k
fe I
L i'
Een millioen Pond.
ll
•I. 4
I I
dsn heer tot eene boete van f 5 of 7 dagen
hechtenis.
3
6
7
i l!
i'
1
1
i:
1
een
de
geldelijk
B I I I fcS L A MJ.
>1
0
9
9
9
ff
9
bij
0
9
9
0
0
0
2
8
9
0
0
een 17
een 25
een 38
weken,
0
0
voorschot
eener
II
raad
‘hun
klari
jen t
dat
aan
E:
Vrij,
park
I Zc
een
een
een
een
drie
een
een 10
een 12
Van hen, die
geholpen werden,
weduwe, die
van het dorp vroeg Car-
i
vuur
M
geko
weg
tot 8
daar
leger
AL
tegei
Al
'deiti,
bij e
D.
dede
geva
légfe.
11
afgei
afgei
I AI
en g
D
L.
vond
van
riep,
te st
ik g.
op h
na b
en n
kunr
beidt
eene
een
staat
ambt
zond
onde
conti
paris
daar'
liefdi
die h
voor
ten is
zond'
betre
roept
welk
hebb
Het
dure,
de v
o var;
werk
het 1
achti
werd,
guuv
verst
Wil t
Zeggl
te v.
had
slech
niet
mij i
over
Ik 1<
mijn
In
den
voor
cong
bijen
De 1
hoor,
de v
den
D<
dan
der
maal
D<
grocj
igeho
tiauv
gen
l'err
cinet
zelfde oogenblik waarop de wagen voor de
deur stilhield.
Hun weg voerde door Regent-street en door
het park van dien naam.
Toen zy het huis van lord Norman voorbij
reden, wierp Carringshliff, die zijn gelaat
achter den zakdoek verborgen hield, opdat de
voorbijgangers niet zouden zien hoe gruwelijk
hij geteekend was, een blik naar boven.
De woning lag nog in de velmaakste rust
zelfs geen nieuwsgierig gelaat van eeu bediende
liet zich aan de vensters zien. Alles sliep nog.
Het gelaat van het mooie meisje, naar welk»
bezit Carringshliff zoo begeerig was geweest,
rees op voor zijne verbeelding. Hij zag haar
iu al de betoovering harer wegslepende bekoor
lijkheid voor zich, maar hij zag ook duidelijk
dat koud, berekenend trekje »m haar mond.
Hij had gedurende zijn leven al heel wat
strijd met mannen gestreden om het bezit van
den mammon, dit echter was de eerste,
waarbij hij niet enkel om het geld, maar ook
--om eene vrouw streed. En deze juist deed thans
hun lastgever uit huis gekomen, bijna op het- een poging om zich uit zijn handen te redden,
door hem tegen zijn wil voor den loop van een
pistool te plaatsen. Zou haar plan gelukken
zou zij bereiken wat zij zeker met zooveel ziels
verlangen hoopte MisschienDau zou zij
zien zeker van hem hebben ontslagen, maar hij
had er voor gezorgd dat met zijn dood ook haar
lot werd beslist. Als hij echter heden dit huis
weer voorbijreed als een levend meusch, wéé
dan haar, dan was zij de zijne. Hij schil
derde zich met een duivelsch genoegen al de
kwellingen af, welke zij aan zijne zijde zou hebben
uit te staan; uit te staan ais zijne vrouw!
W ant dan bestond er geen uitweg meer voor
haar, als de zijne te worden of ten onder te
gaan. Welke keus bleef haar over?
Die beelden zweefden hem onophoudelijk voor
den geest gedurende den tijd toen zij door het
part reden. Zijne beide secondanten waren
ernstig en stilhet was eene hoogst ernstige
zaak welke men gereed stond af te doen.
Men kwam op den straatweg. Hy haalde
zijn gouden horloge uit den zak en stelde zich
op de hoogte van den tijd. Het was halt acht.
Binnen een half uur zou men elkaar dus van kant
Naar men verneemt, zal door den heer jhr.
mr. C. J. Speelman als president, en door den
heer mr. R. Binkes als griffier van de arron-
dissements-rechtbank te Leeuwarden, ontslag
worden gevraagd.
S N E E K, 6 December.
In de Zaterdag 3 December jl. gehouden
vergadering van de vereeniging Hulp in Hood
alhier werd door den secretaris, den heer K. de
Jong, van den toestand en de handelingen dier
vereeniging over het jaar 1886/87 uitgebracht het
volgende verslag:
M. H.
„Voor de tweede maal sta ik gereed, aan mijne
verplichting als secretaris van de vereeniging
Hulp in Nood te voldoen, door u verslag uit
te brengen van den toestand en de verrichtingen
onzer vereeniging over het afgeloopen jaar, het
6e van haar bestaan.
Zulk een verslag kan, uit den aard der zaak,
weinig uitlokkends aanbieden omdat ’t onderwerp
daartoe weinig stof oplevert, ’k Zal daarom ook
niet veel van uw geduld vergen en de noodige
beknoptheid betrachten. Ik zal nagaan wat van
den toestand onzer vereeniging kan worden
medegedeeld en in korte trekken vermelden wat
door het bestuur en de commissie bedoeld bij
art. 4 van het reglement, in het belang der zaak
is verricht.
In het afgeloopen jaar werd slechts de bij
het reglement bepaalde November-vergadering
gehouden, waarin het verslag van den secretaris
en de rekening van den penningmeester werden
uitgebracht. Door het bestuur werd uitvoering
gegeven aan een vroeger geopperd idéé om
overeenkomstig art. 5 van het reglement, de
stad in wijken te verdoelen en de verschillende
commissiën voor die wijken aangewezen. Deze
commissiën werden verzocht pogingen aan te
wenden om nieuwe donateurs te verkrijgen en
in die wijken te onderzoeken, waar behoefte
aan ondersteuning bestaat en daaromtrent, zoo'
noodig, voorstellen aan het bestuur te doen.
De uitslag van het eerste verzoek is geweest,
dat van de negen commissiën acht aan die uit-
noodiging hebben voldaan, met het gevolg dat
door de bemoeiingen van zeven 69 personen als
donateurs zijn toegetreden met een bedrag van
f93.50, terwijl één commissie 5 donateurs met
een bedrag van f 5.50, te beginnen met het
volgende jaar, aanbracht. Eén commissie liet
niets van zich hooren. Het getal donateurs is
mede door dezen maatregel geklommen tot 320.
In het bestuur en in de commissie hebben
geene veranderingen plaats gehad.
Het eerste bestaat uit de hoeren
Mr. D. Alma, eere-voorzitter.
Karl Lampe, voorzitter.
F. Swart, penningmeester.
K. de Jong, Secretaris.
De commissie, bedoeld bij art. 4 uit de hee-
ren: J. Huges, J. R. Brouwer en IJ. S. van
der Meuien.
Overigens bestaat de vereeniging uit de vol
gende leden(alphabetisch gesteld) Johs. L.
Bakker, F. de Boer, J. Campen, G. W. Eisma,
E. Feenstra, P. Fennema, J. Godthelp, J. H.
van Gorkum, J. Haga Pz.M. van Hazinga,
H. Jongbloed Jz., R. Visser W.Hz., H. Vrolijk,
B. Wielinga, F. Wilhelmy en A. L. de Wolff,
te zamen alzoo 23 leden.
De zaak van het ziekenhuis is nog steeds
rustende. Het bestuur meent den afloop met
geduld te moeten verbeiden.
Van buiten kwamen geene roepstemmen om
hulp tot ons, zoodat de werkzaamheden zich
smaak der vertegenwoordigers en wekte zoo we
in de Kamer als in den Senaat een storm vai
verontwaardiging op, terwijl het op straat aan
leiding gaf tot allerlei demonstraties, die slecht
door een buitengewoon vertoon vau politie- ei
militaire macht in bedwang konden gehoudei
worden.
In den Senaat was ’t de minister van marine
die mededeelde dat de president den leden niets
te zeggen had, maar dat het ministerie dus ook
niet aan het bewind kon blijven, doch andermaa
zijn ontslag had ingediend. In de Kamer deed lijkh
de minister Rouvier dezelfde mededeeling. Zoo
wel de Senaat als de Kamer besloot toen mei
nagenoeg eenparige stemmen om niet uiteen te
gaan, doch te blijven vergaderen totdat de hun
toegezegde boodschap werkelijk inkwam of dat
er een verantwoordelijk ministerie gevormd was.
Het ministerie gaf den president hiervan kennis
en het gevolg van verschillende besprekingen en
van veel heen en weder trekken was, dat des
avonds te acht uur de Kamers vernamen, dat
Grévy thans werkelijk inzag, dat hij moest
aftreden en dat daarvan onmiddellijk mededeeling
aan de vertegenwoordiging geschieden zou. Het
inmiddels in omloop gebrachte gerucht, dat er
een ministerie Andrieux-Boulanger zou optreden,
bleek ongegrond.
Op straat was het intusschen zeer rumoerig
geworden. Verscheiden afgevaardigden vertoon
den zich van tijd tot tyd op Het plein van het
paleis Bourbon, waar de Kamer vergadert. Een
hoop volks ijlde hen dan tegemoet mee de kreten:
„Weg met Ferry Aftreden!” De menigte
wendde zich naar Grévy’s paleis, het Elysée.
Te drie uren werden de bekken van het paleis-
Bourbon gesloten. De menigte groeide aan, en
werd op 5000 geschat. Deroulède, die Grévy
wilde redden om Ferry te weeren, noodigde
Clovis Hugues uit om zich te stellen aan het
hoofd van een betooging, welke tot wachtwoord
hebben zou„Leve Grévyleve Boulanger 1”
Hugues antwoordde echter, dat hij geen man
zou wezen als hij nu op straat verscheen. In
dien de Kamer na de beleediging, welke men
haar zoo even had aangedaan, haar plicht be
greep, dan zou zij naar het Elysée trekken met
de vier candidaten voor het presidentschap voorop.
De quaestors plaatsten twintig mannen in
den voorhof der Kamer, om te beletten dat de
deuren met geweld geopend werden. Een es
kadron van de republikeinsche garde vatte post
voor de Kamer, met de sabel in de vuist, en
de toegang tot het paleis-Bourbon werd aan het
publiek verboden, en uit vrees voor ernstiger
wanordelijkheden moest ook het verkeer met
rijtuigen gestaakt worden.
By het vallen van den avond kregen de be-
toogingen hoe langer hoe meer een gewelddadig
karakter. De garde te paard verwijderde Dé-
roulède van de Concorde-brug, waar hij de
menigte toesprak. De menigte trachtte herhaal-
delyk de linie der agenten te verbroken, maar
werd telkens door dezen teruggedreven, waarover
zij dan wraak nam door de Marseillaise en de
Carmagnole te zingen. Ten slotte echter is het
daarbij dan ook gebleven.
Nadat de zitting der Kamer was afgeloopen,
was er ministerraad op het Elysée. Rouvier
gaf een toelichting van de beteekenis der stem
mingen in de Kamer en betoogde de verant
woordelijkheid, welke op het kabinet rustte, om
de orde te handhaven.
Grévy vroeg ieder minister afzonderlijk naar
zijn raeening. Allen waren eenstemmig in de
verklaring, dat de aftreding van den president
geenerlei uitstel kon lijden. Grévy zeide daarop,
dat do Kamer de verantwoordelijkheid tegenover
de geschiedenis moest dragen van een toestand,
welken zij zelf iu het leven had geroepen.
de eerste de zoon
lang sukkelen haar man
enkel bepaalden tot die in engeren kring.
Het bestuur hield met de commissie geregeld
iedere maand vergadering.
Met het oog op de verdeeling der gemeente
in wijken, en, opdat de leden der verschillende
commissiën zouden weten, wanneer het bestuur
vergaderd was, werd de eerste Zondag in de
maand daarvoor aangewezen.
Eén lid van het bestuur en éen van de vaste
commissie bezochten beurtelings de patiënten
en onderzochten de ingekomen aanvragen.
Er kwamen 40 nieuwe aanvragen bij ons in,
drie hadden wij nog van het vorige jaar
18 werden afgewezen en 22 geholpen, zoodat
wij 25 personen moesten ondersteunen.
Van deze 25 werden 20 geholpen door het
verstrekken van vleesch, eieren en melk, waarvan
4 nog bovendien medicijnen, 2 kregen enkel
bons voor de medicijnen en aan 3 werd een
geldelijk voorschot verstrekt aan een der
patiënten werden op advies van den geneesheer
een paar wollen hemden toegestaan.
De ondersteuning duurde:
weken,
0
0
0
0
gaan maken. Nog onlangs had hij een rencontre
gehad met een jong collega van hem over eene
onbeduidende zaak. Maar de jeugdige driftkop
bad de zaak niet anders dan met pistolen uit
de wereld willen helpen. Hij had zijn tegen
partij licht aan den arm gewondhet was
hem alsof dat eerst gisteren gebeurd was
het zien van het bloed had een vroeger nooit on
dervonden afgrijzen bij hem opgewekt. Hij moest
onwillekeurig lachen toen hy daaraan dacht.
Heden zou het wat anders zyn. Ja, heden!
„Wij zullen zoo dadelijk te Somerset zijn,”
zei sir Barnell.
„Is de plek ver
ringshliff.
„Slechts enkele minuten rijden. Het is een
klein berkenboschje, geheel als voor ons doel
gemaakt. Lord Maulberry heeft het uitgekozen.”
Weer ontstond een lange pauze.
„Zyt gy volkomen bedaard, sir?” vroeg de
andere zyner secondanten. „Wy zyn oogen- J
bhkkelyk ter plaatse.”
„Maak u maar niet ongerust over mijgjj
weet dat ik niet voor de eerste keer in het
Roman van P. E. van Areq.
XX.
Het had in den vroegen morgen geregend.
Een dunne nevel hing over de metropolis.
Het plaveisel glinsterde nog van de vochtigheid
welke de atmosfeer er over had uitgespreid, een
zacht windje streek langs de straten en was
bezig de neergeslagen vochtigheid op te droogen.
Dat beloofde een helderen zonnigen dag.
De wagen, welke den advocaat Carringshliff
met zijn beide getuigen naar Somerset zou bren
gen, was precies om half' zeven voor het huis
in Piccadilly verschenen, waar de eerste woonde;
aan de beide anderen was zelfs de moeite ge
spaard geworden, zyn woning binnen te gaan
met de stiptheid van den man van zaken was
OVERZICHT.
Zaterdag avond, te laat om het nog per
bulletin aan onze abonnés te kunnen meêdee-
len, bracht de telegraaf ons het belangrijk
nieuws uit Versailles, dat tot President der
Fransche republiek was gekozen Sadi Carnot,
nadat Ferry en de Frey cinet hadden bedankt.
Om een juist overzicht te krijgen van den loop
der gebeurtenissen, aan die verkiezing voorat
gegaan, is het noodig ons voorat te bepalen by
’t geen in de Kamer van afgevaardigden en
verder te Parijs voorviel nadat President Grévy
weer te elfder ure het verrassend besluit had
genomen om niet af te treden. Dat dit besluit,
na al ’t gebeurde, jl. Donderdag eene algemeene
verbazing verwekte, behoeft nauwelijks gezegd.
Wel had men den vorigen dag allerlei pogingen
aangewend om Grévy te bewegen aan het be
wind te blijven, doch toen dit zonder gevolg
bleef had men zich blijkbaar met den toestand
verzoend en zich werkelijk op oen tochtje naar
Versailles en de nieuwe presidentsverkiezing
gespitst. Grévy’s laatste besluit, dat het gevolg
heette te zijn van groote pressie uit de departemen
ten en zelfs uit het buitenland op hem uitgeoefend,
viel dan ook in het geheel niet meer in den
0
met
was
arme weduwe, die na
ten grave zag dalen.
Zij werd door het algemeen armbestuur on
dersteund en wij mochten haar dus niet helpen
de zoon vroeg ons om f 10, om door zynen
handel den toestand zijner moeder eenigermate
te lenigen wij gaven ze hem en het voor-
geechotene is bij wekelijksche afbetalingen van
25 centen teruggekomen.
De tweede was een onzer patiënten, die meende
dat hij, hersteld zijnde, met een voorschot van
f10 voor het uitoefenen van zijnen handel ge
holpen zou zijn wij gaven hem dit, doch van
teruggeven is tot nog toe geen sprake.
De derde is eene arme weduwe, die door
noeste vlijt steeds ia eigen onderhoud voorziet,
maar daar op eens begeeft zich haar handkar
met f 5 was zij geholpen. Wij gaven ze haar
en zeer spoedig was dat bedrag teruggegeven
later (in de vorige maand) kwam zij andermaal
onze hulp inroepen en wij hielpen haar weer,
nu met een voorschot van f6, waarop reeds de
helft is afbetaald.
Verder werd aan een handwerksman, die
elders meende werk te moeten zoeken, f 6 gege
ven en later om weg te kunnen komen nog f 2.50.
Aan een der afgewezenen werd bij het voor-
loopig bezoek f 1 uitgereikt, de ingewonnen
information waren echter van dien aard dat wij
hem niet verder konden helpen.
Van de in het vorig verslag als nog debet
gebleven vermelde sommen is door éen van de
f 7.50, f4 af betaald.
Van de 22 met versterkende middelen en
medicijnen geholpenen, moesten twee ’t tydelijke
met het eeuwige verwisselen, terwijl wy het
genoegen mochten smaken 14 geheel hersteld
te zien.
Zes bleven in behandeling, waarvan twee jon
gelingen, twee huisvader» en twee weduwen met
kinderen, waarvan één een oude bekende van
vroeger.
De naaimachine, in 1882 door ons aan eene
weduwe met 4 kinderen iu gebruik afgestaan,
doet nog steeds goede diensten.
Ziet daar, mijn heeren, een kort verslag van
de werkzaamheden van het Bestuur eu de Com-
bij zes 4
twee 5
een 15
missiën gedurende het afgeloopen jaar.
Bijzonders blijkt er niet uit, doch wij hopen
en vertrouwen dat onze arbeid niet vergeefs zal
zijn geweest en wenschen op den door ons in
geslagen weg voort te gaan.
Helpt gij allen ons hiertoe en wilt ieder in
uwen kring doen wat gij kunt om de Vereeni
ging Hulp in Nood steeds te doen zijn, wat wij
zoo gaarne zouden willenEen sieraad voor de
Gemeente Sneek
Daarna werd door den Penningmeester, de
heer F. Swart, rekening en verantwoording
gedaan van zijn gehouden beheer over ’t afge-
loopen jaar.
Uit het door eene daarvoor benoemde com
missie, bestaande uit de heerenJ. P. E. Veen,
L. Steensma en J. H. van Gorkum werd, bij
monde van den eerstgenoemde, rapport uitge
bracht van het onderzoek dier rekening, waaruit
bleek, dat de ontvangsten over het jaar 1886/87
hebben bedragen aan gewone donatiën, rente
van een spaarbankboekje, teruggave van verleen
de voorschotten en extra giften, een totaal be
drag van ƒ600.12.
De uitgaven daarentegen bedroegen - 391.81.
Zoodat de rekening van dat jaar
sluit met een batig saldo van -208.31.
Op voorstel van de commissie word de pen
ningmeester onder dankbetuiging voor zijn nauw
keurig en accuraat beheer gedechargeerd. Tot
lid van het bestuur werd met groote meerder
heid van stammen herbenoemd de heer F. Swart
en eveneens tot lid der commissie bedoeld bij
art. 4 van het reglement de heer J. Huges, die
beiden zich deze benoeming lieten welgevallen.
Na het bespreken der belangen van de ver
eeniging werd de vergadering door den voor
zitter gesloten.
Een veertigtal onderwijzer», allen dingen
de naar de vacature van hoofd der school te
Wommels, salaris f 800 met vrije woning en tuin,
bevond zich Yrydag morgen in ’t station alhier,
om met den trein van kwart over negen naar
Bozum te stoomen. Van daar begaf ’t gezel
schap zich in 5 rijtuigen naar Hennaarderadeels
hoofdplaats, waar de zich reeds bevindende col
lega’s hun broeders van harte ,’t welkom” toe
riepen. Of bij allen dat welkom uit ’t hart
kwam
Honi soit qui mal y pense.