HET BEGIN TAN HET EINDE. MMS- H RIMfflHUI TOOR lil GESEEHE ffl Rf KW SAEEL No. 6. N E G E N-E N-V E E R T I Q S T E J A A R Q A N Q. 1894, 20 J a n u a i< i. I 1 oordeel willen onderschrij- UIT DE PERS. 4 Alle brieven in te zenden. Deze CO UR ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25. en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco O ui. men nu ’t bedrijf door mr. van u vroeg gewennen, KENNISGEVING. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek brengt ter openbare kennis, dat het Kohier van de Grondbelasting dezer gemeente, dienstjaar 1894, door den Provincialen Inspecteur der Di recte Belastingen te Leeuwarden gearresteerd den 16 Januari 1894, aan den Ontvanger der Rijksbelastingen te Sneek ter invordering is ter hand gesteld en dat een ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij do wet bepaalden voet, te voldoen. Sneek den 18 Januari 1894. De Burgemeester voornoemd. ALMA. Breede beschouwingen zijn nog in de pers van der Aan op en aanmerkingen ontbreekt het gelijk wij reeds deden uitkomen allerminst. De Arnh. Ct. heeft in een drietal artikels den staf over het artikel gebroken en meer uitvoerig op leem ten gewezen, die in een stelsel, conform de aan gegeven plannen, zouden voorkomen. In Nieuw Leven komt ook een artikel voor over het kiesrecht. „Wat zal het lot worden van de ingediende kieswetten vraagt het blad ADI EL TIL TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7l/t Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. Kostelijk klinkt ook de phrase van een dier flinke, hoewel vreesachtige politieke mannen „Die illusie, (om in het algemeen kiesrecht een anti-bom te zien) die illusie, zoo lezen we welke goedmoedigen en vreesachtigen kon nopen om zelfs met verkrachting der Grond wet de deuren zoo wijd mogelijk open te zet ten, is door de anachisten grondig uitgeroeid”. Een verkwikkelijk idee bommen de vrees uitroeiende Kwam er maar een bom Dan waren onze politiek-vreesachtige man nen misschien ook te genezen, en was voor hen tevens de aanleiding tot naijver in vreesachtig heid weg genomen. Kostelijk, niet waar, moeder? Verrassend als ’n nieuwstijding klinkt ’t na volgende „De beslissing der Kamer, waardoor Tak’s halfslachtige oplossing van dat geschilpunt ter zijde gesteld werd, is een baken voor ’t geen de meerderheid met de kieswet zal doen Deze mededeeling gaat boven ons begrip, hoe we er ook op gepeinsd hebben. We willen aannemen dat de Kamer de kies wetten verwerpt, ofschoon we nog altijd geloo- ven dat er een meerderheid is die aan „een waan” van één dag zal weerstand kunnen bie den en begrijpt dat het bulkende stemvee coute qui coute, of men het recht noemt of onbillijk, moet verzadigd worden. We gelooven nog dat er meer dan de helft zijn in de Kamer, die inzien dat men er zoo niet afkomt en het einde toch moet zijn alge meen kiesrecht dat ze dus zoover zullen gaan als maar eenigs- zins mogelijk is met het oog op de perken der grondwet dat men het met z’n nationaliteitsgevoel niet zal kunnen overeen brengen, ook maar een jaar tegen te houden wat overal elders reeds is ingevoerd of staat ingevoerd te worden. Voor die politieke mannen, die niet wanke len ter wille van hun zetel, is geen kruid ge wassen. Toch zijn dio mannen, wel beschouwd, nog zoo dom niet, wanneer ze tegen stemmen. Komt de wet er niet, dan rekenen ze na ont binding der Kamers op de stemmen der room- schen en gematigden. En komt de wet er, dan is de kans voor die heeren gelijk nul. Op die wijze wordt de ijver van den heer van Houten meer begrijpelijk en zijn drukke correspondentie meer verklaarbaar over d« be langrijke kwestie zeven honderd en dertig of zeven honderd en twintig. Dat baken zullen we dan ook maar niet ver der nasporenwe willen er alleen een bedekte aansporing maar onbeholpen ditmaal in zien, om de leden van ’t ministerie, speciaal v. Tienhoven, tegen Tak in ’t harnas te jagen; lukte dit, dan zou v. Tienhoven straks moeten verklaren dat de verantwoordelijkheid voor de ontwerpen geheel rust op de schouders van den minister van binnenlandsohe zaken. We be- vergeefs aangeklopt, en nu, na de eerste uit breiding de beste, gingen ze er door in een wip. Jammerlijk, niet waar moeder dat ’t volk zoo flegmatiek is. Kwam er maar een bom Vrijen toegang moet ge vragen, volk van Nederland Wat recht is voor den één, is ook recht voor den ander, en naast een bevoorrech te staat een verongelijkte. Wilt ge geen onrecht, dan weg met het voor recht Die ’t laatste willen laat ze de tan den zien en jaag ze weg van ’t terrein der sa- menspreking. The right man En wanneer het volk verkeert onder „een waan”, zooals de heer v. Houten zegt, kan het toch, ja moet het eischen, dat zijn vertegen woordigers dien waan meê koesteren, en heeft het immers recht zich verstoord te gevoelen,, wanneer die vertegenwoordigers er zich op be roemen „politieke mannen” te zijn, die den waan van den dag trotseeren Men vraagt positieve bewijzen van welstand. Wie zal het toegangsbewijs nu afgeven en hoe De heeren hebben zich stomp gedacht en ’t resultaat is nihil Wrelnu, hoe kan men dan verlangen dat de regeering, die „halfslachtige” regeering, een mid del zal aangeven Maar professor Cort van der Linden danzal die het zout in de aardappels doen De kieswet is nu eenmaal een steen der wij zen, en daarom moet zoo’n ding door ’n pro fessor worden opgespoord. Moeder, kwam er maar een bom De volgende keer vertel ik u, hoe professor v.d. Linden de zaak tot oplossing brengt of in de war stuurt. Zeg nu maar, vast dat ook iu zake van recht de spreuk geldt Paritur pax bello. aan de gemeentekas) aanspraak op de sleutels der kas?Daardoor ontstaat gevaar voor bederf „onzer gemeentelijke instellingen.” I Dit gevaar te mijden ligt blijkbaar in de be doeling der opposanten. „De toekomst des lands gaat bij hen boven het bestaan van het ministerie.” LeesDe toekomst der kas gaat, enz. De heeren duchten dus gevaar hiermee ech ter rijmt niet de apotheose dier opposanten „Het is geen oneer, als politiek man vruch teloos een waan van den dag te weerstaan.” Een dreigend gevaar of een waan Waar tegen gaat het Maar van politieke mannen, die meenen zoo hoog te staan dat ze aan hun overtuiging zelfs hun zetel moeten prijsgeven, desnoods, zoo zegt de heer v. Houten begrijpen we niet 1°. Waarom ze ’t gemoedsbezwaar maskee- ren achter een grond wetsbezwaar, en 2°. waarom ze er zoo op aandringen dat de regeering zich verklaren zal, of de kieswet-ont- •werpen alleen van den minister Tak of wel van de geheele regeering uitgaan. Het is toch duidelijk dat politieke mannen, die een „waan van den dag” durven weerstaan ten koste van een ministerie, toch niet daarvoor zullen terugdeinzen wanneer het leven van één minister er bij op ’t spel stond. Zoo iets is onzin die klaar klinkt, of wel een list, een oneerlijk wapen, een kushandje A:i!‘ v. Tienhoven, om dien Tak toch te laten vallen. Jammerlijk, niet waar, moeder Kwam er maar een bom Moeder, als ik politieke mannen hoor roemen op hun karakter en dan een of twee seconden later zulke middeltjes zie gebruiken om hun doel te bereiken, dan denk ik aan de kwakzal vers op de markt, die hun slag slaan na eerst bet publiek te hebben verbouwereerd met hun iiClmkende titels dan roep ik m’n zoontje, moe der, en leer hem het versje van den braven [Van Alphen Kinderen, leert ’t Aller tijd Gods alwetendheid te erkennen, Waar ge ook zijt. I Zoo hoop ik dat de jongen, op lateren leef- Jyd, in welken werkkring ook, zal mogen zeg- ten, maar met meer recht „Het is geen oneer vruchteloos een waan van den dag te weerstaan.” Het is toch onbegrijpelijk hoe volksvertegen woordigers het aandurven, zich te bemoeien met liet reglement van orde van den ministerraad. I Zulke bemoeizucht behoort geen ander ant woord te ontvangen dan wat ze verdient, dat is g Geen antwoord. hoeven niet te zeggen dat de kansen der kies wetten er door achteruit zouden gaan dan zou het Jxederlandsche volk nog eens de dwaasheid moeten overwegen van ’n hofkliek, die politie ke mannen van den eersten rang in de scha duw stelt van wie op politiek gebied hun spo ren nog verdienen moeten. We verwachten geen oogcublik, dat ons ka binet in deze belangrijkste aller door haar op gevatte quaestien zich heterogeen zal verklaren. Het spreekt van zelf dat het onbeduidende veranderingetje in de kieswet voor de Eerste Kamer, hier geen baken ismen mag het dus beschouwen als een aardigheid des heeren Van Houten, of wel als een capriool om verband te krijgen tusschen hetgeen hij ziet en hetgeen bij wenscht, tusschen gelijkvloers en de zoldering. Om de kieswet tot stand te brengen is, vol gens den secretaris van mr. v. Houten, niet alleen noodig een homogeen kabinet, maar een kabinet homogeen met de meerderheid. Natuurlijk, zal men zeggende kieswetten l en ver- Maar hoe zal i Houten gespeeld, karakteriseeren Nemen we slechts zijn zevenden brief: „Heeft deze klasse (die niet bijdraagt worden aangenomen bij meerderheid worpen door de meerderheid. Worden ze dus aangenomen, dan is het kabi net homogeen met de meerderheid. Hoe kan een geleerd man Maar zoo heeft de briefschrijver het niet be doeld. Onder meerderheid wordt door hem verstaan de thans nog bestaande liberale kamerpartij. De kieswet moet dus volgens ZijnEdel Mo gende een partij wet zijn. V e verwachten dat deze meening wel op zich zelf zal staan. Wie zou zulk een ven Maar gesteld, ’t moest zoo Zou de regeering dan niet opgemerkt heb ben, dat die partij hopeloos verdeeld is, in zich zelf, en wat ’t belangrijkste is, niet met vreugde hebben opgemerkt dat de meerder heid in die partij het met haar eens is Er wordt niet veel notitie genomen van Van Houten’s geschrijf, maar wie zal er zich over, verwonderen Toch is het in zooverre jammer, dat zijn correspondenties niet meer besproken worden, omdat er uit blijken kan, welke denkbeelden er in de liberale kamerpartij nog heerschen en hoe noodig het is dat onze volksvertegenwoor diging gedemocratiseerd wordtomdat het volk er door bespreking in lezen kan Breidt het Kiesrecht uit zoover maar moge lijk is. Zou die les overbodig zijn Och die Hollandsche natie is zoo flegmatiek geduldig ziet ze ’t gekonkel én ’t geknoei aan SewÜd aan het artikel van prof. Gort én ’t gekuip én ’t gepolitiseer. Linden over de kiesrecht-ontwerpen. Ze schijnt er niet warm onder te worden dat er zoo gesold wordt met recht. Ziet ge ’t dan niet, volk van Nederland, dat er kans op verbetering is, wanneer het kiesrecht wordt uitgebreid Van Houten’s brief zegt het u. De wetten van Pierson hebben 25 jaar te OE rm 1 •i t i IER CRURAN

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1