1
1
w?
A'
R G A N
1894
Herijk van maten en gewichten.
I
Z A. r3? 1-i O o-
2^ 13 13 13 1« U i£ j.
Minder voorzichtig, meer vreesachtig klinken
ratiën
datums.
Alle brieven
in te zenden.
Vooral in de laatste weken is dat gejammer
bepaald aandoénlijk met het Haagsche Dag-
8
9
10
3
5
7
9
11
13
15
17
19
Deze CO URAN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
Uren
voor na
middag.
De heer Van Zinderen Bakker geeft in de
Amst. een verhaal van de toast op ’t diner der
statistiek-commissie, waarover het Dagblad zich
zoo bezwaard gevoelde. Hij vraagt of anders
denkenden maar dadelijk bereid moeten zijn
ze brallen op hun
moeten worden aangeboden
dat de onjuiste gewichten kunnen worden
Het bericht, dat het verslag van de Zuider-
zee-commissie spoedig is te verwachten, berust
op onvolledige inlichtingen nopens den stand
van de werkzaamheden dier staatscommissie.
Slechts éen afdeeling was met haar werk ge
reed en het laat zich voorzien, dat er nog ge-
ruimen tijd zal moeten verloopen alvorens het
eindverslag aan de regeering kan worden aan
geboden.
ADI ER JER'11 i.A van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
vooï eiken regel meer 7*/1 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
gejusteerd tegen dadelijke betaling, volgens het
tarief vastgesteld bij Koninklijk besluit van 16
October 1869 {Staatsblad no. 160)
dat de verificatie van gewichten beneden het
gram uitsluitend aan een der ijkkantoren plaats
heeft
dat bij Koninklijk besluit van 24 November
1893 no. 17 is bepaald, dat de eerst volgende
herijkperiode over de jaren 1894 en 1895 zal
loopen, en wel van 1 Januari 1894 tot 1 Sep
tember 1895
dat de maten en gewichten, op gevaar van
straf, voorzien moeten blijven van de vereisch-
te stempelmerken, en dat dus het laatst geplaats
te goedkeuringsmerk voortaan gedurende twee
jaren ongeschonden moet worden bewaard, ter
wijl dit bij schending zal moeten worden ver
nieuwd, en
dat het ijkkantoor te Leeuwarden, aan de
Oosterkade, voor het publiek geopend is eiken
Dinsdag en Vrijdag van 9 tot 1 uur.
Sneek den 9 Februari 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester
BENNÉWITZ, Secretaris.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek., noodigen, naar aanleiding van
pen van den heer Commissaris der Koningin
in Friesland ontvangen besluit, alle houders
van pretentiën ten laste van het rijk, den
dienst van 1893 betreffende, uit, hunne decla-
ratiën zoo spoedig mogelijk in te zenden, en
het uiterste tijdstip van indiening, zijnde den
laatsten der maand Juni e. k. niet af te wach
ten, vermits die pretentiën, op dat tijdstip niet
ingediend zijnde, volgens de wet van 8 Novem
ber 1815 {Staatsblad no. 51), worden gehouden
voor verjaard en vernietigd.
Sneek den 20 Februari 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen onder de aandacht
van degenen die gedurende het jaar 1893 iets
voor de gemeente hebben verricht of aan haar
geleverd, dat hunne pretentiën, voor zoover ze
niet vóór of op 30 Juni e. k. zijn ingeleverd,
moeten worden gehouden voor verjaard en ver-
nietigd, volgens art. 228 der gemeentewet, in
verband met de wet van 8 November 1815
{Staatsblad no. 51).
Sneek den 20 Februari 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
BINNENLAND.
7 Maart 912, 14
9—12, 1—4
9—12, 1—4
9—12, 1—4
9—12, 1—4
9—12, 1—4
9—12, 1—4
9—12, 1—4
9-12, 1—4
9—12, 1—4
9—12, 1—4
Wijk 1
dat alle maten
zijn onderworpen
Jln de maatschappij der mcnschen bestaat
verschil, veel verschil zelfs, in opvatting over
de plichten van den staat ten opzichte van het
Jlividu.
|Ook is ’t verschil Van piAPnmcr ni'nf rrnwïr»n- 1
Wfcar het de vraag betreft, welke rechten het
■ividu tegenover den staat kan laten gelden.
|^aarq eensteinm*S wordt gezegd, dat elk in- blad voorop, dat geen enkelen geestverwant telt
j onder de Kamerleden, gesecundeerd door de(n)
Vaderlander Bronsveld, die blaast op den doe
delzak, alsof meer dan de helft van de volksver
tegenwoordiging naar zijn pijp zal dansen,
een rekening waardoor een lange streep loopt,
en verder aangevuld door prof. d’Auluis van
Utrecht, is de Miserere ingezet.
Allen blijkbaar in het gezag hun troetelkind
ziende, zijn ze blind gebleven voor het attri
buut kwaad.
In plaats van de zaak iets grondiger te be
schouwen, zijn ze, evenals enkele onzer Sena
toren, blind voor de gebreken van hun lieveling
en het „noodzakelijk” is in hun fantasie zoo
opvallend geworden, dat ze voorbij gingen zien
deze waarheid: dat het gezag met de vrijheid
een eenheid moet uitmaken, zóo, dat de vrijheid
de hoofdzaak en het gezag haar complement is,
of, anders voorgesteld zóo, dat de vrijheid de
lading uitmaakt waarbij en tusschen de ruimte
of leemte wordt aangevuld door ’t gezag.
Het gezag, de ballast, is op dit oogenblik in
gevaar, naar ’t schijnt, en onze verblinde Angst-
meyer zenden ultimatum op ultimatum naar
den Haag.
Er is met dergelijken waanzin niet te rede-
neeren misschien zou een aderlating hier ver
lichting kunnen geven.
Prof. d’Aulnis en dr. Bronsveld, par nobile
fratrum, vreezen ondermijning van ’t gezag.
Als verstandige menschen zou men van die hee-
ren verwachten dat ze de taak van ’t gezag
zouden verlicht willen zien, door de vrijheid
uit te breiden maar in plaats van een fanfare
te blazen en een toast te slaan op ’t welzijn
van onze verstandige regeering, die de nood
zakelijkheid van ’t gezag al minder noodzake
lijk wil maken, is het krijgsmuziek op de wij
ze van homo homini lupus (de menseh is de
wolf van de menschen) waarvan de tonen door
de reten der vergaderzaaldeuren naar binnen 1
snerpen. Zelfs worden de lieden op eens en
op eigen gezag de raadslieden van de kroon.
Waar moet het heen?
Nog slechts is er sprake van politieke vrij
heid waartegen het gezag wordt in bescher
ming genomen.
Straks komt de economische vrijheid nog.
Waar moet het heen
Nauwe schoenen knellenen nu de regee
ring ruime schoenen voorzet, stroomt het jere
miades ter wille van de eksteroogen 1
Maar ’t is zoo die heeren doen het af op j
hun pantoffels, en wie zijn voeten in sloffen of
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek brengen ter kennis van de belanghebben
den, dat in dit jaar voor den herijk der maten
en gewichten, in deze gemeente zal worden ge
vaceerd in een der lokalen van de vroegere
Bewaarschool, naast school no. 1, op Leeuwen
burg, in orde als volgt
Voor de belang
hebbenden uit
Verkoopers van dagen,
maten en
wichten
en
Ti
n
muiltjes steekt voelt zich daarin eerst recht
gelukkig wanneer hij anderen pijnlijke gezich
ten ziet trekken, evenals als de kachel gezelliger
wordt naarmate het buiten kouder is of onze
stemming huiselijker wordt bij buiig weer.
Toch zal het een psychologisch raadsel blij
ven dat aanbidders van ’t gezag gaan lamen-
teeren, wanneer de wetgevende macht den stam
weer in zijn natuurlijken stand plaatst, niet
met de wortels naar boven maar naar beneden,
waar hun plaats is, in ’t volkeen psycholo
gisch raadsel, dat iemand, die zich de Vaderlan
der noemt, in een land dat de klassieke bo
dem der vrijheid is, aanbidder kan zijn van
’t gezag.
Alleen hieruit te verklaren, dat vrees of
dweepzucht het verstand benevelde, zoodat ze
van het „noodzakelijk kwaad” enkel het nood
zakelijk hebben opgenomen en het kwaad uit
het oog hebben verloren.
Waar moet het heen indien dergelijke dé-
tragués zich opwerpen als politieke adviseurs
als beschermers van eksteroogen en derzelver
snijders
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
op Zaterdag den 24 Februari 1894,
des namiddags ten 7 uur.
punten vanbehandeling:
1. Resumtie der Notulen.
2. Mèdedeeling van ingekomen stukken enz.
3. Voorstel tot vereeniging der openbare
scholen nos. 1 en 2.
4. Af- en overschrijving begrooting Old-Bur-
ger Weeshuis, dienst 1893.
5. Adres der Maatschappij Nijverheid.
6. Gratificatie aan J. Criens.
7. Aanwijzing terrein Regen waterbak.
8. Voorstel in zake afgebrand gemeente-ei-
gendora.
9. Reclame Hoofdelijken Omslag, dienst 1893.
10. Behandeling Kohier Hoofdelijken Omslag,
dienst 1894.
ge-
Woensdag
2 Donderdag
4 Vrijdag
6 Zaterdag
8 Maandag 12
10 Woensdag 14
12 Donderdag 15
14 Vrijdag 16
16 Zaterdag 17
18 Maandag 19
20 Woensdag 21
„u en gewichten aan den herijk
dat de voorwerpen behoorlijk schoon en droog
IBij deze Courant behoort als Bijblad Feuil- i
laton-nummer 163. door vrees m *e boezemen
--- --j noodzakelijkheid even sterk, als de massa hun
j verschijning verfoeit als een kwaad.
I Er wordt in onze dagen veel gesproken en
geschreven over gezagtelkens en telkens weer
hoort men de vraag opperen, hoe bij de groote
uitbreiding van het kiesrecht het gezag zal
gehandhaafd blijven.
j Minder voorzichtig, meer vreesachtig klinken
meening niet gering, 1 de noodkreten het gezag is in gevaar.
individu tegenover den staat kan laten gelden.
‘|w
lividu de meest mogelijke vrijheid moet worden
gelaten, in denken, spreken en handelen aan
den staat wil men de verplichting op zien ge-
leg'l, om zorg er voor te dragen dat een ieders
yijbeid zooveel mogelijk gewaarborgd worde.
Deze waarheden zijn gemeenplaatsen, maar,
Miezeer ook geen nieuws inhoudende, is het
niet overbodig ze eens weer in ’t geheugen
terug te roepen.
^en maaistroom der nieuwe stellingen
vergeet de menseh zoo licht de grondgedachte
■arvan werd uitgegaan, maar ook komt het
voor, dat bekrompenheid, armoede van oordeel
of een slecht geheugen, van de grondgedachte
8® deel weglaat, zoodat deze uit haar verband
fr’
Lr zijn bijv, menschen die het gezag haten,
omdat ze meenen dat ieder menseh de meest
nogelijke vrijheid moet worden gelaten.
B'i weer anderen zijn er, die zoo zielsveel
•Men van gezag, omdat ze meenen dat vrij-
|id niet anders is dan veiligheid.
[Het behoeft niet gezegd dat beiden overdrij-
door gemis aan helderheid des oordeels.
I «Verblind wandelen zoo talloos velen onder
l. ont rond, de een door dweepzucht, de ander
Bor vrees. En zoo is maat houden, ook in
■geen ons allen zoo dierbaar is, de vrijheid,
moeilijke taak.
[^Dwepen is een hebbelijkheid en bang zijn is
i|y ^ast’ waaraan wij allen min of meer onder-
I tjirpen zijn wij dwepen met hetgeen ons niet
halve slechts bekend is, en we zijn bang
IK.1' hetgeen we te zeer leerdeu kennen.
00 dwepen met absolute vrijheid, wie die
■■heid geheel of ten deelc missen, en zijn be-
■■esd er voor zij, die er te veel van genoten
■Wben.
|lye eersten haten het gezag evenzeer als het
■■de laatsten geliefd is.
[■n waar het gezag, naar het gronddenkbeeld,
|iee|J noodzakelijk kwaad wordt genoemd, ver-
de anarchist het attribuut „noodzakelijk” en
^■autocraat het eigendommelijke „kwaad” en
de eerste het gezag een kwaad zonder
|Wr’ terwijl de laatste het een pure noodzake-
lhJaheid acht.
^■ooral in tijden van troebelen openbaart zich
vloek onzer eenzijdigheidde oproerige
|^pert dan dood en verderf aan de politie, en
e omgekeerd vervloekt die vrijheidszucht; en
pjl de eerste bitteren spot drijft met de
irlingen der justitie, zoeken deze soms on-
fcden, met geweld hun prestige te handhaven
ft
s
n
n
n
w
Ti
V
s
"Uiuu Udl Ullk in-