L
MB El HIKimïïlHUII ÏOIIR «I
MfflTE B SU IMKfflW smi.
I
1
rS»
No. 94.
N E GE N-E N-V EERTIG3TE
A R G A N G.
1894.
MEL AN CHOLIE.
ZA.TEKOA.O
onze ouders
men in
U I T
y
Alle brieven
in te zenden.
Cents. Bij abonnement
-te vernemen bij
I.
6 I
V0OT^ffraV77iW ?T 4 regels’ gewone ’etter, 40 Cents;
^langrijk'Tager^Voorwaa^en'd^romtren^ment de
den uitgever.
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
Wanneer de wind daarbuiten giert en zijn
racht op luidruchtige wijze beproeft aan alles
rat hem in zijn woeste vaart in den weg staat,
1 we zoo gezellig in onze woning, dan
we ons zoo veilig en wordt in ons de
J weer levendig aan den ouden tijd,
te dringen, valt buiten den staat onzer bevoegd»
heid en humaniteit.
Ook voor ons komt eenmaal de oude dag
met zijn conservatieve melancholieook ons
zon men het recht hebben te meton met de
zelfde maat Tout comprendre c’ est
tont pardonner.
Laten we de oudjes verdragen en hen ter wille
van den vooruitgang niet al te onrustig maken
met ons revolutionair gekletter.
Dat weinigje zijn we wel aan onze ouders
verplicht te geven, en ook al roept de strijd
ons te wapen, het zou de zoetheid onzer me
lancholie in later dagen vergallen, wanneer bij
het verdwijnen van het tafereel onzer jeugd
uit onzen droom het ontwaken gepijnigd werd
door het zelfverwijt, dat niet alleen de tijd, die
alles weg doet zinken, maar ook onze harts
tocht deel had gehad in de opruiming.
O, zoete melancholieGij, die de moeder zijt
van het conservatisme, leer ons dat conserva
tisme verdragen we hebben u liefmaak ons
dan duidelijk dat het conservatisme een kind is
van u en we willen ons best doen aan uw kind
te vergoeden wat we aan u schuldig zijn voor
het genot aan ons geschonken.
BEKEN DMA KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek,
Gelet op art. 8 der gemeentewet,
Maken bekend
dat de verkiezing van één Lid van den Ge
meenteraad, tengevolge het ontslag nemen van
den heer N. G. Bouma, zal plaats hebben op
Maandag 17 December e.k.
Sneek, den 22 November 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
Gelet op de missive van den heer Commis
saris der Koningin in deze Provincie, d.d. 2
November 11. Ie Afd. A. no. 1380 (Prov. blad
no. 105), inhoudende, dat bij Koninklijk Be
sluit van 5 October d. t. v. het Hoofdbestuur
der Veaeeniging Trouw aan Koning en Vader
land gemachtigd is tot het houden eener alge-
meene COLLECTE, ter ondersteuning van be-
hoeftigen, gerechtigd tot het dragen van het
Metalen Kruis of de Citadel-medaille
Maakt bekend
dat de Collecte in deze gemeente zal worden
gehouden op Maandag 26 November a. s.
Sneek, 23 November 1894.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
an zitten
evoelen w.
werinnering
ft. Ben we ons ook zoo gelukkig gevoelden onder
de beschutting van het ouderlijke dak bij het
F aeden der dementen en onder de bescherming
«nzer ouders tegen gevaren, wier bedreiging
j. 3 kinderlijk gemoed ook zoo geweldig kon
A., I TnSnJPen en beroeren, als aan een orkaan
1°. Blijk.
r°' M ^aQ komen er klanken en tonen, dan vinden
e'lJe melodie en harmonie in de windvlagen die
de 0DS voorbijgieren en fluiten, en worden we
ek weemoedig melancholisch gestemd. O, zoete
ne melancholiedie ons weer voert naar den
fouderlijken haard, ons verplaatst te midden
'P-Ban den huiselijken kring van vader, moeder,
,er' IKTrS eU zusters’ die ons doet luisteren naar
^■ider’s vertelling, ons verkwikt met moeder’s
id Jtetde, en ons doet meespelen het kinderlijk
,d-1SP met dambord en dobbelsteenen 1
ijl Zoete melancholie voor onze rustlievende
,e. «duur, die ons dwingt neer te zitten en de
3t- gen aehterwaarts te slaan naar het verleden
ns nog eenmaal te genieten wat onze jeugd
efl gfcnoten heeftdie ons weer kind doet zijn en
afhankelijkheid en kleinheid plaatst onder
■r beschermende hand onzer ouders.
Zoo ooit, dan herleeft in dagen van storm en
onweersvlagen in het hart van den volwassen
gn3ch bewustzijn, dat zijn krachten, waar-
?P >jj thans als eenigen steun zich verlaten
- »n, eenmaal geschraagd werden door hen, die
'0 UU belangelooze liefde verzorgden, en, blijde
)0 °P zonn’se dagen, leed gevoelden
llirKTaneer bem ’ee<i was wedervaren.
■Zoete melancholie, die onze harten doortrekt
lurB1 van den bodem al de reine hartstochten
oegn ouderliefde en kinderlijkheid, van vreugde
)0 K' ,ankbaar’ieid, van vertrouwen en opgewokt-
gid naar boven te brengen en in onze ver-
50 Bel( ing terug te brengen ons verleden, onze
lO.ygd de vroolijko jeugd met zijn levendige
«ndoeningen. En door het gansche beeld onzer
j-ffasie za<dde welke ons waarschuwt
iaW het Straks doffer en onduidelijker zal wor-
en|e'' in onze voorstelling, en eindelijk verdwijnen
U het tafereel zelve in werkelijkheid voorbij
,'1'. a”e °f een deel van de personen dieet
JfT r°’ iu vervuld hebben.
jJan trachten we dat beeld vast te houden,
^foete melancholieen
vau ons gemoed het lied
met
voelen
dringt zich
toch j-*'-
Sn krijg,
H ontrukki
V0?r de eventuee’e gevolgen der
aanneming van het amendement-De Meijier wel
voldoende gewaarschuwd was, „tamelijk klein*.
En hij schrijft verder
’’IIo°.vee’besproken die vraag nu ook zij bh'
hen die dagelijks in parlementaire kringen
iv6/)6111 j yoor bet ’and, voor de kiezers,
kin ^hfef?a“d8? hl burgcrlJ en de boeren be vol-
dea grond der zaak geen
andere beteekems dan die van een parlementair
incident, en waarlijk, hierover maakt
de diepe lagen onzes volks zich niet warm
r Zich grootelÜks’ wanneer men
die (’uaestie bij de verkiezingen
moedwillig op den voorgrond is geschoven, en
dat de zaak van de kiesrecht-uitbreiding hier
door aan de aandacht der kiezers onttrokken
is. Up de strooibiljetten, welke wij uit vele
districten kennen, is van dat parlementaire in-
cident niet gewaagd. De strijd is door de te
genstanders van het afgetreden Kabinet prin
cipieel gevoerd. Zij hebben zich op de zaak
aiVAe’m ke j a?n- df ord? was’ vee’ te stei-k
gevoeld, dan dat zy den uitslag zouden hebben
afhankelijk gesteld van het oordeel der kiezers
over en voor deze tamelijk onverschillige bij
komende vraag.*- J
Noor zijn leerlingen is het te hopen, dat de
heer d Aulms, die aan de Utrechtsche Hoove
school ook staatkundige geschiedenis te onder
wijzen heeft, in de collegekamer wat meer be
trouwbaar moge zijn dan hier als schrijver.
Want inderdaad, onze oogen konden wij nau
welijks gelooven, toen wij het bovenstaande
lazen.
Een verzameling van strooibiljetten bezitten
wij wel is waar niet. Maar ook die van den
heer d’Aulnis is ver van volledig, of hij
heeft verzuimd haar nog eens door te lezen tot
opfnsschmg van zijn geheugen. Anders bij
voorbeeld zou hij gevonden hebben zeker biljet
op njm, waarin de minister Tak nadrukkelijk
beschuldigd werd „de goede trouw geschonden*
te hebben een biljet, dat gestoken was in hét
te Amsterdam met kwistige hand verspreide
verkiezingsblad Meer Licht, waarbij immers des
heeren d’Aulnis intieme politieke vriend Berg-
sma nauw betrokken was.
Trouwens, wij behoeven slechts te herinneren
aan de houding van de Nieuwe Rotterd. Crt.
die tijdens den verkiezingsstrijd, dag in dag uit’
hét parlementair incident moedwillig op°den
voorgrond schoof, het doen en laten van den
minister Tak op 8 en 9 Maart brandmerkende
met de leelijkste merken die wel verre van
zich te bepalen tot het „voeren van principiee-
len strijd,* integendeel zich uitsloofde om de
aandacht en de belangstelling der kiezers van
„de zaak der kiesrecht-uitbreiding af te leiden,
door telkens weder, met ongebreidelden harts
tocht, terug te treden in die „tamelijk onver
schillige bijkomende vraag* die er in slaagde
zéér velen in alle deelen des lands te doenge-
looven, dat de heer Van Tienhoven zich ge
dragen had als een fatsoenlijk man, maar dat
de heer Tak het tegendeel zich had betoond
en die zich de eer mag toerekenen, juist door
dat alles meer dan iemand anders te hebben
bijgedragen tot den uitslag der verkiezingen.
De ijver en het talent, aldus door den hoofd
redacteur der N. R. Ct. ten toon gespreid, heb
ben wij nooit miskend al oordeelen wij, d’at hij
ze deerlijk heeft misbruikt. Maar, tenauwer-
nood zes maanden na het gebeurde, nu aan te
komen met een bewering als die van den heer
DE PERS.
Dat de Utrechtsche hoogleeraar, baron d'Aul-
nis, voor een kleintje niet vervaard is, en veel
durft wat een gewoon burgermensch beneden
zich zou achten dat zullen onze lezers (zoo
schrijft de Nederlander in zijn no. van Zon
dag 11.) zich nog wel herinneren uit de dagen
der verkiezingen. Zij kunnen er nu een nieuw
staaltje van vinden in de Liberaal (het orgaan
van Mr. v. d. Kaag, Mr. A. P. de Lange c. s.)
i van verleden Zaterdag.
Naar aanleiding van de „Nabetrachting*,
door den oud-minister Smidt in de jongste af-
zich wist te binden met zijn versnapering, eu
we zitten weer in de oudejaarsavondkerk en
hooren de sombere psalmen aanheffenwe
doorleven het oogenblik toen we voor goed
van huis gingen en met een traan in het oog
den hoek omsloegen naar de vreemde stad, waar
we voortaan op ons zelf zouden staan.
Verder gaat onze verbeelding niet, en we
ontwaken uit den zoeten droom met de aan
doenlijke gedachte, dat die dagen voorbij zijn,
voor altijd voorbij.
Maar ook, al keeren die vervlogen tijden niet
terug, al zijn onze ouders, onze broers, onze
zusters of vrienden voor goed van ons verwij
derd, toch blijven wij met het verleden steeds
in verbinding.
Telkenmale wanneer onze gemoedsstemming
somber en zwaarmoedig wordt, drijft onze
schuchterheid, onze vrees en angst ons terug
naar het huis onzer moeder en zijn we weer
zonen, kinderen, die hulpbehoevend of beangst
de hulp en den bijstand vragen van anderen.
Het is dan ook zoo natuurlijk, dat velen on
der ons, uit louter schuchtere vrees, in onze
dagen het oog gericht houden op hetgeen voor
bij is, op het verleden, het huis der moeder
dat zij de vaderlandsliefde hemelhoog verheffen
in waarde en behoudend worden, zich zenuw
achtig en boos makend bij het vernemen van
een of ander stout plan, dat onder de mede-
reizenden wordt geopperd, om de gierende ruk
winden en den orkaan manmoedig te trotseeren
en voorwaarts te schrijden naar beter oorden.
Natuurlijk dat ouden van dagen, bestemd
om op hun lauweren te gaan rusten, en voe
lende dat de krachten niet meer toereikend zijn
voor zulk een mannelijk stuk werk, hun kin-
keren vermanen om toch vooral niet mee te
doen aan dat bedrijf, niet deel te nemen aan
dien gevaarlijken tocht.
Natuurlijk dat zij, die ouden, wijzen óp onze
religie, onze gebondenheid aan het verleden,
aan traditie en usance, en natuurlijk dat zij hun
uiterste best doen om ons jongeren de stem te
onthouden wanneer zij vreezen dat die stem
zal worden gelegd in de schaal die voor het
plan gunstig is.
Natuurlijk dat zij reactionair worden en den
vooruitgang willen tegengaan, waaraan zij zelf
eenmaal hun beste krachten hebben gegeven,
maar wier heugenis voor hen verloren is ge
gaan, wijl ze in hun melancholische stemming
slechts het tafereel hunner prille jeugd voor
zich zien, de dagen waarin ze nog niet besef
ten deel uit te maken van de groote maatschap
pij en hun kringetje slechts magen en vrien
den insloot.
En omdat het zoo natuurlijk is, voegt ons
eerbiediging van de melancholische droomerijen
dier ouderen, en waardeering voor hetgeen zij
eenmaal gedaan hebben, toen ze nog jong en
vol levenskracht waren voegt ons dankbaar
heid jegens hen, die ons zoover hebben voort
gestuwd, en berusting in hun reactie.
Den stroom keeren, valt buiten den staat van I
hun vermogenhem met geweld voortstuwen, i
door de ouderen onmeedoogend van het tooneel j
ruischt door de snaren
van weemoed en heim-
zijn zachte, liefelijke tonen dan ge-
we dat alles met den tijd heengaat en
•i de vraag in ons op waarom we
zooveel strijd voeren, o zoete melancholie;
-Wen we ons zelf zoo lief en zijn we niet
Iw "'“4<en aan onze zoete rust.
I o gevoelen in die melancholische stemming
re eens den eerbied voor den ouden huis-
Pea die ons op zijn knie zette en ons aan
t.
i
6
SMEEK
t O I R a A T.
Of.l
i J