N
u
SI
gei
set
He
-- -V.ÏVVUL, lUUCUl UVl gü’ np
noemde blad ten slotte sterk iu twijfel te moeten pot
KfflffiSaHiïg.
I
I,
F l!
Een millioen Pond.
P
en
OP
trekken.
F
dat doel
na-
'I
be-
van
Pe-
nar
ziel
N
or
M
C.
Si
d
o
J
ti
Wie die valsche stukken vervaardigd had,
dat
oven
gene
Uien
ïiju
eicht
eeuw
horn
egel
iem
vas
Het
Mei
laarr
Wie j
1 I J’’
p
K
I
k i
l 1
aller
lang
Koel
isUia
Ifci'll
II
vau
antw
verantwoordelijkheid voor de vorming van een
kabinet niet op zich nemen. Wat zijn opinie
over den toestand betreft, dien wilde hij alleen
mededeelen in het bijzijn van Floquet, den pre
sident der Kamer, Goblet, het hoofd van het
vorige kabinet, en Freycinet, Grévy’s vermoe-
delijken opvolger. Dit onderhoud zou Maandag
plaats hebben om des avonds gevolgd te worden
door een bespreking met alle hoofden der kabi
netten, die onder Grévy’s presidentschap opge
treden zijn. Sedprt Januari 1879, toen Grévy
optrad, zijn er twaalf ministeries geweest, Wad-
dingtcn, Freycinet, Ferry, Gambette, Freycinet,
Duclerc, Fallières, Ferry, Brisson, Freycinet,
Goblet en Rouvier. De bedoelde bespreking met
de daarvan nog disponibele lieeren schijnt echter
niet plaats gehad te hebben.
Aan Grévy’s aftreding, als er maar eenmaal
weder een krachtig ministerie uit de linkerzijde
is, twijfelt echter niemand meer/ Met het oog
daarop werd er dan ook in de Maandag gehouden
zitting der Kamer een voorstel gedaan door den
Bonapartistischen afgevaardigde Jolibois om de
grondwet te herzien in den geest van het bekende
„appel au peuple”, d. i. de verkiezing van het
hoofd van den staat door het volk zelf. De voor
dat voorstel gevraagde urgentie werd echter met
381 tegen 173 stemmen afgestemd.
Daarop herinnerde de afgevaardigde Michelin,
een der leden van de meest radicale groep der
Kamer, dat er van hem nog een voorstel tot
herziening der organieke wetten aanhangig is
en verzocht hij daaromtrent een beslissing te
nemen. De commissie voor het initiatief ontried
ook daarvan de behandeling in de tegenwoordi
ge omstandigheden, doch Andrieux achtte dit
juist thans wenschelijk, omdat hij voor zich het
niet raadzaam achtte het land op nieuw voor
zeven achtereenvolgende jaren aan een opper
hoofd vast te ketenen. Kibot daarentegen kon
niet begrijpen hoe een republikein met de bo-
napartisten mede wilde gaan om den eeuigeu
waarborg voor stabiliteit, welke orde en vrijheid
nog geven, omver te rukken. Het oogenblik
was slecht gekozen om twisten aan te blazen,
die de republiek ten gronde konden richten. Om
een beslissing over de grondwet te nemen, moest
men wachten tot alle fraction der republikeinsche
partij het onderling over de door hen aan te
nemen houding eens geworden waren, dat is tot
na de groote vergadering der partij, waarin de
meerderheid beslissen zou. Met 369 tegen 191
stemmen besloet de Kamer ten slotte het voor
stel van Michelin op de agenda te plaatsen,
doch achteraan, zoodat het vooreerst nog niet
in behandeling komt.
Inmiddels heeft Grévy thans ook van zijn
oud-minister Brisson den raad gekregen om van
het staatstooneel af te treden. Grévy echter
gaf hem daarop ten antwoord, dat het in alle
opzichten wenschelijk was het einde van den
door de grondwet gestelden termijn af te wach
ten de eerste ambtenaar der republiek behoort
buiten het bereik der partijtwisten te bhjven;
als hij aftrad zoodra een combinatie van min
derheden in de Kamer dit wenschelijk achtte,
dan zou dit tot onbestendigheid leiden, het zou
den loop der zaken stremmen en het zou Frank
rijks aanzien in het buitenland benadeelen.
Brisson gaf dit alles gereedeijjk toehij zelf
was den vorigen dag de eerste geweest om dit
te zeggen in een bijeenkomst der onafhankelijke
leden der kamer en hij bleef van oordeel dat
de president zelf de beste beoordeelaar was of
hij moest aanblijven of aftreden. Maar
voegde Brisson er by als Grévy hem de
eer aan deed om zyn raad te vragen, dan kon
hij niet verzwijgen dat hij aftreden in de gegeven
I
zal,
Ma
’sn
LAN
a qi
1
als
stul
Taf
Kai
Got
Kof
8TJ
2.
Wh
ooi
3.
I’El
balg
Zaaj
Den,
en
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente SNEEK maken bekend:
dat op Maandag 12 Dacember e. k., des
voormiddag» van 11 tot ’s namiddags 1 uur,
ten Kaaduuiza alhier, eene vergadering van
Kiesgerechtigden voor Leden der kamer van
koophandel en Fabrieken in deze grmeeata
zal worden gehouden, ter verkiezing van een
nieuw lid.
Öneek, 24 November 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. W. BENNEWiTZ, Secretaris.
ken afkomstig waren uit het ministerie
buitenlandsche zaken te St. Petersburg.
Naar thans bekend wordt, waren er, tot
scherming van het Russische Czareupaar,
het Russische grensstation Wirb&llen tot
teraburg, langs de spoor weglijn twee aan twee,
op 20 pas afstand, 80.000 man Russische troepen
op wacht gesteld. De Duitsche overlieden, aan
welke verzocht was op de Duitsche lyu eenen
soortgelijken voorzorgsmaatregel te nemen, had
den dit geweigerd, met verklaring dat de Duit
sche spoorwegwachters genoeg«ameu waarborg
voor veiligheid gaven.
In de redevoering, waarmede de minister
Bötticher gisteren, Donderdag, den Rijksdag
opende, wordt o. a. gezegd, dat men tracht, wat
het buitenland betreft, den vrede te bevorderen
door verdragen en bondgenootschappen, welke
oorlogsgevaar voorkomen door gemeenschappelijk
optreden tegen onrechtmatige aanvallen. Het
Duitsche rijk zal niemand aanvallen; de onchris
telijke begeerte, om naburige volkeren aan te
vallen, bestaat daar niet; het wil alleen sterk
zyn om zich te kunnen verdedigen.
De grondwet en de legerorganisatie van
Duitschland zijn er niet op ingericht om den
vrede door willekeurige aanvallen te verstoren,
doch is sterk om zulke aanvallen af te slaan en
zyn onafhankelijkheid te verdedigen. Met Gods
hulp hoopt men zoo sterk te worden dat men
alle gevaar gerust trotseeren kan.
Te Sofia is Zondag de overwinning bij
Slivnitza herdacht, die vorst Alexander twee
jaren geleden op het Servische leger bevocht.
Een schitterende parade en een gala-diner ten
hove waren de glanspunten van den feestdag
en vorst Fordinand bracht een toast uit op zijn
voorganger, vorst Alexander, wien daarvan per
telegram kennis gegeven werd. Voor een mo
nument voor de bij Slivnitza gevallenen is een
som van 3ü,00ü francs beschikbaar gesteld.
In die jaren zijn de bedekkingen met Servie
weder zoo vriendschappelijk mogeiyk geworden,
maar de minister Stamboiiïoff heeft in het laatst
der vorige week een daad laten verrichten, die
de vriendschap der Servische regeering op een
sterke proef stelt. Hij heeft namelijk een huis
zoeking laten doen by een man, die niet alleen
Servisch onderdaan is, maar bovendien als kawas
beambte bij het Servische consulaat. De mi-
i
daarbij bleef het voorloopig.
Freycinet, Goblet en Floquet had, gaven deze
heeren hem den raad onverwijld te bedanken
en legden hem tevens de lijst van een ministerie
voor, dat terstond gereed was om op te treden
als Grévy zijn demissie nam. Daartoe is hij
echter nog niet bereid; de laatste bij hem ont
boden staatsman was Royer, de president van
den Senaat.
De Senaat hield Dinsdag een korte zitting
om zijn verdere werkzaamheden te regelen. De
bonapartisten wilden ook hier het initiatief
nemen om tot bespreking van deu toestand
over te gaan. Gavardie stelde namelijk voor
om in de afdeelingen bijeen te komen om daar
over te beraadslagen. De president verklaarde
dat dit tegen de orde zijn zou en de vergadering
gat hem gelijk, waarop zij tot Donderdag uiteen
ging.
Thans wordt als zeker gemeld, dat Grévy
zal altreden als president der Fransche republiek
en dat de Kamer en de Senaat waarschijnlijk
reeds Maandag of Dinsdag te Versailles als
congres bijeen zullen komen om een opvolger
voor hem te benoemen.
De verschillende staatslieden, die door Grévy
over den toestand geraadpleegd werden, waren
het er allen over eens, dat zijn aftreding de
beste oplossing der quaestie zyn zou en het
eenige middel om de republikeinsche meerderheid
der Kamer weder te vereenigen. Dit was ook
de meening van Maret, een der invloedrijkste
leden van de radicale groep der Kamer, die door
Grévy geraadpleegd werd. Met het oog op de
onmogelijkheid om een nieuw ministerie te
vormen, gaf hij eindelijk toe en, volgens het
officieuse agentschap van Havas, antwoordde
hij op Marets raad Woensdag het volgende:
„Ik ben voornemens mijn ontslag te nemen,
dat is sedert heden ochtend bepaald; maar ik
acht het als bewaker der grondwet mijn plicht,
op eervolle wyze het gezag neder te leggen
en mij niet verantwoordelijk te stellen voor de
buiten- en binnenlandsche verwikkelingen, welke
ik voorzie en waarin de republiek zou kunnen
te gronde gaan. Ziehier mijn planik heb
tusschen twee maatregelen te kiezenöf intrek
king der aanneming van Rouvier’s ontslag, of
vorming van een nieuw kabinet tot bijeenroeping
van het congres. De tweede maatregel komt
mij verkieslyk voor, omdat het ministerie-Rouvier
niet meer voldoend gezag heeft.”
Eeu nadere depêciie meldt dat Ribot een
kabinet zal trachten te vormen om aan het
congres Grévy’s abdicatie over te brengen.
Mislukt dit, dan zou het toch weder op eeu
reconstructie van het ministerie-Rouvier uitloopen.
De zaak der brieven van Wilson blijft duister
en geen der overige tegen hem ingebrachte
beschuldigingen schijnt aanleiding tot een ver
volging te kunnen geven. Algemeen wordt dan
ook verwac.it dat het onderzoek weldra gesloten
zal worden en het resultaat zal zijn dat er geen
vervolging plaats heeft.
Ook uit D uitschland wordt thans van ge
heimzinnige brieven melding gemaakt. Op in
het oog vallende wijze deelt namelyk de Köln.
Ztg. mede, dat in het onderhoud, dat de Czaar
bij zyn jongste bezoek met Bismarck had en
dat luim een uur duurde, gebleken is dat de
Czaar inzage gehad had van een geheele reeks
brieven en depêches, die de Bulgaarsche quaestie
betroffen en gezegd werden van Bismarck afkom
stig te zyn, welke stukken, als zij eent geweest
waren, zeker den Ozaar het recht gegeven zou-
ook tot het opmaken van eene verklaring kon
hebben laten bewegen, welke ik in een ander
geval niet zou hebben afgegeven
„Mijn waarde jonge vriend, met dergelijke
bedenkingen komt men heden ten dage niet
ver in de wereld. Bedenk altijd in de eerste
plaats, dat het geld een heerlijk ding is voor
hen die het bezit, en als gy dat goed hebt
overwogen dan zult gij ook loeren begrijpen,
dat men doorgaans veel gemakkelyker in het
bezit van dat begeerlijk 'artikel kan komen als
men zijne overtuiging niet altijd zóó strikt volgt,
als een jong heethoofd in den regel noodzakelyk
toeschynt.”
omtrent den gekrenkten zielstoestand zijner
zuster op te maken, een tamelijk vreemd aan
bod, dat ik meen niet voor u verborgen te
mogen houden.”
„En dat aanbod bestond?”
„In tien souvereigns, welke hij mij bij die
gelegenheid in de hand drukte.”
„Gij naamt die verkwistende gratificatie
tuurlyk niet aan
„Toch wel, ik wilde mij eerst vergewissen,
wat gij van de zaak zoudt denkende moge
lijkheid om het geld terug te geven is immers
ook thans nog met buitengesloten.”
„Als gij myn raad noodig hebt,” zei docter
Brown, terwijl hij zijn assistent met zyne don
kere oogen van achter zyn brilleglazen aangluur
de, zooals hij bij dergelyke gelegenheden gaarne
deed, „dan is deze aldus luidendedat gy recht
hebt op dat geld en dat ik geen reden vind,
waarom gij van dat recht geen gebruik zoudt
maken. Die man verlangt een dienst van u en
het staat aan u, u voor dien dienst te laten
betalen.”
„Zou het echter ten slotte ook den schijn
kunnen hebben, alsof ik mij voor deze, in ver
ver klaring houding tot mijn werk veel te ruime betaling
XIX.
In een toestand van opgewondenheid welke alle
beschrijving te boven gaat, was de advocaat
Carringshliff aan den avond van zijne ontmoeting
met lord Rumsdale in een huurrytuig naar zyne
woning in Piccadilly teruggekeerd. Zyne tegen
stander had zich, toen men zich tusschen "hen
inwierp, dadelyk laten overhalen om zich te
verwijderenmaar daarmee was naar ’t uit
wendige slechts de rust hersteld geworden, de
hoon, die deze hem had aangedaan, bleef
Getrouwd
H. VAN STAA,
Veearts,
en
A. M. GERRITSEN,
die, mede namens wederzijdsche familiebetrek
kingen, hunnen dank betuigen voor de belang
stelling by de voltrekking van hun Huwelijk
ondervonden.
Arnhem, 24 Nov. 1887.
nister verklaarde, niet geweten te hebben, ds
de man verdacht van bij een samenzwerin
tegen de Bulgaarsche regeering betrokken t
zijn nog in dienst van het Servische consular
was. De Servische consul vraagt voldoening
en de Bulgaarsche regeering zal wel niet aai
zelen om daaraan gevolg te geven.
De Bulgaarsche Sobranje heeft een geheim
vergadering gehouden en daarin besloten om d
leden van het voormalige ministerie-Kara weloi
gerechtelijk te vervolgen voor deelneming aai
de samenzwering die vorst Alexander zijn trooi
kostte. De tegenwoordige ministers achtten he
tjdstip daarvoor nog niet gekomen, doch zullei
zich, als het besluit in eeu openbare zittim
bekrachtigd wordt, niet tegen de uitvoerig
daarvan verzetten.
Omtrent de door Oost-Rumelie aan Turkiji
verschuldigde schatting dealt de Weoner corres
pondent der Köln. Ztg. eeuige byzonderhedei
mede. De EuropeescUe commissie, die het „or
ganieke statuut m het leven riep, bepaalds
dat de autonome provincie Oost-Rumelie drie
derden der gezamenlijke inkomsten tor beschik
king der Porte zou stellen, hetgeen destijdi
1140,000 Turksche ponden bedroeg, welke soit
ook eenige jaren achter elkander betaald werd,
Later vond de provinciale vertegenwoordiging
dat de inkomsten minder werden, en besloot
men slechts 180,000 pond te geven. Sedert d(
omwenteling te Philippopel echter werd er ii
het geheel geen schatting meer betaald Bs
daarover gevoerde onderhandelingen met df
Bulgaarsche regeering hebben verschillendi
phases doorloopea, doch kwamen hierop neder,
dat Bulgarije niets betalen wilde, voordat Tur
kije, door liet erkennen van vorst Ferdinand,
het sluiten eener billijke leening mogelijk maakte,
Ten slotte echter wil Bulgarije wel betalen,
doch slechts 140,000 en geen 180,000 pond,
Dit aanbod is dooi' Turkije aangenomen mits er
dadelijk met de betaling een aanvang gemaakt
werd. Dit gaat echter bezwaarlijk, omdat et
geen geld is, maar de Bulgaarsche regeering
hoopt met nieuwjaar te kunnen betalen. 01
dit werkelijk geschieden zal, ook zonder dat de
Porte vorst Ferdinand erkent, meent het ge>
omstandigheden voor het verstandigst hield, den hebben om Bismarck te wantrouwen
Grévy dankte hem voor zijn oprechtheid, doch I hem tegen te werken,
daarbij bleef het voorloopig. i
O°k in het onderhoud dat hij met Clemenceau, i bleek weldra; het blad verzwijgt dit echter en
I bepaalt zich tot de verklaring dat zij van Or-
I leanistischen oorsprong waren en dat de rechter
I er misschien nog wel in gemoeid kau worden.
Het gelukte Bismarck natuurlijk spoedig deu
1 Czaar te overtuigen dat hij iu dit opzicht het
I slachtoffer van een echte jezuielenstreek gewor-
i den was, vervolgde het blad, en als het bedoelde
gesprek ook niet anders had gehad dm dit re
sultaat, nl. een reusachtige intrige eener Euro-
peesche oorlogspartij te ontmaskeren, dan reeds
zou het van een hoog belang voor het behoud
van den Europeeschen vrede geweest zijn. Maar
tevens moet gebleken zyn, dat een wei is waar
klein, maar toch invloedrijk gedeelte van den
Berlijnschen hofkring meegeholpen heeft om het
te Petersburg te doen voorkomen alsof keizer
Wilhelm met Bismarck’s buitenlandsche politiek
niet altijd instemde en daarin slechts met tegen
zin berustte. Ook in dit opzicht zal de Czaar
thans wel tot een andere opinie gekomen zijn.
De gevolgen van dit vriendschappelijk onder
houd (zegt de Köln. Ztg.) zullen in de toekomst
ongetwijfeld wel aan het licht komen. De
Nat. Zeit. voegt er bjj, dat de bedoelde stuk
ken afkomstig waren uit het ministerie van
Roman van P. E. van Areq.
XVII.
Vervolg.)
Toen Walther hem had verlaten, begaf docter
Parker zich ©ogenblikkelijk naar zyn heer en
meester.
„Ik kom,” zeide hij, „om uwe verdere be
schikkingen te vragen omtrent de behandeling
der pas aangekomen zieke. Zij schijnt, voor
zoover ik tot nu toe heb kunnen ontdekken,
van een bedaarde en volgzame natuur te zyn
ik heb echter nog weinig tijd gehad om nauw
keurige waarnemingen te doen.”
„Gy zyt anders reeds een geruimen tijd bij
haar geweest, mister Parker.”
„Het grootste gedeelte van den tijd, sedert
ik u verliet, werd door den jongen Lund in be
slag genomendeze deed my, terwijl hij mij
verzocht gezamenlijk met u eene 1
V SS a X .ÏS' T X H,
bestaan.
Zyne vrienden drongen zich om hem heen
om hun leedwezen uit te drukken over dit door
de excentriciteit van den lord veroorzaakte on
gehoorde schandaalen een veel grooter aantal
achtenswaardige personen als hij voor dat doel
noodig had, boud zich als getuigen voor hem
aanhy verzocht de eersten de besten hem den
volgenden morgen een bezoek te komen brengen;
drukte zijn zakdoek tegen zijn pijnlijk gelaat, hats
dat door twee leelijke met bloed doorloopea
striemen verminkt was, en liet zich naar huis
brengen.
Maar ook hier kon hij in de eerste oogea-
blikken niet tot kalmte en bedaard nadenken
komen. Zyn woede over de hem aangedane
ontzettende beleediging brak eerst in volle kracht ^Pge
los toen hij wist dat hij alleen was en ’t was
niet te veel gezegd, als men beweerd had dat
hy deu lord zou hebben verscheurd, als hij
deze gedurende het eerste uur dat hy zich alleen
bevond in zijn macht had gehad.
Hy trachtte zyn vetschrikkelyk pijnlijk gelaat
voortdurend door doeken met koud water te
verkoelen en toen daardoor na verloop van tijd
het brandend gevoel van de beleedigde deelen
W VVCA1XÜ1A.
C