CE9EEITE O'IIET ARROIDISSEIEIT mi. I»1 imimilMUD VOOR DE JAARMARKT of KERMIS No. 61. N E q E N-E N-V E E BT I a 8 T J A A 1894 R G A N G. ORQ A N IS ATIE. 1 A. U O U 8 T U JS. een li. Staat van Zaken en Partijen in het Centrum Alle brieven in te zenden. >0, a en SUS ool an- Deze CO UR A N T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco BEKEN DMA KING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek maken bekend, dat de alhier dit jaar begint op Vrijdag den 17den Augustus, des morgens acht uur, om te eindi gen op Vrijdag den 24sten Augustus d. a. v. des morgens acht uur, en dat vóór den 26sten W O JE S T> A. m 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent»; *ii Cents. Bij abonnement is de prijs -i te vernemen bij ADVERTENT1ËN van voor eiken regel meer 71;, belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent den uitgever. kamp. Wat zullen wel de gevolgen zijn van deze herhaaldelijk voorkomende mislukkingen van werkstakingen Immers, dat de lust van strike-maken lang zamerhand verdwijnt en bij den een overslaat tot berusting, om bij den ander de onrust gaande te maken en het ongeduld.. En terwijl de apathie onder de werklieden, waar het betreft de lotsverbetering en de be vordering der belangen der gehèele klasse, er toe leidt dat de gewenschte veranderingen hoe lang zoo meer op’ utopieën gaan gelijken, is het ongeduld der kleinere groep van hen, die het verlangde niet meer door werkstaking bereik baar achten op grond der opgedane ervaringen, een dreigend gevaar voor de geheele maat schappij. Elke werkstaking, die mislukt, is koren op den molen der. anarchisten alleen zij worden er talrijker door, en de oorzaak daarvan is niet ver te zoeken. Wanneer samenwerken en organiseeren niet beantwoorden aan ’t voórgestelde doel, zijn de warme aanhangers, de heethoofden, naturgemasz gedrongen heil te gaan zoeken in optreden zonder organisatie. Dit optreden is, zooals we opmerkten, dreigend gevaar voor de samenleving. Een bewijs Het zou zeker heerlijk zijn, wanneer de men- schen absoluut vrij waren én 'de maatschappij daarbij haar bestaan niet behoefde in te boeten. Het gezond menschenVerstand begrijpt echter, dat samenleving, zonder eenig voorschrift of wetsartikel en zonder eenigerléi gezag, een utopie is, die den spot drijft met elke droppel menschenbloed om harentwil vergoten. Er moet dus wel iets op gevonden worden om de propaganda voor de anarchie langs in- directen weg te belemmeren. Die belemmering, het kan niet anders, dient hierin te bestaan, dat men aan het ongeduld alle aanleiding ontneemt; dient hierin te bestaan, dat men de overmacht van het kapitaal weekt en dusdoende voorkomt, dat zelfs aan de meest redelijke werkstaking alle uitzicht op succes van meet af wordt benomendient te bestaan hier in, dat men de organisatie der werklieden be- vordere, door op te wekken tot deelname aan de vakvereenigen en door mee te werken tot den samenhang dier vereenigingen. Een der middelen daartoe zijn de arbeiders- kolonies buiten de groote steden, waarover sinds geruim en tijd ernstig wordt gedacht. We hopen hierop nader terug te komen. geregeld voort. Zijn schets over den oud-mi- i gaven wij, wat do - -'v'eer- Wij meenen nu ook het oordeel van dr. S. over de houding des ministers in de cntieke dagen der kieswet-de- batten te moeten vermelden. In de eerste,plaats constateert hij dat men met al de sedert gepubliceerde crisisstukken voor zich, dezen Staatsman geen verandering van zienswijze voor de voeten kan werpen. Zijn be strijding van ’t amendement-De Meijier is tot het laatste oogenbhk onverzwakt geweest. Als hij zich bij de beslissing der Kamer had neer gelegd na zijn verklaringen in den loop van het debat, dan had hij blootgestaan aan het verwijt dat te hebben gedaan als haar dienaar. Daaraan twijfelt nu niemand meer en daarom kon men ook op het oogenblik der stemming met twijfelen. Daarna bekijkt dr. Schaepman de lezing wat nader, die de heer Van Tienhoven aan den loop der zaken heeft gegeven. Het beroep op de aanneming vap art. 3 beduidt niets, want dat artikel was een theoretische phrase, waar bijna iedere kieswet op zou passen. Van de 17 leden die tegen art. 3 stemden hebben er dan ook 15 vóór hét amendement-De Meijier gestemd. Dat de uitslag anders zou geweest zijn bij eeu scherpere nadere verklaring des ministers is evenmin aan te nemen. Ook al had de regee- nng het gewijzigd artikel aanvaard, artikel 4 ware toch verworpen. En als de regeering eens de verwerping van het gewijzigde artikel had afgewacht? Dan zou zij een dubbele nederlaag hebben geleden. Dan had zij moeten heengaan na de blaam van een mislukte toegeeflijkheid op zich te hebben geladen. Dan had men zoo wel van de Regeering als v^n de Kamer kunnen zeggen, niet dat ieder haar weg volgde, maar dat beiden schijnbaar eens weegs stuurden en dat toch geen van beiden wist waarheen. Een blinde een blinde geleidend, ware het passend woord geweest. Dr. Schaepman besluit zijn artikel aldus „Maar de persoonlijke houding van den mi nister van buitenlaudsche zaken tegenover den voorsteller van het amendement en tegenover de Kamer Bij de beoordeeling van deze brengt men eenige dingen niet in rekening. Op de eerste plaats mag wel eens de aandacht gevestigd worden op de laatste rede van den voorsteller. Ia deze wordt, zonder meer, de in de lucht hangende stelling aangenomen, dat het gewijzigde amendement aannemelijk zal zijn. Op de tweede plaats was reeds op' 21 Febr. gebleken, dat de Kamer verklaringen van onaan nemelijkheid moeilijk verdraagt. Zoowel vóór als na de indiening van het amendement had men tot den minister gezegd geen pressie meer, geen dreigement. Mocht de minister niet tot zichzelven zeggen de Kamer kan in vrijheid oordeelen, de elementen voor het oordeel zijn in haar bezit J Het is niet de vraag of de minister een betere houding had kunnen aannemen. Ik voor mij geloof, dat hij zich van de uitvoerige en her haalde critiek van het amendement, die telkens tot wijzigingen aanleiding gaf, had moeten ont houden. Het beste ware geweest een eenvou dige, korte veroordeeling van het amendement. De herhaalde critiek gaf den schijn van loven en bieden. Toen de minister zag, dat zijn cri tiek als „aanduiding” tot wijziging werd opge vat, had hij zich moeten bepalen tot een dier- korte woorden, van welke hij somtijds zoo ter snede en zoo snijdend gebruik weet te maken. De billijkheid en de goede trouw vorderen dat men niet zonder meer den minister Tak Strike en boycot zijn de opvallende verschijn- lelen die tegenwoordig niet van de lucht zijn. Het zijn de wapenen, waarvan zich de arbeid ledient om de macht van het kapitaal te bre ien. Wat echter in dien strijd opmerkelijk is en getuigt van gemis aan dóórzicht, dat zijn de povere resultaten, tengevolge van gebrek aan Jrganisatie bij de werklieden. Het ontbreekt geenszins aan de noodige vak- rereenigingen, maar tot dusver is de deelne- Ding aan deze niet bijzonder groot en de sa- nenhang er tusschen allesbehalve volmaakt. In de groote steden leiden deze vereenigin- ;eu een zeer afgezonderd en stil leven, zoodat •e voor tal van werklieden als het ware ver- jorgen blijven op het platteland belmoren lergelijke organisaties tot de witte raven. Het recht van vereenigen en vergaderen fordt door de werklieden nog maar al te zeer niskend. Daartegenover staat de organisatie der werk levers als overmachtige tegenpartij. Hun aantal is betrekkelijk gering, vergeleken >ij het getal der vakken en vak-werklieden, »odat het hun gemakkelijk vijdt, wanneer de lood aan den man komt, de handen ineen te daan en de macht der overgroote meerderheid 'an werklieden met succes te weerstaan. De jongste crisis in de Vereenigde Staten évert daarvan voldoende bewijzen. Maar er valt meer te leeren uit die Ameri- taanséhe botsing tusschen kapitaal en arbeid. Uit de dagbladen konden we lezen, hoe de trike onmogelijk het beoogde resultaat kon lereiken, wijl de eene vereeniging na de ander weigerde mee te doen aan de oppositie, omdat nen de aanleiding te luttel van beteekenis vond. Noem het gemis aan inzicht in den rondom ma woedenden klassenstrijd in de oude-, maar 'ooral in de nieuwe wereld, toch ligt de schuld van de mislukking meestal en ook in de S. deed zich dit geval voor aan gebrek van tact. Men grijpt in een of andere tak van nijver- ieid een middel aan om tot verzet over te uinnen gaan, hopende dat de anderen wel !ullen volgen. En ziet daarbij den invloed over het ioofd van de pers, die, meestal in handen der ogenpartij, van de domheid der werklieden Wij weet te trekken, door te wijzen op de ^beduidende aanleiding, na deze eerst geredu- -berd te hebben tot de kleinste proportiën. Het behoeft geen betoog, dat zoodoende elke ?°ging tot verzet op niets uitloopt. Een vak- ’«reeniging, die de belangen der leden niet ’edreigd ziet door hetgeen in een ander vak ïeleid heeft tot werkstaking, doet er niet aan seemen heeft toch als vakvereeniging alleen te maken met de zaken, dat vak betreffende. En men ziet de beteekenis van den klassen- ÏWjd over het hoofd, zoolang niet een feit, 4. gelede „erkledeekheee in -«3 5^ 3 Wangen bedreigd wordt, de oorzaak is van den zunen moeten zijn afgebroken en weggeruimd. Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Al- U.d TUUI. iets dergehjks op den voor den openbaren dienst 11 1 bestemden grond mag opslaan of daarop uit stallingen van goederen hebben, dan overeen komstig de aanwijzing van den Marktmeester of, bij ontstentenis van dezen, van de Politie en na voldoening van het marktgeld. Sneek, 19 Juli 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek herinneren belanghebbenden, dat de toelating van kinderen op School no. 1 éénmaal ’sjaars plaats heeft en wel op den 1 September dat alsdan worden toegelaten zij, die den ouderdom van zes jaren bereikt hebben of vóór den 1 Januari 1895 bereiken dat de aanvraag tot plaatsing mondeling of schriftelijk bij ’t waarnemend Hoofd der school moet geschieden vóór 4 AUGUSTUS e. k. Sneek den 27 Juli 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, KINGMA, L.-Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. BEKENDMA KING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek brengen ter openbare kennis de volgende K E N N I S G E V I N G. De COMMISSARIS der KONINGIN in de provincie Friesland, Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 {Staatsblad no. 87) Brengt ter kennis van de belanghebbenden dat,: ingevolge besluit van Gedeputeerde Sta ten dier provincie van den 19 Juli 1894, no. 1, le afdeeling J: 1®. de jacht in de provincie Friesland zal worden GEOPEND op WOENSDAG den 15 AUGUSTUS a.s., voor zoover betreft a. het schieten van eenden en het vangen van eendvogels in eene eendenkooi of daarmede gelijkstaand toestel, een halfuur vóór zonsop gang b. het schieten van ander waterwild, als: duikers, waterhoenders, watersnippen, schrieken, kemphanen, strandvogels, wulpen en plevieren, op alle wateren en hunne oevers, zoomede langs de kusten, moerassen, petten, piassen en slooten, met zonsopgang. 2°. de siib d en b vermelde jacht, uitgezon derd het vangen van eenden in eene eendenkooi of'daarmede gelijkstaand toestel, zal worden GESLOTEN op WOENSDAG den 12 SEP TEMBER a. s.wat betreft het schieten van eenden een halfuur na Zonsondergang en van ander waterwild met Zonsondergang. Én zal deze op gebruikelijke wijze worden afgekondigd en aangeplakt. Leeuicarden, den 23 Juli 1894. De Commissaris der Koningin- voornoemd, (get.) Van HARINXMA thoe SLOOTEN. Sneek den .31 Juli 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd-, ALMA, Burgemeester BENNEWITZ, Secretaris. UIT DEFERS. Dr. Schaepman zet zijn beschouwingen over I tar* 6 30 •'5 I 15 35 45 50 7 20 13 43 5 35 14 29 43 "ól i8 115 im- dv tske te stra van eke ea meeker courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1