L
J
MMS- 1 immWID FOOR DE
a
No. 17.
N E G- E N-E N-V
!t.t
I
I
I,
VOOR
E2!X
aan
I.
ons
Alle brieven
in te zenden.
1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
Cents. Bij abonnement is de prijs
-te vernemen bij
Deze CO VB ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
ADV Eli TEN TIEN van
voor eiken regel meer 7j1
belangrijk lager. Voorwaard en daaromtrent
den uitgever.
ders geschieden dan met medewerking van de
regeering. Wordt naar aanleiding van de aan
neming van een amendement het geheele ont
werp ingetrokken, dan helpt het inderdaad al
zeer weinig dat het amendement een verbete
ring was. Was de bedoeling van het amende
ment niet subversief, door de houding der re-
geering was het dit geworden. In een voor
stel met ver strekkende politieke gevolgen had
de heer Mackay nu geen zin en ’t werd inge
trokken. Voorloopig zijn de onweerswolken
dus afgedreven.
De Amsterdammer schrijft
„Mackay had het in zijn hand de kieswet te
doen mislukken hij heeft het tegendeel ge
daan hij heeft haar voor vallen behoed. Want
wat zal de anti-democratische oppositie, na deze
ontmaskering barer bedoelingen, nog kunnen
uitrichten Haar kracht is gebroken zij is dn
haar plannen gefnuikt. Den „politieken knob
bel” hebben mr. v. Houten c. s. behouden, maar
wat zij meer dan dezen knobbel uit het kies-
rechtdebat zullen redden, nu zij een voor hen
zelf zoo verwerpelijk amendement wilden steu
nen, zal de tijd moeten leeren de eer is
zoek.“
Onder degenen, die zich over de intrekking
van ’t amendement bedroeven, behoort het
Haagsche Dagblad. Het noemt de houding
van de voorstellers in ethisch-politieken zin on
verdedigbaar.
Wij laten hier mede volgen wat de Standaard
naar aanleiding van een en ander schrijft:
„Opnieuw bleek hoe veilig het beleid van
zaken in handen van den heer Mackay is.
De tegenpartij speculeerde op de ingenomen
heid van de anti-revolutionaire partij met haar
amendement, en schoof almeer van alle kanten
op, om dit amendement te steunen.
Een oogenblik was het gevaar dan ook ver
re van denkbeeldig, dat de roomschen, de con
servatieven en de fractie-Van Houten mede
zouden gaan, en de kans zou ontstaan dat het,
dank zij die verdachte hulp, met groote meer
derheid zou worden aangenomen.
Die hulp stelde men in het vooruitzicht, niet
omdat men met het amendement op zichzelf
was ingenomén. Dit was zoo weinig het ge
val, dat de heeren aanstonds rechtsomkeerd zou
den hebben gemaakt, indien de regeering ook
maar even had laten doorschemeren, dat zij
zich bij dit amendement, zij het ook met eeni-
ge wijziging, kon neerleggen.
Maar dit deed de regeering niet. Zij stelde
er zich tegen. En toen stonden al de fractien
der oppositie gereed, om aan Mackay haar val-
schen steun te verleenen.
Het was bijna zeker, dat zijn amendement zou
doorgaan.
Maar zie, als staatsman met helderen blik,
heeft Mackay toen, alle ijdelheid opzij zettende,
het Parlement voor zoo valsche positie en
land voor een politieke crisis bewaard.
Zoodra hij zekerheid had verkregen, dat aan
neming van zijn amendement een kabinets-cri-
sis tengevolge zou hebben, trok hij zijn amen
dement in.
Mackay weigerde in de kaart van Van Hou
ten te spelen.
Hij wilde noch zichzelven noch onze partij
laten misbruiken als instrumenten ter doelberei
king voor de conservatistische oppositie.
Hij liet de baan aan het regeerings-artikel
weer vrij.
Zoo nu zou niet gedaan hebben wie jacht
maakte op de zelfvoldoening van een parlemen
tairen triomf.
Maar zoo deed wel Mackay, omdat de ernst
van het oogenblik hem op het harte woog.”
I
716 J
Vis i
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen onder de aandacht
van degenen die gedurende het jaar 1893 iets
voor de gemeente hebben verricht of aan haar
geleverd, dat hunne pretention, voor zoover ze
niet vóór of op 30 Juni. e. k. zijn ingeleverd,
moeten worden gehouden voor verjaard en ver
nietigd, volgens art. 228 der gemeentewet, in
verband met de wet van 8 November 1815
(Staatsblad no. 51).
Sneek den 20 Februari 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
K E N N I S G E VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen ter openbare kennis,
dat het door hen opgemaakt Primitief-Kohier
van Belasting op de binnen deze gemeente ge
houden wordende Honden, dienstjaar 1894, van
den 28en dezer maand, gedurende acht dagen
ter Secretarie alhier voor een ieder ter inzage
zal liggen, binnen welken termijn belanghebben
de11 tegen hunne aanslagen op ongezegeld pa
pier bij hun College bezwaren kunnen inbren
gen.
Voorts worden de belastingschuldigen herin
nerd aan artikel 10 der Verordening op de in
vordering van bovengenoemde belasting, luiden
de alsvolgt
„Van de aangifte in eene mindere klasse dan
verschuldigd is, van het houden van belastbare
honden zonder aangifte, en van het gebruikma
ken van een hond tot hooger belastbaar einde,
dan waarop de ten kohiere gebrachte aanslag
of gedane aangifte recht geeft, zal proces-ver-
baal worden opgemaakt in voege als bij art.
275 der gemeentewet is bepaald.”
Sneek den 27 Februari 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.'
Men blijft dan neutraal.
Zoo bestaat er geen middenweg voor hem
wiens geloof zweeft tusschen één God en geen
God en 1
tijd van zweven uiterst beperkt.
Zoo kon de regeering niet er
Ml te draaien naar f
desrecht, ook al moest ze terecht erkennen dat
le afgevaardigde voor Kampen een sympathie
ke houding had aangenomen tegenover do re
dering. Alles heeft zijn voor en tegen. Daar-
'an weet ook de heer Mackay te spreken uit
len tijd toen hij op het ministerieel jachtveld
verd bestookt door de knip- en haakbussen
'an zijn roomsche metgezellen. En de regee-
ing van heden staat voor dezelfde moeilijkheid,
iu ze, hoewel met meer moderne vuurwapenen,
vordt bedreigd door konfraters uit eigen gezel-
chap.
Zoo is er iets voor te zeggen, al ziet men
ok het tegen niet voorbij, dat de H. IJ. S. M.
an de beambten den plicht heeft opgelegd om
b zwijgen over de inrichting der maatschappij
p de groote, wel te verstaan, waarvan wij al-
jrn leden zijn en zoo kan men zelfs het
Hoede niet geheel wegcijferen in de procédés
■an Procrustes, een man van wien de historie
■orhaalt, dat hij het bedrijf van roover uitoe-
Ifcade en de gewoonte had zijn gevangenen op
l&n bed te leggen en hnn leden door vermin-
®ng in te korten, zoo ze te lang waren voor
■et bed, of wel ze uit te doen rekken indien
lua lengte onvoldoende bleek. Het moet ze-
|er pijnlijk geweest zijn, maar de poging van
lezen roover verdient gewaardeerd te worden
F zoover we er in ontdekken kunnen de be-
loeling om het ieder naar den zin te maken,
B1 dit blijft rein ónmogelijk zoolang niet alle
lenschen even lang, even wijs en even mee-
gaande zijn.
I Zoo heeft ook de vrijheid „zijn" voor en te-
?c‘3> en het gezag, dat aan de vrijheid zijn man-
I Jat te danken heeft, en niet zelden den kor
aal naaapt, die het air aanneemt een gene-
al te zijn.
Ook het gezag heeft zijn voor en tegen het
w de vrijheid onderdrukken en dan over
lijdt het zijn bevoegdheid, die zegt dat het
zag ten taak is gesteld voor de vrijheid te
iken en ze te beschermen. Zoo is er iets
K>r en iets tegen ook dat de minder ontwik
te schare zich beschermd en beheerscht ziet
l°r de priesters, evenzeer als het den Russi
an Czaar moeilijk zou vallen de knoet in
|a rijk als gezaghebbend werktuig geheel af
I schaffen, hoe weinig dit instrument ook te
pen valt met humane behandeling van den
pDsch.
|Zoo zou er iets tegen'zijn wanneer de Ka
rt de kieswetten verwierp, maar dit zou er
|°r zijn dat deze klare wijn van de volksver-
Eenwoordiging, bij het volk het inzicht tot
TEGEN. I klaarheid bracht, hoe groot ook de afstand is
die het gescheiden houdt van zijn vertegenwoor-
i Wiet waar? Alles heeft zijn voor en tegen, diging. Goede wijn verheldert.
iet is niov altijd niogelijk „voor of „tegen” Velen zouden het ongewenscht achten indien
Ste,/.nJ.en,’ a’ bestaat er geen middenweg, deze regeering aftrad maar er vóór zou zijn,
dat hiermee door het volk een electrieke schok
zou gaan, die in de hoofden het electrische
licht zou ontsteken, om in te kunnen zien dat
Het amendement-Mackay-van Alphen is, zoo-
als men weet, bij de behandeling van art. 3 der
kieswet het hoofdmoment van den dag geweest.
Verschillende bladen hebben er beschouwingen
aan vastgeknoopt.
Het Handbl. schrijft er het volgende over
„De politieke zijde van het vraagstuk nam de
hoofden voor een groot deel in beslag. De
minister had toch op het einde zijner eerste
rede het amendement vrij wel onaannemelijk
verklaard, en dit niet op grond van de practi-
sche onuitvoerbaarheid of wegens de beperking
op zich zelve, doch om reden de kiesrechtuit-
breiding, bij aanneming van dit voorstel, niet
zoo ver zou gaan als de Grondwet toelaat.
Werd het amendement gehandhaafd, dan was
toch de kans van aanneming zeer groot. De
heer Van Houten nam zeer beslist positie ten
gunste van het voorstel, omdat daardoor het
naar zijn oordeel slechtste stelsel het stelsel
der regeering van de baan zou zijn. Het
was te voorzien, dat verscheiden liberalen met
hem mede zouden gaan, o. a. de heer Van Kar-
nebeek, die zijn stem motiveerde. Zouden de
heeren Van Alpheil en Mackay nu volharden
bij het initiatief tot omverwerping van het re-
geeringsvoorstel, zij, van wie verwacht werd,
dat zij dit voorstel geen kwaad hart toedragen
De heer Mackay en zijn mede-voorsteller
deinsden echter terug voor de gevolgen van de
aanneming van hun voorstel. Verbetering van
het regeerings voorstel kan natuurlijk niet an-
tusschen „kapot of „heel is zelfs de de regeering geen kans is gelaten om haar be-
H/WMI llltnroi' K r» r\ r\ »■!»- 4 1 A 1 *11 1» 1 1 I 1
JLoiCe de uitbreiding der kieswet zoover de
denken grondwet toelaat te vervullen met een dus-
den kant van huismans- i danige representatie van het volk.
170 Zuik eeu schok heeft iets tegen niemand
vindt het aangenaam zoo geschokt te worden.
Maar indien de regeering de Kamer naar huis
zendt en het volk toeroept
Pak de leuning.
Dan is deze handeling onzer regeering niet
te beschouwen als een pure kermisgrap, maar
met de goede bedoeling om het slapende fleg
ma wakker te schudden en is dit niet een toer
die dankbaar aanvaard dient te worden Ze
ker, ieder mensch heeft zijn gebrekeu en
ministerie ook heeft iets tegen.
Maar vooral de arbeid van den minister van
binnenlandsche zaken heeft zeer veel voor, op
de ware of vermeende gebreken van ons ka
binet.
De gemeentelijke autonomie het zelfbe
stuur en de decentralisatie van het staatsgezagJ—
welk democraat zal het niet toejuichen
Er was iets voor te zeggen toen in ons land
werd besloten het hoofd der gemeente te laten
sturen uit den Haag.
Maar in onzen tijd is er weinig vóór maar
zeer veel tegen dit Pruisisch systeem in te
brengen.
Het gezag moet gehandhaafd worden, maar
’t gezag is een noodzakelijk kwaad en niét het
belangrijkste van de verplichtingen waarop een
burgemeester heeft te letten.
Een gemeente als polderland heeft behoefte
aan een burgemeester die verstand heeft van
polderzaken, en een gemeente die zich heeft aan
gesloten bij den Oranjebond van Orde wenscht
een burgemeester die lid van deze vereeniging
is. Zoo heeft elke gemeente eigenaardige be
hoeften, en gelijk ze zelf haar ontvanger kiest,
kan ze ook beter dan in den Haag en met meer
zaakkennis den burgervader aanwijzen.
Zelfs al was enkel het gezag aan de zorg
van den bnrgemeester toevertrouwd, zoo zou
er iets voor, maar veel meer tegen de bestaan
de gewoonte zijn aan te voeren.
De buitenmodelkleeding zou dan vervallen,
maar ons volk en onze tijdgeest reageert op
gezagsvertoon.
Vreemde titels, rare namen en zeldzaam vol
le brandkasten kan men wel vinden in Den
Haag. Maar prestige dat is beter toever
trouwd aan de keus van den gemeenteraad
van het volk evenals de kudde zelf haar
herder zoekt in de protestantsche kerk ter wil
le der homogeniteit van denkbeelden, waarop
het prestige toch in hoofdzaak steunen moet...
r
0113
J
i-
sb.
6
[6 '1
l
j I