(ElEllTffillET.IIilHIllllSSEIIHfSfflJ MEEHS- ES IDIEBTEfflE DEED IWII 1)1 No. 66. N E Gr E N-E N-V EIE R T IQsTE J A A R Q A N GK 1894. ONS ONDEKWIJS. 1 I f ZATEEDAO 18 a» ii. U IT DE PERS. BINNENLAND. om- K gaalite»^ Kamer berust niet in al'e opzichten kan be amen, verleent Hare Majesteit de verleende Wenscht J deskundig beheer, zooveel mogelijk. r 3 i a c en tot een spoedig einde van. t.c* knmon Dit briefje heeft zijn waarde. Het herinnert „.a der groote waarheden, die soms in den constitutioneelon staat worden verbeten. v dr- geten soms op zeer zonderlinge wijze. Toch is het goed, dat die waarheid dikwijls in het licht trede. Zij is deze de kroon is niet iets, maar iemand. Een persoon, geen ornament. j, Natuurlijk volgt de Commissie in haar rapport den koninklijken weg, dat isze richt zich naar de publieke meening en heeft haar ont werp gebaseerd op de uitspraak der meerder heid, in 1892 verkregen. loch komt het ons voor, dat de Commissie wat al te volgzaam was bij haar opstelling. Dat de denkbeelden marcheeren weet ieder ten opzichte b.v. van het denkbeeld „onderwijs Rijkszaak” wordt de stemming gunstiger, en wanneer men nu in aanmerking neemt dat de uitspraak der meerderheid dateert van twee jaar her, terwijl het ontwerp nog wel een paar jaar op de koninklijke goedkeuring zal hebben te wachten, dan is het minstens vreemd te noemen dat in den boezem der Commissie dit j onderwerp niet andermaal aan ampele bespre- je maintiendrai, en die, wanneer de humaniteit hen niet tot zwijgen stemt, in onderwijszaken gevaarlijke adviseurs zijn en op de onderwijzers een na- deeligen invloed uitoefenen door de groote macht die hun bij benoeming en bevordering is toege kend. Zoolang wij met onvolmaakte wezens te doen hebben, is het een utopie het volmaakte te eischen maar dit volmaakte na te jagen blijft onze plicht en inzonderheid de plicht van hen die tot voorlichting geroepen zijn. Dit verzuimd te hebben mogen we als een rechtmatige grief tegen de Commissie aanvoerea. I)r. Schaapman heeft in het Zaterdagnummer van het Centrum de Kroon besproken in zijn artikelenreeks over den staat van zaken en partijen. Allereerst protesteert hij als het ware tegen de goedbedoelde, maar onhandige pogin gen, om aan de koningin-regentes een bijzon dere ‘hulde te brengen in zake de ontbinding der Kamer. Daardoor werd van de onder mi- nisterieele verantwoordelijkheid door de kroon verrichte daad een persoonlijke daad van de koningin-regentes gemaakt. Ontbinding is geen partij kiezing, maar een raadpleging. Volgens hem heeft de regeering zeer terecht van het recht van ontbinding gebruik gemaakt. Dat de heer Tak bij zijn optreden van de ko ningin-regentes de machtiging tot ontbinding zou hebben weten te verkrijgen, acht hij onj uist. In werkelijkheid heeft de heer Tak niets an ders gedaan dan zich, alvorens de portefeuille van binnenlandsche zaken te aanvaarden, te vergewissen van de gezindheid zijner mogelij ke ambtgenooten, om onder zekere omstandig heden met hen een voorstel tot ontbinding van de Tweede Kamer aan de regentes te doen. De in zijn brief van 17 Juli 1891 gebezigde uit drukkingen zijn zóo duidelijk mogelijk. Wat zal er moeten geschieden, vraagt hij, als de Tweede Kamer de regeling van het kiesrecht verwerpt of de behandeling van het voorstel ondervangt? Dan zou, zoo meent hij, „dit tengevolge moeten hebben, dat aan de Koningin-Regentes een voor stel tot ontbinding der Kamer werd gedaan, zoodat aan het volk de gelegenheid werd ge schonken, om zijn gevoelen over dit vraagstuk uit te spreken.” Onder deze voorwaarden is het Kabinet tot stand gekomen. Het is dr. S. niet mogelijk uit het gebeurde tot een bindende verbintenis tusschen de Re gentes en Hare ministers te besluiten. De mi nisters verplichten zich onder elkander tot een bepaald voorstel onder bepaalde omstandigheden. De Regentes is van deze verbintenis verwit- i tigd. Te gelegener tijd zal Zij hebben te be slissen Zij zal in geen geval voor een verras sing worden geplaatst. De loop van zaken komt met deze opvatting overeen. Na de zitting van 9 Maart doen de ministers met uitzondering van den heer Van Tienhoven, het voorstel tot ontbinding. De Koningin-Re- gentes onderzocht toen de vraagBrengt de ontbinding het middel tot oplossing der crisis Is dit middel juist? De heer Tak meende toen j zeer terecht, dat daar in 1895 de verkiezingen het kiesrecht tot inzet zouden hebben gehad, I deze omstandigheid het geheele parlementaire jaar met onrust en onvruchtbaarheid zou geslagen hebben en „dat een ontbinding der Tweede Kamer in het wezen der zaak thans niet an ders zou zijn dan een met een jaar vervroeg de aftreding.” Om deze redenen heeft de Koningin-Regen- tes tot de ontbinding besloten. Het staat dui delijk en onbewinpeld geschreven in het kloeke briefje van 16 Maart „Ofschoon Hare Majesteit de overwegingen waarop het voorstel tot ontbinding der Tweede in kisten te verpakken. Er komen thans nadere bijzonderheden De inrichting, waarop Amsterdam met recht trotsch is, de brandweer, heeft eergister zijn 20jarig bestaan herdacht. De kommandant, de heer v\ Uoogeboom, heeft een dagorder uit- gevaardigd, waarbij het corps op flinke wijze wordt toegesproken en de toestand der verloo- pen jaren wordt geschetst. Een feest is den manschappen met vrouwen en kinderen bereid. Reens heeft eenige weken geleden verklaard zyn praktijk niet uit te oefenen bij executoriale verkoopingen wegens particuliere schulden. Een paar maal heeft hij hef gedaan, maar het zal niet weer gebeuren. Na het besluit van den minister zijn evenwel de anti-belastingera werkeloos geworden, en al wil Reens ook niet zijn krachten beproeven bij de verkoopingen voor particuliere schuld, zijn volgelingen hebben den smaak beet gekregen en hebben van hem de kunst afgekeken, zoodat zij nu op eigen houtje de affaire voortzetten, uit zucht een pretje te hebben. Zaterdag hebben zij onder leiding van zekeren Rosenstraten een man in de Liu- denstraat op een gemakkelijke wijze van zijn schulden afgeholpen. Reeds sedert geruimen tijd heerscht er twist in de sociaal-democratische partij, of liever tweedracht tusschen Domela Nieuwenhuis met zijn volgelingen en de overigen. Al zijn oude vrienden keeren zich langzamerhand van hem af. Onlangs nog trok an Zinderen Bakker zich terug, omdat Domela meer en meer het anar chistisch standpunt inneemt, en hij deelde hierbij mede, dat velen uit de partij evenzoo dachten, behaper en anderen deden hetzelfde, Van Kol, Iroelstra, Van der Goes en Poutsma zijn reeds lang uit de partij getreden. Thans is dit voor beeld ook gevolgd door Vliegen, den redacteur van de l olkstribuun. Dit feit is te opmerke lijker, omdat de Volkstribuun met Recht voor Allen ie twee organen zijn van de partij, d. w. z. met die van het congres. Schitterend schijnt het met de afgescheidenen, de parlementairen, nog niet te gaan. Sommigen van hen schijnen voorloopig generaals te zijn zonder leger, ten minste hun bladen kunnen het hoofd blijkbaar niet allen boven water houden. Reeds verdween de Nieuwe Tijd, om te worden vereenigdmet de Sociaal-Democraat. Thans lezen wij in Recht voor Allen dat dit laatste blad (van A an Kol) ook heeft opgehouden te bestaan. Daar de abonnés evenwel hun abonnement tot einde September hebben vooruitbetaald, ont vangen zij tot dien tijd de Volkstribuun. De Roermondsche arehiefquaestie werd den betrokken personen wel wat duur. De minis ter heeft thans het practische besluit genomen de dure wagens te ontladen en de archieven deur wordt geopend voor rechtmatige w< aankloppen. ilail een het Hoofdbestuur, te minder, wanneer het werd l voorgelicht door de Commissie, die in 58 schrijftHet (rijks-)schooltoezicht worde uitge oefend door deskundige en bezoldigde inspecteurs en schoolopzieners.” Nu, wanneer het toezicht deskundig behoort te zijn, heeft het toch geen zin, het beheer over te laten aan niet-deskundigen. Zoo is het immers Een gemeentebestuur kan ten opzichte van het lager onderwijs slechts als thesaurier zijn diensten prsesteerendaarbij kan het mild te werk gaan of schriel zich betoonen, een en ander afhangende van bekrompen of ruime levensbeschouwing, van particuliere belangen of van nevenbedoelingen en positief-christelijk onderwijsoverwegingen. Al deze factoren zijn bij het beheer van het lager onderwijs werkzaam; hier deze, daar gene. Maar ze raken het eigenlijk onderwijs slechts indirect en dan in verreweg de moeste gevallen op pijnlijke wijze. Niet alleen dus wordt dit beginsel een hin derpaal tot het verleenen van zeer gewenschte verbeteringen, maar zelfs is het een gevaarlijke terugdringer van wat nuttig en direct noodza kelijk is. Het geldt dan niet alleen de belemmering om te kunnen voldoen aan dezen of genen wensch die de Commissie wil laten voortbestaan, maar de onbevoegdheid der beheerders, met al de nadeelen er aan verbondén, die ze met een stilzwijgend laissez faire wil tolereeren. Wij weten het alleneen gemeentebestuur bestaat uit een burgemeester, een paar wet houders en eenige raadsleden. Geen van allen zijn deskundigen, of het mocht zyn een gepensioneerd schoolhoofd, wiens leef tijd als dien van de meeste zijner mede-raads- leden geen waarborg is voor deugdelijk beheer, ter-wijl zij voor de instellingen van jongeren da tum uit den aard der zaak niet veel over hebben. Blijft de burgemeester, die wel de hoofdpersoon bij het beheer is. Zooals dit corps ambtenaren is saamgesteld en telkens weer uit Den Haag wordt aangevuld, geeft het geen deskundigen op onderwijsgebied. Ze laten zich dus voorlichten door het school toezicht, dat naar den wensch van de Commissie uit deskundigen zal bestaan, maar thans nog bestaat uit advocaten, jonkheeren, enz. Kortom, evenals de burgemeester, menschen, wier hoogste leus is AM ER TEN TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7*h Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bü den uitgever. Deze CO VRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.— franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. zij deskundig toezicht, dan ook machtiging, omdat Hare Majesteit na rijp over- _.Q _.‘heer, zooveel mogclijk. leg overtuigd is, dat in de tegenwoordige om- Deze eisch klemt te meer, wijl daardoor de standigheden een beroep op de natie de beste enschen, oplossing is, om tot een bevredigende regeling. \an het kiesrecht en tot een spoedin einde van king werd onderworpen het heeft zoo den schijn of de Commissie eenzijdig was saamgesteld, want in het rapport wordt niet gerept van een meerderheid of min derheid in de Commissie en voor den wantrouwende wordt daardoor de meening tot overtuiging, dat de Commissie, of zij die haar delegeerden, er op uit zijn ge weest om de openbare meening voor eenige jaren vast te leggen, te kristalliseereu. De Commissie schijnt dit zelve gevoeld te hebben de meerderheid heeft in 1892 uitge maakt, zegt de Commissie, dat het beheer van het lager onderwijs blijft opgedragen aan de gemeentebesturen en dan vervolgt zij „Dit beginsel in het oog te houden is noodig, omdat door de handhaving er van de mogelijk heid van sommige wenschen vervalt, waarvan de vervulling eerst denkbaar zijn zou, indien het^ Rijk alleen het lager onderwijs beheerde.” Kan het eerlijker De Commissie erkent het zelf; „AVe zouden verder willen gaan, maar het gaat nietde meerderheid heeft het zoo gewild en dus spreekt het van zelf, dat de mogelijkheid van sommige wenschen vervalt.” Is het geen jammer, dat de Commissie zoo gebonden was, waar het zulk een belangrijke zaak betreft? De Commissie kan nu onmogelijk alle wen schen bevredigen, er valt niet over te twisten. De Commissie had dus verder willen gaan, en nu hadden wij zoo gedacht dat zij, overtuigd van de noodzakelijkheid dat banden worden geslaakt, het samenstellen van haar rapport gestaakt had en een conferentie had gevraagd met het Hoofdbestuur, om haar onmacht te belijden in de gegeven omstandigheden een alleszins bevredigend rapport uit te brengen en mn genoemd bestuur op te wekken een mani fest te richten tot alle openbare en bijzondere onderwijzers, waarin zou worden aangetoond dat gebroken dient te worden met den ouden regel, dat gemeentebesturen het beheer over het lager onderwijs is opgedragen. Dit aan te toonen zou niet moeilijk zijn voor 9 ■1.’ QBZK53 SBRQ □SHE ■SQ L* a j I. i 30 i, 15 35 45 50 7 20 43 5 35 14 29 43 55 3 15 OEEKER COIRAVI -- WV —ASZ KM-AKJ U

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1