BINNENLAND.
de
FEUILLETON.
De Tweede Kamer is bijeengeroepen tegen
Dinsdag 13 Februari te 2 uur.
b<
P'
v<
tic
he
nis
- e'
- di\
ha:
uit
gel
Be
noi
tü8
i dat
vai
Vo
- r’w
oiq
cie
tro
kri
gel
ve
he
la
Wi
lei
va
Roman van Robert Misch.
d
di
d<
v:
ri
A
v.
gi
G
m
d(
Jte
-Ca
m:
be
die
pa
he
Te Uldenhout is vermoedelijk een moord ge
pleegd. De justitie uit Breda is daarheen ver
trokken. De venter K., die vroeger in een
krankzinnigengesticht was opgesloten, heeft al
daar een bejaarde vrouw doodgeschoten.
daa
rl
heg
lig!
de
liaa
jon;
mei
I
Agi
ken
met
inge
wie
de c
1 D
en i
Wiaa
fccho
■at
■oor
uittil
De Koninklijke Beiersch Bierbrouwerij te
Amsterdam heeft aan velen een flink daggeld
doen verdienen door verzamelen van ijs cu het
vervoeren daarvan naar hare kelders.
Drie weken lang heeft het werk geduurd en
in dien tijd is door de directie uitbetaald een
som van f 6450.
Te Amsterdam heeft zich, naar aan het Hbl.
medegedeeld wordt, een soort gezelschap The
atre libre gevormd, dat zich ten doel stelt zoo
veel mogelijk oorspronkelijke en moderne wer
ken op te voeren. Elk stuk van een beginnend
auteur zal, als het maar eenigzins geschikt
voorkomt, opgevoerd worden, om zoowelde
pers als het publiek er mede in kennis te bren
gen en het te laten beoordeelen. De regie be
rust, naar men aan het blad verzekert, in be
kwame handen. Aanvankelijk zal men begin-
De arrond.-rechtbank in Den Bosch deed o.m.
uitspraak iu zake den vroegeren burgemeester
te Drunen, thans wonende te Vucht; zij sprak
den bekl. vrij van het hem ten laste gelegde.
Dat beklaagde wist dat het door hem ontvan
gen geld moest dienen om zijn invloed te ver
krijgen voor vergunning tot verkoop van ster
ken drank in het klein, was niet wettig en over
tuigend bewezen.
Het laatste verschenen nommer van Het
Oosten bevat een acht kolommen lange opsom
ming der giften door de Weesinrichting „Neer-
boseh” tijdens het Kerstfeest ontvangen. Alen
mocht verwacht hebben, zegt de Arnh. Crt., dat
in een klein bericht aan de hoeren van Deth
en van Houten dank zou worden gebracht voor
hun welgeslaagde reclame. Doch hiervan geen
spoor. Wel bevat hetzelfde blad in de weke-
lijksche kroniek weder een zelfverheerlijking,
alsof er geen brochures en geen rechter-com-
missarissen bestonden, en een nieuwe bede
om hulp.
aan Gedeputeerden duidelijk gemaakt en hall*
ne uitdrukkingen en de vroeger genoemde re
solutie, „dat het plan van te ver strekkende
gevolgen zou zijn*, verkrijgt daardoor eenig
recht van bestaan, althans als men ziet bij het
nachtlichtje, waarnij hh. Gedeputeerden van
Friesland hunne besluiten schijnen te schrijven.
„Bovendien zou een proefneming van parti
culieren als de bedoelde, den minister bij ons
hooger beroep een al te gereedo aanleiding ge
ven om langs dien weg (wat Z. Exc. moeilijk
kwalijk ware te nemen) eerst de kat eens uit
den boom te willen zien, terwijl het gelukken
er van ons slechts ten halve zou kunnen baten,
omdat niet alleen de vermelde omstandigheden
een al te groote rol zouden kunnen spelen, maar
ook omdat niet het gemeentebestuur maar deze
of gene eigenaar zou hebben te bevelen, hoe
er gehandeld moet worden.”
der, de tweede man van mevrouw Grotte, naar
wien zij haar tegenwoordigen naam droeg.
Slechts uit gemakzucht spraken de schilders en
verdere bezoekers van het huis, ook de oudste
met denzelfden naam aan. Mevrouw Grotte
verloor ook haar tweeden man. Zij zou heel
graag ook nog voor de derde maal haar geluk
in de huwelijks-loterij beproefd hebben, maar
niemand deed zich meer op voor de bejaarde
vrouw, zoodat zij zich alleen met haar schraal
pensioen moest tevreden stellen. Resoluut, zoo-
als zij haar levenlang geweest was, legde zij
er zich toen op toe, allerlei huismiddeltjes en
kwakzalverijen klaar te maken en aan den man
te brengen en aan wonden en gezwellen haar
„kunst* te beproeven. Allengs kreeg zij meer
naam, en zij vond daarin een aardige bron van
inkomsten, totdat de politie daaraan eindelijk
een einde maakte. Onder de hand hield zij het
zaakje nog wel aan, maar het gaf nu niet meer
zooveel om haar het gemakkelijk en goed le
ventje te verzekeren, waaraan zij reeds gewend
was. Maar zij had er verstand van, nieuwe
geldbronnen te ontdekken. Zij richtte het ate
lier en haar kamers in om ze te verhuren, voor
spelde de toekomst uit de kaarten, en vond,
daar alle menschen niet even leep zijn, ook
„Maar kom dan toch Als moeder het ver
langt 1
„Neen, neen,* klonk het angstig van de lip
pen van het jonge meisje. „Laat mij hier
blijven och, mijnheer Lahmel, stuur mij niet
weg
„Gij kunt blijven zoolang gij wilt, Hedwig!
Gij zijt mij altijd welkom
Een vluchtig rood vloog plotseling over zijn
bleek, somber gelaat.
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer Lahmel,
maar de kleine is vaak zoo eigenzinnig
Zult gij nu komen Mejuffrouw Grotte’s
stem nam een scherpen klank aan. Met haar
zwarte, vonkelende oogen keek zij haar zuster
erg boos aan.
„Moeder zal boos worden, stijfkopje Adieu,
mijnheer LahmelStuur haar maar weg, als
zij u lastig wordt
En daarmee hompelde zij de deur uit.
Een langdurige stilte en ijverig doorwerken
volgden op die kleine episode. Lahmel wierp
van tijd tot tijd een vluchtigen blik op de klei
ne, die hoegenaamd geen acht op hem sloeg en
nog altijd onbeweeglijk in dezelfde positie bleef.
Hedwig was veel jonger als haar zuster
pas zeventien jaar en van een anderen va
nen met de jongste successtukken, omdat we
gens onbekendheid met de oprichting van een
dergelijk gezelschap (Dinsdag werd het initiatief
genomen) zich nog geen schrijver heeft aange
meld. Het personeel bestaat uit dames en hee-
ren, die te voren als dilettanten reeds optraden.
Het gezelschap zal verschillende steden van
ons land bezoeken. De directie van „Het vrije
tooneel” is gevestigd Swelinckstraat 14.
„Piet Paaltjens”,
Sedert 1864 was hij predikant
Hij bereikte den ouderdom Tan
Donderdag morgen moest Van Emmenes zich
te Amsterdam aanmelden om de gevangenisstraf
van negen maanden te ondergaan. Hij ver
scheen niet, maar in den loop van den dag
kreeg zijn familie te Arnhem, naar de Arnh.
Ct. meldt, bericht uit Antwerpen, dat hij zich
aldaar bevond.
Voor het feit, wegens hetwelk hij veroordeeld
werd, kan hij niet worden uitgeleverd. Keert
hij niet terug dan moet hij minstens zeven ja-
ren afwezig zijn om die straf te ontkomen.
Ter voorbereiding van de heffing der be
drijfsbelasting zijn dezer dagen door de rijks-
ontvangers opgaven verstrekt, o. a. betreffende
de personen, die een beroep, bedrijf, ambt, waar
digheid, bediening of betrekking uitoefenen of
bekleeden, vrij van het patentrecht, maar on
derworpen aan de bepalingen der wet op de
bedrijfs- en andere inkomsten, alsmede de per
sonen die wachtgeld of pensioenen genieten.
Tevens zijn gegevens ingezameld nopens com
manditaire vennootschappen op aandeelen, coöpe
ratieve of andere vereenigingen en onderlinge
verzekeringmaatschappijen, als bedoeld in art. 1
letter van gemelde wet.
Volgens de N. li. Ct. is bij het departe
ment van financiën een nieuw formulier aan-
gifte-biljet voor de vermogensbelasting in be
werking.
Te Hilversum hebben Vrijdag de wevers der
Hilversumsche stoomspinnerij en weverij het
werk gestaakt, omdat zij meenden minder loon
te hebben dan de wevers aan de fabriek te
Veenendaal. De onder-directeur aan de fabriek,
de heer S. Munnix, heeft daarop de stoomma
chine doen stilstaan, zoodat thans al het werk
volk zonder werk is. Men hoopt dat het wel
spoedig tot een minnelijke schikking zal komen.
Het verschil, waarover de quaestie is ontstaan,
bedraagt slechts 32 cent per week voor de we
vers van een bepaald stuk goed, waarvoor in
Veenendaal meer loon zou worden gegeven.
Eigen Haard is ditmaal goeddeels aan Israëls
gewijd, die, zooals men weet, den 27en de
zer zijn 70en verjaardag viert. De droeve hui
selijke omstandigheden, waarin hij zich bevindt,
verplichten tot uitstellen van alles wat naar
een feest gelijkt, maar aan belangstelling zal
het hem op dien dag niet ontbreken.
Eigen Haard geeft in de eerste plaats Israëls
portret (door hemzelven) en verder een reeks
reproductien zijner schilderijen. Deheerjo.de
Vries heeft er een uitvoerige schets van zijn
leven en werken bijgevoegd. Uit het slotwoord
doen wij hier een greep.
„De indruk, dien de kunst van Israëls op ons
maakt, is allereerst deze, dat zij ons doet in-
keeren in ons zelven. Er is niets uitgelatens,
niets verwilderends in. U omvangt als een
heilige stilte. Onwillekeurig komt gij in een
staat van contemplatie, waardoor gij u met het
werk, met zijn toon, met zijn kleuren, met zijn
schaduwen vereenzelvigt en er mee leeft, en in
u zelven iets begint te gevoelen van wat de
schilder gevoelde, iets van de ernstige en zach
te stemming, waarin deze goede mensch was,
toen hij in zich zag wat hij afbeelden zou.
Het is niet de juichtoon voor den schilder, die
het eerst in u oprijst. Juist doordat hij zoo
persoonlijk is, zoo diep gevoelde, zich zoo ge
heel geeft, gaat hij op in de schilderij. Er is
geen bravoure in. Het is de toon van het in
nige en intieme. Een gevoel van in de nabij-
1 van een schoone en groote aandoening te
zijn komt over u, alsof gij in een stille kamer
stondt met iemand, die een reine, onbaatzuch
tige smart of een stil geluk had of een goede
daad ging doen. Gij maakt geen gerucht, gij
wacht eerbiedig en al ziende en luisterende gaat
gij de vertrouwde worden van het lijden en het
geluk en de goede daad. Een rijk gevoel van
gemeenschap, van verstaan te hebben, van eeni-
germate zijn vertrouwde te zijn komt over u,
de weelde van het ontmoeten van die schoone
aandoeningendie de schilder had en uitte in
zijn kleur en toon en sujet en alles.
Er is een verband tusschen de kleur en
voorstellingen die Israëls schetst. De rust, de
soms groezelige toon van zijn kunst, zijn zin
voor het stille, voor de schemering, die hem
belette zich gelukkig te vinden in historiestuk
ken en costumes, is de toon van het ongekun
stelde leven der kleinen en eenvoudigen. Bei
den heeft hij samen liefgehaddie sobere toon,
die innige stemming en de eenvoudige, arme
lijke mannen, vrouwen en kinderen bij hun so
bere begrafenis en hun sober maal en hunne
kleine vreugden, en het is of hierin de traditie
spreekt zijner profetische vaderen, als zij de
hand beschermend ophieven over de weduwen
en de weezen en alle verdrukten, de traditie
der oude heilige wet, die een Sabat gaf voor
de arme slaven en dienstknechten, ja de vreem
delingen in huis niet vergat; de traditie dier
zachtmoedigheid, die met zekere schuwheid voor
al, wat groot was, bezield, voor de belangen
van de kleinen en weerloozen waakte en het
jong gehuwde paar, den voortvluchtigen slaaf,
den daglooner en zijn werk, den armen bede-
Het voor eenige dagen aangekondigde wets
ontwerp tot wijziging van enkele artikelen van
de wet op de personeel e belasting en het daar
mede in verband staande ontwerp tot wijziging
van de successiewet zijn thans door den minister
van financiën bij de Tweede Kamer aanhangig
gemaakt. Deze ontwerpen, welke nog niet in
druk zijn rondgedeeld, hebben de strekking, wat
het eerste betreft, in hoofdzaak om personen
die woningen van betrekkelijk geringe huur
waarde bewonen, vermindering van belasting
toe te kennen naar gelang van het aantal kin
deren, welke remissie in sommige gevallen klimt
tot 6D pet. Het daaruit voor de schatkist voort
vloeiende verlies wenscht de regeering te dekken
(en daartoe strekt het tweede ontwerp) door —a~
verhooging van het successierecht bij verervingen heid
in de zijlinie. De minister maakt van deze ge
legenheid gebruik om de bestaande successie
wet nog in enkele opzichten te wijzigen.
6.)
Weer heerschte een poosje een diepe stilte
in het atelier, welke plotseling werd afgebro
ken door een kletterend geluid dat van de
corridor kwam. Op een heimelijken wenk van
Baltes liep Hans haastig op de teenen naar de
deur, die hij plotseling openrukte. Een vrou
welijke gestalte, die blijkbaar getracht had door
’t sleutelgat te kijken, tuimelde verschrikt ach
teruit.
„Kom maar binnen, juffrouw Grotte riep
Baltes op ironischen toon. „Gij kunt het veel
gemakkelijker hebben, als door ’t sleutelgat.
Zooals gij zietslechts een heel onschuldige
model-zitting.* I B^y - --
De toegesprokene gaf, niet erg verlegen, ge- heeft u noodig,* zei haar zuster tegen haar,
hoor aan de uitnoodiging.
„Ik zocht slechts naar mijn zuster,"
woordde zij met een onschuldig, onbedeesd ge
laat; wat echter geloochenstraft werd door hare
sluwe, onrustig ronddwalende oogen.
Er ontstond een kletterend geluid zoodra zij
den linkervoet neerzette, want zij had een
houten kunstbeen, dat zij heel behendig wist
te gebruiken en te verbergen.
„Uwe zuster is daar zei Baltes, zonder zich
in zijn schilderen te Jaten storen. Zijn stem en
gelaat drukten een zekere minachting uit, wat
mejuffrouw Grotte intusschen niet scheen te
merken.
Zij hompelde het naastgelegen vertrek bin
nen, waar het kerklicht aan zijn madonna
schilderde. Hedwig zat op een sofa bij het
venster. In het heldere licht van den nazomer,
welks reflecties haar goudblond, golvend haar
als met een schitterenden stralenkrans omgaf, had
zijzelf veel van een kleine heilige. De meester
scheen hoegenaamd geen acht op haar te slaan;
alleen zijn fluiten had opgehouden. De armen
i over de knie geslagen staarde zij voor zich neer,
onbeweeglijk als een standbeeld.
i „Gij moest even beneden komen, moeder
Hedwig kreeg een schrik en werd erg bleek,
ant- Ontkennend schudde zij het hoofd.
livretloozen) al een zeer zonderlingen indruk
makfen naast hetgeen hij nog kort geleden schreef
over het gemeenschapsgevoel, dat als een nieuw
zuurdeeg de politiek moest doordringen.
Dat de conservatieven bij het stelsel dadelijk
met hun applaus gereed waren, is te begrijpen.
Zulk een verdeeling der burgerij in lage, lage
re, hoogere en hoogste valt juist in hun smaak.
Maar de Stand, durft zelfs na dien bijval den
hoogleeraar geen succes vóórspellen. Zijn fout
is, dat hij het verkrijgen van het kiesrecht voor
den een zooveel gemakkelijxer maakt dan voor
den andere. In schijn liberaal en in werkelijk
heid uitsluitend. Zulk een stelsel wordt nooit
populair en zal Tak nooit aannemen.
In ’t Sociaal Weekblad geeft de heer R. van
Zinderen Bakker zijn meening ten beste over
het voorstel van den heer De Groothet be
kende plan tot verbetering der gronden te Op-
sterland voor rekening van particulieren te doen
uitvoeren als de overheid blijft weigeren haar
goedkeuring aan ’t raadsbesluit te hechten. Hij
is tegen dat plan, al blijft hij dankbaar voor de
goede bedoeling. De redenen worden door hem
als volgt ontvouwd:
„Tot juist begrip der quaestie van grondaan-
maak, zoo als zij door ons wordt opgevat, zij
gezegd, dat het ons niet alleen te doen is om
den arbeiders werk te verschaffen, maar niet
minder om den aangemaakten grond in eigen
dom aan de gemeente te brengen, omdat de on
derneming alleen dan blijvend voordeel kan op-
leveren.
„Komt de aangemaakte bodem in handen van
bijzondere personen, dan (er zijn te Opsterland
voorbeelden in overvloed om deze meening te
bevestigen) dan kan het al te gemakkelijk voor
komen, dat door verandering van een minder
ondernemenden eigenaar, de zucht naar heel
veel jachtveld, een paar opeenvolgende ongusti-
ge oogsten, vertrek naar elders, verandering van
bouw- in groenland en vele andere niet te voor
ziene oorzaken, de onderneming wordt verlamd,
en somtijds zelfs de in cultuur gebrachte bodem
weer tot zijn vorigen, bijna onvruchtbaren toe
stand terugkeert, of wel, dat de ontginner zijn
voordeel doet met een stelsel van uitmergeling
ten opzichte van die den arbeid verrichten, zoo
als wij dat nu helaas, slechts al te zeer waar
nemen.
„Het is natuurlijk een groot verschil of de
huren en pachtsommen benevens andere voor-
deelen, die de tegenwoordige eigenaar jaar op
jaar rijker maken, of wel hun in staat stellen
een rijk e i gemakkelijk leven te leiden, bij
voortduring zeilen worden gestort bij de rent
meesters van de eersten of in de brandkasten
van de laatsten, dan wel bij den gemeente-ont-
vanger.
„Wat door de eersten reeds is verkregen, is
voor de gemeenschap verloren geraakt, maar de
toekomstige rijkdommen, welke die braak lig
gende velden nu nog in hun schoot verbergen,
moeten ten goede komen aan allen. In de eer
ste plaats aan hen die er de meeste behoefte
aan hebben (dat zijn onze arbeiders wien werk
kan worden verschaft) en in de tweede plaats
aan allen te zamen door verhoogde maatschap
pelijke welvaart, het uit de winst doen uitvoe
ren van nuttige werken, enz. Dit is een twee
de en in zijn uitwerking zeer zeker belangrijk
gevolg, dat de onderneming zou kunnen heb
ben, maar tevens een dat het ons onmogelijk
maakt, alvorens het uiterste beproefd is gewor
den, de zaak op andere wijze aan te pakken
dan wij reeds hebben gedaan. Dat is dan ook
laar, den dorsohenden os, tot de olijfboomen, en
de vruchtboomen toe in zijn hoede nam. Zoo
heeft Israëls kunst al dat nederige en stille on
der haar hoede genomen en verheerlijkt.*
De heer F. Haverschmidt,
is overleden,
te Schiedam,
bijna 59 jaar.
Door zijn „Snikken en Grimlachjes” is zijn
naam in ons land bekend geworden en zal hij
bekend blijven.
W
Vf
w
fe
w
Ci
ge
ah
be
*ai
pe
II
sc'
AL
in
sei
de
par
"een
u