecht voor Allen verzekert, dat de ingestelde
strafvervolging tegen dat bladwegens het
veelbesproken stuk „Domela Nieuwenhuis en
Jeanne Lorette in den kerker” niet wordt
voortgezet.
Het blad laat zich in zeer krasse termen uit
en beweert dat de minister van justitie de zaak
niet durft voortzetten uit vrees voor de com
promitterende feiten die daardoor aan ’t licht
zouden komen.
I
j
k
noe
i