TE HULK OP 12 NU 18S8 een Ihirgerhuis met JfcCrf op het Kleimand. Te bevragen bij IJ. S. van der MEULEN. NATÜliRKÜWfi ÜKXOOTSCHAP nowiw op WOENSDAG den 28 DECEMBER 1887, IET 1 MI TE HEER GEHAAGD een GEMEUBILEERDE KAMER of kleine BURGERWONING. Brieven onder letter A, met opgaaf van huurprijs, bureau Sneeker Cou- rant. VERKOOPING Groote Houtveiling. Nieuwjaarsbrieven Nieuwjaars- en McitaMaarljas. by W. COOL VAN BOKMA. Vastigheden te Reeg. Spreker: Dr. D. J. van der PLAATS, van de EENDENKOOI, genaamd K0BBEK00I, lij fle Groots Men onto RiiMerL de levering van hel benoodig- de ROGGEBROOD, gedurende de zes eerste maanden van het jaar 1888, Voorloopig bericht» A V S3 E S E Uw Dw. Dr. L. THEUNISSEN. 2. 3. DRIJFHOUT. mij uit Pest, dat bij meen in Frankrijk wordt gedeeld. ;v’.l Bevallen van een Zoo», T. L. van der FEE R—Arts. Sneek, 21 Dec. 1887. uiet 1- - hetzelfde zou doen, kan alleen worden betwijfeld idij te dak icht het •or den het iep ind •ijd offl ing te kW de iro- i de den tar nen het aide ten v. log- van dug oud KW den tie* in ooj ;eu, ien lUl' te en de ije en d- er loot •oor H. van leer jki- •FljS loot rnf- en Un- uil- aan er- ras ree ilU' •de ,ag rer ter ans ’er- ;ee- en re. ten ide de tan Mijnheer de liedacteur, In het vorig nummer uwer Courant komt een ingezonden stuk voor van „Een Ambtenaar” over de door mij betaald wordende kosten van voeding vau arrestanten. Indien die Ambtenaar zijn naam wil opgeven zal ik zijne vragen beantwoorden. Achtend, ’s avonds half acht, B IJ A GE M A. van Utrecht. ‘s namiddags 6 uur, bij II. Visser te II het openbaar, provisioneel te verkoopen 1. - eite sren ten. jest ude lies Mr. L. W. van KLEFFENS, Notaris te Veenwouden, zal Maandag 2 Januari 1888, ’s namiddags vijf uur, bij DE JONG te Har- degarijp provisioneel veilen de EENDENKOOI bij de Groote Wielen onder Rijperkerk, met daarbij behooreade BOE- RENHUIZINGE en vruchtbare WEILANDEN, zamen 24 X 36% ares. Ter bezigtiging ver- voege men zich bg den Kooiker. wij jest, ioe- zich den nog kon F >nde >ede 8 OOGDEN der ALGEMEENE ARMEN I wenschen bij gesloten briefjes aan te be steden op voorwaarden ter lezing in het Armenhuis» alwaar de briefjes moeten worden ingeleverd voor of op Donderdag den 29 December e. k. Voogden voornoemd, W. van GORKUM, Pres. H. E. NAPJUS, Secr.-Boekh. In den loop der volgende maand zal publie k worden verkocht eene groote lading prach tige IJPEN BOOMSTAMMEN, uit Zeeland aan te voeren. van den koepelvormigen tempel opliep, blijkbaar met hetzelfde doel waarmee zy dit hadden gedaan, namelijk om het standbeeld der godes wat van naderbij te beschouwen. Het toevai wilde dat de vreemdelingen juist de piek naderden waar Alice stond. De jonge dame hoorde het zachte geritsel van een japon, van om door dergeljjke gebouwtjes althans eenige afwisseling te brengen in het eentoonige van zoo’n groot park. „Laat ons de trappen opgaan en die godes eens van wat naderbij bekijken,” zei docter Parker terwijl hg zelf daartoe het voorbeeld uv, 6C11VOC1 ccu g „tiet komt my voor dat dit eene afbeel- zag een schaduw voor hare voeten op den grond mg is van den tempel van de Diana van Efeze, verschyuen en keerde zich om. zooa s deze heeft gestaan in de grootste der twaalf Byna op hetzelfde oogenblik slaakte zij een onisc e steden, een van de zeven wonderwerken j luiden kreet en hing aan den hals der vreemde uer wereld, die Herostratus op den geboortedag dame. „Misz Knighth,” riep zij uit, „mijn lieve misz Knighth 1 Welk een geluk, welk een be stiering des hemels, dat Gods hand my hierheen een nu mijn echtgenoot; kent gij hem niet meer?” „Zie ik wel goed,” riep Alice uit, die eerst nu den tijd vond een blik te slaan op den ge leider harer leermeesteres, „dat is immers mister Cliffton, mijn onderwijzerHoe komt bet, sir, dat ik u in het gewaad zie van een geestelijke?” „Dat is heel gemakkelijk op te lossen, mijn waarde misz Norman,” antwoordde de geeste lijke. „Gij ziet in mij den predikant van het kerspel waarin gy u bevindt. Ik was zoo ge lukkig deze betrekking te krijgen, weinige maanden nadat mynheer uw oom en voogd mij en mijne tegenwoordige echtgenoote ontslagen had, waardoor zich voor my de gelegenheid opende om eene reeds sedert jaren tusschen ons be staande band nader te bevestigen, door haar mijn hand aan te bieden. Zooais gij ziet, laat onze betrekking zich in weinige woorden verkla ring. Maar nu meen ik ook te meer gerechtigd te zyn tot de vraag hoe het komt dat ons het genoegen te beurt valt, u hier in de onmiddel lijke nabijheid van onze woonplaats te zien. Wij hebben niet verzuimd, in de eerste jaren van uwe afwezigheid uit Engeland dikwyls naar u te vernemen, maar alle berichten, welke wij ontvingen, meldden, dat gij nog niet waart te ruggekeerd en dat ook het tijdstip van uwe terugkomst nog niet bepaald was. En nu word ik plotseling door mijn eigen oogen overtuigd dat gij werkelijk weer in het vaderland terug zijt. Maar waarom zijt gij niet op Normanshall, in Suffolk of te Londen, waar wij eene dame van uw rang en stand zouden zoeken; waarom zoover van daar verwijderd in deze eenzame provincie Alice keek blozende en als om hulp zoekende naar hare vriendenzij wilde antwoorden en voelde toch dat zulks op het oogenblik eene onmogelijkheid voor haar was. Walther zag dien blik en bleef niet in gebreke tusschenbeide te komen. „Wees zoo goed, eerwaarde heer,” zeide hij, „de jonge dame van het beantwoorden uwer vragen te verschoonen en sta mij toe zulks in hare plaats te doen, zoodra, wat ik misz Norman thans beleefd verzoek te doen, ik aan u zal zijn voorgesteld.” Alice maakte geen bezwaar aan het verzoek van Walther te voldoen, en zoodra aan dien vorm der wellevendheid was voldaan, wendde onze jonge vriend zich weder tot den geestelijke. (Wordt vervolgd). ’’jan Alexander den groote verbrandde, maar die door Dinocrat.es op meuw op de prachtigste wijze werd opgebourvd. Daarvan is in dit albeeldsel, wel is waar, niet heel veel meer te hcrKennen, maar dat ligt daaraan, dat het origineel spoorloos van de aarde is verdwenen.” Zij waren de trap opgeklommen en voor het beeld van Diana blijven staan, dat door een kunstenaarshand gemaakt was. Aldus geheel in de beschouwing daarvan verdiept, bemerkten zij niet, hoe achter hen een ttan van omstreeks veertig jaren in het ge waad i van den geestelijke, met een lange, zeer magere vrouw aan den arm, langzaam de vier treden bracht! Gij kunt niet vermoeden welk schat van geluk over mij wordt uitgestort, ik u in myne armen mag sluiten „En ik vind dat gij, hoe groot gij dan ook geworden zijt, toch nog niet veel hebt afgelegd van uwe onstuimigheid waarover ik uals kind zoo bij herhaling heb moeten vermanen. Laat ons dus alles in behoorlyke orde en bij den regel af vernemen, mijn kind. In de eerste plaats moet ik er u opmerkzaam op maken, dat ik myn eerbaren meisjesnaam heb afgelegd. Ziehier uitstekenden indruk gemaakt.” (Zie telegram). Inmiddels gaat ook T u r k ij e voort met zich te wapenen en circuleerde dezer dagen te Sofia het gerucht dat de Turksche regeering de directie der Adrianopeler spoorwegmaatschappij aange schreven heeft een groot aantal waggons gereed te houden voor eventueel troepen transport. In Bulgarije hebben overigens de geruchten over een gedwongen aftreden vau Vorst Ferdi nand tengevolge gehad, dat de twisten in de Sobranje zyn verstomd en de partyen zich heb ben vereenigd om het Ministerie te ondersteunen. Het ministerie heeft opnieuw zijn trouw aan den Vorst verzekerd en het is niet waarschijnlijk, dat deze van de regeering zal afstand doen, als hij daartoe niet door overmacht wordt gedwongen. Ook in het leger zou door de bedoelde geruch ten de verbittering tegen Rusland op nieuw zijn opgewekt. De officieren van het garnizoen van Rustschuk hebben zich plechtig verbonden, des noods met de wapenen, zich tegen het voorstel van den Russischen invloed te verzetten. De Sobranje heeft de begrooting bijna in haar geheel goedgekeurd. De uitgaven bedroegen, met de schatting voor Rumelie, 61 millioende inkomsten 53 millioen. De ontbrekende acht millioen zullen, evenals het buitengewone budget, gedekt worden door de achterstallige belastingen, die een som van ongeveer 30 millioen uitmaken. De Servische Skupschtina nam Woensdag de met Bulgarije gesloten speorwegconventie aan. Bij de behandeling der zaak verklaarde de minister-president Ristitsch dat Servie onder handeld had met het bewind dat reeds geruimen tyd in Bulgarije feitelijk aan het hoofd der zaken staat. De oplossing der Bulgaarsche quaestie behoorde aan de mogendheden die het tractaat van Berlijn onderteekenden, doch de minister beschouwde dit buiten verband met de spoorweg- conveutie. Het kabinet had sedert het aan het bewind was zich gehouden aan het programma, in vriendschappelijke betrekking zou trachten te blijven en was daarin tot uog toe naar wensch geslaagd. Opmerkelijk is in deze dagen de houding der pers in Frankrijk met betrekking tot de internationale quaesties. Na de luidruchtige vriendschapsbetuigingen aan Rusland, na de ovaties, die den Russischen ambassadeur en alles wat Russisch is, zyn gebracht, had men kunnen verwachten, dat nagenoeg alle bladen partij zouden trekken voor Rusland en het aansporen niet voor Duitschland en Oostenrijk te zwichten. Doch het tegendeel is waar. De uitlatingen der Duitsche en Oostenrij ksche officieuse bladen worden, gewooalyk zonder nadere toelichting, overgeuomen en zoo er iets bij wordt gevoegd, geschiedt dit met groote voorzichtigheid, hetzy om verontschuldigingen voor Rusland aan te voeren, hetzij om de hoop te kennen te geven, dat de vrede niet zal worden verbroken. Er kan Te- mee aan worden getwijfeld, dat deze hoop alge- Thaus bevat de Figaro eeu artikel, dat, naar men meent, uit regeeringskringen afkomstig is, opgewondenheid, die sedert eerngen tyd in Europa heerscht, niet in Frankrijk is dóórgedrongen. De verhouding tusschen Frankrijk en Duitsch land is normaalvan beide zijden wordt alles vermeden, wat aanleiding zou kunnen geven tot geschillen. Ten slotte wordt aangetoond, dat net Duitsche gouvernement gedaan heeft, wat het kon, om te verhinderen dat het bekende incident aan de grenzen, waarby een Fransch- man door een Duitsch soldaat werd doodgescho ten, tot verbittering zou aanleiding geven, en dat het nu de plicht der Franschen is, dat treurig geval te laten rusten. Zoolang Grévy president der republiek was heette de Paris zijn officieus orgaan. De nieu we president Carnot laat echter mededeelen dat hg zelf er geen orgaan op na zal houden, daar hij zich geheel van persoonlijke politiek onthou den zal en het dus best daar buiten meent te kunnen stellen. Paris meldt dat Loubet als minister van open bare werken zal aftreden en door Mahy, thans minister van marine, zal worden vervangen. Admiraal Krantz of Pyron zou dan aan het hoofd van het departement van marine optreden en de afgevaardigde Etienne dan onder-staats- secretaris voor koloniën blijven, hetgeen Mahy juist minder wenschelijk acht. De Wilson-geschiedenis schijnt nog een zonder ling naspel te zullen hebben. Bijna alle bladen hebben namelijk gemeld, dat de ex-prefect van politie Gragnon, in een schrijven aan Grévy, gedreigd heeft de geheele waarheid over de Wilsonquaesties te zullen onthullen als bij niet weder een aanstelling kreeg, overeenkomende met zyn vorige positie. Daar hij zijn onschuld overtuigend bewijzen kan, acht hij dit niet meer dan billijk. Nu bevat de meestal zeer betrouw bare Temps het zonderlinge bericht, dat de regeering in beginsel besloten heeft om Gragnon weder in haar dienst te nemen, zonder dat echter nog bepaald is welke aanstelling hij krijgen zal. (Zie ook telegram.) .INGEZONDEN STUKKEN. De Notaris A. MIEDEMA te Sneek is voor nemens, ten verzoeke vau den heer DOOIJE- MA qq.. te Heeg, op Zaterdag 7 Januari 1888, bij H. Visser te Heeg, in Een kapitale HEERENHUIZÏNGE met fraaien TUIN, zeer aangenaam gelegen aan den weg te Heeg, bij den heer J. Visser Az. in huur voor f 300 in het jaar. Een daartegenover staande WONING met Wagenhuis, Stal en Bleek c. a., in huur bij H. G. v. d. Goot voor f90 ’s jaars. 2 Heet. 37 are 40 cent. (6% p) uit muntend WEIDLAND, Geertje Zesse genaamd, gelegen onder Heeg, in huur bij H. Visser voor f 120 in het jaar. Aanvaarding van perc. 1 en 2 den 12 Mei en van perc. 3 den 5 Maart 1888. graaf Kalnoky zou hebben meegedeeld, en waarin verklaard werd dat de houding, door Rusland in den laatsten tijd tegenover Duitsch land en Oostenrijk aangenomen, aan deze beide staten den plicht oplegde, op verdedigingsmaat regelen, ja op meer dan enkele verdediging, bedacht te zijn. In dien brief zou, volgens den correspondent van het Cityblad, verder de voor slag zijn gedaan een verklaring omtrent de vredelievende bedoelingen vau Rusland te vor deren. Het gevolg van dezen brief was een groote opschudding aan het Oostenrijksche hof en in Weener regeeringskringen. Uit Berlijn zou vervolgens aangedrongen zijn op het open baar maken van het verdrag tusschen de staten van het drievoudig verbond, waartegen men zich evenwel te Weenen verzette, wijl Rusland daarin een directe uitdaging zou zien. Later zou men uit Berlijn nog slechts den raad gegeven hebben om in Oostenrijk gereed te zijn een inval in Galicie tegen te gaan. De Russische regeeiing zou van dit alles op de hoogte zijn gehouden, en toch met het zenden van troepen naar Polen zijn voortgegaan. Tot zoover het bericht vau de Times, dat natuurlijk geheel voor rekening van het blad en van zijn zegsman blijft. De Galicische bladen melden intusschen, dat de Russische militaire bewegingen onafgebroken worden voortgezet en dat kozakken eu lichte artillerie tot vlak bij de grenzen worden voor uitgeschoven, bijvoorbeeld tot Miechow, op enkele kilometers afstand van Krakau, terwijl langs de geheele grens aan de Russische zijde barak ken worden gebouwd en proviand wordt bij eengebracht. „Indien dit waar is zegt de correspondent van de Standard „zullen wij niet lang behoeven te wachten, eer bet tot eene crisis komt. Hetgeen ik ben te weten gekomen over de ministcrieele vergaderingen, die Zondag en Maandag zyn gehouden, laat niet den ge- ringsten twijfel over omtrent hetgeen zou ge- a beuren als liet Oostenrijksche departement van dat men met alle staten i oorlog, op grond van betrouwbare inlichtingen, de overtuiging verkreeg, dat Rusland blyit voort gaan met het zenden van troepen naar de grenzen. Noch de sneeuw in Galicië, noch een van de vele andere moeilijkheden, die aan eene wiatercampague zyn verbonden, zouden in dit geval Oostenrijk weerhouden, om dadelijk zyn geheele leger te mobiliseeren, en dat Duitschland door hen, die de oogen sluiten voor klaarblij kelijke feiten. Mijn berichtgever, die zeer goed ingeiicht is, zegt uitdrukkelyk, dat men besloten heeft ten opzichte van sommige der op Zondag en Maandag genomen besluiten tegenover ieder een het strengste stilzwijgen te bewaren, maar dat men volstrekt geen geheim maakt van het vaste voornemen om een snellen en krachtigen slag te wagen, waaneer Rusland voortgaat met geen acht te slaan op de gematigdheid van Oostenrijk en zijne wapeningen voortzet. gelijkertyd bericht men _o deze beraadslagingen de Hongaarsche premier, Koleman Tisza, de noodzakelijkheid heeft betoogd B om de financieele krachten der monarchie zooveel waarin wordt geconstateerd, dat de koortsachtige mogelijk te sparen, voor het oogenblik de uit gaven tot het volstrekt noodzakelyke te beperken en geen geld te besteden aan halve maatregelen, maar op het juiste oogenblik alle financieele en militaire krachten tegelijk in de schaal te werpen. Volgens de heer Tisza zal dit oogenblik zyn gekomen, zoodra het bureau der militaire ver kenningen verneemt, dat de verplaatsing van troepen uit de binnenlanden van Rusland naar de grenzen afmetingen heeft bereikt, welke de militaire autoriteiten als gevaarlyk beschouwen. Deze houding van den Hongaarschen premier heeft, naar ik verneem, op den ministerraad een

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 3