MffWS- H MfflfflHUD TOOR DE CEHEEXTE H BET 1RR0BISSEBI S1IH. f No. 27. N E Q E N-E N-V EERTIQSTE J 1894. A R Q A. N a. DE OPPOSITIE. r hun christelijke gezindheid en op het werk van kt ?d UIT DE PERS. Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. V, '•(l T )r ;r ir ke m. bij >n. I i gevaarlijk voor henzelf zoowel als voor de on- derdrukte massa. ADVERTED TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7*/% Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. de vrijheid en den dwang. Zien we de wapens waarvan ze zich bedienen, i dan kan er geen twijfel meer bestaan omtrent j den afloop. Hun tweesnijdende zwaarden zijn assistentie verwrongen werd. Bij zulke manoeuvres kan men lach onderdrukken en de neiging, om dergelijke heeren te beschouwen als lijdende aan overvloed van slimheid of aan gemis van verstand. Gedreven door wanhoop Maanziek dan zulke menschen kunnen niet ernstig zijn, en onmenschelijk wie ze in ernst een beschuldiging wilde toevoegen. Maar hun optreden is toeh zoo plat-alle- daagsch, zoo Ordinair, dat men er hen voor later op mag wijzen. In dagen als er geweest zijn en komen zul len wellicht, waarin ze zich hooghartig” uit laten over de „lagere” standen Wanneer ze weer minachtend de rechten bejegenen van de vertrapte kinderen des volks, en geringschattend wikken en wegen de ont wikkeling dier klasse, zonder eenige gewetens wroeging er over te openbaren of te gevoelen, wijl zij zelf de schuld er van zijn. In die dagen zullen we de gelegenheid niet mogen voorbij laten gaan ter waarschuwing voor hen, hoe ze in deze dagen getoond heb ben niet hoog genoeg te staan om de zede- meesters of de aanklagers te zijn van die „la- geren” onder hun landgenooten. Gedreven door wanhoop-mag men ze de zonden wel aanrekenen Hun toestand verdient beklag immers, ze vergrepen zich aan eigen hoogheid ze gaven blijk van wilden hartstocht; ze liepen door dik en dun om maar aan wal te komen ze toonden de wanhoop hunner zwakheid ze gevoelden het, dat hun reactionaire wape nen niet meer deugden en raakten door de dreigende spookgestalten hunner verbeelding zoozeer van dé wijs, dat ze door hun vijanden weer op ’t paard moeten gezet worden, om nog te kunnen blijven doorstrijden tot het tournooi ten einde is. Tien heeren van waaronder een zevental aristocraten, geven een manifestje uit, waarin nog eens een j wordt geleverd, een aristocratische parodie op hun christelijke gezindheid en op het werk van 1UUI11CU gvveu? weg ie Diazen den minister zoonls het door hun vriendelijke goed, dat het een onwaarheid O COlof 11 f 1 rx TT vwr tt ATA TT t tt zt - .3 1 ZV11 Cr rx Vi 1 c* /-I rt 4" zl a a 4 It AT tt A tt moeilijk een stellingen werd geplaatst, zoodat „zij die stel- Ongelooflijk inderdaad Deze tien Christen- staatslieden ontzien zich niet de meest valsche voorstelling van zaken te geven en dan daaren boven nog te verzwijgen, dat het amendement- Mackay, fcrwj/genomen, en het amendement-De Meijier door hen aangenomen, een nog veel grooter reeks van enormiteiten, van onbillijk heden, van dwaasheden, bevatte dan dat deel van het door den heer Tak voorgcstelde art. 4 hetwelk het welstands- en geschiktheidskentee- ken betreft. Hoe is het mogelijk, dat jE. Mackay en de Savornin Lohman, zulk een snakerij van Lintelo de Geer als een ernstig woord tot de kiezers gericht, onderteekenenhun publiek durven wijsmaken dat Tak geen formeele en zakelijke wijziging wan art. 4 zou hebben ge duld Zij hadden zich als staatslieden van naam gecompromitteerd door voor een amendement- De Meijier te stemmen, na zelf zich on machtig getoond te hebben iets beters aan te bieden dan het noch prineipieele noch practisch uitvoerbare amendement-Mackay-Van Alphen. Tweemaal hadden zij de voorkeur gegeven aan iets onbekookts ter vervanging van het door Tak voorgestelde niet volmaakte, maar althans wel doordachte plan. Doch onbekookter nog dan die beide ongare gerechten is dit hun manifest, waarmede zij twee fouten willende goedmaken een derde, en nog wel de grootste, fout begaan. Immers, bij de beide vorigen konden zij althans den schijn bewaren van minder snugger dan oprecht te zijn. Maar bij dezen mispas zal geen schepsel aan hun eerlijkheid gelooven. Hier kan een kind het aanwijzen, dat ze met een valsch stel kaarten spelen, en doen zij dit met een onbezorgd gezicht, zoo op de manier van tien vroolijke Franzen, die lachende de waarheid zeggen, dan denkt men daarbij toch aan de knaapjes, die in ’t duister een liedje fluiten uit angst en tevens om den spoken te bewijzen, dat zij niet bang zijn. JEneas Mackay gewezen premier, beslech- ter van. den schoolstrijd en De Savornin Lobman, oud-minister, hoogleeraar-de grootsten onder hun partijgenooten welk een val 1 Wij kunnen niet gelooven, dat zij zonder zich te schamen, later dat stuk zullen overlezen, dat dienst moet doen voor eigen onbetaalde reke ning als bedriegelijke quitantie. De dag moet komen, waarop zij hun vrienden en geestverwanten vergiffenis zullen vragen. Hun spijt zullen zij willen uitspreken, dat zij niet liever openlijk schuld hebben beleden dan, door Tak hun principieelen tegenstander te lasteren, hun onschuld voor de oningelichten te bewijzen. Voor de democratische anti-revolutionairen, voor de vereerders van Groen en Keuchenius moet dit leugenachtig manifest wel de ergste aller bittere ervaringen zijn. Het brengt schande over de anti-revolutio- naire partij.” Wij laten hier ook de woorden volgen, die de Banier over het manifest ten beste geeft „Over de redactie van Tak’s wetgevend pro duct spillen wij thans geen woord, schrijft het anti-revolutionaire blad, maar indien het Het beginsel hunner geestdrift is behoudzucht, zelfverdediging, en nu ze door de meerderheid der hunnen verlaten zijn, is de wanhoop hun hart binnengeslopen. De wanhoop is hun drijfveerwanhoop hun denken en logika wanhoop hun aanvoerder en leiderwanhoop hun wapen en hun kracht. Waartoe ze zich laten verleiden in dezen strijd, men zou er de schouders over ophalen, aan hun verstand, hun netheid en fatsoen gaan twijfelen, indien men daarbij vergat dat ze kin deren der wanhoop zijn geworden. Ze slaan er maar op in, als iemand die in ’t nauw met een koevoet zich een uitgang tracht te verschaffen. Wie hen omsingelen nemen zich in acht, op gevaar af een veeg te krijgen. Tak vooral wordt van alle kanten aangeval len de „stijfhoofdige, halsstarrige” Tak krijgt thans van den reusachtigen van Houten de lief lijke benaming „lafaard”. De „kalme en beredeneerde” Tak van het Handelsblad, de vasthoudende Tak, wordt nu in het „fatsoenlijke” orgaan van den Maaskant uitgemaakt, ja uitgemaakt voor een minister onder wiens bestuur de grondwet in gevaar is. Zoo wordt geraasd en gescholden op ’s mi nisters karakter en moraliteit en wordt zijn werk vernederd als een product van ziekelij ke natuur. Zoo net en fatsoenlijk deze lieden eens waren, zoo grof zijn ze geworden nu de angst hun om ’t hart sloeg. Als „vrienden” dienden ze zich aan bij den minister, hem dringende en dwingende zich in hun fideelen vriendenkring van hoed en jas te ontdoen. En nu drijven ze den spot met de hemdsmouwen en onthalen ze den „vriend” op kaakslagen, omdat men in de synagoge geen ongedekt hoofd wil zien. „Er uitEr uitgij die het ritueel hebt geschonden en de wetten van fatsoen hebt over treden.” Dus die „vrienden” en meer dan dat. Smalend spreken ze van hun vroegere mede standers, die bijtijds nog de bakens wilden hel pen verzetten. Het is nu een troepje „dik-en-dunners”, lieden dus, die niet meer bevoegd zijn tot oordeelen, omdat ze aan hun oordeel het zwijgen oplegden, tot werktuigen zich verlaagden en als Jezuieten cadavre wilden zijn toen hun grootmeester sprak. De Liberate Unie, of liever haar bestuur, krijgt een motie van afkeuring en woorden van minachting over zijn autoritair optreden, zoo maar eigenmachtig tegen ’t advies vanne Een hooggeleerde met Franschen naam voert in ’t Utrechtsch Dagblad met zijn vossestaart een Franschen slag uit en noemt de twee Tak- kiaansche candidaten „oneerlijke” lieden. Het manifest der 10 anti-revolutionaire ka merleden wordt door de Amst. als ’t ware ver scheurd. De meest vlijmende woorden zijn er over gezegd. De aanhef van het artikel luidt aldus „De tien heeren, alle tien bij hunne kiezers gecompromitteerd door hun stemmen voor het amendement-De Meijier, schijnen gedacht te hebben, wanneer wij met ons tienen een leugen onderteekenen wordt die leugen een waarheid, en iets als waarheid opgedischt door éen graaf, zeven baronnen, éen jonkheer en een landsad vocaat kan maar weinig minder dan een evan gelie zijn. Om hun eigen baan schoon te vegen, hebben zij die van den heer Tak met allerlei vuil bedekt.” En na de stellingen der heeren te hebben afgedrukt, voegt de Amst. er de volgende woorden aan toe „Zij weten zeer goed, dat de helft van hun Zoo oud de geschiedenis is, lezen we van menschen, die het met hun gevoel niet hebben kunnen overeenbrengen om mee te werken aan I derdrukte massa, nieuwigheden op het terrein der onderlinge Zij zullen ongetwijfeld den kamp verliezen, rechtsverhoudingen. De fameuze historische lijn is de met bloed getrokken streep over de velden waar oud en nieuw, onrecht en recht, gezag en vrijheid heb ben geworsteld naar het eindpunt, waar het recht en de vrijheid den palm der overwinning zullen wegdragen. Het pleit om recht en vrijheid, zoo vreeselijk door alle eeuwen heen gevoerd tegen de tiran nen van den adel en de Kerk, is thans zijn laatste phase ingetreden. Thans staan we voor den strijd van de vrij heid en het recht tegen de plutocratie, de ge lukskinderen, de rijk geworden burgers, de parvenu’s dezer eeuw. L Zij die voor de vrijheid hebben gestreden Itegen autocratie en theocratie, zijn thans de j vijanden geworden omdat ze tegen de pluto- leratie niet kunnen of willen vechten. De plutocraten zijn hun natuurlijke bondge- I nooten, en daaraan is het te wijten dat hun ■leus wij strijden tegen autocratie en theocratie, het voorkomen heeft van den hond met afge- I kapten staart de plutocratie is er afgekapt, om ïmet dezen vossenstaart de rol te spelen van KPrilgelhannes. Bij dezen laatsten kamp komen de vroeger verslagen heerschers in het veld, om met de ■jongste generatie van dwingelanden een coalitie I te vormen, teneinde aan de onmondige kinde- I' ren van ons geslacht nog eens te laten gevoelen het juk der slavernij teneinde in dit onder- maansche de heerschappij van menschen in bescherming te nemen tegen de heerschappij jWvan het goede, van God. Maar de heerschers zien hun heerschappij ondermijnd, en om staande te blijven nemen ze de list te baat; de schijn wordt aangenomen als stonden ze aan de zijde der worstelende menigte, die vraagt om emancipatie cn smacht naar vrijheid en recht. De leuzen zijn schoonschijnend waarmee ze trachten nog een deel der onderliggenden te bedotten, om verdeeldheid te zaaien in het vijandelijke kamp tusschen broeders en broeders. De upstarts noemen zich liberaal. De naam hunner vereenigingen is Vooruit- t/uay, Grondwet, Vrijheid en Orde enz. Zoo willen deze gelukskinderen het nog een II tijdlang trachten uit te houdenzoo scharen ze zich onder verbleekte vrijheidsbanieren van I honderd jaar oud, door hen bij den aanvang zoo fier en glorieus omhoog geheven tegen theo- ratie, aristocratie en autocratie. Zoo marcheeren de parvenu’s ten strijde, ge- steund door hun vroegere tirannen, gevloekt door hen, die ze meenden voor hun zegekar te spannen, een levende parodie van de vrijheids- I leus in hun verkleurde vaandels en een carica- jttuur met twee aangezichten, de symbolen van ^rjwrriiRRwniifMnEUw i wwn mr-;-.jlulu iumiji de anti-revolutionaire partij, aanmerkingen vervallen, wanneer art. 4 gesplitst t wordt; gedeeld in artt. 4 en 5. Zij weten zeer parodie dat luttele redactiewijzigingen voldoende zijn om bijna al de geestigheden, die zij zoo uit de hoogte van hun verheven bestaan te luchten geven, weg te blazenzij weten zeer 1, neen een infame leugen is, dat de ontbonden Kamer voor die i lingen moest aannemen of heengaan.” f <8Sr gas 19 :a je :e 1- n h u n ii n ,s i. i 3- if OEEKER (OIRAAT. - L' 0 - JÈ

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1