■IIS- El 1MMR1Bmill TOOR DE 1 s liffllTE El BH' ÉWSBW Silffl i L No. 26. N E G E N-E N-V EERTIGöTE 1894 VERBROEDERING. lin-n Z A T EUD 31 daarbij de politick, ze wordt ID, er achter kunnen steken iet *•»- heftige anti-clericaal, de ST 0 i Alle brieven in te zenden. Tak’s laatste verschijning het den boog, welke, voor ieder 38 der 3a- ur, OT en, 'ei- m- Va duwt. m n- n- n- au achteruitgang noemen, zoo heldere profes- het steeds knagend en i ver- den Gemeenteraad, zijn aangeplakt en I maand ter Secretarie der Gemeente lezen professor aan lositieve waarheid, lechts sprookjes en B E K E N D M A K I N G. De BURGEMEESTER van Sneek brengt ter openbare kennis, dat op heden, 30 Maart, zijn gesloten de herziene lijsten, aanwijzende de personen, die in deze gemeente bevoegd zijn tot het kiezen van Leden van de Tweede Kamer en dat de bedoelde lijsten van af den Sisten dezer -voor een verzoening neen, t is nog met te laat, o Nieuwe Rotterdammer is ook de begeerte ^er Staten-Generaal, de Provinciale Staten des harten geworden van het Algemeen Han- delsblad. der verbroedering. Geen Paaschfeest heeft ooit doeltreffender ge wezen op de noodzakelijkheid dat menschen en menschen zich met elkaar verzoenen en ver broederen aan dezen kant van het graf, dan de I politieke drijfveer der laatste dagen. Onder den indruk dier klanken van weemoed en hope bedankte de hooggeleerde heer Sprayt voor Burgerplicht, om straks met de ultramon- tanen een „patertje langs den kant” te spelen. I Het kost inderdaad moeite zoo iets te lezen met droge oogen. Neen, met het oog op dit tooneel, kunnen we onmogelijk de hoop opge ven, dat Neerlands volk nogeens het toonbeeld van eendracht en broederschap zal worden waar zulke felle vijanden er toe kunnen ko men, de handen ineen te slaan, mogen we ver trouwend ons neerleggen bij de gedachte dat het nog niet te laat is. Professor Sprayt, de bondgenoot niet van de „misleide” katholieken, maar van de ultramon taansche drijvers zooals ZEdG. schreef in 1888 van wie hij weinig goeds en voel kwaads verwacht” Hij, de hooggeleerde heer, die in het jaar onzen Heeren 1888 de stelling verdedigde, dat „de ultramontaansche staatkunde d. w. z. de staatkunde, die ultra montes, over de ber gen, in het Vaticaan, bestuurd wordt is een dreigend gevaar voor ons vaderland en voor mze Protestantsche vrijheden” Hij, die toen als vaandrig in het veld ver- i de hoogte, In geen geval een ultramontaan” vult thans, fishoofd. moet ieder vrede hebben met een be- van den gezichtskring, waardoor het ■ngstwekkende wegdoemt en zelfs de eenmaal ff', heftige anti-clericaal, de zoo felle anti-paap, ■im. Sprayt, broederschap drinkt met den on- Bervalschten ultramontaan, tot pater en profes sor elkaar omhelzen, één ziel en één lichaam lAmen! Hopen we dan dat de ultramontaan, (van Ju biljet) hem bij de wandeling naar ’t stem- ■meau met rast laat en niet tegenspartelen zal Janneer professor hem met een zalig gevoel voldaanheid, door de gleuf naar binnen De Van-dag-tot-dag-schnjver had een heer lijke Paasch-idee. Om te ontkomen aan 1 kwellend verwijt„te laat”, heeft hij zich zoend met Tak en de vooruitstrevenden. Het feit deed veel Amsterdammers verbluft staan op de Paaschwei. Men vertrouwde het ten halve. En toch, wat zou Een blad, dat nog kort geleden de immora liteit in de pers zoo geducht te lijf ging, heeft zulk wantrouwen niet verdiend, wanneer het openlijk erkent bekeerd te zijn er is dan ook geen reden voor, den chroniqueur ook maar één felicitatiekaartje te onthouden. Alleen vinden we het jammer, dat het blad weer achteraan komt het is van ouds ge woonte van dit orgaan, om de publieke opinie te volgen in plaats van ze te leiden. Zoolang alles rust, zwijgt het Handelsblad, naar de lijfspreuk van den ouden Bismarck Quiete non movere laten rusten wat rust en daaimee blijft het blad den conservatieven stempel dragen daarom heeft zijn ommekeer in Amsterdam zelf opzien verwektmen vreest dat deze geavanceerde beweging een soort kromme sprong is, om te voorkomen dat de radicalen de leiding zullen krijgen en het marsch- tempo zal worden versneld. Dit is jammer en daarom moeten we ons er mee vergenoegen nog het beste er van te hopen. Ook de Friesche bevolking roept in de laatste dagen luide om verbroedering der democratische partijen. Van de Volkspartij gaat het denkbeeld uit, om Patrimonium, Werkliedenverbond, geavan- ceerd-liberalen, radicalen, landnationalisators, en sociaal-democraten te vereenigen bij de stembus tot één groote democratische partij. Vindt het denkbeeld algemeen ingang en toepassing, dan mag men het beschouwen als een veilig teeken, dat de toekomst met het heden zal worden verzoend en verbroederd. Dat alles en nog veel meer roerde on be zielde Neêrlands volk in de laatste dagen. Waar zooveel vrede en verbroedering werd ge sticht, is het immers geoorloofd, niet ongerijmd althans, om in Tak’s laatste verschijning het teeken te zien van den boog, welke, voor ieder zichtbaar, de geruststelling bevat, dat we bewaard zullen blijven voor het lang voorspelde gevaar van den aanwassenden, dreigenden zondvloed. HoratioEr zijn meer dingen tusschen aard en hemel, Dan uw filosofie wel droomen kon.” ADV ER PEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7^ Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. J Deze CO TRA ATT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.—franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco scheen met het vaandel hoog in waarop de kernachtige strijdleus »- diezelfde hooggeleerde heer vult tnans, zes aar na dien gedenkwaardigen dag van heftige elheid uit ZEdG.’s staatkundig bestaan, zijn Jtembiljet in met I een ultramontaan. I En waarom zoo Eenvoudig omdat het scherpziend oog van ultramontaansche zijde de maar aan den overkant spookjes heeft kunnen ont lekken. I Er zijn er die dit i Rerduistering van het eens I Toch jerking Boven al ’t gebruis en gedruisch uit ruischt band op eens professor deed verkeeren in vriendschap liefde. Met eenig leedwezen nemen we het optreden waar van een anderen hooggeleerde, in zoover deze minder „veerdig” is met zijn vroegere vijanden de hand te reiken. Professor Fruin, de oude, goedhartige man, wil blijven waar hij is; als meer oude men schen verlangt hij dat men hem, indien hij mocht sterven in den vreemde, overbrenge en begrave in ’t land zijner vaderen, in denzelfden grafkuil met zijn verwanten. En hij wenscht dat allen, die met hem en Sprayt gestemd zijn tegen de kieswetten, des gelijks zullen wenschen en verlangen. Voor één keer desnoods, nu ja, wil Fruin de liberale partij in den steek laten, maar voor één keer slechts, niet voor immerzoodra de stembus op 10 of 24 April a.s. zal verzegeld worden, wil de professor dat de oude vriend schap weer worde bezegeld, met hetzelfde lak liefst. Met leedwezen vernamen we dit professorale woord het staat toch te vreezen, dat vriend schap, die bij en door de stembus gesloten werd, voor goed uiteen gaat wanneer de trait d’union zich een oogenblik absenteert. De hartstocht bij dezen strijd in aanmerking nemende, zijn we bevreesd dat de oude man zich vergaapt aan een illusie. Op zichzelf was dit misschien zoo heel erg wel niet, maar ter wille van den grijsaard zou ’t ons leed doen. Want de hooggeleerde Fruin is geen kwak zalver alleen maar een wat al te zachte dok ter, die stinkende wonden maakthij meent het goed. Verbroedering tusschen radicalen en geavan ceerd liberalen, wie is er die het niet zou waardeeren Het zijn immers geestverwanten zonder veel grensverschil Ook deze is aanstaande en aangezien in liberale persorganen altijd en nog thans heftig wordt gefulmineerd tegen de dragers van het radicale etiket, zou het zeker niet ongewenseht zijn ter wille van de hechtheid en de kracht van dit bondgenootschap voor de toekomst, dat het etiket vervangen werd door een ander, een o. i. veel beter, namelijk het etiket „democraat”, een naarn die rein bewaard is gebleven voor de schandvlekking in ’t verleden en die niet zal stuiten ook op den tegenstand van het nieuwe in de toekomst. Hij duide dan de partij aan, die als eenige leus in haar banier voert „Rechtvaardigheid” en die durft waden, trots alle kwaadsprekend heid, door „dik en dun”, volgende den man, die dit parool wil en kan verwezenlijken. Verzoening neen, ’t is nog niet te laat, ieder ter inzage zijn nedergelegd. Sneek, den 30 Maart 1894. De Burgemeester voornoemd, ALMA. i Onder de beschouwingen van de crisis frcti spelde” nog maar v„„ pl.of. r„in d/Mlldaeh“ g«“ wijzing naar het verschil van opvatting, ’t welk bestaat zoowel bij de liberalen als bij de anti revolutionairen en bij de roomsch-katholieken, doet hij uitkomen dat de strijd niet loopt over een staatsrechtelijk beginsel, maar slechts is een vraag van opportuniteit. Over het begin sel, dat aan de uitbreiding van het kiesrecht ten grondslag ligt, zijn wij het allen eens. Al leen verlangen wij dat wie de onmisbare ge schiktheid en mate van welstand bezitten, het recht om mee te stemmen en tot het samen stellen uer volksvertegenwoordiging mee te wer ken bekomen zullen. „Het verschil tusschen ons, schrijft de hoo°-- leeraar, betreft alleen de vraag, waar de grens te trekken tusschen de vermoedelijk geschikten p°.n.fescHikteii. Dus een vraag van zuiver feitelijken en met van principieeien aard. Van daar dat de antwoorden ook niet verschillen naarmate wij tot verschillende partijen behooren maar naarmate wij hooger of lager eischen stel len van geschiktheid en welstand. Wij zien dan ook, dat ten opzichte van deze quaestie in elk der drie oude partijen een meer eischende rechterzijde tegenover een minder eischonde linker staat. Alleen de vierde en jongste staatspartij, die der radicalen, staat on verdeeld naast de drie linkerzijden en o-eeft aan deze haar karakter. Bij de behandeling in de I woede Kamer van art. 4 van het ont wei p en bg de stemming over het amendement- De Heiner is deze aard van het geschil ten duidelijkste uitgekomen. Geen partijen stonden tegenover elkaar; van elke partij stond de eene fractie tegenover de andere. Het leek een bur geroorlog/ Prof. Fruin doet daaromtrent opmerken, dat het verschil tusschen liberaal en anti-revolutio- nair essentieel is en daarom bij do meeste en gewichtigste quaestien van staatsrechtelijken aaid den doorslag zal geven. Het verschil tus schen de rechter- en de linkerzijde der liberalen daarentegen is accidenteel en zal uit dien hoof de zeldzamer en doorgaans bij geschillen van minder gewicht aan den dag treden. De liberalen van beide zijden zijn wezenlijk geestverwanten en behooren dus duurzaam bij een te blijven, maar met eerbiediging van ieders recht om bij afzonderlijke gelegenheden zich tijdelijk af te zonderen en naar eigen inzicht te spreken en te stemmen. „Eenheid in het noodige maar vrijheid in het twijfelachtige Deze inleiding doet dienst om te komen tot de conclusie: Dat ditmaal de liberale partij in haar kiesvereenigingen geen candidaten behoort te proclameeren als door de partij in haar ge heel gekozen. De minderheid kan in dit geval naar Fruin’s meening, zich niet gebonden ach ten aan den candidaat der meerderheid. Waar de rechterzijde der liberalen kans ziet een geest verwant in herstemming te brengen, daar kiest zy eigen candidaten. „Waar die kans niet be staat, daar stemmen wij met al onze krachten de candidaten der rechterzijde van andere par tijen, m de verwachting dat zij, die onze hulp aanvaarden, wederkeerig ons zullen helpen. Maar aangezien de rechterzijde zoo slecht is georganiseerd, geeft de heer Fruin in overwe ging, dat zich uit de leden der Eerste en der ontbonden Tweede Kamer een hoofdcomité vor- Loven we f niet te veel geloofd die als met almachtige l hand op eens de haat in het hart van dezen en door de suizende voorjaarskoelte heen het lied SI Q ra tig- i w I 9 ÏER COURANT. i UIT DEFERS.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1