H I I ■ai I I !j i Ih [Mi rlh I ri Een millioeai Pond. ïa. ge' J pai zie alle hei wo one reg wei aan B 41 1 'ff E X E A 83 eis Fn ia hel be ge' eer in te mii Pr shl ten Mi tij me en ty op; te dai rat bin VOi zin nie am gei gei toe dal alh dat NI a. 1 no< voi te lijk J stei bÜ sla: j gee op ges liet Tss dei en tip/ I pai I I trui l(B en Ba eig vai tot de om Fn hel Zijl is der I dor I ver dra got stil nie ma j mil bet die I nat I zal, I Ult' I en I dez gestreeld zou gevoelen en hield daarom die woor den op zijn lippen terug. „Het spijt mij dat ik in geen geval van die voor waarde kan afgaan,” antwoordde Carringshliff. „Zulk eene gezochte en op zulk eene brutale w.jze aangedane beleediging kan slechts eeniger- m.ite door een zeer scherp duel worden uitgewischt. Ik verzoek u mijn gelaat eens te beschouwen en mij dan te zeggen, of gij, als gij in mijn geval waart, genegen zoudt zijn mildere voor waarden te stellen.” Sir Barnell trok de schouders op en sir Smith zeide „Dus moet dan ook reeds vooruit elke poging tot verzoening als overbodig worden beschouwd „Dat spreekt van zelf, en ik moet u ver zoeken mg met een dergelijk voorstel niet aan te komen.” „Gij zult in den loop van den voormiddag het verdere omtrent den afloop der besprekingen van ons vernemen.” Daarmeê was de zaak voorloopig afgedaan. De heeren verwijderden zich. Carringshliff bracht eenigen tijd in gespannen verwachting door. Dat was echter ook het n ling deed van de ontwerpen, die daarbij ingediend zullen worden. Uit den aard der zaak bepalen dezen zich tot locale belangen, als reorganisatie van het braudspuitwezen, oprichting van een credietbank enz. De financieele toestand is gunstig en veroorlooft om de belastingen te verminderen en toch nog nieuwe bijdragen te geven voor het onderwijs en de verbetering der wegen, voor een museum in Darmstadt, een nieuwe faculteit aan de hooggeschool te Giesen en een paleis van justitie te Worms. Over den toestand van den Duitscheu kroonprins liet de groothertog zich met bijzondere sympathie i dei uit. Het kleine vorstendom Schwarzburg-Rudol- stadt (met een bevolking van 84,000 zielen) zal, naar het Berl. Tgbl. meldt, den overigen Duitsche staten een na volgens waardig voorbeeld geven, door het aannemen van een wet tot het toekennen van schadeloosstelling aan onschuldig veroordeelde of ook maar in hechtenis genomen personen. De eerste minister van Engeland heeft in eene rede te Oxford opnieuw de noodzake lijkheid betoogd eener nauwere verbinding van de conservatieven en de afgescheiden liberalen, niet alleen om het Rijksgezag in Ierland te handhaven, maar ook om andere quaestiën ge meenschappelijk op te lossen. De Londeusche politie schijnt weder een wijd vertakte feniansche samenzwering op het spoor te zijn gekomen door de arrestatie van tweo Iersch-A.merikanen, Thomas Callan alias Scott uit Lowel (Massachusetts) en Michael Harkins uit Philadelphia. Naar luid der verklaringen van den chef der geheime politie mr. William son, hielden de gearresteerden zich reeds eenige maanden te Londen op met geen ander doel dan om met hunne rotgezellen dynamiet-ont- ploffiugen te beramen. In de woning van Callan werd beslag gelegd op eene hoeveelheid dynamiet en in zijn zak vond men een brief, waarin een zekere Thomas Scott hem waarschuwt zja voorraad „thee” (leesdynamiet) te vernietigen. Bij beide gearresteerden werden revolvers van Amerikaansch fabricaat en ongeveer 25 patronen voor eiken revolver gevonden. Harkins had een dagbiad-uittreksel bij zich, dat betrekking heeft op eene politieke vergadering te Birmingham, welke door den secretaris voor Ierland, Baltonr, zou worden bijgewoond. Beide individuen schijnen tot de bende dynamitards te behooren, die van Amerika naar Engeland ter gelegenheid van de jubeleurafeesten was overgekomen. Dit blijkt ook nog uit een brief door de politie bij Harkins gevonden, waarin zich 20 pd. st. aan banknooten had bevonden. De afzender van het geld was Jos. Melville, die „generaal” Miller als chef der dynamitards te Londen verving. In de Italiaansche Kamer heeft de afge vaardigde Bonghi een interpellatie aangekondigd. Hij wenscht van den minister van justitie Magliaui te weten, welke maatregelen deze denkt te nemen met het oog op de door de geestelijkheid op touw gezette agitatie om door het geheele land een monster-petitionnement in het leven te roepen, met het doel om Rome aan den Paus terug te geven. De dag, waarop deze interpellatie behandeld zal worden, is nog niet bepaald. Inmiddels baart niet weinig opzien een schrij ven van den afgevaardigde Rudini in de Fanftilla tegen het stadsbestuur van Rome, dat, sedert de Paus weder verlof gaf om deel aan de ver kiezingen te nemen, in clericale handen is ge raakt. Rumini is het met zijn collega Bonghi eens dat het tegenwoordige stadsbestuur voor een groote stad, die daarbg nog wel hoofd- en residentiestad isten eenenmale hervorming eenige gevoel van ongerustheid, ’t welk hij omtrent de zoo aanstaande ontmoeting ge voelde. Toen sir Smith om elf uur weer verscheen en hem meêdeelde dat de door hem gestelde voorwaardeu aangenomen waren, dat de plaaw samenkomst Somerset en als tijd den vol acht uur bepaald was, ver men i de Fortuyn verwachtte van nieuw bloed in de liberale partij geen heil hoegenaamd. Hij wilde geen verbond met de liberalen, die alleen onze kettermeesters was. Dit was dr. Bruinsma wel met den opponent eens, want in Friesland stellen de voorstanders van algemeen stemrecht zich dikwijls tegenover de liberalen. Mr. Spin bereed zijn gewone stokpaardjes: onwettige kamer en liberalen, die niet liberaal zijn. uitvoer brengt. Eerst Maandag of Dinsdag wordt deze boodschap verwacht, zoodat het congres Woensdag te Versailles bijeen zou komen. Het uit de leden van Senaat en Kamer sa mengestelde congres telt voltallig 884 leden, zoodat er met het oog op vacatures en afwezigen ongeveer 430 stemmen noodig zullen zijn om een president te benoemen. Daar er 640 re publikeinen tegenover 220 tnonarchalen staan en de stemming bij gesloten briefjes plaats heeft, zullen eerstgenoemden dus tegen stemverbrok- keling moeten waken, willen zij voorkomen dat de rechterzijde den doorslag geelt, hetgeen in het vervolg natuurlijk weder tot allerlei gehaspel zou leiden. Op den uitslag wordt druk gewed en op het lijstje staat Freycinet bovenaan, evenals de „favorite” bij de wedrennen. Een der andere, mede goed aangeschreven candidaten, generaal Saussier, heeft het volgende brietje aan zijn vriend Thomson, afgevaardigde en hoofdredacteur van Le National, gezonden „Het moge vreemd schijnen schrijft de generaal dat ik bedank voor een candidatuur, die mij nooit is aangeboden voor een plaats, die zelfs niet eens open is, maar toch wordt mijn naam tegenwoordig zoo dikwijls genoemd, dat ik mij verplicht acht mede te deelen, dat ik niet voor het presidentschap der republiek in aanmerking wensch te komen.” Het blijkt dat de telegraaf van de Duitsche troonrede, waarmede de Rijksdag Donderdag jl geopend werd, alleen het zeer krijgshaftig klin kende slot overbracht. De rede zelf was zeer uitvoerig en maakte in de eerste plaats melding van de ernstige ziekte van den Kroonprins Uit de bagrooting blijkt dat de financieele toestand gunstiger geworden is. De belangrijkste wets ontwerpen, welke verder aangekondigd werden, betreffen de verhooging der graanrechten, de landweer- en de landstorm-wet tot versterking van de weerbaarheid des rijks, de verzekering van oude en gebrekkige werklieden, de beperkte aansprakelijkheid der vennootschappen en de voorloopige verlenging van het handelstractaat met Oostenrijk. Dan volgde ten slotte de tiraden omtrent Duitschlands vredelievende gevoelens, en de kalmte waarmede het rijk eventueele aan vallen zou kunnen te gemoet zien of onzijdig blijven als het elders tot een botsing kwam. Over het algemeen heeft de troonrede overal een zeer ernstigen indruk gemaakt. Bladen van verschillende richtingen, als bijv, de Vossische Ztg. en de Post geven hun bezorgdheid te kennen over hetgeen daarin ter kenschetsing van den buitenlandschen toestand wordt gezegd. De Post ziet reeds voorteekenen van een oorlog tusschen Rusland en Oostenrijk. Andere bladen zijn wel eenigszins minder pessimistisch, maar achteu toch, wegens de crisis in Frankrijk, den toestand zorgwekkend. De Kreuzzeit., het orgaan der hofkringen, toont zich zeer verontwaardigd over de beschul diging der Köln., als zou „een klein maar in vloedrijk deel der Berlijnscne hofkringen” heb ben medegewerkt om den Czaar in den waan te brengen dat Keizer Wilhelm de politiek van zijn kanselier niet goedkeurt. De Kreuzz. sommeert de Köln. het bewijs te leveren, dat een deel der Duitsche hofkringen met de Or- leanisten samenspande om Duitschland in een oorlog te wikkelen tegen het met Frankrijk verbonden Rusland. Het Keulsche blad ant woordt, dat het dit laatste niet heeft beweerd, maar voegt er verder bij dat dergelijke bewijzen ook niet te leveren zouden zijn. Wie kan be wijzen, vraagt het blad, dat de Czaar en Bismarck in het uur dat zij samen doorbrachten zich niet bepaalden tot opmerkingen over het weder en het rooken van sigaretten Toch meent het blad geheel voor de waarheid van haar mede- dcelingen te kunnen instaan. De Neue freie Presse denkt bij het zinspelen op een deel van den hofkring onwillekeurig aan het gebeurde met den graaf von Arnim en vraagt op wiens hoofd ditmaal de slag neerkomen zal. Na de opening van den Rijksdag verzocht de voorzitter de machtiging der vergadering om den Keizer de deelneming des Rijksdags te be tuigen mei de ziekte van den kroonprins en den prins een telegram te zenden, waarin de beste wenschen voor zijn herstel tot heil van het vaderland worden uitgesproken. Deze machtiging werd met algemeene stemmen verleend. Vrijdag koos de Rijksdag zijn bureau. Men wist dat de keus zou vallen op de leden die ook in de vorige zitting ais zoodanig optraden, doch liet aan de minderheid de keus of die herbenoeming zou plaats hebben bij acclamatie of wel bij gesloten briefjes. Zy koos dit laatste en het resultaat was dat Von Wedell-Piesdorf (conservatief) tot president werd gekozen met 174 van de 255 stemmen, dr. Buhl (natiouaal- liberaal) tot eersten vice-president met 149 van 246 stemmen en Von Unruhe-Bomst (vrij-coa- servatief) tot tweeden vice-president met 151 van de 232 stemme i. Een poging om een lid van het clericale centrum (Von Franckensteyn) tot eersten vice-president te doen benoemen, mislukte ook nu, datr hij slechts 92 stemmen bekwam. Voor tweeden vice-president begeerde hij niet in aanmerking te komen, zoodat toen de minderheid met blanco biljetten stemde. De rijksdag besloot op voorstel van Singer om gedurende den duur dezer zitting de tegen de sociaal-democratische afgevaardigden Kracker en Grillenberger ingestelde vervolging te schor sen en ging daarna tot Dmsdig uiteen. Alsdan is de eerste lezing der begrootiug aan de orde. Zaterdag is bij den Rijksdag ingediend het voorstel tot verdere verhooging der graanrechten. Daaruit blijkt dat het recht op tarwe en rogge wordt verdubbeld (van 3 tot 6 mark per 160 kilogram), even als dat op haver en maïs (van 1 ba en 1 op 3 en 2 mark.) Daarentegen wordt het recht op gerst en op raapzaad slechts met d# helft en op mout met een derde verhoogd. Het zal echter de vraag zijn of de meerderheid van den Rijksdag, als zij eenmaal de rechten op tarwe en rogge verdubbelt, ook de overige posten nog niet wat verhoogen zal. De bedoelde hoogere rechten zijn, als zij aan genomen worden, reeds van Zaterdag af ver schuldigd, en de regeering heeft tg dig te Stettin en elders in de entrepots nota van den voor handen voorraad doen nemen. Men twijfelde dan ook niet of met de behandeling van het voorstel zal zooveel mogelijk spoed gemaaKt worden. De Neue freie Presse bevat een sensatie-be- richtje uit Brussel omtrent nieuwe combinatiën van den Duitschen rijkskanselier. Daarin leest men dat Bismarck zoowel aldaar als in Den Haag veel moeite doet om Belgie en Nederland te bewegen tot het sluiten van een militaire conventie, welke die landen in staat zou stellen zich, in geval van oorlog, bij het drievoudig verbond (tusschen Duitschland, Oostenrijk en Italië) aan te sluiten. Deze conventie zou ech ter streng geheim moeten blijven omdat Belgie met het oog op zijn neutrale positie eigenhjk zulk een verdrag niet zou mogen sluiten. Heel ernstig zal men het bericht dan ook wel niet behoeven op te vatten. De Hessische Landdag hervatte ook Vrijdag haar zittingen en werd geopend door den groot hertog met een toespraak, waarin hij mededee- zeide hij, „alleen aan dit ééne verzoek ik u, u in elk geval te houden. De wapens zullen pistolen zijn, er zullen zooveel kogels moeten gewisseld worden tot een van beiden valt; tien schreden barrière, vijf voor ieder om te avan- ceeren. Wat verder noodig mocht zijn, zult gij wel zoo vriendelijk zijn zelf te bepalen.” „Ik moet mg de opmerking veroorlooven, dat deze voorwaarden zeer streng zijn,” antwoordde sir Frederik Smith. Ik veroorloof mij voor te stellen, dat de bepaling worde gemaakt slechts tweemaal kogels te wisselen.” „Als de tegenpartij met u van hetzelfde ge voelen is, dan zal uw wil geschieden, sir,” ant woordde Carringshliff. En ik zou u willen verzoeken ook een grootere distantie te kiezen,” zei sir John Bar- nell. „Bedenk toch dat het voor lord Rumsdale bij zijne groote bekwaamheid in het behandelen der vuurwapens op zulk een geringen afstand eene kleinigheid zal zijn, om u, als gij mocht missen, neer te schieten als een Hij wou gezegd hebben „dollen hond,” maar hij begreep nog bijtijds dat Carringshliff zich hoogstwaarschijnlijk door die vergelijking weinig SN E E K, 22 November. -j- Mejuffrouw Willemke vd. Heij heeft met gunstig gevolg examen afgelegd als Apothekers bediende. f Tot hulponderwijzer ad R. K. School te Leeuwarden is benoemd de heer Sjouke Horn- stra, kweekeling van de Rijks-Normaalschool alhier, en tot onderwijzeres aan de school van den heer I. Visser aldaar, onze vroegere stad genoot mejuffrouw Aaltje van Wijk de Vries. OVERZICHT. De aftreding van Grévy, de pogingen om een nieuw kabinet te vormen en vooral de verkiezing van een nieuwen president der republiek, ziet- daar wat de gemoederen thans in Frankrijk bezig houdt. Wanneer dit gebeuren zal is nog niet bekend, doch men gaat voort met het noemen van namen. Sommige bladen, die Grevy nog de hand boven het hoofd houden, beweren dat hij reeds zou atgetreden zijn als hij niet eerst zekerheid wilde hebben wie zijn opvolger worden zou. Vandaar zijn conferenties met al de invloedrijke leiders der verschillende fraction. Men zou nu eensgezindheid verkregen hebben, doch den naam van den toekomstigen president zorgvuldig geheim houden totdat het congres te Versailles bijeen was. Door andere bladen worden vele namen ge noemd en daaronder gold eenigen tijd als een zeer gewild candidaatde kommandant van I a- Ijs, generaal Saussier. Hij werd op den voor grond geschoven door Ferry, wiens eigen kansen zeer gering zijn, doch zoodra het bleek, dat ook prins Victor Napoleon die candidatuur zeer gewenscht noemde, daalden Saussier s kansen. De groep der radicale leden heeft daarenboven besloten geen militair te benoemen, wat de rechterzijde wel gaarne gezien had, zoodat er voorloopig van Saussier evenmin meer sprake is als van generaal Boulanger. Anatol Delatorge, een der vice-presidenten der Kamer, wiens kan sen vrij goed stonden, heeft verklaard geen can didatuur te willen aannemen, De hreycinet, Brisson, Sadi Carnot, een van dit drietal zal zeker wel ernstig in aanmerking komen. Intusschen is het nog niet bepaald welk mi nisterie Grévy’s boodschap aan de Kamer en den Senaat zal overbrengen en de verkiezing van den nieuwen president zal proclameeren. Men meende eerst dat dit een kabinet-Ribot zijn zou, doch het heet dat Grévy’s boodschap alles behalve aangenaam klinken zal en dat het toch reeds demissionaire kabinet-Rouvier dit misschien nog het best zou kunnen waarnemen, daar de nieuwe president, zooals van zelf spreekt, toch weder een nieuw ministerie te benoemen zal hebben. De groote algemeene vergadering waaraan alle repubiikeinsche leden der Kamer, en misschien ook van den Senaat, zullen deelnemen, om het eens te worden over een opvolger van Grevy, zal eerst gehouden worden als de laatste bood schap van den president bij het parlement inge komen is en men dus zekerheid heeft dat hij zijn voornemen om af te treden werkelijk ten Roman van P. E. van Akeg. XVII. Vervolg.) Carringshliff had slechts weinige uren slaap noodig. Reeds vroeg in den voormiddag kwam hij weer geheel gekleed uit zijn slaapvertrek in de kamer waar hij gewoon was zijne bezoeken te ontvangen. Hij verwachtte zijne getuigen en zij kwamen, zooals de op het punt van zaken van eer zeer punctueele Engelschen steeds ge woon zgn te doen, noch een minuut te vroeg noch te laat, maar precies op den juisten tijd. Het waren sir Frederik Smith en sir John Barnell, beide een paar zeer geziene collega’s van hem. Na de gebruikelijke beleefde groeten, ver zochten zg hem om zijne verdere beschikkingen. _Ik laat al het andere geheel aan u over,” van geuden morgen te was hij dadelijk weer volkomen kalm en zocht hem om half zeven af te haleu had anderhalf uur te rijden, om tydig op plaats van rendez-vous aan te komen - Aan den avond van dienzelfden dag was lord Norman, zooals hg zulks thans geregeld placht te doen, na het diner naar de jockey-club ge* reden. Het middagmaal was bij liet begin tamelijk stil, maar aan het einde zooveel te drukker geweest. De lord had, nadat de bedienden gemist konden worden en weggestuurd warent gemeend zijne pupil te moeten vragen, hoever zij nu met hare plannen gevorderd was en üt zg hem de handen vrgliet om de loopende onder* handelingen volgens zijn eigen zin met Carring' I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 2