MffiWS- ffl IMIIffllflW NR H
IBHffl B E JIMOMW SJffiL
ff
i
L
f
Najaars-Paardenmarkt
ELK ZIJN MEENING.
No. 73.
NEG E N-E N»V EERTIGsTE
J A A R G A N G.
1894.
W O E r\’ O o
13 JS JE JP T 15
la.
redelijk motief,
Alle brieven
in te zenden.
r
Bij abonnement is de prijs
-te vernemen bij
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
m ter openbare kennis, dat de
WOENSDAG "Dei' op,atliDg wordt oofc
beleid op Lombok
niet alles bekend is.
C
dooden en daarna de natie
Deze CO UB AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
De goede tijdingen uit Lombok zijn thans
officieel bevestigd. Van den gouverneur-gene-
raal van Nederlandsch-Indie is onder dagtee-
kening van Vrijdag per telegraaf het navolgen
de bericht ontvangen
„Gisteren na vuur uit zwaar geschut, Aroeng
met borstweringen zonder tegenstand genomen.
Vele geweren en andere wapens buitgemaakt.
Vier schoten van Mataram uit onze (achterge
laten) veldkanonnen kwamen in zee. Dewa-
huis (Hindoe-tempel) te Aroeng door (overste)
Swart bezet met twee compagnien en twee veld
kanonnen.
Terug kapitein Lindgreen, luitenant van der
Plank, officier van gezondheid Ujlaki, sergeant-
majoor van der Wijst, sergeants van Lith en
Wentzler, fourier Sablerollo, korporaals Michels
en Frentzler, ziekenoppasser Loverink (allen
als vermist opgegeven in de Staatscourant van
4 dezer) en 49 mindere militairen. Namen
minderen gevraagd. Lindgreen capituleerde
wegens gewonden en gebrek, onder beding van
vrijen aftocht, mits overgave wapens aan Anak
Agoeng K’toetdoch daarna gevangen en eerst
thans vrijgelaten en naar Kale gebracht. Liet
daar achter sergeant (A.) Schar (in de Staats
courant van 4 dezer als gesneuveld opgegeven)
en 15 inlandsche minderen, allen gewond.
Bracht brief vorst, waarin vrijlating voorgesteld
als bewijs van vriendschap. Brief niet beant
woord. Flottielje-vaartuigen Balt en Borneo ver
sterken scheepsmacht.”
Het regeeringstelegram leert dat kapitein
Lindgreen zich onder zekere voorwaarden heeft
overgegeven, maar dat de Baliërs zich niet aan
die conditiën hielden. Later hebben zij echter
begrepen wellicht na het krachtige her
nieuwd optreden van onze troepen dat het
in hun eigen belang beter was hun gegeven
woord gestand te doen.
In onderscheidene bladen komen artikelen
en beschouwingen voor over hetgeen in Lombok
is geschied. Onze geïllustreerde weekbladen
wijden er ook hun aandacht aan. In de Uilen
spiegel richt de Nederlandsche maagd het woord
tot den gouverneur-generaal, den minister van
koloniën en generaal Vetter, en zegt
„Nederland wil u in deze ernstige oogenblik-
ken alle critiek sparen, maar het verwacht dan
ook van u, dat gij handelen zult in het volle
besef van de ontzaglijke verantwoordelijkheid,
die op u rust. Eéne fout van u kan een peil
loos wee brengen over het vaderland!
De Amsterdammer (het weekblad), dat zich
altijd onderscheidt door bij ernstige zaken een
woordje op zijn pas ’t zij ernst of scherts
te geven, is dit maal niet gelukkig geweest. Ook
hier wordt ons generaal Vetter voor de Neder
landsche maagd gesteld, maar ’t is een woord
van verwijt dat zij doet hooren. Zij wijst hem
op de bladzijden van het geschiedboek waarop
de expedities naar Bali in 1846, 1848 en 1849,
staan aangeteekend, en zegt„Generaal, je hebt
zeker de geschiedenis van de Bali-expedities
niet gelezen. Maak nu de begane font goed,
schitterend is „weerlegd”. Neen, zuivere hu- 1 --
besehavingslust zijn de drijfveeren I Sneek brenge;
T--T I i m
Sasaks 1 Ze klaagden over
ADFAA>7WnW van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7^ Cents. 2“ auvuu
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent
den uitgever.
bok-zaak wordt aangevat om het vuur van den
geestdrift aan te blazen tot een gloed van pa
triottisme, die aan alle zijden zich openbaart
als een uitslaande vlam.
„Naar Lombokroepen de oud-strijders,
roepen studenten, roepen officieren, roept de
pers, roepen de kapitalisten, roept het volk;
„want onze wapenen zijn onteerdDie oneer
moet gewroken roept de christen-staatsman
de Savornin Lohman wat men van een chris
telijk menseh moeilijk kan verklaren, tenzij men
er m gelieft te zien een zwakheid, die zich niet
opgewassen gevoelt tegen den wassenden stroom
en, teneinde den Nederlander, zijn lijfblad, bo
ven water te houden, met den stroom zich laat
meevoeren
De expeditie is mislukt, want men heeft het
zinkend prestige onzer wapenen niet hersteld
en de Sasaks niet verlost van de onderdrukking
der Balineezen.
Die expeditie is ondernomen onder slechte
voorteekenen. Gedachtig aan de jarenlange
moeilijkheden en de tonnen gouds ten koste
gelegd om de Atjehers ten onder te brengen,
durfde de pers niet de snaar van het patriot
tisme aanroeren. Bij mislukking toch, vond de
oproep geen weerklank, het kon niet anders of
het prestige der pers ware geschokt. En zeker
zou ze veel van haar invloed over zien gaan op
die persorganen, welke van meet aan er zich
tegen verklaarden, op grond dat de belangen
van ons volk er niet bij betrokken waren, wel
echter de interesse van eenige Nederlanders, die,
»in otium cum dignitate Indië gebruiken als zuig-
flesch, en als oprechte zuigelingen, niets doen
de, slapende, de huishouding periodiek in de
war brengende en de huismoeder het leven
lastig makende, leven ten koste van wat ande
ren onder de zuigklep moeten brengen.
r Natuurlijk is deze voorstelling „onjuist”.
Zij die zoo spreken, bauwen Multatuli na, die
voorheen zijn banbliksem slingerde naar de Ja-
vanen-uitzuigers, en wiens bewering later zoo
Die arme r
tirannie van den vorst, en we konden dit niet
met leede oogen aanzien. Het deksel der
schatkist werd opgelicht en ten koste van éen
of meer millioenen wordt het sein gegeven om
te tuchtigen.
Ons medelijden werd opgewekt en daartegen
was de hardvochtige, tegenstribbelende pers
niet opgewassen ze zweeg, vooral toen de zaak
zoo gunstig verliep en ze de schadenfreude be
merkte op het gelaat der medelijdende pers,
ngevuld door de boycot der publieke opinie I vroeg zelfs met, hoe het komt dat de
m mihlioto nninio -ii menschlie vend heidonzer regeering zoover van
huis gaat met zoo goed gevulde geldbeurs, ze
gen brengende in het ongeluk en balsem drop
pelend in de wonde, terwijl zooveel ongelukki-
gen in eigen land, door armoede en ellende
gedreven, de wonden van hun hart smeekend
opdroegen aan de regeering, maar afgewezen
werden met het kort bescheid dat geen bal
sem voorhanden is.
De strijd om het bestaan, binnen onze land
palen gevoerd, met een felheid die niet onder
doet voor de bitterheid waarmee de Sasaks te
vergeefs de uitzuiging bestrijden, deert ons even
weinig als de uitputting van het lersche volk,
van de Russische Joden en de landbouwende
bevolking in het Czarenrijk.
Nu de expeditie schijnt te mislukken, is van
medelijden geen sprake meer.
Thans zijn de rollen verhangende onver
trouwbare Balineezen met hun tijgeraard heb
ben ons in een hinderlaag gelokt.
Die misdaad verdient onzen haatwij willen
wraak over de oneer ons aangedaan, vergetende
dat in onze geschiedenis bladzijden voorkomen,
waarin op dezelfde wijze werd afgerekend met
rechtmatige heeren.
Wij noemen slechts het feit van graaf Dirk
bij Dordrecht, toen hij de troepen van den
Duitschen Keizer, zijn leenheer, in vooraf ge
graven kuilen liet storten.
Is er dan geen redelijk motief voor deze
expeditie
Ontegenzeglijk is het een
wanneer men aldus spreekt
Indien wij het niet doen, doen het de Engel-
schen, wordt ons prestige in de Oost ondermijnd
en zien we ons gaandeweg genoodzaakt onze
biezen te pakken, om het veld te ruimen voor
andere koloniale mogendhedendaarbij zouden
de belanghebbende Nederlanders dat zijn de
koffie- en suikerplanters, mitsgaders de gunste
lingen der Regeering, die er een rijk baantje
en een ongehoord pensioen vinden ten zeer
ste benadeeld worden.
Of het volk van Nederland in dit verlies
betrokken zou zijn
Hierover laten we gaarne elk zijn meening.
Bij de hervatting der vijandelijkheden wen-
schen we daarom de expeditie een vive, vale
(vaarwel en wees gelukkig) toe.
Bij de firma F. B. van Ditmar te Rotterdam
zal eerlang verschijnen „Holland—Lombok*
een uitgave in den trant van het bekende
Klland—Krakatau/ en van „ParisMurcie“.
De opbrengst der uitgave zal strekken ten
bate van het fonds ten voordeele van de na
gelaten betrekkingen der slachtoffers van den
verraderlijken overval der Baliërs. Vice-admi-
raal de Casembroot zal eene voorrede voor
„HollandLombok* schrijven.
Uit alle deelen des lands komen brieven van
sympathie met de onderneming en bijdragen.
Het werk, dat binnen zeer korten tijd zal ver
schijnen, belooft een Kunstwerk te worden in
den vollen zin des woords.
Reeds werden bijdragen ontvangen van ge
neraal Karei van der Heijden, generaal-majoor
A.-l. leger Kaedt van Oldenbarnevelt, generaal-
majoorA. Lanzing, den luit.-kolonel van de
genie Van Panthaleon van Eek, kolonel Moor-
rees den lector van de Kon. Mil. Academie te
Breda R. van Eek, gep. vice-admiraal jhr. de
Casembroot, gep. vice-admiraal J. H. van Can-
pelle, jhr. mr. W. F. Rochussen, lid van de
Raad van State; oud-ministers Seijffardt en Ber-
gansius professoren S. S. Rosenstein en G H
Lamers.
Verder werden bijdragen ontvangen van hh.
letterkundigen: J. F. Hasebroek, Johan Gram,
maar m eens.“ Die woorden behelzen een
verwijt aan generaal Vetter cn om zulk ecu
komen. Spi'eke"’ iS de niet
o thans door de Li
beraal met klem uitgesproken. Over het krijgs-
ii °Pi ül?ok moet gezwegen, zoolang nog
niet alles bekend is. Naar hare meening hebben
de couranten slechts hulde te brengen aan de
dooden en daarna de natie op te wekken in de
ze moeilyke dagen de regeering te steunen.
Een lichtpunt ziet het blad in de gebeurte
nissen der laatste weken „Door het voorge
vallene toch wordt voor de toekomst onze po
sitie zuiverder. Moesten wij tot nu toe het
Lomboksch vorstenhuis ontzien, daarvan kan
hans geen sprake meer zijn, en zoo kan thans
tot stand komen, wat gebeuren moetdat aan
het wanbestuur op Lombok een einde gemaakt
wordt. De schandelijke wreedheden der Baliërs
zullen voor het vervolg onmogelijk moeten wor
den gemaakt door onze krachtige inmenging
doch een krachtige inmenging als daartoe noo-
dig zal zijn is eerst te wachten, nu het verraad
ons gebiedt met hen niet langer op diplóma-
tieken voet te onderhandelen, doch in een feilen
stryd tegen hen op te treden.*
En naast het medelijden met allen, die in
rouw gedompeld zijn, „past het ons na te gaan,
welke de beteekems der feiten geweest is en
hoe het zoo jammerlijk verlies het bost kan
worden hersteld.* Dit heeft de natie beseft,
en in haar uitingen van geestdrift is iets, „dat
ons weldadig aandoet. Het nu onloochenbare
feit dat, als gevaar dreigt, spontaan van alle
zijden belangelooze hulp wordt geboden, dit
feit te kunnen constateeren doet goed en oeeft
vertrouwen in de toekomst.*
Wij moeten nog melden dat, evenals in de
Avondpost geschiedde, thans in de Nederlander
met haar bijbladen de portretten der gesneu
velde officieren zijn opgenomen. De Wereldkro-
mek maakt zich mede in dit opzicht bijzonder
verdienstelijk en geeft bovendien het portret van
kapitein Lindgreen, uit de handen der Baliërs
teruggekeerd, mitsgaders een paar teekeningen
uit het Balische leven, de afbeeldingen van
kussen, enz. enz., benevens een uitvoerige be
schrijving van den staat der zaken.
In een liberaal land mag ieder denken,
looven en s
de eer en den goeden naam van anderen niet j
aanrandende.
Toch zijn er meeningen die men niet onge
straft verkondigt, sinds overal, ook hier te lan
de, een macht bestaat die voorziet in leemten,
welke ze meent op te merken in het wetboek
van strafrecht.
Gelijk het Amerikaansche publiek de taak
van den rechter al lynchende overneemt, wordt j
in de oude wereld ’s rechters arbeid verlicht i
of aan- 111 11 -
Deze publieke opinie wordt door de pers i “enschlievendheidonzer regeering zoover
Z* 1 T 1 i 111 o n b zs 4- rf f zJ xx. -x w 1 A 1 .11
labnceerd deze pers is in handen van de plu
tocratie en we weten dus, de pers raadplegen
de, wat de geldmannen wenschen en hoe ze
verlangen dat ’t publiek zal denken over de
vragen van den dag.
De laatste dagen leveren daarvan een wel
sprekend betoog in de wijze waarop de Lom-
de
den 19 SEPTEMBER e. k.
Sneek den 7 September 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
B I N N E N L A N lü-
maniteit en 1
die ons naar Java en Lombok voerden.
spreken zooals hem goeddunkt, mits
CM
onge-
-
m
--j p upiuiu. I Ti- ii i