rm HW ML Ei n a No. 14 N E G E N-E N-V EERTIQ S T E J 1894, EEN LEVENSLEUS. 1 17 IT K E 5 -gj j:2 J# waarom wel- UIT DE PERS. Alle brieven in te zenden. De indruk die de behandeling der strafzaak tegen eenige ambtenaren van Neerbosch heeft Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post 1.25. ALe brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco willen we allen maar de meeste laten den mensch onvoldaan en De Weezenverpleging is in den laatsten tijd aan de orde. Hoe het oordeel over Neerbosch ook uitvalle, zeker is het dat de verpleging in groote gestichten een gehuchten stoot heeft ge kregen. Zeer zeker verdient in de gegeven omstandigheden de aandacht met nadruk te worden gevestigd op de „maatschappij tot op voeding van weezen in het huisgezin4 en wij meenen daarom wel te doen met het volgende verslag over te nemen, ’t geen wij in de Avond post aantreffen het verslag is een voordracht, door den directeur der genoemde maatschappij, den heer M. W. Scheltema Ez.in Den Haag gehouden. De heer Scheltema begon met er op te wijzen, dat hij door zijn studiën over de weezenverple ging en als regent van een klein weeshuis reeds spoedig tot de overtuiging kwam, dat er in de verzorging der ouderloozen hervorming moest worden gebracht. Spreker wenschte daarvoor van ons leven, voor anderen al minder te geven re resistance te zien, een wezen dat zich verzet pegen iederen krachtigen aandrang ter oplossing en dat tegen elke gewelddadige poging om het Van den kwaden weg te voeren op den goeden, Protest aanteekentde natuur laat zich niet gewillig buigen naar hetgeen wij al zoo goed Kiemen. „Uitwoeien en laten uitwoeien” blijft pet parool voor ieder die belast is met de taak, leen of ander kwaad te verwijderen. Het kwaad zichzelf uitroeien, naar ’t schijnt, en daar- p zoekt de peadagoog zooveel mogelijk naar yatuurlijke geneeswijze en i ijk6 plak en de tuchtrede is dus verboden I digen do redenen aan te geven. Het aantal weezen hier te lande kan op der tigduizend worden geschat, die in weeshuizen, gemengde gestichten enz. verzorgd worden. Spr. wenscht niet gerekend te worden tot hen, die weeshuizen onvoorwaardelijk afkeuren, vooral nu de verpleging daar in de laatste jaren zoo veel verbeteringen heeft ondergaan. Er zijn echter bezwaren aan verbonden. Sommige kun nen gemakkelijk worden weggenomen, zooals eigenaardige kleederdracht, weinig afwisseling en gebrek aan goede oppasserseen hoofdbe zwaar blijft er echter ten alle tijde, nl. dat in een gesticht geen sprake kan zijn van opvoe ding. Deze toch is de vorming van den ge- heelen mensch. Een tweede bezwaar is, dat de kinderen in een gesticht niet vroegtijdig worden bekend gemaakt met de zorgen van het leven, indertijd door spr. in een opstel in de Gids nader toegelicht. Een groot gedeelte der weezen wordt opge voed in armenhuizen of gemengde gestichten, waar men de ongelukkige samenkoppeling vindt van de grijsheid met de kindsheid. Men treft er heele en halve idioten aan. Kan hier van opvoeding sprake wezen Men ziet er onder, die tot hun 25e jaar in zoo’n armhuis blijven, terwijl anderen reeds op jeugdigen leeftijd aan het werk worden gezet, als zij het ten minste kunnen krijgen, daar men niet gaarne kinderen uit armenhuizen in dienst neemt. Is hier niet ingrijpende hervorming noodig Spr. wees op Engeland, waar men de kinderen uit de armenhuizen nam en bij landbouwers uit besteedde. Daar werden zij in gezinnen opge nomen en de goede vruchten zijn niet uitge bleven. Dit is dan ook de door God aangewe- zen weg. De besteding op deze wijze kan ech ter minder goede vormen aannemen. In tal van plaatsen kan men toch plakkaten in her bergen zien aangeplakt, waarin gegadigden wor den opgeroepen om kinderen op te nemen. Men kiest dan niet het beste, maar het minst eischen- de gezin. Broers en zusters worden gescheiden. Een dergelijke besteding is stuitend. Minder stuitend maar evenmin goed is de manier waar op de burgerlijke armverzorging handelt. De ze gaat niet met den aanleg van het kind te rade, doch tracht het zoo gauw mogelijk iets te laten verdienen, om dit in mindering te bren gen van het besteedgeld. Het bestaan van als boven beschreven toestanden deed sommige per sonen in den lande bijeenkomen om daarin verbetering te brengen. Het gevolg hiervan is geweest de oprichting van de „Maatschappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin”, wel ke haar twintigjarig bestaan reeds vierde. In het kort ging spreker nu het doel dezer maatschappij na. Gaat het nu altijd goed bij de wijze van uitbesteding door de maatschap pij Zeker neen. Want menschenkenners zijn niet onfeilbaar, ook hier is men wel eens be drogen uitgekomen. En dan Welnu, het kind wordt met stille trom weggehaald, is strengere tucht noodig, dan gaat het kind tijdelijk naar een gesticht. Spr. wees er hierbij op, dat ook de maatschappij een gesticht, een zoogenaamd Doorgangshuis, bezit, dat noodig bleek in ver band met besmettelijke ziekten als anderzins. Ten slotte deelde de spr. mede, dat sedert het bestaan de maatschappij 443 weezen heeft groot gebracht, terwijl er op het oogenblik nog 109 worden verzorgd. Van eerstgenoemd aantal zijn er geen 20 die totaal zijn mislukt. 18 werden om Godswil geplaatst, d. w. z. als kind in een gezin aangenomen. Leo Tolstoï, de bekende Russische graaf, aan wiens humaniteit en filantropie wel niemand twijfelen zal, heeft in een zijner laatste penne- vruchten de stelling verdedigd, dat de mensch het geluk moet vindon in zichzelf„le salut i est en vous,” zegt hij. Het kwaad zal in de wereld uitsterven, ver dwijnen volgens den graaf, indien de mensch er geen weerstand aan biedt, er geen notitie Ivan neemt. Zooals Jezus het eens leerde I wenscht dus de graaf den beleediger de linker wang aan te bieden, wanneer hem op de rech ter geslagen is geworden. Indien de graaf gelijk heeft en zouden we ’t weerspreken volgt hieruit als vanzelf, dat het geluk èn voor ons zelf èn voor de maatschappij niet te zoeken is in de dingen buiten ons. De ervaring roepen we hier ten getuige om ‘te vernemen, dat het geluk in de schamele wo ning evenzeer gevonden wordt als in het paleis van arduin. Zelfs zijn er goede gronden en tal van ge gevens om te mogen besluiten, dat bij rieten daken, matten stoelen en tinnen lepels meer igeluk wordt aangetroffen, dan in de zacht-ge- ftapijte en rijk-gemeubeleerde salons van de .weelde. Het kwade overwonnen door ’t goede ook hier mag de ervaring het bevestigend getuige nis afgeven. Er zijn toch gevallen, waarin de geneesheer, in plaats van de kwaal tegen te gaan, de ge nezing zoekt lang den weg van aanwakkering, ten einde de crisis uit te lokken. 1 En al zijn er ten onzent ook lieden die re- (ageeren willen tegen wat ze op sociaal gebied [een kwaad noemen, toch zal ieder, die het boek der ervaring, de historie van ’tmenschen- geslacht heeft geraadpleegd, en dus weet wat Je reactie vermag, met ons erkennen, dat het dwaas is te reageeren tegen maatschappelijke verschijnselen, waarin men ziekteverschijnselen zieterkennen, dat zij, die er zich toe laten verleiden, hun besluiten moeten genomen heb- •ben in een oogenblik van gedachteloosheid. Ondanks al ons weten en onze kennis van Physiologic en psychologie blijft het raadsel achtig wezen, dat mensch heet, ons duister izoover zijn we echter met de oplossing van het raadsel gevorderd, dat we ons er van over- i Ituigd mogen houden, in den mensch een pièce ALVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7lh Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. waar verklaard voor hem, die de jeugd heeft op te leiden tot menschen in den goeden zin van ’t woord. Een slecht opvoedingssysteem wreekt zich te eeniger tijd, zooals we in de laatste dagen kunnen opmerken uit het legio verdachtma kingen en lasterpraatjes, die een weesvader hier te lande van zijn vroegere opvoedelingen we dervaren is. De jonge mensch moet zelf gevoelen dat hij kwaad bedreven heeftniet door zedelessen of strafpredikaties, maar langs den natuurlijken weg, dat is met andere woorden door hem op aanschouwelijke wijze, liefst uit eigen beweging, de gevolgen vau ’t kwaad te doen zien. Ook in ’t kwaad afloeren geldt de grondre gel al doende leert men. Een ander voorbeeld van dien aard ervaren wij van de misplaatste of overdreven vader landsliefde en de daaruit gevloeide volkeren baat. Hoe afschuwelijk de oorlog ook wordt ge oordeeld, men zal er over blijven spreken, tot dat de afschuwelijkheid van het menschenmoor- den zelfs de vaderlandsliefde verstijven doet bij hen, die dat walglijk moordenaarsspel thans verantwoorden met hun patriotisme. „Le salut est en vous 1” Wees spaarzaam, zegt Tolstoï; weersta uw lusten, beperk zooveel doenlijk den kring uwer behoeften. Do rijke graaf geeft zelf het voorbeeld hij leeft van zes a negen centen per dag. (De graaf is een wijsgeer, blijkbaar behoo- rende tot de school der Stoïcijnen.) Velen zullen den graaf van overdrijving be schuldigen en hem een fanaticus noemen. Hoe het zij, wanneer Toistoï uitgaat van de stelling „le salut est en vous”, valt het logisch verband tusschen zijn grondstelling en de so berheid zijner levenswijze niet te miskennen kwalijk zal men hem kunnen tegenspreken ook, dat het geluk toeneemt met de vermindering onzer behoeften immers elke behoefte vraagt om bevrediging, vraagt een deel van onze kracht, een deel van ons leven. Onbevredigde behoeften stemmen het men- sohenhart niet gelukkig. Wanneer dus voldaan moet worden aan ve le en velerlei behoeften, gaat een groot deel van onze kracht teloor aan overbodige eischen hoe meer dus van deze kracht gevraagd wordt, des te minder wordt de waarde omdat het heeft. Genieten genietingen prikkelen hem tot het scheppen van nieuwe behoeften. Alleen werkelijk genieten, zóó, dat niets meer te wenschen overblijft, is het voldoen aan onze sociale behoeften, het helpen van ande ren, het leven voor onze medemenschen, voor de gemeenschap. Geen genot zoo groot al# natuurlijke straffen, het gelukkig maken van anderen, het verkon- i van ’t evangelie der vreugde aan onze medemenschen. j Er mag worden getwist over ’t geen we i kwaad en over dat wat we goed zullen noe men en daarover is ten allen tijde gekib beld er mag onderscheid gemaakt worden door sommigen tusschen christelijke en maat schappelijke deugden een dwaze onderschei ding zeker, omdat een maatschappelijke deugd, die niet christelijk zou zijn, voor het christen dom geen vereerend getuigschrift zou geven; er mag onderscheiden worden en opgesomd hoe veel of hoe weinig deugden deze mensch bezit of die de ervaring leert het, dat Tolstoï gelijk heeft dat al die deugden zich oplossen iu de ééue, de bazis van ’t geheele christendom, de deugd der zelfverloochening. Wees spaarzaam Dat is beteugel uw nei gingen en lusten, uw begeerten en hartstochten, vereenvoudig zooveel mogelijk uw levenswijze zóó deed Tolstoï, en naar waarheid de er varing heeft het hem nader bewezen ver klaart de wijsgeer als zijn innigste en diepste overtuiging „Le salut est en vous.” Er is van allerlei te genietenin hoofdzaak vinden we zinnelijk- naast geestelijk genet. Moeten we bij beiden ons ontzien Volgens Tolstoï zeker niet. Van het geestelijk genot te nemen is zeker prijzenswaardig, omdat het den mensch veredelt. Om dit genot echter te kunnen smaken moet er tijd en gelegenheid zijn daartoe moet be spaard op het zinnelijk genot. Zoo moest bet zijn zoo is het niet; en tal van bezwaren zouden zich opdoen, indien deze stelregel algemeen werd gehuldigd. In een maatschappij als de onze, zou deze stelregel onuitvoerbaar zijn, naar we meenen. Waar zou het heirleger van arbeiders een be staan vinden, indien de vraag naar genotmid delen op eens sterk verminderde Toch zal de maatschappij, na eenige afwij kingen te rechter of linker, ten slotte dien koers nemen eenvoud betrachten in levenswijze en beperking der stoffelijke behoeften, om aan de geestelijke behoeften des te ruimer te kunnen voldoen. U K A W 'j NMlEkER sials- h iDrnm»i# voor pt gaaBaBMBassrgBn .„ö,-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1