pt
BUITENLAND.
ftul
20
iht,
ide
an-
ge>
>oa
or-
te
ch-
con
aed
en.
on*
va-
kt.
ran
eda
ir*
en
af,
aid
iw
re-
3rij
na,
rd.
fa-
ag-
'an
,ad
ar-
ai
de
en.
rjj-
tel
te-
ir-
ild
let
sch
itte
ian
ch
ad,
ge
er
Lt,
m
U.
3
st,
ns
;e-
jn
et
e-
I.
wekt.
Toen Helene bespeurde dat zij alleen was,
liet zij nogmaals aan haar tranen den vrijen
loop maar ook slechts enkele oogenblikken
toen wist zij zich weder te beheerschen.
De vraag, of zij haar man zou meedee-
len, wat er tusschen haar en Burger was voor
gevallen, hield haar levendig bezig. Zou zij
hem hunne ontmoetingen, zijn liefdesverklaring;
zou zij hem alles meedeelen Zij kon er maar
niet toe besluiten zij was bang voor misver
stand, en daarover maakte zij zich beangst.
Zij wist heel goed, wat misverstand onder ech
telieden beteekent.
Paul kwam weer in de kamer.
„Helene, ’t is buiten op ’t oogenblik werke
lijk heerlijkde zon is ons balkon al voorbij.
Kom, laten we een beetje in de heerlijke bui
tenlucht zitten gaan. Men frischt er zoo lek
ker op en haalt er zoo ruim adem."
Helene wou thans liever niet met hem alleen
zijn, daar zij nog geen besluit had genomen.
„Het is mij van daag nog te koud in de scha
duw ik ben heel dun gekleed. Ik wil liever
OVERZICHT.
De pers der geheele wereld is natuurlijk nog
slechts van één onderwerp vervuld, den moord
op president Carnot. En dit zal nog eenige
dagen zoo blijven, daar het diep tragische feit
aller gemoederen zwaar heeft geschokt en de
wijl de gebeurtenissen der komende dagen de
ontvangen indrukken nog steeds zullen verster
ken. Het is zeer begrijpelijk, dat de aan Car
not gewijde artikelen van hooge waardeering
getuigen. Den schoonen naam, dien hij droeg,
heeft hij op eervolle wijze gehandhaafd; in ons
vorig nummer hebben wij de hoofdpunten uit
zijn glansrijke loopbaan aangestipt, en allerwe-
ge te Londen, Weeneu, Berlijn en elders
klinkt dezelfde toon van hulde aan den man,
die met waardigheid en tact zijn hooge plaats
bekleedde en die ook bij zijn tegenstanders zijn
naam van rechtschapenheid en onkreukbaarheid
onbevlekt heeft bewaard.
Op het oogenblik is de verhouding tot Italië
het zeer bedenkelijke punt, waaruit de ernstig
ste verwikkelingen kunnen voortvloeien, indien
de blinde volkswoede over de door een Italiaan
gepleegde misdaad niet met kracht binnen de
perken gehouden wordt. De berichten uit Wee
nen en Berlijn doen zien, dat deze gebeurlijk
heid aldaar met bezorgdheid in ’t oog wordt
gehouden. Te Rome is men natuurlijk ook
verre van gerust; bij de ontzaglijke moeilijkhe
den, waarmede Crispi’s kabinet te kampen heeft,
zou de donkere wolk, die er nu hangt, den lei
denden staatsmannen wel eens de bezonnenheid,
nu boven alles noodig, kunnen doen verliezen.
Erkend moet worden, dat Italië het mogelijke
doet om Frankrijk’s gevoeligheid te sparen.
Zoowel de koning als de premier hebben per
draad van hun smartgevoel doen blijken; in de
Kamer sprak Crispi eenige welgekozen woor
den van deelneming en daarna werd de zitting
ten teeken van rouw opgeheven. Van de open
bare gebouwen laat de Italiaansche regeering
de vlag halfstok wapperen.
Intusschen zijn te Lyon reeds betreurens-
waardige onlusten voorgevallen daar gevestig
de Italianen staan aan plundering en brand
stichting bloot en in het warmbloedige zuiden
kunnen de haat en verbittering zeer licht naar
elders overslaan.
Dinsdag avond zijn in een buitenwijk van
Lyon nieuwe onlusten uitgebroken en weder
eenige winkels, waar de eigenaars een Italiaan-
schen naam dragen, vernield. Hierbij is nog
een groot ongeluk gebeurd door ’t ontvlammen
van een vat petroleum. Een der plunderaars en
een der huisbewoners zijn in brand geraakt,
hun lijken moeten geheel onkenbaar wezen.
Verscheiden personen, die toch werkelijk als
echte Franschen moeten beschouwd worden,
zijn ’t slachtoffer van den Italiaanschen klank
van hun naam geworden. Zoo is de groote re
staurant Casati te Lyon geplunderd en de boel
aldaar kort en klein geslagen, terwijl de fami
lie Casati reeds drie eeuwen in Frankrijk ge
vestigd is en derhalve sedert een reeks van ge
slachten de Fransche nationaliteit bezit. De
groote zijde-nijverheid, waarop Lyon roem draagt,
moet daar door een Casati zijn geïmporteerd
in het hof van cassatie zit een raadsheer Casati
en de restaurateur van dien naam had het di
ner geleverd, waaraan de heer Carnot met al
de autoriteiten aanzat even voor den aanslag,
die hem het leven kosten zou.
Te Grenoble zijn mede ernstige ongeregeldheden
gebeurd en is van het consulaat van Italië het
wapenschild afgerukt en de Italiaansche vlag
verscheurd. De prefect heeft den consul wel
verontschuldigingen aangeboden, maar de be
waking schijnt daarna toch vrij gebrekkig te
zijn geweest. Een bende werklieden wisten het
consulaat binnen te dringen, vernielden er een
paar beelden en smeten een portret van koning
Humbert uit het venster. Er is nu een mili
taire wacht voor het gebouw opgesteld, de be-
toogingen duurden Dinsdag avond nog voort.
Te Montlu^on werd het Italiaansche circus Tru-
mezi ernstig bedreigd, de gendarmerie behield
echter de overhand. Te Marseille blijft het be
trekkelijk rustig, hoewel een paar Italianen op
enkele punten mishandelingen ondergaan hebben.
Te Rijssel hebben de studenten auti-Italiaansche
manifestaties gehoudener schijnt nogal ge
vochten te zijn, want verscheiden personen wer
den gearresteerd. Op de tentoonstelling te Lyon
zijn eenige personen over de omrastering van
de Italiaansche afdeeling geklommen en hebben
verscheiden uitgestalde voorwerpen vermeld.
Indien het onderzoek nu het bewijs oplevert,
dat president Carnot als slachtoffer eener door
anarchisten beraamde samenzwering gevallen is,
dan zal wellicht het gezond verstand der Fran
schen verdere betreurenswaardige buitensporig
heden tegen Italianen doen vermijden, want al
is de moordenaar een Italiaan, zoo mag men
toch zeker de anarchisten wel als vaderlandloo-
zen bestempelen.
De moordenaar Cesario houdt bij de verhoo-
ren vol, gelijk ook indertijd Vaillant, Henry
enz. beweerden, dat hij geen medeplichtigen
heeft gehad. Hij erkende volmondig anarchist
te wezen, maar hij zou geen deel van een sa
menzwering hebben uitgemaakt. De rechter
van instructie slaat echter aan die verklaring
geen geloof, hij vermoedt het bestaan van een
complot. Daarom wordt te Cette, waar de moor
denaar ’t laatst vertoefde, zeer nauwkeurig on
derzoek gedaan aldaar zijn een achttal anar
chisten in hechtenis genomen.
Inmiddels heeft Woensdag te Versailles de
gewichtige verkiezing plaats gehad, die Jean
Paul Pierre Casimir Perier tot president van
Frankrijk verheven heeft. Van buitengewoon
gewicht is deze keuze, zoowel met het oog op
’s lands inwendigen toestand als op Frankrijks
betrekkingen met het buitenland. Ieder rustig
waarnemer der gebeurtenissen zal beseffen, van
hoeveel waarde het is, dat de teugels der re
geering in krachtige handen gelegd zijn. De
immer wassende radicale en socialistische stroom,
de verwildering der gemoederen, die van
lieverlede een dreigende uitbreiding erlangt,
eischen dringend, dat de hoogste plaats in den
staat slechts aan een man van gezag wordt
toevertrouwd. Met het oog op het aanzien der
republiek in het buitenland is dit laatste voor
zeker niet minder noodig. Men behoeft de ge
zaghebbende bladen van Engeland, Duitscbland
en Oostenrijk slechts op te slaan, om die over
tuiging te erlangen. Vooral ook is dit noodig
met het oog op Italië, omdat een spanning ont
staan is, die een hooge mate van kalm beleid
vereischt. De treurmare van Carnot's vermoor
ding door een Italiaan heeft in geheel Italië
diepe ontroering teweeggebracht. Op tal van
plaatsen zijn treffende uitingen van smartgevoel
en ingenomenheid met Frankrijk vernomen en
de Fransche vertegenwoordigers hebben vele
bewijzen van hulde aan den gestorven presi
dent en aan hun land ontvangen. Daarvoor
was reden, want het is een tragische samenloop
van feiten, dat de heer Carnot door een Itali
aanschen moordenaar moest getroffen worden
op den verjaardag van den grooten veldslag van
Solferino, waar het Fransche bloed met het
Italiaansche gevloeid heeft ter bevrijding van
Italië.
De gunstige stemming jegens Frankrijk wordt
echter op een zware proef gesteld door de vele
gewelddaden, die in de zuid-oostelijke departe
menten tegen Italianen bedreven worden, aan
wie toch geenerlei schuld voor de gepleegde
misdaad kan worden aangewreven. Te Rome
en elders maakt het smartgevoel voor bitterheid
plaats en de wederzijdsche regeeringen zullen
met overleg en met kracht tevens moeten te
werk gaan, om de zoozeer wenschelijke ontspan
ning tusschen beide natiën vroeger meestal
zuster-natiën genoemd aan te brengen.
Inderdaad, de nieuwe President staat voor
een moeilijke taak en een zware verantwoorde
lijkheid. Wat men van hem weet wettigt in
tusschen goed vertrouwen. Hij is een man in
de volle kracht des levens (nog geen 47 jaar
oud) met. een helder doorzicht en een vasten
wil, in wien voorts de gave der welsprekend
heid en zeer hoffelijke vormen vereenigd zijn.
Daar hij zeer rijk is, zal hij de traditie van
Carnot kunnen handhaven, om milden steun te
geven waar zulks noodig is en om het officieele
leven van den President met den noodigen
luister te omringen. Niets heeft Grévy’s aan
zien meer geschaad dan zijn schraapzucht, dan
zijn afzondering in het Elyséo en te Mont-sous-
Vaudrey, ten einde met een zoo groot mogelijk
deel van zijn inkomen zijn privaat vermogen te
vermeerderen. Iets dergelijks is van Perier
niet te verwachten, wiens milde gezindheid
gelijk moet wezen aan die van den betreurden
Carnot.
Wij Kunnen over de veelbewogen zitting van
het Congres slechts kort zijn. Met drie extra-
treinen waren ministers, senatoren en afgevaar
digden naar Versailles gestoomd, waar ten 1.10
de zitting aanving. Gezien de artikels 2 en 7
der grondwet, verklaarde Challemel Lacour het
Congres geopend. Dejeante, Michelin eu Baudry
d’Asson verlangden het woord, de eerste om
voor te stellen het presidentschap der republiek
af te schaffen, de anderen om grondwetsherzie
ning voor te stellen. Door trekking werden de
stemopnemers aangewezen en daarna begon de
hoofdelijke oproeping der leden, aan vangende
met de letter L als beginletter van de namen.
In één stemming, die omstreeks 2 uur vorderde,
liep het af en een uur later volgde de voorlezing
van het proces-verbaal. Het bleek dat van de
851 aanwezigen 6 niet of blanco gestemd hadden.
Alzoo 845 geldige stemmen, volstrekte meer
derheid 423. Uitgebracht waren op Perier 451,
op Brisson 195, op Dupuy 97, op generaal
Février 59, op den hoogbejaarden Arago
laatstelijk gezant te Bern 27, en op diverse
anderen 22 stemmen. De uiterste linkerzijde
begroette de mededeeling met een zeer ergerlijk
geschreeuw en gesis, het centrum juichte, de
rechterzijde bleef kalm.
In het kabinet van den voorzitter kwamen
nu de ministers bijeen en een oogenblik later
verscheen Casimir Perier, die niet aan de ver-
A ken nis had gemaakt met Hoorn.
Aan 't schriftelijk gedeelte van ’t examen
voor de hoofdacte werd jl. Dinsdag te Leeu
warden door één dame en 5 heeren van den
hoofdcursus alhier deelgenomen.
Benoemd tot onderwijzeres te Kimswerd
mej. B. Vos en te Hellendoorn mej. E. P.
Groenhuizen, oud-leerlingen der rijks-normaal
lessen alhier.
In den loop dezer week is met goed gevolg
examen afgelegd te Leiden, het candidaats in
de rechten door den heer E. Fennemate Am-
sterdam, het doctoraal in de geneeskunde door
den heer R. Geelte Groningen, het candi
daats cum laude in de geneeskunde door den
heer J. Hingst, en te Utrecht het kerkelijk
voorbereidend door den heer T. Doevendans Wz.,
allen geboren te Sneek.
„Maar, kind, bedaar dan toch," zei haar man
thans met meer aandrang tot haarbij ging
op de leuning van haar fauteuil zitten en tracht
te de handen van haar gelaat te verwijderen.
„Gij waart hem toch vroeger niet erg genegen,
ja gevoeldet zelfs weerzin tegen hem, en nu trekt
ge u zijn dood zoo aan."
„Dat is ’t juist, dat is ’t juist," zeide zij met
eene door tranen gesmoorde stem „ik heb hem
onrecht aangedaan, groot onrecht."
„Neen," antwoordde Paul op vasten toon,
„volstrekt niet. Men mag wel is waar van de
dooden geen kwaad zeggen, maar gij behoeft
er u volstrekt geen verwijt van te maken, dat
gij ons van elkaar hebt verwijderd. In zijn
vijandschap heb ik hem pas goed leeren ken
nen, en, geloof mij, ik bewonderde uw snelle
en juiste beoordeeling. Het doet mij leed, maar
ik mag u niet verzwijgen dat hij geen goed ka
rakter had."
Paul ging naar buiten op het balkon; die
diepe treurigheid zijner vrouw had, hoezeer hij
•ook zijn best deed zich er overheen te zetten,
bij hem een zeer onaangenaam gevoel opge-
les aan Paul gezegd had, dan zou hij met een
nog meer verscheurd gemoed van de wereld
gescheiden zijn. Ja, ik moest liegen. Ook ter
wille van Paul. Welk een onheil had ik kun
nen stichten, als ik op dien avond, toen ik zoo
laat thuis kwam, de ware reden van mijn lang
wegblijven had opgegeven Ja, ’t is zoo, toen
kon ik de waarheid niet meer zeggen, maar
vroeger Ja, vroeger Na mijn eerste ont
moeting met Bürger O God, zoo gaat het,
als men iets voor zijn echtgenoot verborgen
houdt."
Zij verborg voorhoofd en oogen in de handen
terwijl zij met de ellebogen op haar schoot steunde.
Paul kwam weer in de kamer hij schudde het
hoofd toen hij naar haar keek.
„Het vrouwelijk geslacht kan toch al wonder
lijk zijn," zei hij in zich-zelf„haar medelijden
is sterker als haar haat." En dadelijk schoot
hem Bürger weer te binnen, die er zeker zou
hebben bijgevoegd „maar haar liefde is ster
ker als alles." Weer keek hij naar haar
Helene," zei hij luid.
(Wordt vervolgd.)
gaderiug had deelgenomen. De heer ülialletnel
Lacour wenschte hem in waardige eu aaagr^-
pende taal geluk de nieuwe President dankte
met tranen in de oogen, zeggende, dat hem de
hoogste eer wedervaren was, die een burger
genieten kan, maar die tevens de zwaarste go-
delijke verantwoordelijkheid oplegt. Al wat luj
aan geestkracht en vaderlandsliefde bezat, wild»
hij aan zijn land geven. Aan de republiek en
de democratie zou geheel zijn toewijding, ge
heel de kracht zijner overtuiging geschonken
worden, evenals de man dit deed, dien Frankrijk
beweent. Nadat nog velen hem hun gelukwotisdi
waren komen brengen, reed Casimir Perier met
den president-minister Dupuy en een militair
geleide naar Parijs. De toejuichingen onder
weg waren niet zeer levendig de rust te Parijs
is geheel ongestoord gebleven.
Het ministerie heeft, gelijk gebruikelijk, zija
ontslag aangeboden. Men' zegt, dat Dupuy,
ondanks Perier’s aandrang, wil aftreden. Dit
is begrijpelijk, daar ook Dupuy oen ernstig
candidaat is geweest en dus nu, onder deu
verschen indruk, hun samenwerking niet zonder
stroefheid mogelijk schijnt. Bovendien kan
Dupuy nu wellicht den voorzitterstoel der Ka
mer, dien hij zoo flink bekleed heeft, hernemen.
Burdeau wordt reeds als president-minister ge
doodverfd.
Door de socialistische groep der Kamer is
reeds een manifest vastgesteld, waarin tegen de
verkiezing geprotesteerd wordt, als zijnde de
vrucht van een coalitie der clericalen, dor zgr,
rallies en der kapitalisten. Alsof dit eenige af
breuk doet aan de wettigheid der uitgebrachto
meerderheidGisteren zou de Kamer een
zitting houden, waar het wel weer luidruchtig
zal toegegaan zijn, tenzij de schetteraars einde
lijk eens mochten inzien, dat bij het nog niet
gesloten graf van den vermoorden President
hun houding in hooge mate onpassend is. Aan
het edele slachtoffer van den haat der anar
chisten denkende, zal wellicht de nieuwe Pre
sident der republiek niet zonder eenige beklem
ming zichzelven de sombere vraag stellen
„wanneer zal het nu mijn beurt worden
De groote gebeurtenissen in Frankrijk hebben
elders aan de staatkunde schier het stilzwijgen
opgelegd. Bij al de donkere stippen mag men
op één lichtpunt wijzen, dat namelijk de een
parige hulde van alle mogendheden aan den
gestorven President onmiskenbaar de onderlinge
betrekkingen der regeeringen verbeterd heeft.
In dit opzicht staat Duitschland vooraan,
omdat keizer Wilhelm II het juiste tijdstip ge
kozen heeft om de goede snaar tusschen beide
volken te doen trillen. Dat men te Berlijn
hiervan een gunstig effect verwacht, mag uit
het bericht worden afgeleid, dat de keizer zijn
reis naar de Noordse he wateren op den bepaal
den datum, 2 Juli, ten 8 uur ’s morgens, zal aan
vangen. Bovendien gaat de staatssecretaris voor
buitenlandsche zaken v. Marschall ook met ver
lof. De keizerin zal haar echtgenoot slechts op
een deel der reis vergezellen, zij wordt 20 Juli
op Wilhelmshöhe bij Kassei verwacht. Wil
helm zal waarschijnlijk 27 Juli in Engeland
aankomen.
Bij de gunstige stemming der regeeringen
hoopt men, dat de genoegdoening, welke I talie
voor zijn mishandelde landskinderen zal moeten
vragen, op ruime schaal en in gracieusen vorm
zal verleend worden. De strafrechter en gezwo
renen zullen door een onpartijdig optreden te
gen de plunderaars en brandstichters tot het ge
ven dier voldoening kunnen medewerken. De
Riforma spreekt terecht de eisch van streng
recht uit. De Messagero waarschuwt ten ern
stigste de Italianen, zich niet tot soortgelijke
uitersten tegen Franschen te laten vervoeren.
hier blijven."
„Goed, maar dan moogt gij ook niet boos
zijn, als ik alleen buiten zitten ga. Ik smacht
naar de heerlijke lentelucht," en hij deed,
wat hij zei.
Moet ik hem alles zeggen Moet ik ’t voor
hem verzwijgen woelde ’t op nieuw in haar
binnenste, toen zij weer aan haar eigen gedachten
was overgelaten. Waartoe zou ik er over spre
ken? Hij zal, als ik hem alles verteld heb,
misschien meenen dat het slechts de helft is,
en boos op mij wezen. Hoe kan hij ’t ooit
vernemen, als hij ’t niet van mij hoort Waar
toe zijn rust onnoodig verstoord En toch?
Moet de vrouw aan haar man niet alles mee
deelen, wat haar bezighoudt Moet niet elk
feit van beteekenis in haar leven, hem bekend
zijn Is het niet slecht, als men geheimen voor
elkaar heeft Zeker Geheimen zijn de ouders
der leugens. O, en ik haat zoo alles, wat
leugen is! En toch heb ik zelf moeten liegen!
Maar gebeurde dat niet uit bestwil Maar
men mag toch niet liegen. Arme Bürger
Hij stierf nu echter toch in vrede. Als ik al-
re
ar-
it
0-
T-
n-
:s-