s
OUffi H HET IIMIHSSHB SH
i
J
il
in
No. 33.
1894.
w o I/J rs i Al <3-
RECHT VOOR ALLEH
r
5
N E G E N-E N-V E E R T I G S T E J
25 A l’ I{ I J
physieke eigenschappen.
het recht bij
I
U I T
I
’t was bij de vrcdesonder- I
it
t
aatschappij te verafschuwen, die
met onze
onzer
kort
mr. van Houten thans
i van zijn
bac-
mi-
een
en de
:e
ii
de eenvoudige reden, omdat de
physieke eigenschappen
i te
s-
-
voor
waarvoor
zou openen en
aan-
Abonnementsprijs
Alle brieven en
in te zenden.
verkiezingswerk gadeslaat, nog eens die bittere
pil te slikken. Wij onderhandelen bij u,
I over, zonder u.
tot welke j Wel, mr. de Beaufort, wat dunkt
hy dan moeten komen
en physieke j
Deze CO IBANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
i voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
over, zonder u.
Wel, mr. de Beaufort, wat dunkt u van onze
moreele en physieke eigenschappen
Steek de hand in eigen boezem, terwijl ge
Verval der republiek.
In dat tijdperk,
handelingen te Utrecht, moesten de Hollanders laatsten
uit den mond van den Franscheu gezant het
pijnlijke woord verduwen
Wij onderhandelen by u, over u zon
der u.
Dat woord sneed den eer- en roemzuchtigen
Hederlander door de ziel.
Thans zijn we bijna twee eeuwen verder.
En bij de stembus krijgt de overgroote meer-
dorheid des volks, die uit belangstelling het
met verzoek om voor ouzo rekening
teriologisch onderzoek in te stellen’
crobe der ziekte op te sporen.
De professor heeft zich daartoe bereid
klaard. Hoewel geen medicus, meendo hij, dat
men de ziekte het best zou kunnen bestrijden
met algemeen kiesrecht of met afschaffing van
het kiesrecht.
Het laatste middel werkte sneller, doch er
bezweken meer lijders bij. Het eerste middel,
geloofde hij, zou op den duur de ziekte kunnen
vernietigen, het epidemisch karakter er spoedi»-
aan ontnemen en op den duur de ziekte geheel
doen verdwijnen.
’t ls overigens maar gelukkig, dat de
kiezingsstrijd ras i
ze van polemiseeren tusschen
standers werd er
kwikkelijker op.
In no. 16 van i
lemiseert mr. S.
De bestaande organisatie onzer
hangt in hoofdtrekken samen met onze moreele
en physieke eigenschappen. j - -
Deze stelling is van den heer de Beaufortt(;ruitgaDg in onze moreele en physieke eigen-
j is er zoozeer van doordrongen, dat in zyn’ j 8cuappen-
g de critiek op de hedendaairsche toestanden Z°? hy dl8ntengevo>ge beginnen de he-
verschiinsel is dendaagsche maatschappij te verafscl
j ei s lmmers voigCn3 hem parallel loopt
itschappy valt moreele eigen8ch P
We twijfelen hieraan niet. We zi
de Beaufort een i
i overtuiging uitkomt en gelooft wat "hij zegt
I alleen wat verward in zijn traditioneele be
grippen.
De begrippen zijn op zichzelf zoo kwaad niet.
Alphonsus, de koning van Castilie, heeft ze
saamgevat in dezen keurigen grondregel
Brandt oud houtleest oude boeken drinkt
ouden wijn en hebt oude vrienden.
Het denkbeeld is inderdaad aanlokkelijk,
maar voor de groote massa gaat het te hoog,
mijnheer de Beaufort!
Waarom vraagt ge dat nog
Wel, om
moreele en
tegenwoordige maatschappij hierin
schieten
omdat onze moreele eigenschappen pardon,
die van onze beerschende klassen van dien
aard zijn, dat de maatschappij in het streven
er naar een bedenkelijk verschijnsel zien zou
omdat die beerschende moraliteitsbegrippen
en physieke eigenaardigheden storend gewerkt
hebben op de iutellectueele eigenschappen dier
heerschende klasse
zoodat volgens de traditioneele opvattingen
dier klasse alles, letterlijk alles, tot zelfs het
recht, niet dan door een erfenis te verkrijgen is
omdat onze staat wie zei het ook weer I
een naamlooze vennootschap is, waarin alleen
de aandeelhouders iets te zeggen hebben.
Neen, mr. de Beaufort heeft dat niet be
weerd was het mr. van Houten ook uit den
tijd zijner frissche jonkheid?
In onze vaderlandsche geschiedenis komt een
periode voor, gewoonlijk aangeduid onder den
titel
DE PERS.
Bij deze verkiezing doet zich allerlei soort
van vrees voor, zegt de Amst. Crt. We zijn
begonnen met algemeen stemrecht-vrees, daarna
kregen we Tak-vrees, toen Kuyper-vrees, Wert-
heim-vrees, later Schaepman-vrees, Democratie-
vrees, Nieuwe Botterdammer-vrees, Slechte-op-
komst-vrees, kortom, zooveel vreezen, dat de
kiezers, die een courant lezen, van den 9en
Maart tot thans, geen nacht zonder nachtmerrie
moeten geweest zijn.
Wij hebben in allen ernst kiezers ontmoet,
die ons afvroegen „of Tak werkelijk van plan
zou zijn om den baas te spelen, misschien wel
Koninkje zou willen worden.”
„Is ie nog jong werd er bij gevraagd.
Een ander maakte zich heusch bevreesd, „dat
dr. Kuypcr Minister zou worden, als Tak het
won en dat ie dan dadelijk de Nieuwe kerk
aan de doleerenden zou geven.”
Een derde zou er op tegen hebben „als Wert
heim Minister van Financiën werd, want ’twas
volstrekt niet noodig, dat alle centen op een
hoop kwamen; de boel was toch al zoo slecht
verdeeld.”
Zulke kiezers hebben de dagbladen in den
--i tijd gefokt, en er moet dan ook ernstig
sprake van zijn om een herstellingsoord
deze verkiezingskranken op te richten,
de Ah B. Ct. eene inschrijving
zij zelf, uit gewetenswroeging, een groot
deel zal nemen.
Al deze aan verkiezingsvrees lijdende men-
schen zullen daarin worden opgenomen, totdat
de kieswet het gevaarlijkste seizoen voor
deze kranken achter den rug, dus ingevoerd
zal zyn.
De ziekte heeft zich thans nog op een andere
wijze geopenbaard bij de redactie van de Tijd
waar landnationalisatie-vrees is uitgebroken.
mie is wel niet
doch zij duurt zeer lang en komt telkens weder
j eigenschappen? Zoo’n aanhoudend „dikke lucht"
van bedenkelijke verschijnselen, zoo’n voort-
I durend mopperen en mokken van talloos velen
pp,J j als in den mist rouddoolen, wijst immers naar
i de Beaufort’s zienswijze op bedenkelijken ach-
den Iranschen gezant van den vrede te Utrecht
bij u binnenlaat.
En zeg ons, als ge ’t durft, onder den indruk
van dat bezoek, dat ge onze moreele eigen
schappen diep gezonken vindt.
Ja, zeg het maar, zoo diep gezonken, dat we
droomen van vrijheid en niet tevreden zijn dan
in losbaudigheid
dat we de rechtsgelijkheid aanbidden als een
evangelie, terwijl we de zonde ook al bij
erfenis verkregen - vrij spel laten bij zijn
inspannenden arbeid om het recht te beperken
zooveel mogelijk, tot den kring van hen, die tot
dusver de teugels in handen hadden.
Zoo zondig zijn we
En zoo bedorven is onze maatschappij, behept
als ze is met onze moreele eigenschappen
Is het wonder dat 1
mistroostig wordt bij het binnenhafen
oogst
Kan uit Nazaret iets goeds komen
Centerum censeo esse delendam.
Carthago moet verwoest worden
Het recht van den sterke
erfenis esse delendam.
En daarvoor in de plaats
Rechtsgelijkheid recht voor allen.
_J ver
ten ein le loopt, want de wij-
t”22chcu voor- en tegen
in de laatste dagen niet ver-
zijne Staatkundige brieven po-
van Houten tegen de Midd.
Ct. die heeft beweerd, dat zoowel de heer v.
lienhoven als de overige Ministers zich tegen
over den heer Tak van Poortvliet verbonden
hebben om zijn program ten aanzien vau kies-
rechtheryorming te aanvaarden, dat uitdrukke-
lyk meebrachteen voorstel aan de Regentes
tot ontbinding in geval het ontwerp mocht wor
den verworpen. Tegenover deze bewering in
het z. 1. blijkbaar officieuse of uit de naaste
omgeving van den Minister Tak geïnspireerde
artikel merkt mr. v. H. op, dat hier slechts van
geuite voornemens sprake kan zyn, en die voor
nemens onderstellen bovendien een voortdurend
gemeenschappelijk overleg. De op 8 Maart
niet te betwijfelen berusting van den heer Tak
m het amend.-de Meijier staat zelfs aan alle ze-
delyke verplichting om aan het Voornemen tot
ontbinding gevolg te geven, vierkant in den
weg. Daarbij nog was op 9 Maart het geval
waarin de beweerde bondgenootschappelijke
plichten intraden, volstrekt niet aanwezig, om-
dat er nu een geheel andere politieke toestand
was dan in 1891.
«Voor mij staat slechts dit vast,” schrijft mr.
v. H. „Indien de ambtgenooten van den heer
lak tot ontbinding hebben geadviseerd, omdat
zy zich in 1891 daartoe verbonden hadden heb-
'fj11, Zld tocn èn nu onverdedigbaar gehan
deld. loen, omdat men dergelijke voornemens
niet mag kleeden in den vorm eener verbinte
nis. Nu, omdat zij den zedelijken moed heb
ben gemist, tot den heer Tak te zeggen dat zij
wel aan hun toezegging wilden gestand’ doen
om tegenstand tegen het ook door hen gehuldigd
beginsel der kieswet te overwinnen, maar niet
om hem in anti-constitutioneele, Boulangistische
evolution te volgen, noch ook om te spelen in
de kaart eener coalitie Tak—Treub—Kuyper
inzonderheid gericht tegen de liberale partij.’
Den heer van Tienhoven treft mijnerzijds het
verwijt, dat hij zich te lang heeft laten lijmen
en het drijven dezer coalitie niet heeft Verijdeld
toen het daarvoor tijd was. Op hem rust, even
zeer als op alle andere Ministers, de blaam, de
Ixumcr geplaatst to hebben voor een artikel 4
als ten slotte in debat kwam, een artikel, thans
door niemand meer in bescherming genomen
m°u df Üv,eriSstXTaan,ha.ngers van den Minis-
>ge-
ure
----- geworpen
voor de behandeling, der Kamer op 9 Maart
boven de dupes, complices of marionetten van
mr. Tak, die hun functiën tot dusver hebben
behouden.”
De Telegraaf doet naar aanleiding van dezen
AD^EllTENT1^N van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer V,. Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
oen uitgever. J
hij i;
oog ue critiek op de hedendaagsche toestanden j
het ernstigste, het bedenkelijkste i
dat op dit oogenblik in onze maatschappij valt
waar te nemen.
Volgens mr. de Beaufort dus is het in onze i
gemeenschap, „botertje tot den boom”, in hoofd-
trekken onberispelijk juist.
De kleine gebreken zijn in zijn oog als de
vlekjes, die door het toeval van tijd tot tijd er
°P zijn gevallen.
Ze weg te doezelen, uit te wisschen, is dan
volgens mr. de Beaufort het eenige wat den
Staat in de toekomst te doen staat. De party
van den vooruitgang daaronder rekent zich
ook mr. de Beaufort heeft dus nu niet an
ders noodig dan een stukje gomelastiek om de
vlekjes te verwijderen of een rasirmesser, om
al barbierende de periodieke uitwassen we» te
scheren.
De heer de Beaufort gelooft ongetwijfeld aan
de evolutie ook van de moreele en physieke
eigenschappen der menschen hij zal zich dus
voorstellen, dat die eigenschappen in verlooji
van tijd dermate zich gewijzigd hebben, dat de
maatschappij, blijft ze getrouw aan de stelling
van mr. de Beaufort, over duizend jaren b. w
eon gai.sch ander aanzien zal hebben verkregen.
Du erkent hij nu nog dat elke wijziging door
cntiek van ’t oude wordt voorafgegaan, dan
begrijpen we uit de ernstige waarschuwing tegen
het bedenkelijke verschijnsel der critiek van
onzen tijd en onze toestanden, van zijn lippen
gevloeid onmiddellijk na verkondiging van boven
geciteerde stelling, dat het op dit oogenblik
voor de partij van den Vooruitgang vacantie-
4)4 is, heerlijk als „die schónen Tage von
A-t’anjuez.”
Voor den stroom uit, met riemen en zeilen
ïeven do moreele en physieke eigenschappen
mn den stuurman koers aan het vaartuig.
(De vraag is maar wie stuurman is.)
«Gezien onze moreele en physieke eigenschap-
ie» aldus de heer de Beaufort
gelet op de maatschappij en de treffende
'vereenkomst barer eigenschappen, moreel en
'hysiek, met die van ons,
oordeel ik alle critiek op hot bestaande over-
•ooig, bedenkelijk, verderfelijk.”
Nu is dit bedenkelijk verschijnsel tegenwoor-
“g zoo onafgebroken waar te nemen als een
'ewolkte hemel in Londen.
De heer de Beaufort zal dit wellicht niet
ebben opgemerktzijn positie brengt hem niet
°o dagelijks in aanraking met die klassen der
maatschappij, waarin ieder ontevreden is en
‘keen moppert dat alles zoo slecht gaat.
Vas hem dit minder onbekend,
■eurige conclusie zou
°°b wat betreft onze moreele
- We zien in mr.
staatsman, die eerlijk voor zijn
I alleen wat verward in
ver-
kunnen bestrijd.
ter Tak, den heer Wertheim aan het hoofd
desavoueerd. Alleen heeft hij ter laatste
de verantwoordelijkheid van zich gewon
SriTzSrèrj eu in
„i. jgwaaiiyssic soort, I boven de diinos. mmnlmoo J
terug.
Wij hebben ons tot prof. Förster gewend
1
\a
6
6
6
I
A
i.
i.
-■
D - - Uêlb lil Zijn