7
MIMS- HIIIIÏÏIÏEÏÏIHLII) NR DE HBIffl H liEï IMDISSfflW SKE.
No. 63.
N E Gr E N-E N-V EERTIOSTE J
1894,
9
JAARMARKT of KERMIS
LOURDES.
8 AUGUSTUS.
IT,
Want zoo is het immers
out
srst
A
-si
I.
u.
maar
deze
moge-
en
sua l|
au-W*
A. I
tad
'l' I
To
;an
art?
00,
a
I
ontnemen om naar de waarheid te zoeken.
i Want zoo is het immers
boek in ’t licht Ook 2Ü> die het bijgeloof verfoeien, die aan
het geloof zijn waarde ontzeggen, wanneer het
niet steunt op wetenschappelijke basis, hebben
nog steeds de waarheid niet gevonden.
En al blijven ze zich vastklampen aan de
Wetenschap, toch is die wetenschap hun nog
verre van toereikend gebleken om de vele
raadselen des levens op te lossen.
Zoo denkt Zola er blijkbaar over, wanneer
hij ons de wonderdadige genezing schildert.
Het is, als roept hij ons, waarheidsvrienden,
toe Misken niet de beteekenis van het bijgeloof
ten eenenmale.
De waarheid moge u boven alles gaan, het
bijgeloof moge u een ergernis zijn, dit alles
verandert niets aan deze onomstootelijke waar
heid, dat gij de bijgeloovigen met het bijgeloof
ook het geluk ontneemt, omdat gij ze de waar
heid niet daarvoor in de plaats kunt geven.”
Moet men dan het bijgeloof ongemoeid laten?
O. i. moet het geluk der menschheid ons hoofd
streven zijn.
En terwijl de bijgeloovigen onbeschut zouden
staan wanneer het heiligdom van hun bijgeloof
boven hun hoofd werd afgebroken, is het toe
nemen van het bijgeloof een gevaar voor hen,
die er zich aan hebben ontworsteld, omdat de
priesterlijke macht zonder mededoogen het
heiligdom van den vrijdenker zal afbreken,
zoodra ze dit vermag.
Het bijgeloof is hierbij zijn wapen.
Voorzichtigheid blijft ons dus voorgeschreven;
ons is de taak opgelegdonzen vijand, den
priester, te bekampen.
Maar daarbij vordert de humaniteit, dat men
den alouden regeld la guerre comme d la
guerre verzake, om niet talloos velen ongeluk
kig te maken, alleen om den grootsten vijand
der waarheid te treffen.
Het wapen te breken zou doel treffenmaar
minder ruw en van meer deelneming in het
levensgeluk van velen zou het getuigen, wan
neer het wapen langzamerhand werd afgestompt.
Bij de jeugd, die nog het pad moet zoeken
waarop het levensgeluk is te vinden, vange dus
het werk aan.
Zij dient bewaard te worden voor het bijge
loof èn terwille van haar-zelf, èn met het oog
op de priesterlijke heerschappij.
De oude man of vrouw, die naar Lourdes of
Kevelaar trekt om genezing te zoeken wij
mogen er niet mee spotten.
Op welke wijze dan ook, ze vinden er soms
genezing.
Maar bij den jongere, die in de zaak des
geloofs nog geen idee fixe heeft waaraan hij
als vastgegroeid is, moet de kracht des verstands
worden opgewekt en versterkt.
Die goddelijke gave moet dienstbaar worden
gemaakt aan het zoeken naar de waarheid, en
daarvoor is slechts één middelontwikkeling
en verheldering, in het vertrouwen, dat de
waarheid eenmaal zal worden geopenbaard voor
den levende.
In de plaats du# van het geloof in de won-
De Minister van Justitie heeft bij de politie
te Amsterdam inlichtingen gevraagd omtrent de
oprichting van eene anti-belastingvereeniging
gelijk men weet, de vereeniging, wier hoofd
man (de socialist Reens) in de laatste weken
zoovele gerechtelijke executies verijdeld heeft.
Volgens de „Wet op het recht van Vereeni
ging en Vergadering” valt deze vereeniging, als
strijdig met de openbare orde, onder de verbo
den vereenigingen. Art. 3 der wet toch noemt
als zoodanig „elke vereeniging, welke ten doel
heeft1°. ongehoorzaamheid aan of overtre
ding van de wet of eene wettelijke verorde-
nin”, enz.terwijl art. 4 de deelneming aan een
verboden vereeniging voor de oprichters of be
stuurders strafbaar stelt met gevangenisstraf van
één tot zes maanden en geldboeten en voor de
overige deelgenooten met geringere straffen en
boeten.
De bestuurders zijn reeds door de politie ge
hoord.
Juist Vrijdag is door het optreden van ge
noemde vereeniging weder een boedel voor nog
geen dertig centen zoogenaamd „geveild”.
Aan een te Amsterdam verschijnend blad
wordt geschreven
„Eenigen tijd geleden werd aan mij een kost
baren juweelen ring ter waarde van meer dan
200 gulden ontstolen. De politie was zoo ge
lukkig spoedig den dader te vinden, doch het
bleek, dat hij daags te voren den ring voor
zestig gulden aan een opkooper had verkocht.
De ring werd dan ook bij den opkooper in be
slag genomen, terwijl bij den dief nog f 50 van
het ontvangen geld werd gevonden. De zaak
diende bij de rechtbank, de dief bekende alles
en werd veroordeeld, maar tot mijn groote ver
bazing hoorde ik, dat bij het vonnis werd ge
last, dat de ring aan den opkooper en het geld
aan den dief zou worden teruggegeven, zoodat
ik, n. b. de bestolene, met leege handen naar
huis kon gaan.”
De inzender vraagt of dit recht is, en de
redactie van het blad merkt nu op, dat deze
loop van zaken is overeenkomstig de wet, hoe
wel in de hoogste mate onbillijk.
„Wil een bestolene zijn eigendom terug heb-
en, dan moet hij het van den opkooper zien
terug te krijgen. Alleen als de dief het voor
werp nog m zijn bezit heeft, kan het weer tot
den rechtmatigen eigenaar terugkeeren. Het
daarvoor ontvangen geld wordt beschouwd als
het eigendom van den dief! De eigenaar kan
binnen 8 dagen na de uitspraak op de gestolen
voorwerpen beslag doen leggen in handen van
den griffier, maar dan volgt een civiele proce
dure en die kan heel wat kosten.
„Dit is ook de reden, waarom bestolenen,
wetende dat zij van een aangifte niets andere
hebben dan last en moeite, veelal de politie
van den diefstal onkundig laten en zich
in hun lot schikken. Voor de dieven is
weS” daardoor zoo voordeelig
lijk.
De Khedive van Egypte is uit Venetie over
Milaan en Zurich naar Scheveningen vertrok
ken. De jonge vice-koning denkt in Neder-
land drie weken te blijven en ook Amsterdam,
Haarlem en Friesland te bezoeken. Te Sche-
yeningen zal hij waarschijnlijk intrek nemen in
het Oranje-Hotel. Na een verblijf te Scheve
ningen keert de Khedive direct naar Cairo te
rug. Hij vindt te Scheveningen nog een an
der hoog personage, nl. prins Albert van Pruis-
sen, die, aldaar aangekomen, met zijn echtge-
noote een bezoek zou brengen aan HH. MM. te
Soestdijk.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7*Z1 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Telkens, wanneer een jonge prins ons land
bezoekt, wordt in de buitenlaudsche pers over
huwelijksplannen voor onze Koningin gespro
ken. De laatste pretendent is nu weer prins
Karei van Denemarken. De Deutsche Wochen-
zeitung neemt op niet onaardige wijze een loop
je met die welonderrichte bladen. Zij vertelt
zoo ernstig mogelijk dat zij een „hoog-
officieeP persoon heeft geïnterviewd, die slechts
in de uiterste noodzakelijkheid zijn toevlucht
tot leugens neemt, en onder diepe geheimhou
ding deelde deze mede, dat de persoon, die als
gemaal voor onze Koningin is bestemd niemand
anders is dan de Khedive van Egypte
De Staten-Generaal hebben bij het verleeneu
hunner toestemming tot deze verbintenis zich
laten leiden door de zucht Engeland, wegens
zijn onbeschaamd optreden in de zaak van de
Costa-Rica-Packet op een gevoelige plek te treffen.
De Khedive is namelijk verplicht Egypte en
een behoorlijk stukje van Afrika in de bruids
korf te doen.
Daar hij zich echter moet verplichten voort
durend in Nederland verblijf te houden, zal een
met de financieele toestanden in Egypte ver
trouwd persoon men fluistert de heer A. C.
Wertheim de Fella’s onderden duim houden.
Naar men met zekerheid verneemt zou de jonge
Khedive zich met dezen ruil hebben vereenigd,
daar zijn troon hem den laatsten tijd wel wat
te warm is geworden.
Een belangrijk bezwaar is echter de vraag van
het hoofddekseï. Een prins-gemaal draagt, ge
lijk bekend is, geen kroon, en daar de Khediv»
beweert bij feestelijke gelegenheden wat op hét
hoofd te moeten hebben, wil hij met alle ge
weld zijn fez behouden. De diplomaten van
beide landen zijn begrijpelijkerwijs hierover
zeer opgewonden.
De Amst. bevat twee ingezonden stukken
van de heeren J. F. Niermeijer en R. Stellwa-
gen, die beiden opkomen tegen het hoofdartikèl
vau dit blad betreffende de benoeming van den
derverhalen van ouderen en jongeren datum,
stelle men het geloof in het ware, schoone en
goede, het vertrouwen in God.
Dit is niet speciaal het werk van geestelijken,
maar ook en veeleer van ieder onzer.
B E K E N D M A KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de
alhier dit jaar begint op Vrijdag den 17den
Augustus, des morgens acht uur, om te eindi
gen op Vrijdag den 24sten Augustus d. a. v.
des morgens acht uur, en dat vóór den 26sten
dier maand alle kramen, disschen, tenten enz.
zullen moeten zijn afgebroken en weggeruimd.
Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Al-
gemeene Politie-Verordening, waarbij is be
paald dat niemand eene tent, kraam, tafel of
iets dergelijks op den voor den openbaren dienst
bestemden grond mag opslaan of daarop uit
stallingen van goederen hebben, dan overeen
komstig de aanwijzing van den Marktmeester
of, bij ontstentenis van dezen, van de Politie
en na voldoening van het marktgeld.
Sneek, 19 Juli 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BINNENLAND.
dit geloof gebroken hebben en die zich beijve
ren om onder hun medeburgers het bijgeloof
uit te roeien met klem van redenen, omdat ze
in die sprookjes voor de volwassen geesten iets
r kwaads zien.
Men wil vóór alles waarheid, en daarvoor
dienen de leugens van het bijgeloof allereerst
opgeruimd te worden.
Nu is het zeker een loffelijke stelregel, waar
te willen zijn en anderen hiertoe op te wekken.
Maar de vraag is of men dusdoende in zijn
ijver niet al te zeer de rechten van don mensch
op levensgeluk miskent Of men niet door
het af breken van oude leerstelsels de menschen
ontbloot van de steun- en troostmiddelen in
bet vaak zoo moeilijke leven, zonder ze iets
anders er voor terug te geven En of het
dus niet iets bedenkelijks is, den bijgeloovigen
mensch geheel te berooven van zijn speelgoed,
I waarin hij in zijn ledige uren behagen schept
Iets anders is het, den naar geluk nog zoe-
I kenden mensch ter zij te willen staan en hem
te waarschuwen voor de ijverige zendelingen,
die den zoekende, op voorwaarde van plotselinge
bekeering, willen toelaten tot het leger des
heils.
Iets anders, wanneer men de gelegenheid
benut om de bijgeloovige schare te waarschuwen
voor de overheersching hunner herders en hen
I er op te wijzen, dat hun volgzaamheid oorzaak
wordt, dat de priesters aan anderen, vrijden-
kenden, op gewelddadige wijze de gelegenheid
Van Emile Zola is thans een
verschenen, waarin een getrouwe copie wordt
gegeven van een tocht naar de bekende grot.
Zooals wij dit van Zola gewend zijn, is alles
zorgvuldig tot in de kleinste bijzonderheden
teruggegeven, en, al trekt de schrijver geen
conclusies, toch blijkt genoegzaam, dat Zola het
wondergeloof de aandacht waardig keurt en het
goede er in niet wil voorbij zien.
Voor kinderen is de waarde van sprookjes
eenmaal vastgesteldin de opvoeding hebben
ze, als voedsel voor de menschelijke fantasie,
burgerrecht verkregen.
Maar ook waar is, wat Lessing’s wijze Nathan
zegt
Nicht blosz die Kinder nahrt man mit Mat
chen ab.
En nu is de vraag, of dergelijke sprookjes
voor groote menschen al of niet beteekenis
hebben.
Zola, zooals we reeds aanstipten, hecht er
waarde aan duizenden en nog eens duizenden
hechten geloof aan de wonderdadige genezing
van het Lourdes-water, en millioenen hebben
tot nu toe het geloof aan wonderen behouden
terwijl onder hen, die onbevredigd zich gevoelen
onder de wonderverhalen uit den bijbel en
derzelver verklaring, velen zijn, die, zoekende
naar een andere uitlegging, tot het geloof zijn
gekomen, dat de wonderen de wereld nog niet
uit zijn en dat de geesten van afgestorven
menschen daarbij krachtdadige hulp verleenen.
Er zijn er aan den anderen kant, die met
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
A
>w
S3
i
i
L6
I#
i
I
ou1
OEEKER COURANT.