1
llffls- ffl IDïMfflM lOOii II
r
No. 22.
NEG- E N-E N-V E E R T I Q S T E
1894.
q
2:
rJ? 1G 1< O o-
17
JVI A. JR t.
r-
it-
*e
Het feit is „eenig in de annalen onzer parle-
<s
ar
I
Alle brieven
in te zenden.
3
r
lg
ir
in
ie
M1M»
ADVERTENT1ÈN
voor eiken regel meer
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent
den uitgever.
De heeren weten wel dat de natie hen niet
meer vertrouwde, n' en déplaise den heer Roëll,
en daarom is hun verlangen, dat de Kroon en
niet het volk uitspraak zal doenvandaar de
Deze CO VB AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
1 ’/a Cents. Bij abonnement is de prijs
-te vernemen bij
no. .57, kadastraal bekend gemeente Sneek.
Sectie B, no. 876.
Dat op Zaterdag den 31 Maart 1894, des
middags ten 12 uren, ten gemeentehuize gele
genheid zal zijn, om tegen die oprichting be
zwaren in te brengen en deze mondeling en
schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de ver-
zoeker, als zij, die bezwaren hebben in te
brengen, gedurende drie dagen vóór ovenge
noemd tijdstip ter Secretarie der gemeente, in
de gewone bureau-uren, van de ter zake inge
komen schrifturen kennis kunnen nemen
Sneek, den 17 Maart 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris,
UIT DE PERS.
3r
et I
B E K E N D M A KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen ter openbare kennis,
de volgende
KENNISGEVING.
De COMMISSARIS dek KONINGIN in de
provincie Friesland,
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie, van den 8 Maart 1894, no.
7, le afdeeling B, en op art. 11 der wet van
den 13 Juni 1857 {Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van de belanghebbenden:
1°. dat de jachtbedrijven, als het vangen
van waterwild met slagnetten, omschreven on
der letter en het vangen van eendvogels
door middel van eendenkooien of daarmede ge
lijkstaande toestellen, genoemd onder letter h
van art. 15 der voormelde wet worden gesloten
op Zaterdag 24 Maart 1894 met zonsondergang
2°. dat het weispel van kwartelen met steek
garen of vliegnet, genoemd onder letter e dier
wet, zal vrijstaan van 17 April tot en met 23
Juni 1894
3°. dat de kooieenden voor het jaar 1894
moeten worden opgesloten of gehokt van 31
Maart tot 1 Mei en van 14 Juli tot 14 Au
gustus.
En zal deze op de gebruikelijke wijze wor
den afgekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden den 12 Maart 1894.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(get.) Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
Sneek den 16 Maart 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken aan de ingezetenen be
kend, dat het door hen vastgesteld Primitief-
Kohier van Belasting op de binnen deze ge
meente gehouden wordende Honden, dienst 1894,
aan den Gemeente-Ontvanger ter invordering is
ingezonden en alzoo een ieder verplicht is, zijn
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen.
Sneek, 17 Maart 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op de artikelen 6 en 7 der Wet van
.2 Juni 1875, {Staatsblad no. 95), tot regeling
van het toezicht bij het oprichten van inrich
tingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken
Brengen ter openbare kennis, dat ter Secre
tarie der gemeente ter visie is gelegd, 'een ver
zoek met bijlagen van FEITE SMIT, banket
bakker te Sneek, om vergunning tot het op
richten van eene BAKKERIJ in het gebouw,
staande in de Korte Pijpsteeg alhier, Wijk 11,
Bij de reeds medegedeelde oordeelvellingen
in de pers uitgesproken over het lot dat dé
kiesrecht-ontwerpen trof, moet nog ’t een en an
der worden gevoegd. Vooreerst zij vermeld
dat ook de anti-revolutionaire Groninger (Jou-
rant de houding der leden, die voor ’t ameu-
dement-De Meijier stemden, sterk afkeurt. Het
voorstel gaf geen finale uitbreiding en was bo
vendien onbillijk. Een speciaal oordeel over
de anti-revolutionaire leden, die er hun stem
aan gaven, spreekt het blad niet uit, daar het
voor iemand die buiten staat niet altijd moge
lijk is de fijnere politieke drijfveeren te bevroe
den. Ook de Stand.die op nieuw zeer stel
lig een afkeurend woord doet hooren over het
geen drie-vierde der anti-revolutionaire leden
hebben gedaan, wijst er op dat er blijkbaar iets
achter de coulissen is geschied dat vooralsnog
met is opgeklaard. Hieruit volgt nog niet dat
de gezegde anti-revolutionaren vrij uitgaan
maar wel dat allerminst aan hen die voor stem
den, booze bedoeling tegen de wet mag worden
verweten.
^De Zutfensche (Jt. meent mede dat er iets
bijzonders moet zijn gebeurd, daar het anders
niet is te begrijpen dat sommige zeer verdien
stelijke, helderdenkende en hervormingsgezinde
kamerleden zich in gezelschap tegen Tak bege
ven hebben.
Uit hetgeen de bekende Haagsche correspon
dent van dat blad schrijft, blijkt intusschen, dat
door hem de houding des ministers volkomen
gebillijkt wordt. De minister kon niet mee<>aan
met het amendement zonder het beginsel te ver
loochenen, waarvoor hij streed. Door verschil
lende sprekers was zoo duidelijk mogelijk aan
getoond, dat door dat amendement tienduizen
den zouden worden uitgesloten, die zeer goed
m eigen onderhoud en dat van hun gezin kun
nen voorzien. Niet aan de werklieden in het
algemeen, maar aan de gezeten werklieden en
zelfs nog niet aan alle gezeten werklieden zou
volgens het verminkte ontwerp nog het kies
recht worden verleend. Uitgesloten zou wor
den de overgroote meerderheid van huisbedien
den, inwonende zonen, commensalen enz. ja
zelfs de zoogenaamde lodgers zouden voor’’een
deel niet meer aan de gestelde eischen kunnen
voldoen. De regeering begreep dat het doel
hetwelk zij zich met haar ontwerp had voor
gesteld, niet meer kon worden bereikt en van
dat oogenblik zou het plichtverzaking zijn ge
weest haar ontwerp nog langer te handhaven.
Bij artikel 3 had de regeering reeds het amen
dement van de heeren Mackay en Van Alphen
onaannemelijk verklaard, maar het voorstel van
den heer De Meijier was een veel meer beper
kende editie van dat amendement. Duidelijk
was nu aan het licht gekomen, dat met deze
Kamer geen goede kiesrechthervorming was
recht van hem ook verwacht worden, dat hij
de kroon met te wijzen op hetgeen met
hem is voorgevallen waarschuwen zal om
ze te bewaren ivoor deze duperie van het mer
cantiel liberalisme uit de Rottestaddat hij
dusdoende de kroon al de moeilijkheden zal
besparen, die voor haar zouden kunnen voort
vloeien uit de opvolging der adviezen dezer
broederschap.
POLITIEK,
Sommige liberale bladen hebben het ontstaan
der crisis toegeschreven aan misverstandhad 1
-r-
mentaire historie, en wij mogen hopen en ver
wachten dat het niet weer zal gebeuren”maar
niettemin is het een feit, waarvoor we thans
staan, dat liberale volksvertegenwoordigers
vreezen voor het oordeel des volks, en de Kroon
smeeken, het geschil te willen berechten in dien
zin, dat Tak ongelijk krijgt.
Neen, weer gebeuren zal het niet, wanneer
de heeren thans hun zin mochten krijgen de
ervaring zal hun waarschijnlijk duidelijk maken,
dat de geplukte vrucht wrang smaakt.
Want Tak is populair Tak is sterk, sterker
dan het geheele parlement, sterker dan al zijn
collega’s bijeengenomen.
Daarom juist zijn de heeren uit Rotterdam
zoo gebeten op Tak en schelden ze hem een
autocraatdaarom luidt hun advies aan de
Kroon, om tegen dezen Tak en daarmee tegen
het volk in te gaan.
Het is inderdaad geen kleinigheid van de
royalistische pers, om in onzen tijd van beroe
ring de Kroon aan te sporen tot het nemen van
een reactionairen maatregel, die eenvoudig ten
doel heeft, den uitdrukkelijken volkswil te
weerstaan.
Om de kracht der populariteit van den mi
nister te breken, wil men de populariteit der
Kroon er aan wagen.
Waarlijk, indien we niet beter wisten, zouden
we uit deze Rotterdamsche politiek moeten
afleiden, dat men aan den Maaskant de repu
bliek wil.
Een fraaie coterie van politieke knobbels
Afgevaardigd door het volk
Optredend tegen het volk
Aangeklaagd bij het volk
Wenschen de heeren
Geen verantwoording te doen aan het volk
maar aan te blijven in strijd met den wil van
het volk als volksvertegenwoordiging De
koningin, en de grondwet die onschatbare
grondwet behoeven daarbij slechts hun dienst
te bewijzen, en het gaat alles naar wensch.
Wij gelooven in de eerlijkheid van den heer
de Meyier wij nemen gaarne aan, dat zijn
poging om de kloof te overbruggen ernstig
gemeend was.
En daarom beklagen we den geachten afge
vaardigde, dat hij dupe werd van eigen politiek
misverstand.
De schacheraars hebben, om den schijn van
eerlijkheid te redden, den dominee gebruikt als
machine de guerre.
Het is jammer voor hem, maar hij zal zijn
Kamerzetel moeten verliezenhet volk zal van
hem als eerlijk man mogen verwachten dat hij
zijn mandaat teruggeeft aan de kiezersde
heer de Meyier zal zeker aan dezen wensch
voldoen we hebben geen reden er aan te twij
felen.
Met recht mag men medelijden gevoelen I
voor den gedupeerden heer de Meyier.
Maar in ’t belang van land en volk mag met I
dementen
uitlatingen.
Maar indien de Kamer aldus af wilde gaan
op de gewoonte, dan komt het ons vreemd voor,
dat de heer de Meyier niet evenzeer zich ver
plicht moet hebben gevoeld, in navolging van
de heeren Mackay c. s., bij het debat over hun
amendement op art. 3, den minister te vragen,
of de aanneming van zijn amendement ook
leiden zou tot intrekking der ontwerpen
Die vraag is door den Nieuwen Rotterdammer
niet gesteld in het artikel, dat blijkbaar ten
doel heeft den minister Tak voor te stellen als
een onmogelijk man
Verder zal men hiertegen mogen aan voeren,
dat een partij, die bij monde van den Nieuwen
Rotterdammer het amendement Mackay ging
aanbevelen en het zou aangenomen hebben ook
in plaats van art. 3, indien het niet was inge
trokken dat zulk een partij wel allerminst
recht heeft den minister te verwijten, dat deze
zich niet beslist genoeg uitsprak
oorts mag niet uit het oog worden verloren,
dat reeds een nieuw amendement van de heeren
Roëll c. s. kant en klaar lag, om dienst te doen,
wanneer de heer de Meyier zijn amendement
introk.
En gesteld dat deze „machine de paix” ter
zijde was gesteld door den maker, wat zou dan
het conservatisme hebben gedaan
Het zou gcrejemieerd hebben als bij de in
trekking van het amendement-Mackay. Men
zou de heer de Meyier hebben verweten, dat
hij zoodoende de gelegenheid afsneed om met
den minister tot overeenstemming te kunnen
geraken.
Of wist niet iedereen vooruit, dat die over
eenstemming ónmogelijk zou zijn, indien do
«liberale” heeren bleven weigeren om bereid
willig mee te werken tot een finale uitbreiding
van het kiesrecht, zooals de liberale Unie in
haar manifest verklaarde te wenschen
Dat manifest heeft de meerderheid der kiezers
bewogen, nog eenmaal liberale afgevaardigden
te kiezen door dat manifest zijn de heeren
van Houten c. s. in de Kamer gebracht, en nu
het volk gedupeerd is door de houding dier
heeren, drijven deze bij monde van den Nieu
wen Rotterdammer den spot met de kiezers,
door den minister Tak voor te stellen als den
schuldige.
Edoch, het vertrouwen dat deze politieke
list vat zal hebben op het volk, is niet groot. I
plotselinge schrijfmanie van den Nieuwen Rot
terdammer, om den minister als zondenbok de
woestijn in te jagen.
de minister zoo ongeveer luidt hun redenee-
ring beslister het amendement de Meyier ont
raden, dan zou de zaak nog ten beste geschikt
zijn.
Erkend moet worden dat de minister duide
lijker had kunnen spreken bij vorige amen-
-1 was de minister positiever in zijn
3E2S!&3B5S&BE3
^g&EEg^vs&ffgSEES
1
1.
1
l.
k«
3-
KANT.
■m MnmmssfflMHiL
SHEERERC