n
a
t
ciuet 109
re
ai
LU
it
ei
er
t
1
t
r
t
ig
-
it
ti
i:
0
3.
nieuwen president gesteld, doch blijft voorloopig
met de leiding der zaken belast, hetgeen trouwens
te verwachten was.
De Duitsche Rijksdag heeft Vrijdag, na
een langdurig debat, het voorstel omtrent de
graanrechten verwezen naar een commissie van
28 leden. Tijdens de beraadslagingen heeft de
minister Lucius het ontwerp verdedigd tegen
verschillende daartegen ingebrachte bezwaren, met
name tegen het verwijt dat het ontwerp slechts
zoude strekken tot bevordering van het belang
der groote grondbezitters. De minister verklaarde
dat een spoedige beslissing gewenscht was, en
hij sprak daarbij den wensch uit dat de com
missie bij hare beraadslagingen de zaak niet
moeilijker make door daarbij ook het muntvraag-
stuk te pas te brengen.
De Norddeutsche Allg. Ztg. komt terug op het
onderhoud tusschen don Russischen Czaar
en Bismarck te Berlijn. Het blad noemt het
bericht, dat Bismarck in een brief aan den
Russischen gezant, graaf Schuwaloff, een onder
houd met den Czaar heeft aangevraagd en dat
de Czaar door generaal Muravieff liet weten dat
hij den kanselier zou ontvangen, volkomen juist,
en voegt er bij, dat ieder, die op de hoogte is
van dergelijke zaken, terstond kan zien dat geen
andere weg kon worden ingeslagen.
De kanselier zou zich aan onbeleefdheid heb
ben schuldig gemaakt, indieu hg had verzuimd
bij den hoogen gast des Keizers een audiëntie
aan te vragen. Bismarck voldeed in dit geval
slechts aan een eervolle verplichting, terwijl hij
den Czaar ter beoordeeling liet of hij hem deze
audiëntie al dan niet wilde verleemen.
De Czaar heeft graaf Herbert von Bismarck
naar St. Petersburg ontboden, om daar de
quaestie der vervalschte stukken, die hem omtrent
de plannen van den Duitschen rijkskanselier
misleid hebben, geheel tot helderheid te brengen.
Het ware hoort men daarvan nog niet, doch niet
onduidelijk laten de Duitsche bladen dóórsche
meren, dat prins Ferdinand van Saksen-Coburg,
thans vorst van Bulgarije, de hand in het spel
heeft gehad en waarschijnlijk ook de kroonprinses
Stefanie, een dochter van den Belgischen Koning
en dus ook een orleanistisehe prinses.
De zittingen der Spaansohe Cortes worden
in de vorige week geopend door de koningin-re-
gentes met een troonrede, waarin zij aan het
Spaansche volk haar dank betuigde voor de vele
blijken van trouw die zij ondervond en verklaarde
dat de binnenlandsche rust verzekerd was en de be
trekkingen met het buitenland niets te wenschon
overlieten. De troonrede deelt verder mede dat
de Sultan van Marokko, die van Spanje’s loyale
vriendschap overtuigd is, verzocht heeft een con
ferentie bgeen te roepen tot herziening der con
ventie vau 1860. Sprekende over de koloniën,
zegt de troonrede dat de Spaansche vlag overal
geëerbiedigd wordt, dank zij ook de dapperheid
waarmede de vloot op de Philippijnen, op Min
danao en op de Sulu-eilanden voor Spanje’s
rechten opgetreden is.
In de Donderdag gehouden zitting der Bel
gische Kamer had een rumoerig incident plaats
naar aanleiding van een verwijt door den Ant-
werpschen vertegenwoordiger Coremans tot de
Waalsche afgevaardigden gericht, alsof zij minder
goede patriotten waren dan de Vlaamschen. De
Walen eischten dat de voorzitter Coremans tot
de orde zou roepen, hetgeen echter niet geschied
de, waarop zij de vergadering verlieten. Men
vreest dat het antagonisme tusschen de beide
deelen der natie door zulke incidenten in beden
kelijke mate zal toenemen.
Het slot der beraadslaging in den minister- klaarde toen
raad was, dat Grévy de ministers machtigde in
hun gesprekken aan de afgevaardigden te ver
klaren, dat tegenover de stemmingen in Kamer
en Senaat zijn aftreding onvermijdelijk was, en
dat hij haar den volgenden dag aan het land en
aan de voorzitters der Kamers zou mededeelen.
En ditmaal heeft Grévy woord gehouden, want
Vrijdag kwam er bij de beide huizen van het
parlement de volgende boodschap in
Zoolang ik alleen te doen had met de moei
lijkheden, die ik in den laatsten tijd heb onder
vonden door aanvallen in de pers, onthouding
van mannen die de republiek aan mijn zijde
riep, onmogelijkheid om een ministerie damen
te stellen, zoolang heb ik gestreden en ben
ik gebleven waar mijn plicht het eischte. Maar
op het oogenblik waarop de openbar* meaning,
na beter te zijn ingelicht, scheen om te slaan
en mij de gegronde hoop liet een regeering te
kunnen vormen, hebben de Senaat en de Kamer
beiden een besluit genomen, dat, in den vorm
eener verdaging tot een bepaald uur, ten einde
een beloofde boodschap af te wachten, gelijk
staat met een eisch aan den president om zgn
ambt neer te leggen. Mijn plicht en mgn rockt
zouden nog zijn, tegenstand te bieden. Evenwel,
onder de tegenwoordige omstandigheden zou een
conflict tusschen de uitvoerende macht en het
parlement gevolgen kunnen hebben, die mij
daarvan terughouden. Verstand en vaderlands
liefde gebieden my te wijken. Ik laat aan hen,
die het gezag overnamen, de verantwoordelijkheid
voor zulk een handelwijze en voor de gebeur
tenissen, die er uit kunnen volgen, ik leg dus
zonder spijt, maar niet zonder droefheid, de
betrekking neder, tot welke ik twee malen ge
roepen werd zonder er om te vragen, en in
welke ik de overtuiging bezit mijn plicht te
hebben gedaan. Ik beroep mij op Frankrijk.
Het zal verklaren, dat mijn gouvernement ge
durende negen jaren het den vrede, de orde en
de vrijheid heeft verzekerd dat ik Frankrijk
ovaral heb doen eerbiedigen, waar ik onvermoeid
werkzaam was voor zijn vooruitgang, en dat ik
het land te midden van het gewapende Europa
achterlaat in staat om zyn eer en zijn recht te
verdedigendat eindelijk binnenslands mgn
gouvernement de republiek heeft geleid op den
verstandigen weg, die door de belangen en den
Wil des lands was aangewezen. Frankryk zal
zeggen, dat naen mij gedwongen heeft den post
to verlaten, waarop Frankrjjks vertrouwen mg
had geplaatst. Die plaats verlatende, heb ik
slechts één wensch, namelijk dat de republiek
niet worde getroffen door de slagen, die tegen
mij waren gericht, en dat zjj moge zegevieren
over de gevaren waaraan men haar blootstelt.
Ik leg op de tafel der Kamer van Afgevaardigden
mijn ontslag neder als president der republiek
In de Kamer las de president Floquet en in
den Senaat de president Koyer de boodschap
voorlaatstgenoemde voegde er bij, dat het
congres Zaterdag te 2 uur in Versailles zou
bijeenkomen om Grévy’s opvolger te benoemen.
De lezing der boodschap werd awggend aange
hoord en met een: leve de republiek! gingen
de vergaderingen uiteen, om de verkiezing van
den nieuwen president voer te bereiden.
Do zitting van het congres liep vlugger af
dan men had kunnen vermoeden en de uitslag
der verkiezing (waarvan wij hier boven melding
maakten) gaf algemeene voldoening.
De vóórvergaderingen, door de vereenigde
groepen Vrijdag avond en Zaterdag oehtond
'gehouden, lieten zulk een snellen afloop ter
Dauwernuod voorzien. Na verscheiden stemmin
gen bleken de kansen aldus verdeeld: Jules
Ferry 179 stemmen, Sadi Carnot 162, De Frey
cinet 109 en Brisson 52. De Freycinet ver-
drie.
Op het oogenblik toen het woord drie was
uitgesproken, doorliep Carringshliff de vijf
schreden, welke hem van de barrière scheidden.
Hjj hief het pistool op, mikte vgf minuten en
drukte af.
Lord Rumsdale zakte in elkaar, het pistool
viel hem uit de hand en hij viel met het ge
laat voorover op den grond neder; gedurende
eenige oogenblikken woelden zijne krampachtig
saamgetrokken vingers in den weeken grond,
en toen lag hy stil.
De docter en de getuigen liepen naar hem
toe, zij keerden hem om, de docter rukte zijn
vest los en ontblootte zijn borst. Het onderzoek
duurde slechts weinige minuten, de docter ging
opstaan en zeide:
„Hij is dood; de kogel is hem midden door
’t hart gegaan.”
Gedurende dit korte onderzoek had Carring
shliff zijn plaats niet verlatenmet het pistool
in de hand, de dunne lippen op elkaar geknepen
en met een strakken blik had hij den gevallene
tellen. Een, twee, gadegeslagen»
van de caudidatuur af te zien
Ferry en Brisson echter niet.
Toen het congres geconstitueerd was en to 2
uur door Le Royer geopend werd, trachtten
enkelen der leden nog het woord te vragen en
voorstellen tot herziening der grondwet te doen.
De voorzitter hield zich echter streng aan de
grondwet, die voor een gelegenheid als deze het
congres alleen als kiescollege kent en liet tot
stemming overgaan.
De uitslag daarvan was dat 854 leden stemden
en 303 stemmen werden uitgebracht op Sadi
Carnot, 212 op Jules Ferry, 76 op de Freycinet
en 28 op Brissonvoorts door de rechterzijde
148 op generaal Saussier en 72 op generaal
Appert, en ten slotte 15 op verschillende per
sonen, waaronder twee op Pasteur
Voordat er nu tot een tweede stemming werd
overgegaan, deelde Ferry aan zijn vrienden mede
dat ook hij van de kandidatuur afzag en Car
not’s benoeming was dus verzekerd. Hij ver
kreeg bij de tweede stemming 616 stemmen en
was dus benoemd, terwijl generaal Saussier er
188 verwierf.
Dat Ferry terugtrad bespoedigde den afloop
niet weinig; de vrees, dat zijn benoeming het
sein tot een algemeen verzet te Parijs zou ge
worden zijn, was zeker niet geheel hersen
schimmig, zyn houding verzekert hom nu echter
veler sympathie. Dat Brisson weigerde zich
terug te trekken, werd hem zeer kwalijk geno
men. Freycinet geldt, door zijn wijken voor
Carnot, als de minister-president der toekomst
bij uitnemendheid.
Marie Frangois Sadi Carnot werd 11 Augustus
1837 te Limoges geboren. Na op de meest
eervolle wyze zyn studies tot ingenieur voltooid
te hebben, vestigde hij zich als zoodanig te
Anneey. Doen in 1871 begon hij zijn politieke
loopbaan als prefect in het departement Seine-
Inférieure, na eerst als regeeringscommissaris,
op last van Gambetta, de verdediging in Nor
mandie georganiseerd te hebben.
Na den vrede werd hij door het departement
Cóte d’Or in de Kamer gekozen en sloot zich
daar bij de republikeinsche vereeniging aan,
waarvan hy een der hechtste steunpilaren werd.
In September 1880 trad hij voor het eerst als
minister van openbare werken op in bet eerste
ministerie-Ferry, doch weldra word dit verdron
gen door het ministerie-Gambetta. In 1885
werd hij echter weder minister en wel voor
finaueien ouder Brisson en later onder Freycinet
Juist een jaar geleden, 3 Dec. 1886, trad hij
als zoodanig af. Hy geldt voor een gematigd
republikein en vooral voor een man van vlek
keloos eerlijkheid. De minister Bouvier heeft
eenige weken geleden speciaal als zoodanig de
aandacht op hem gevestigd door zyn mededeeling,
dat het Carnot geweest was, die geweigerd had
Wilson ter wille te zijn in een zaak met zegel-
knoeierijen, waarin ook de firma Dreyfus be
trokken was.
De nieuwe president kwam Zaterdag avond
nog te Parijs en bracht een kort bezoek aan
zyn nieuwe woning, het Elysée, om daarna bij
zyn voorganger Grévy, in zyn woning in do
Avenue d’Jena, zyn opwachting te maken. Het
corps diplomatique was daar dieuzeltden middag
geweest, om afscheid van den president te nemen.
Grévy beantwoordde Zondag het bezoek van
Carnot en bracht op het Elysée een half uur
met hem door.
De orde te Parijs, die eenige dagen ernstig
gevaar scheen te loopen, was na het bekend
worden van den uitslag van het congres zeer
spoedig geheel hersteld. Er werd gezongen en
zelfs geïllumineerd, en voorloopig schijnt iedereen
tevreden. Het ministerie-Rouvier heeft natuur-
lyk zyn portefeuilles ter beschikking van den
Eerst toen de wagen Piccadilly begon te
naderen, kwam hij op het duel terug.
„Ik zie mij nog genoodzaakt u kennis te
goven,” zeide hij, „dat het in mijne bedoeling
ligt de geheel» zaak door eene verklaring ter
kennis van het gerecht te brengen. Zoo niet
meer, zal ik daardoor toch in elk geval dit
bereiken, dat men mij tegen een aanzienlijken
borgtocht op vrije voeten laat. Gij zult natuurlijk
niet weigeren, uwe getuigenis ingevolge de strikte
waarheid af te leggen en ik mag er in dat geval
op hopen dat mij slechts eene korte gevangenis
straf zal treffen. De beleediging, welke ik heb
ondervonden, was zóó gezocht en brutaal, dat
ik met zekerheid op de toegeeflijkheid der
gezworenen en van het gerechtshof kan rekenen.”
De beide anderen verklaarden zich geheel te
vereenigen met zijn voornemen, verzekerden
hem dat hij in elk opzicht op hunne getuigenis
zou kunnen rekenen, en zoo scheidde men, na
elkaar wederzijds de hand te hebben geschud.
{Wordt vervolgd).
Thans keerde hij zich tot zijn getuige, die
naar hem toekwam.
„Onze tegenwoordigheid,” zeide hij, terwijl
hg hem het wapen teruggaf, „is hier niet meer
noodig, air Barnell. Als gij en sir Smith het
goed vinden, zullen wij naar Londen terug rijden.”
De andere had tegen dat voorstel niets in te
brengen. Men groette de tegenpartij even be
leefd als men dat bij de aankomst had gedaan,
sloeg het pad door het bosch in en bereikte den
wagen, waarmee men naar Londen terugkeerde.
Het gesprek op den terugweg was vrij levendig,
ja van den kant van Carringshliff had men het
bjjna opgewekt kunnen noemen. Met den tact,
dien hy steeds wist te bewaren, vermeed hij elke
zinspeling op het voorgevallene, dat immers
volgens alle regelen van een eerezaak in den
pijnlijksten vorm was afgeloopenmaar hij
vertelde verschillende tragisch-komische voor
vallen uit zijn praktijk, eenige hem bekende
anecdoten van de laatstgehouden wedrennen en
dergelijke dingen meer, die alle geschikt waren
om de gedachten zijner toehoorders van het zoo
pas gebeurde af te leiden.
vuur ga.”
Het rijtuig hield stilde heeren stapten er uit.
Men was aan den zoom van het bosebje
gekomen en genoodzaakt het verdere van den
'veg te voet at te leggen. Dit bepaalde zich
tot slechts weinige houderde schreden. Toen zy
daarheen liepen sloeg de klok van de nabijge
legen kerktoren acht uur.
Men bereikte een kleine opene plek. De
tegenpartij was reeds aanwezig.
Men groette elkaar met eene ceremonieele
deftigheid, alsof men voor een vriendenpartijtje
eij elkaar gekomen was.
De secondanten traden naar elkaar toe. Zij
deden nog eene poging, zooals zulks bij soortgelijke
gevallen gebruikelijk is, om de zaak uy te
leggen, maar natuurlijk zonder gevolg.
Thans werden de pistolen geladen, de ruimte
afgemeten en tusschen twee meegebrachte degens
afgebakend.
i Men bracht de partijen naar hunne plaatsen
gaf hun de pistolen over.
De getuigen traden ter zyde.
Hord Maulberry begon te I
Cl WUUbUU
Burgerltfk
r
i
1
3
f
t
J-
y
a
t
d
10
3tl
it
ia
uf
o'
el
te
ia
at
iS«
is
n
?s
it
st
(r
3t
1.
VERSLAG van het verhandelde in den Baad der gemeente
SNEEK den 3 December 1887.
Voorzitter de Burgemeester mr. D. Alma.
Tegenwoordig alle leden.
Secretaris J. W. Bennewitz.
VERGADERING van den Raad der gemeente WYMBRIT
SERADEEL op Zaterdag 3 December 1887, ’s voorin. 10uur.
Tegenwoordig zjjn ló leden.
Voorzitter de heer M. H. Tromp, secretaris M. Reidsma.
I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
II. Wordt mededeeling gedaan van de navolgende ingeko-
mene stukken, als
a. brief van F. Oosterhoff te Nijland, berichtende dat hy de
benoeming tot onderwijzer te Woudsend aanneemt;
b. idem van S. Heins te Folsgare, die geen genoegen neemt
met het besluit van den raad tot plaatsing van lantaarns iu
dat dorp
c. resolutie van heeren Gedeputeerde Staten, houdende be
slissing op de reclame in hooger beroep van H. T. Huitema te
Jutryp, tegen het primitief kohier van Hoofdelijkeu omslag;
d. missive van burgemeester en wethouders van Wonsera-
deel, ten geleide van eeu afdruk-besluit van den raad dier ge
meente tot wyziging van de in de politie-verordening voor
komende bepalingen op den stoomtram.
Al deze stukken worden voor notiiieatie aangenomen.
III. Aan de orde is het in de vorige vergadering door de
commissie voor de zaken van het armwezen uitgebrachte rap
port over de opheffing van sommige armvoogdij-besturen en
de bedoeling van rondreizende armen en die in scheepjes.
Na discussie wordt met 8 tegen 7 stemmen besloten dat rap
port te stellen in handen van burg, en wetn., tot nader onder
zoek, waarna de beslissing zal worden genomen.
IV. Alsvoren het rapport van do commissie, waarbij voor
gesteld wordt te besluiten dat bij adressen om de plaatsing
van lantaarns, die voor het vervolg mochten inkomen, zal
worden gehandeld overeenkomstig den geest van het in de
vorige vergadering genomen besluit, nl. dat van gemeentewege
worden bekostigd de lantaarns en palen, en de belanghebben
den zelve zorgen voor het opsteken enz.
Dit voorstel wordt aangenomen met 10 tegen 5 stemmen..
V. Wordt overgegaan tot de benoeming van leden en boek
houders der algemeene armbesturen tengevolge periodieke af
treding op 1 Januari 18'88.
Uit de door armvoogden en burg, en weth. opgemaakte dub
beltallen worden gekozen de heeren: voor:
Oppenhuizen c. a. Durk Tmdes Jongbloed, aftredende; tot
boekhouder Tjalling Pieters Koopmans, aftredende.
Hommerts en Jutrijp. Bauke Paulus vd. Velde, aftredende;
tot boekhouder A. Brouwer Hz., idem,
Woudsend c. a. Jacob Theunis de Vries, aftredendetot
boekhouder Jan Gerrits Krol, idem.
Heeg. Cornelia Johannes Cnossen, aftredende; tot boekhou
der Jacob Gerkes Nieuwlaud, idem.
Gaastmeer c. a. Ynte Tysma, aftredendetot boekhouder
Eelke Knoop, idem
Oudega c. a. Wijtze Theunis Bootsma, aftredende; tot boek
houder Jochum de Jong, idem.
Oosthem c. a. Ruurd Klazes Abma, aftredende buitengewo
ne vacature Klaas Gosses Damstra; tot boekhouder Muus Vis
ser, aftredende.
^.W es them c. a. Ype Rinkes vd. Zee, aftredende tot boekhou
der Hotze da Jong Jz., idem.
1. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
2. Wordt medegedeeld:
dat mej. Pennink te Groningen de benoeming tot onderwijze
res alhier heeft aangenomen
een adres van het centraal bestuur van denFrieschen Ijsbond
om in de politie-verordening bepalingen op te nemen omtrent
het sluiten van bruggen bij vriezend weer;
dat de rekening van het Buma-leen over 1886-87 is goedgekeurd;
dat de wijziging der verordening op de heffing van schoolgeld
alsmede de ouderhaudsche verpachting der bank van leening,
by koninklijk besluit zijn goedgekeurd.
3. Wordt benoemd:
tot Wees voogd de heer P. H. Bloemen met 13 stemmen.
De heer E. ten Cate Fennema bekwam 2 stemmen
4. Alsvoren tot Armvoogd de heer R. Feenstra Johz. met
13 stemmen.
De heer Y. van der Feer bekwam 1 stem, zijnde 1 in blanco.
5. Alsvoren tot chirurgijn Dij de algemeene Arm voogdij dr.
K. Dorama met 14 stemmen.
Dr. T. F. Risselada bekwam 1 stem.
6. Tot secretaris-boekhouder bij de algemeene Arm voogdij
wordt ingaande 1 Januari e k., voor drie jaren, metalgemeene
stemmen herbenoemd, de heer H. E. Napjus.
7. Tot Curator van het Gymnasium wordt herbenoemd mr,
L. Reitsma met 13 stemmen.
Dr, M. A. Schepers bekwam 2 stemmen.
benoemd tot lid der commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs de heer H. Fennema met 13 stemmen.
Dr. C. H. Kindermann bekwam 2 stemmen.
9. Wordt heroenoemd tot lid der commissie van toezicht op
het lager onderwijs de heer J. Campen met 11 stemmen.
De heer J. M. Goslings bekwam 1 stem, zyude drie in blanco.
10. Wordt op nieuw verhuurd aan L. de Groot te Leeuwar
den, de trekschippersstal aldaar voor f120, voor het tijdvak 12
Mei 1888 tot 12 Mei 1889
11. Aan de wed. M. Joustra, wordt ingaande 12 Mei e. k.
voor drie jaar verhuurd het thans door haar bewoonde huis
voor f150 ’sjaars.
12. Alsvoren aan W, Cnossen het thans door hem bewoonde
huis, Frittemahoven, met een daarbij gelegen perceel land voor
jaar Vttri 5 jftren’ reaPectieveiyk voor f 183.5u en f47,30 per
13. Wordt goedgekeurd:
de begrooting van het Old Burgerweeshuis dienst 1888, bedra
gende in ontvangsten en uitgaven f63847,68.
14. Wordt besloten:
art. 3 liet, f der verordening op de heffing van hoofdelijkeu
omslag in deze gemeente, luidende:
„Uitkeeriugen aan meerderjarige hulpbehoevende bloedver
wanten en aan anderen, voor zooveel de wet daartoe verplicht.”
te vervangen door:
„Alimentatiegelden aan behoeftige bloed- en aanverwanten,
„bedoeld iu de 3e Afd. titel XV van het le boek Burgerlijk
„Wetboek.”
15. Wordt besloten
tot het aanleggen van nieuwe bestrating tot een bedrag van
ongeveer flöóO, te voldoen uit buitengewone ontvangsten.
16 en 17. Ter behandeling van reclames tegen het le supple
toir kohier van den hoofdelijkeu omslag dienst 1887 en ter
vaststelling van het 2e suppletoir konier van omslag van den
zelfden dienst, gaat de vergadering in besloten zitting over.
18. Nog wordt behandeld een voorstel van B. en W. inzake
het werkhuis. Met algemeene stemmen wordt besloten, de
tegenwoordige directeuren met ingang van 7 December e. k.te
ontslaan en B. en W. als tydelijke commissie van beheer aange
wezen.
Niets meer te behandelen zünde wordt de vergadering ge
sloten.