IS- H IDKBTKWe-BMB IMS DE CESEEKTE EN BET 1MDMIHT SBB Mr. H. Goeman Borgesius. LAKEN EN VOERING. Ds Stembusstrijd. No. 28. 1894. z k ie o aa. o- NEG E N-E N-V E E R T I G 8 T E JAARGANG. ■7 A. I JE{ I J leton-nummer 166. dus alle reden ondankbaar handelen, J A Alle brieven in te zenden. I; yerstandsleering dooi' middel van groote stukken in een of ander persorgaan. Kentegevend is die arbeid zeker nieter is dus alle reden om de schrijvers hulde te bren- Immers, het is belangstelling, wanneer de heer de Beaufort met „geestdrift”, of wat er naar zweemt althans, het kiezersvolk toeroept „Waakt over de grondwet! Handhaaft de grondwet Het kiezersvolk zou ondankbaar handelen, wanneer het den raad van dezen staatsman iu den wind sloeg. Het kiezersvolk toch fungeert thans in de oogen van de Beaufort c. s. voor jury. „Gezaghebbende mannen” staan thans tegen over „gezaghebbende mannen”, en nu de heeren het niet eens er over konden worden, hoe te constateeren dat iemand den kost verdient of daartoe vereiseht wordt het een of meer malen per week gebruiken van rolpens, dan wel, of ook kan volstaan met evenveel malen een „Jan-in-den-zak” te nuttigen. De jury is nu aan ’t woord, want de „gezag hebbende mannen” willen allen gaarne tot aan de grens er zijn er zelfs die er een grens aan hebben. „Maar de grondwet Ieder licht daarom zijn standpunt nog eens toe, en eenigen uit den raad der ouden sturen ons nog een manifest thuis, waarin gratis wordt aangebodeneen stukje levenservaring van die bejaarde, ervaren mannen een hartsterking voor de juryleden en een prikkeling voor de maag, een soort aqua vita, zeg een bittertje, dat natuurlijk den lust opwekt om rolpens de voorkeur te geven. In afwachting dan van de dingen die komen zullen, we willen gaarne erkennen, dat we er volkomen gerust onder blijven en zeker van zijn dat „Jan-in-den-zak” het winnen zal in afwachting dan van deze victorie, moet ons een zucht en een wensch van ’t hart. Wat ons doet zuchten Wanneer we hooren en lezen hoe al die brochure-schrijvers betoogen, dat de grondwet niet toelaat om recht te doen, door aan anderen te vergunnen wat hun reeds beschoren werd, dan komt de verzuchting bij ons op over zoo’n miserabel staatsstuk, dat voorrechten verleent en onrecht bestendigt. Dan zijn we geneigd een klacht in te dienen tegen hen, die zoo’n machine de guerre hebben saamgesteld, waardoor het eene kind van Neêr- lands volk wordt aangesteld als voogd, zede- meester en strafrechter van het andere. Eu vinden we ’t, zacht uitgedrukt, zeer ver dacht van mijnheer de Beaufort, als hij de huidige kiezers oproept om dat ellendigste van alle ellendigheden, een wet van onbillijkheid en bevoorrechting, te komen bewaken en hand haven. Wie kan nog eerbied gevoelen voor zoo’n grondwet En wie voelt zijn vertrouwen niet geheel wegzinken in deze juridisch ontwikkelde staat kundigen, wanneer ze zoo bezorgd zijn voor wat ons dunkt een onrechtvaardigheid te zijn Zelfs wanneer Gijsbert Karei van Hogendorp er bij wordt geroepen, zijn we niet in staat het wegzinkende vertrouwen tegen te houden. We willen gaarne erkennen dat een grondwet in een constitutioneelen staat onmisbaar is, ook al had Gijsbert Karei het nooit gezegd en verklaard. Maar een grondwet die onrecht begaat aan een deel, een groot deel, het grootste deel der natie-onmisbaar Zoo’n vod onmisbaar? Zoo’n prul handhaven MDI ER TEL TIER van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7,/i Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. Bij deze Courant behoort als Bijblad Feuil- I de vorige Kamer geen radicale kicsrecht-uit- j breiding tot stand kon komen zooals de regee- ring die wenschte, was duidelijk genoeg gecon stateerd en ’t was een mannelijke daad van den minister, dat hij aan dat obstructionisme, aan dat valsche spel een einde maakte door de wet in te trekken en door de daarop gevolgde ont binding, de vraag„finale kiesrechtuitbreiding of niet ter beslissing heeft overgelaten aan het hoogste gerechtshofde kiezers. Daarom, al die oppositie tegen Tak’s houding heeft op dit oogenblik volstrekt geen waarde. Er zal een tijd komen, dat ook daarover het volle licht zal schijnen en dan zal blijken wie eigenlijk gedupeerd is bij de behandeling van de kieswet. Er is maar één houtvast in deze moeilijke politieke tijden. Door de ontbinding zijn de kiezers volkomen vrij geworden in de keuze hunner candidaten. Door de ontbinding, als gevolg van het Kamervotum van 9 Maart, is de kiesrechthervorming de zaak, die de nieuwe Kamer zal hebben te behandelen en tot oplos sing te brengen. Door de ontbinding is de mogelijkheid geopend, klaarheid te brengen in de staatkunde en vriend en vijand van finale kiesrechtuitbreiding duide lijk te onderscheiden. Finale kiesrechtuitbreiding dus moet de leu ze zijn bij de stembus. Neen, zij moet méér zijn dan dat, méér dan een leus: de uit drukking van het heilig revolteerend gevoel, dat steeds zoo luide spreekt bij hen die geen ach teruitzetting, geen onbillijkheid kunnen dulden, en, wars van elke bevoorrechting gaar ne aan ieder de zelfde rechten toekennen, die ook aan hen zijn verleend. Met volle sympathie lazen we dan ook het ma nifest door het Algemeen Nederlandsch Werklie- den-verbond aan de kiezers uitgevaardigd, waarin op bezadigden, maar daarom niet minder drin genden toon wordt verzocht, te voldoen aan de eischen van recht en billijkheid, opzichtens het kiesrecht-vraagstuk. „Ofschoon mede deel uitmakende van de na tie lezen we daar en dit deelgenootschap op geen minder hoogen prijs stellende dan an- niet deren, kan onze invloed slechts uiterst gering zijn. Gij, Mijne Heeren, die de bevoegdheid hebt om te kiezen, wordt dan ook alleen opgeroepen tot de vernieuwde samenstelling der Tweede Kamer. Onder deze omstandigheden rest ons niets anders dan een ernstig beroep te doen op u. De politieke toestand van heden en in de naaste toekomst is in uw handen. Binnen uw bereik is het een Tweede Kamer te verkiezen, wier meerderheid voor of wier meerderheid te gen de richting is, waarin de Regeering van oordeel is, dat de kiesrechthervorming, in ’s lands belang binnen de grenzen van art. 80 der Grondwet, behoort te worden tot stand gebracht. Dit oordeel van de Kroon en haar bewinds lieden komt ons voor in ’t algemeen juist te zijn. De kiesrechtuitbreiding, zooals zij door de regeering wordt voorgestaan en in haar wets ontwerp was belichaamd, moge ons, voorstan der van het algemeen kiesrecht, niet geheel vol doen, haar niet te miskennen waarde is onge twijfeld, dat het doel, om gedurende een zeer ruim tijdsverloop een bevredigende toestand op politiek gebied te verwezenlijken, er mede kan worden bereikt. Wat wij dus van U vragen is, kiest alléén zulke mannen, die zoo onomwonden mogelijk verklaren het ééns te zijn met de richting waar in en de ruimte tot welke de Kroon en haar Regeering het kiesrecht in ’s lands belang meen den te moeten uitbreiden. Wij kunnen ons in dit beroep slechts op een algemeen standpunt plaatsenliever zouden wii beperking van het Regeeringsvoorstel zullen stemmen en die bovendien zijn tegen het uit sluiten van hen, die wegens onvermogen van het betalen van hun aanslag in ’s Rijks directe belastingen worden vrijgesteld. M. H.In uw handen is aanvankelijk de beslissing, die van grooten invloed zal zijn op het wetsontwerp en op den toekomstigen poli- tieken en economischen toestand van land en volk. Waar het zoo is, wenschen wij u toe te roe pen Zet alle schroomvalligheid die u nog mocht beheerschen ter zijdetoont geen minder vertrouwen te stellen 111 het volk achter de kiezers, dan de Kroon en de Regeering door het indienen van het kiesrechtontwerp en het handhaven van het daarin gelegde beginsel hebben getoond te doen laat uit uw hou ding en stem, zoo mogelijk openlijk, van een vertrouwelijk te gemoet treden tot het volk achter de kiezers blijken stoot in geen ge val dat volk van u af, door het voorstaan van angstvallige beperkingen en besnoeiingen, die in het wezen der zaak geen andere beteekenis hebben, dan dat zij een duizend of wat teleur stellen en ontevredener maken dan zij reeds zijn Het gaat er om M. H.de Staten-Generaal meer dan thans en zoo ruim als mogelijk is te doen worden, wat zij volgens de beteekenis van art. 78 der Grondwet wèl, maar in werkelijkheid niet is-: de vertegenwoordiging des volks. Naar mate zij dien naam waardig wordt, zal de band tusschen de Kroon en het Volk hechter wor den, zal het vertrouwen des Volks in zijn ver tegenwoordiging, dat thans in zoovele opzichten verloren is, herleven, zal de eerbied voor het openbaar gezag, dat steunt op de wet, worden versterkt en verhoogd In het belang van het land, van de eenheid des volks en om de baan te effenen voor het tot stand komen van bevredigende sociale her vormingen, dringen wij er met den meesten ernst bij u op aan, uitsluitend aan zulke candi daten uw stem te geven, die met de Regeering en in de richting welke zij voorstaat, het kies recht zoo ruim willen uitbreiden, als art. 80 der Grondwet maar eenigszins toelaat ’t Komt ons voor dat in bovenstaand mani fest duidelijk de beteekenis wordt omschreven, die aan de verkiezing op 10 April a. s. moet worden gegeven, en wij weten van den heer GOEMAN BORGESIUS dat hij in de vorige Kamer krachtig werkzaam was om de ver vul ling van den in dat manifest uitgesproken wensch zooveel mogelijk te bevorderen, erkend voor stander en medestrijder als hij is van het ont- werp-Tak. Wij hebben zijn candidatuur in ons district daar om ook met sympathie begroet en bevelen den kiezers dringend aan, Dinsdag e. k. hun stem men uit te brengen op Allerlei wordt uitgestrooid in de hoop dat het een bodem vinde ter ontkieming en vrucht- draging onder het kiezersvolk. Het regent van den kant der oppositie ma nifesten, staatkundige brieven, vlugschriften en Deze CO l'RANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post 1.25. Ahe brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco De groote en ernstige strijd bij de stembus ernstig met liet oog op zijn onmiskenbaar groote beteekenis voor de toekomst van ons vaderland is aanstaande. Nog een paar dagen, en de kiezers zullen I uitspraak moeten doen in welken geest zij het :W. belangrijk vraagstuk van den dag wenschen ■‘’beslist te zien; m. a. w. of zij al of niet ge- M D(;gen zijn de regeering te steunen in haar I lofwaardig streven om de kiesrecht-uitbreiding j zoo vèr mogelijk uit te strekken met de minst mogelijke beperkingen. I Aan de noodige en onnoodige voorlich- fc'W tingen heeft het ons tegenwoordig kiezersperso- I neel in de laatste dagen waarlijk niet ontbroken. lal van kiesvereenigingen in den lande heb- JsSyen moties aangenomen. De Liberale Unie zond een flink manifest de 1 I wereld in wat haar zeer kwalijk werd ge- nomen door conservatieven die nog onder libe rale vlag varen. De Radicale Bond volgde met een ander manifest, nog scherper zijn wenschen formu lerende. Oud-afgevaardigden, professoren en ongenoem de voorlichters schreven open brieven, brochu res, artikelen in dagbladen. Vóór of tegen Tak klonk het hier. Vóór of tegen Tak’s wet, die onze wet is klonk het ginder. Vóór de hoofdbeginselen van Tak’s ontwerp, maar zonder de schrijfproef voeren de de mocratische anti-revolutionairen in hun vlag. Leuzen genoeg. Maar die en’tkonmoei- hjk anders toch hoofdzakelijk hierop neêr- kpmen, dat gewenscht wordt: finale kiesrecht- I mmreiding op den breeden grondslag van het I ingetrokken ontwerp. Joch blijven de conservatieven uit de ver- I schillende partijen zich met hand en tand ver- I zetten tegen dien radicalen stap en gaan zij I I00rl'l. b°og spel te spelen tegen den geest van I den tijd, dien ze door hun obstructionisme wel I ?en oogenblik kunnen ophouden, maar l heeren. De voorstanders van Tak’s kieswet ^•moeten vallen. Zij moeten er uit en vervan- gen worden door zoogenaamde bezadigde lie- en, die langzaam een stapje voorwaarts willen oen in de richting van vermeerdering van kiezerspersoneel. Vanneer die toeleg openlijk wordt uitgespro- I 'en ou dit geschiedt door sommigendan dit, hoe betreurenswaardig ook, ten minste eerlijk. Maar wanneer men dien toeleg bedekt J?Iltierjui’idisChespitsVOndigheden, onder ingewik- helde bespiegelingen, onder gezochte uitleggin- fieii vaH Kamervotum van 9 Maart, dan 13 dergeljke houding oneerlijk en onstaatkun- mg m de hoogste mate. I p Het is thans de vraag niet meer, of met de wrondwet de wet-Tak strookte. Die vraag is waarlijk lang genoeg in de pers en oo het wJm'menhof behandeld. Waar een autoriteit als Piot. Buijs wiens woord vroeger bij vriend en tegenstander het hoogste gezag had de Smndwettigheid zelfs van het eerste ontwerp- I d volkomen erkende, kan ieder kiezer gerust I £rpf°P slaP&a ëaan) te meerj daar zijne opinie sMeeld wordt door tal van geleerde mannen I laatste ontwerp-Tak aan die grond- ettelijke bezwaren, voor zoover ze den vorm ehoffen, is tegemoet gekomen. I on interesseert het op dit oogenblik kiezer, of Minister Tak de Kamer heeft ë^upeerd of omgekeerd. Het feit, dat er met I COURAM *1 F w k® BSSSS»

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1