11
PH
I
I ill
If I
|hLp!
r'll
jl!
k l
Een mïHioen Pond.
I
i
„A
«telle
rniju
u gel
gezoi
eene
Si) u
tyrek
sprat
benic
Wat
ziet t
Van
Was
I.
ffi i'
u
XXI.
hij zich in de kazerne van Peira Cava te Nizza.
Door een onderzoek in zijn kamer ingesteld
werd een brief uit Duitschland gevonden, waarin
gezegd werd dat, daar de eerste door hem ge
zonden inlichtingen niet volledig waren, men,
om hem de beloofde belooning ter hand te stellen,
de plannen van de versterkingswerken van An
tibes met de aanvullende bijzonderheden, in zijn
eerste rapport vermeld, van hem verwachtte.
Men zou hier dus voor een ergerlijk geval van
spionnage staan.
1/
B 4J I 'ff K A L. A 1>.
IMS
j
lebl
n d
ran
blad
Berl
dat
in I
sijn,
tot g
II
i :iit
’ehe
Köh
tinge
hooii
Ook
staar
I)
ting
De j
iet i
stred
bure
Tot
COntl
tl >eg(
M<
I icei
Ni
spree
f.ere,
a.s.
zal
zaak
ge n
hebb
’epk
met
?t sta
,t eei
W
38 v
van
stem
be ho
koes1
gelul
en v
terw
ontv
hebb
perse
Voigt
h)dt
te v<
kan
outbj
grout
net
(lige
het t>
tchei
acbtt
zorgi
Al
Peins
zona,
Edit]
er le
Zt
tiekv
met
met
door
Inspi
trede
had
dat
de p
een
v erd
Laar
’t pr
derly
algei:
vlug
k i,
OVERZICHT.
Het ministerie-Tirard is Donderdag voor do
F ran a c he Kamer verschenen met een pro
gramma, zoo volledig en uitvoerig dat zelfs de
meest optimistische der nieuwe ministers wel
niet hopen zal er ook maar een tiende gedeelte
van te zullen verwezenlijken.
Het programma, ontdaan van de inleiding
en wat er verder van ornameuteelen aard is
bijgevoegd, komt in hoofdzaak hierop neder
„Om de verwachting te verwezenlijken die
het volk van ons koestert, dus wordt er ver
klaard, zullen wij ons ernstig bezighouden met
de vraagstukken op het gebied van de financiën,
de staatshuishouding, het administratief beheer,
de sociale quaestie en het leger. Wij zullen
onophoudelijk werkzaam zijn tot bereiking van
het evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven,
dat een oogenblik verstoord dreigde te worden
door de algemeene crisis. Voor de spoedige
uitvoering der werken waardoor onze nijverheid
met het buitenland zal kunnen wedijveren, voor
de uitgaven, die vereischt worden ten behoeve
van het onderwijs der jeugd en voor de offers,
die noodig zijn voor da verdediging des vader-
Roman van P. E. van Areq.
Vervolg.)
Die korte scène was in een dicht begroeid
pad en zonder getuigen afgespeeld; thans sche
merde een licht kleedje tusschen het groen,
men vernam het geluid van vlugge voetstappen, -
en een oogenblik later stond Alice voor de
gelukkigen.
„Ik zocht u, Edith,” zeide zij, „en ik ver
moedde dat gij uw gewone wandeling met
mister Parker gingt maken, daarom ging ik hier
heen. Maar, mijn God, wat is hier voorgevallen
Gij zijt opgewonden, Edith, en uw oog straalt
van geluk, en ook gij, docter, vertoont de uit
drukking van zaligheid op uw gelaat; hebt gij
elkaar gevonden, gij gelukkigen
Edith omhelsde haar recht hartelijk en docter
Parker gaf haar de hand.
„Het is, zooals gij vermoedt, miss Norman,”
worden beslist op ’t eerlang te houden Friesch
comité. Gaarne wenschte hij als afgevaardigde
naar die vergadering met ’t denkbeeld van
„Burgertrouw” aldaar voor den dag te kon en.
Daarna stelde laatstgenoemde vereeniging voor,
dat bedoelde 5 caudidaten zouden worden be
sproken op de meeting, die zij zich voorstelde
in ’t begin van Januari te houden en waarop
elk, lid ot niet-lid, zijne opinie over de 5 heeren
mocht meedeelen en ten slotte ieder zijn stem
op de keuze van een voorloopigen candidaat
mocht uitbrengen. Nadat een laatste spreker,
die met een voor zijn doel nog al heftige taal
even den schoonen indruk trachtte weg te nemen,
dien ’t bij wonen dier vergadering bij allen zou
achterlaten, sloot de president, wien wij onzen
hartehjken dank betuigen voor de nette wijze,
waarop de vergadering door hem is geleid,
wijselijk de bijeenkomst, met een huldewoord
aan allen, die blijken van belangstelling hadden
getoond.
f In den morgen van 17 dezer, omstreeks 5
uur, is in de fabriek van de heeren H. eu Co.
alhier door de politie op heeterdaad betrapt
zekere A. V.oud 16 jaren, in genoemde fa
briek als knecht werkzaam. Hij had 3 dub
beltjes uit een geldlaadje, in ’t kantoor aanwezig,
genomen en bekende successively k circa 17
gulden gestolen te hebben, waarvan nog f 7,50
in het kolenhok verborgen gevonden werd. Van
de rest had zijne stierfmoeder kleeren gekocnt.
Als reden van zijn misdrijf gaf hij op, geen
zakgeld te krijgen.
Zondag middag werd uit den stal van den
kastelein Hiemstra alhier een jachtvest gestolen.
Als dader werd spoedig bekend zekere H. vd. H.,
oud 39 jaar, den morgen van gemelden dag pas
uit de gevangenis ontslagen. Door de politie
alhier achtervolgd en te Franeker opgespoord,
werd hij na veel moeite tot bekentenis gebracht
en met ’t gestolene naar hier getransporteerd,
om met de getuigen geconfronteerd te worden
en procesverbaal tegen hem op te maken.
Gedurende dien tijd zijn, ouder gewoonte, de
kosten van voeding voor rekening van den
Commissaris van Politie.
Van der H. heeft met inbegrip van 5 jaren
tuchthuisstraf reeds een goed derde deel van
zijn leven in de gevangenis doorgebracht.
hij zal zich met tegenzin van haar afwenden.”
„Het is u maar al te goed bekend, lieve,
hoe weinig uwe schildering past op hem die
ze geldt. My a broeder lieeft u liet met geheel
zijn hartdaarvoor ontbreekt ’t u niet aan bewij
zen, en als hij op dit oogenblik genoodzaakt is,
en wel door omstandigheden waaraan hij geen
schuld heeit om verre van u te zyn, dan valt
een groot deel der schuld daarvan op u-zelf-
„Op mij, Edith! O, gij wreede! Hoe kunt
gy mij zulK een schuld ten laste leggen Al
mijne wenschen eu al mijne gedachten, al mijn
hoop en al myn verlangen smachten naar het
oogenblik, waarin ik zoo gelukkig mocht zjn
als gy thans zyt, en gy zegt dat het mgu schuld
is dat ik nog zoover verwyderd ben van hnjjn
doel
„Ook ik moet die schuld op u werpen, misz
Norman,” voegde docter Parker er op ernstigen
eu nadrukkelyken toon bij. „Het is u toch sedert
geruimea tijd reeds bekend dat wy beboette
hebben aan de meest vertrouwelyke openhartig
heid uwerzijds, zullen wy vooruit komen op de“
weg, dien wy hebben iugeslagen om u eindelijk
te bevryden uit deze met atschuwelyke behen
digheid om u heengesiingerde banden. Want zo°'
lang het ons aan de bevestiging uit uw eigen mond
lands, zijn wij reeds op ernstige bezuinigingen
bedacht geweest.
„Wij zullen nadrukkelijk de hand houden
aan de maatregelen, welke door onze voorgan
gers zijn genomen tot onderdrukking van den
smokkelhandel, die zoowel de schatkist als den
eerlijken handel benadeelt. De financieele her
vormingen, door de begrootingscom missie voor
gesteld, zullen door ons nauwgezet overwogen
worden. Wij zullen u verzoeken, zoo spoedig
mogelijk over te gaan tot de behandeling der
reeds aangeboden of nog aan te bieden wetsont
werpen, welke op de verschillende takken van
den nationalen arbeid betrekking hebben. Vooral
hebben wij daarbij het oog gevestigd op de
verantwoordelijkheid bij ongelukken in fabrieken
en werkplaatsen, op de regeling van den arbeid
van minderjarige knapen en meisjes, op de on-
derstandskassen der werklieden, op de regeling
van faillissementen, op de reglementen voorbat
mijnwezen, op de vereenigingen van onderlinge
hulp en op spaarkassen, op de regeling van
armverpleging ten platten lande, het landbouw
onderwijs, de oprichting van landbouwkamers,
de voltooiing van het wetboek van den landbouw.
Wij zullen eindelijk bij u aandringen op do
spoedige afdoening der militaire wetten.”
Men ziet het dat er genoeg beloofd wordt
en moet nu maar afwachten wat het geven zal.
De Kamer toonde zich Donderdag jl. bereid om
de regeering althans den tijd te geven om zien
voor te bereiden. De voor drie maanden aan
gevraagde credietwetten werden aangenomen
met nagenoeg algemeene stemmen, na verwerping
van een amendement van Andrieux om deze
slechts voor twee maanden toe te staan en een
interpellatie over dc houding van den gemeen
teraad van Parys gedurende de jongste crisis
werd tot over een maand verdaagd.
In den Senaat werd het ministerieele pro
gramma insgelijks voorgelezen en ook dit wet
gevend lichaam stond Vrijdag met algemeene
stemmen de voor drie maanden aangevraagde
credietwetten toe, echter onder hetzelfde voor
behoud als de Kamer; dat het nieuwe ministerie
dit niet zou beschouwen als een votum van
vertrouwen, doch alleen als een bewijs dat de
vertegenwoordiging geen stoornis wilde brengen
in den geregeldeu loop van den dienst.
By de behandeling der huishoudelijke begroe
ting voor 1888 in de Kamerzitting van Vrydag,
wilde de begrootingscommissie de 1ÜOOOO francs
schrappen, die de quaestoren noodig geoordeeld
hadden voor een herbouwing van de wachtka
mer. Zij betoogden dat de noodzakelijkheid
van hun voorstel dezer dagen op nieuw duidelijk
gebleken was, ook in het belang der persoonlijke
veiligheid van do leden. De Cassagnac was
daardoor niet overtuigd en meende dat de nieuwe
inrichting der zaal de afgevaardigden toch niet
tegen aanvallen van krankzinnigen zou beveili
gen. De meerderheid echter gaf den quaestoren
gelyk en de verlangde som werd toegestaan.
Nauwelyks heeft het kantongerecht te Leipzig
Cabanel wegens het verkoopen van geheime
papieren aan het Franscbe gouvernement ver
oordeeld, of in Erankryk meent men een onder
officier te hebben gevonden, die op dezelfde wyze
Duitschland heeit gediend.
Zekere Catelam namelijk, die als onder-officior
te Tonkin gediend heeft en daar den rang van
adjudant en de militaire medaille behaald had,
leidde sedert eenigen tijd te Nizza een ongere
geld leven. Ten gevolge van 5 dagen afwe
zigheid, welke hij niet verantwoorden kon, werd
hem zyn rang ontnomen en hij met veertien
dagen provoost gestraft. Op dat oogenblik bevond
„Het zal heel eenzaam en treurig om mij heen
zijn, zoodraik weer geheel alleen ben,” zei Alice
diep bedroefd. „Het waren vroolyke en geluk
kige dagen, Edith, welke de Hemel my heeft
geschonken zoolang gij bij mij waart, en zoolang
gij, sir, u mijner, ongelukkige, wildet aantrekken.
Thans gaat gij beiden heen eu de donkere en
treurige dagen zullen weer beginnen.”
„Gevoelt gij geen lust, lieve, met my de wereld
in te gaan Gy weet welke geopende armen
u in de vrijheid wachten. Waarom maakt gy
geen aanstalten om hem tegemoet te vliegen eu
uw hart te laten uitrusten aan de borst die zoo
vol verlangen op u wacht?”
Alice keek de spreekster lang en met strakke
blikken aan. Eindelyk antwoordde zij
„Waarom schildert gij mij een geluk zóó zoet
en begeerenswaard, dat al de gloed mijner ziel
naar ’t bezit daarvan verlangt? De vriend,
met wien myne gedachten zieb dag en nacht
bezighouden, naar wien mijn hart smacht, is
verre van mij, en wat bekommert hij zich om
de ongelukkige krankzinnige, zooals de menschen
haar noemen? Er zijn zoo vele lieve meisjes met
blozende wangen in Engeland zou hij diè wen-
senen te bezitten, waarvan hij vreezen moet
dat zij aan eeue ziellijderes toebehooren Neen,
Cool te Rotterdam, moest om de hooge kosten
worden opgegeven.
Ter vergadering waren van de jongelui aan
wezig teekeningen, boetseer- en steenhouwers-
werk. Werkelijk verrassend was het te zien,
welke groote vorderingen waren gemaakt. De
teekeningen muntten uit door smaak en nette
uitvoering, de ornamenten boetseerwerk door
eene keurigheid, die aan geoefende handen deed
denken, maar ’t meest trok de attentie het uit
zandsteen gehouwen grafmonument, uitsluitend
door twee der jongens vervaardigd, t geen eer
lang eene plaats zal erlangen op de begraafplaats
alhier. Waarlijk, alles ziende, is er ruime stof
tot tevredenheid en kan men den wensch niet
achterwege laten, dat zulke interessante verga
deringen toch eens voor een zeer groot aantal
leden mochten worden gehouden, opdat men
kon zien, hoeveel nut wordt gesticht door deze
jeugdige vereeniging.
Uit het verslag van den penningmeester, den
heer H. F. Pijttersen, bleek, dat de ontvangsten
met inbegrip van de f 175 uit Indie in totaal
hadden bedragen f505,745, makende met het
saldo van 1 Juli 1886 f259,075 samen f764 82.
De uitgaven bedroegen f 223,84, batig saldo dus
f 537 98.
Vervolgens had nog eene ampele bespreking
plaats over de besteding der aanwezige gelden.
Terwijl enkelen kapitaalvorming meenden te
moeten aanbevelen, oordeelden anderen, dat het
beter zou zyn „levend” kapitaal vruchtbaar te
maken, door nog meer jongelieden voort te
helpen. De voorzitter achtte beide gewenscht
en sprak ten slotte, onder toejuiching der aan
wezigen, het vertrouwen uit, dat menig stadge
noot, vernemende hoe goed deze vereeniging
werkt, haar volgaarne krachtigen financiëelen
steun zal willen verleenen.
Voor de verkiezing (bij herstemming) van
een lid van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken alhier zijn gisteren 105 stemmen uit
gebracht. De heer A. Veen Ez. bekwam 5a
en de heer B. Wielenga 51 stemmen, zoodat
eerstgenoemde is gekozen.
f De afdeeling Sneek van den Ned. Bond voor
Alg. Kies- en Stemrecht hield Zondag jl. in
’t „Oudste Koffiehuis” alhier een zeer druk
bezochte en geanimeerde vergadering. Onder
scheidene heeren, waaronder leden en niet-leden,
voerden ’t woord, naar aanleiding van de can-
didatenlijst, die ’t bestuur had opgemaakt voor
’t lidmaatschap der Tweede Kamer. Op die
lijst waren geplaatst de heerendr. Vitus
Bruinsma, O. Stellingwerf en dr. Smit. Aan
gezien die heeren met hart en ziel steeds getoond
hebben voorstanders te zyn van dadelijke in
voering van Alg. Kies- en Stemrecht, leidde
hun candidaatschap tot weinig bespreking. Le
vendiger werden echter de discussies, toen eenige
leden van „Burgertrouw”, bij monde van den
heer 8., op die lyst nog wenschten geplaatst
te zien de heeren Buma en Heldt. Die heeren
hadden te allen tijde bewezen, dat ze voorstan
ders van Alg. Kies- en Stemrecht waren met
voorbehoud echter van uitzonderingen en gelei-
delyke invoering. Die laatste woorden „gelei
delijke invoering” vonden bij ’t grootste deel ner
vergadering weinig weerklank. Men was al
sedert jaren met fraaie beloften gepaaid, klonk het
van alle kanten men wachtte en bleef wachten
Nadat de heer Heldt -- Buma kwam er nog
al genadig af als transigeerder geducht door
’t slyk was gehaald, nam de voorzitter ’t woord.
Hij gaf namens ’t bestuur te kennenwat
betreft de door „Burgertrouw” bygevoegde
caudidaten niet zelfstandig te kunnen handelen,
omdut ’t een zaak was, die alleen zou kunnen
zeide hij, „gij ziet een gelukkig paar verloofden
voor u. Met het mededeelen van dit nieuws schen
ken wij u ons volle vertrouwen. Gy zult het
immers wel zóódanig weten te waardeeren, dut
gij over de zaak zelf het stilzwijgen bewaart
Het spreekt wel van zelf dat er hier geen sprake
kan zijn, dat wij niet te zijner tijd onze
aangelegenheid publiek zullen maken, maar
zoolang myne verloofde op deze plaats vertoeft
is zoo’n declaratie een zaak van onmogelijk
heid.”
„En zoudt gy dan werkelijk bevreesd zijn,
docter, dat ik zou gaan babbelen antwoordde
Alice. „Ik bewaar zooveel in mijn hart, wat
ik-alleen weet, en zoo zeker als ik mijne gehei
men verzwyg, even zeker zal ik ook de uwe
weten te bewaren. Maar iets anders is ’t, ik zie
het vooruit hare straks nog zoo heldere stem
werd droevig en klonk zorgelijk dat gy
nu spoedig zult heengaan, lieve, en my alleen
lateu. Wanneer zal dat gebeuren
„Zoodra Parker mij wegzendt, Alice,” ant
woordde Edith, „zal ik heengaan. Het is nu
met mijne vrijheid gedaanaltijd als hier van
vrijheid sprake kan zijn ik heb nu een heer
en gebieder gekregen en moet hem volgen,
zoodra hij zulks gebiedt.”
De Oostenrijksche regeering blijft zich
bezorgd maken over de houding van Rusland,
of wil althans zorgen, dat zij op alle eventuali
teiten voorbereid is. Zoo zegt men dat er weder
een algemeene ministerraad zal gehouden worden
en dat men den minister van oorlog denoodige
middelen zal aanwijzen om zich nog krachtiger
toe te rusten dan tot dusver. Het artikel der
Russische Invalide, het orgaan van den minister
van oorlog te St. Peterburg, waarin betoogd
werd, dat de provocatie eer van Oostenrijk
uitging dan van Rusland, heeft te Weeneu
blijkbaar veel kwaad bloed gezet.
Het Journal de St. Petersbourg zegt: Indien
het werkelijk het doel van het vredesverbond is,
door militaire toebereidselen den vrede te hand
haven, dan sluit Rusland zich bij dezen waar
borg voor den vrede geheel aan door de nood-
zakehjkste verdedigingsmaatregelen aan zijne
grenzen te nemen. Slechts kan het de vraag
zijn, of het misbruik maken van den bekenden
regelsi vis pacem para béllum het beste mid
del is tot handhaving van een vrede, dien ieder
schijnt te wenschen, en dien ook wij zelven
voor langen tijd verzekerd achten door onze
goede betrekkingen met de Regeeringen der
aangrenzende Rijken.
Intusschen wordt van goed ingelichte diplo
matieke zijde aan den Berlijnschen correspondent
der N. Rott. Ct.t naar aanleiding van de artikelen
der Russische Invalide en van het Ministeriëele
Journal de St. Petersbourg, bovenbedoeld, en
ook in verband met den opgewonden toon in
de Oostenrijksch-Hongaarsche pers, het volgende
gezegdDeze ontboezemingen behoefden voor-
loopig geene bijzondere bezorgdheid te wekken,
omdat eerst kon worden afgewacht of Rusland
niet juist groote woorden gebruikt, om eene
feitelyke retraite te verbergen. Aan beide
zydeu kan de drukte in de persorganen zeer
licht een manoeuvre zyn om de aandacht van
de hoofdvraag af te leiden, of na de beraadsla
gingen der opperofficieren te Weenen, Rusland
upg verder troepen naar de grenzen zendt, dan
wel daarmede ophoudt. Tot dat oogenblik ont
breken hieromtrent alle authentieke berichten,
maar in de diplomatieke kringen heeft men
algemeen de overtuiging, dat Kuslaud een zacht
zinniger toon zou aanslaan, indien het werkelijk
in het geheim zijne krijgstoerustingen zou willen
voortzetten.
De te Brussel verschijnende Hord handhaaft
inmiddels het standpunt van de Invalide en het
Journal de St. Petersbourg.
„Rusland” zegt het orgaan van Giers
„wil geen oorlog en zal dien ook niet doen uit
breken, maar het handhaaft zyn recht alle
maatregelen te nemen, welke noodig zyn om
een vijand het binnendringen in Rusland te
beletten en te doen berouwen. Rusland zou geen
onafhankelijke groote mogendheid meer zyn,
indien het duidde dat anderen rekenschap konden
vragen van maatregelen, welke de regeering
noodig acht voor de veiligheid des lands.”
De Köln. Ztg. geeft toe dat daartegen theore
tisch niets in te brengen is, maar datzelfde recht