IIEI IIS- III IBVERTEÏTIE BL III IM DI IHWE D IIÈT imilIlSSKlT Sffli I 1 I No. 95. NEG- E N-E N-V E E R T I G S T E J A A R G A N G. 1894. A I id I Nationale Militie. WANTROUWEN. WOENSDAG SS i>i O V E .VI B E R, denken, leven, daarmee en Van den gouverneur-generaal van Ned.-In- Alle brieven in te zenden. na hebben alle successievelijk voor zooveel Twee ver wan- van wa- de| >n- te Deze CO VU A N T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.— franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco In een openbare vergadering van patroons en fabrikanten, Vrijdag avond belegd door de Broodbakkers-Vereeniging „de Voorzorg” te Am sterdam en bijgewoond door bijna 200 hoofden van bakkerijen en fabrieken, is met bijna aige- meene stemmen de volgende motie aangenomen „De groote vergadering van hh. patroons en broodfabrikanten en de commissie voor Zondags rust, heden vergaderd in het lokaal „Krasna- polsky”, de discussie gehoord hebbende, is van overtuiging, dat Zondagsrust dringend noodza- kelijk is, en besluit mitsdien, te beginnen met 9 December a. s., niet op Zondagen te zullen bakken of hunne gezéllen te laten werken, en zulks van ’s Zaterdags avonds 12 uur tot ’s Zondags avonds 12 uurevenmin op 2en Paaschdag. „Hiervan zijn echter uitgesloten de werkzaam heden, welke de broodbakkerij niet raken.” Naar bericht wordt zou de Maatschappij voor Meel- en Broodfabrieken, op de Vijzelgracht, reeds gisteren, 25 November, met invoering van Zondagsrust zijn begonnen. De volgende week 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; Cents. Bij abonnement is de prijs ._„J te vernemen by I. der s*;rijden met onkruid. Hoe ciikwij bc-, dat toch tilden 1 9 Op weinig uitzonderingen ciischen deze jammerklacht KENNISGE VING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Swee/c, voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale Militie van den 19den Augus tus 1861 (Staatsblad no. 72), zooals die is ge wijzigd bij die van 4 April 1892 (Staatsblad ho. 56), brengen ter openbare kennis, dat de eerste zitting van den Militieraad voor deze gemeente zal worden gehouden in het Gemeente huis te Bolsward, op Woensdag den 19en De cember e.k., des namiddags ten 12 ‘/2 ure, in welke zitting uitspraak zal worden gedaan omtrent 1. De verschenen vrijwilligers voor de militie; 2. de lotelingen, die redenen van vrijstelling hebben ingediend 3. de lotelingen, in artt. 55 en 56 bedoeld 4. alle overige lotelingen. Zullende voor dien Raad alleen behoeven te verschijnen 1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Militie hebben aangeboden 2. de lotelingen, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte. Sneek, den 13 November 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. BINNENLAND. ADVERTENT1ËN van voor eiken regel meer 7’/j belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent den uitgever. die is bij het departement van Koloniën, onder dagteekening van 25 dezer, ontvangen het na volgend telegraphische bericht, betreffende ver dere gebeurtenissen op Lombok „Alle voorname Poenggawa’s, i bekend, thans in onderwerping, j ten van Radja nog niet. Inlevering pens vordert goed. Nu over de schatten van Lombok wordt ge sproken geeft de Spectator ons den heer Israels te aanschouwen in ’t kabinet van den mi nister Van Houten. „Excellentie roept hy uit waar Pericles den schat van Delos vroeg voor het Pantheon, geeft gij ons wis een ge- deelte van den schat van Lombok voor een uitbouw van het Rijksmuseum, om Rembrandt behoorlijk te bergen.” In de Amsterdammer (het weekblad) is als extra bijlage gegeven: de „Sang au Aegir” van keizer Wilhelm. - Als een bewijs van de bijzondere oplettend heid, die de Duitschers aan het muzikale pro duct van hun Keizer en Heer wijden, kan de mededeeling dienen, aan het Berl. Tageblatt ontleend, dat bij het bureau van den burgerlij ken stand te Berlijn in den loop dezer maand reeds zeventien jongens met den naatn Aegir zijn aangegeven. Voorts geeft het weekblad een afbeelding van „de onverantwoordelijke en onschendbare koning onzer straten”, de echte straatjongen. Allen buigen voor hen, Burgemeester on Wethouders, de politie-agenten, terwijl kreupelen, halve blin den, oude dames en kinderen, jonge meisjes en kleine kinderen er jammerend bij staan. „Niets aan te doen staat er onder. Er is een briefje bij gevoegd in ’t Fransch van Baronne de B waarin zij wijst op den overlast, die overal in Holland door de kwajongens het publiek wordt aangedaan. Nergens treft men dit aan in die mate als in Nederland. „In Genève, in Zwitserland, schrijft zij, is de „kwajongen* onbekend. De straat bengel, die het waagt met steenen naar een vogel te gooien, wordt gestrafthet volk maakt de wet en het volk handhaaft de wet.“ Een vermakelijk persiflage geeft het weekblad nog op de teekening die Toorop in Nederland- Lombok ten beste heeft gegeven. Bij de Amsterdamsche commissie is voor een nationaal Lombok-fonds tot heden f 125,100 ingekomen. doen hooren, zoodat men eindelijk geneigd is bij het aanhooren van dien klaagtoon den zuch tende zelf wijsheid en welwillendheid toe te wenschen. Er zijn inderdaad veel bekrompen menschen in de wereld, die in den omgang onaangenaam en uitteraard lastig zijn; even als er velen onder ons zijn, die, ontevreden met hun bestaan, en diens volgens ontevreden over hun medemen- schen, onaangename wezens zijn, lastig en ver velend voor hen, die het leven gaarne gezellig willen maken. Er knaagt een worm aan al wat genot heet, gelijk er wespen zijn die knagen willen waar heerlijke vruchten hangen. De levenskunst bestaat daarin, dat men zoo veel mogelijk de vruchten beschermt tegen de belagende insecten. Houdt ge van gezelligheid en is in uw kring een gemelijk, onaangenaam menseh, maak u er dan niet boos om laat de giftige angel niet in uw hart doordringen, maar bezin u allereerst en vraag danwaarom die broeder zoo verve lend, zoo ongezellig is in veel gevallen zult ge succes hebben van uw welwillendheid jegens den Nurks. Mits uwe voorkomendheid niet een gemaakte liefheid, een soort aangeleerd fatsoen, naaperij van de humaniteit zij, de menseh heeft innigen afkeer van alles wat hem aan zijn medeschepselen, de apen, herinnert zult ge Nurks langzamerhand genezen. Daarvoor wordt niet alleen een verdraagzaam, degelijk karakter vereischt, maar ook en vooral een gezond verstand, een goed oordeel, een scherpe opmerkingsgave en waakzaamheid, om hen, die u aan willen vallen, zoover van u verwijderd te houden, dat het hun onmogelijk is u te kwetsen. Dit alles ligt onder het bereik van den men- schelijken geest. Hij kan de gezelligheid be vorderen, beschermen, verdedigen als het noodig is, maar voor de groote meerderheid der geesten is het onmogelijk, te strijden tegen de kwaal die den gemeenschapszin bedreigt, n.l. het wantrouwen. De oorzaken dezer ziekte liggen waf dieper, te diep dikwijls dan dat het scherpziend oog er toe doordringen kan. En dit is te betreuren, omdat we ons daar voor schier eiken dag teleurgesteld gevoelen wanneer we hooge verwachtingen van het leven koesteren. Niet waar? Het hoogste ideaal van den gods dienst, niet van den specifiek of positief christe lijke n maar van den godsdienst die leeft in ieder menschenhart, is, in zijn medemenschen broe ders te willen zien. De heerlijkste oogenblikken in ons leven wa ren die, welke wij doorbrachten in den kring van broeders, menschen die ons niet wantrou wen en die ons geen reden of aanleiding gaven om wantrouwen te koesteren jegens hen. In zoo’n kring kan men zijn hart uitstorten, uitspreken wat men denkt, openbaren wat men gevoelt, zich geven geheel en al zonder een I Een kwaal, die om zijn algemeen voorkomen een maatschappelijke mag heeten en die aan He uitbreiding van den gemeenschapszin her- Haaldelijk in den weg staat. M De menseh kan bij brood alleen niet leven. I Naast en boven het leven van stofwisseling «taat het geestelijk leven. Het is het doel waartoe ons stoffelijk leven middel is, zonder ■eer. Om gezond te kunnen oordeelen en denken, Behoort het lichaam gezond te zijnmaar deze tharUelÜke gezondheid is op zichzelf eerst een 0 j8ron van genot bij vergelijking met medemen- - «Chen die de gezondheid missen, of op grond r»an e' vai”lg uit dagen van ziekte opgedaan. J3 VP zichzelf beschouwd, ontwijkt het aan elke Heoordeeling, zoodat niemand zeggen kan, welke Voordooien er aan verbonden zijn, dan na ver- 4 Mehjking met den staat van niet gezond zijn. ^CI1 gezond menscb is iemand die niets voelt Aj de Jevenslust, die er mee gepaard gaat, B)echaart zich dan in volle kracht, wijl geen a ■waal of pijn den gezonden mensch weerhoudt Q I ?an die lust bot te vieren. Elke pijn, elke storing in den geregelden |ang van het uurwerk van ons leven, is hin- SS VOOF onzen geost en belemmert onze Mucht in en door de wereld der gedachten. 9 kiespijn, hoofdpijn, maken den mensch een- MU *g en dof, met het gevolg dat hij alle dingen de schaduwzijde ziet. peuken maakt den mensch vrij, evenals de ■■ijheid voor ons denken bevorderlijk is. ’:ï^elnu, om de vrijheid, het hoogste goed Toor den mensch, zijn onmisbare levensvoor waarde machtig te worden en te waardeeren, "e in staat zijn ons denkvermogen in -12. >eid te gebruiken alle kwaal of stoornis Werkt daarbij belemmerend. -Dooi het leven des geestes worden we aan getrokken en verbonden met onze medemen- - ïhen, gevoelen we sympathie en liefde, wordt -1ÏT kait geroerd en verwarmd en gevoelen we perst recht de hooge waarde die voor ons het weven heeft. I k0meQ We na het 8toffehjk leven langs H Wet leven van den geest tot het zieleleven, en -■s laatste uitdrukking in dit verband kennen ma Je ,aaD dlt zielcleven do hoogste waarde toe. jke Beschouwen we dit als het einddoel, wanneer _BS eVen ten minste een doel heeft. i Iri gemeenschaPszin is er het uitvloeisel van, Whjk J00 gezelligheid voortvloeit uit het gees- 1 Maar even als de gezellige trek verzwakt, ^egkwijnt en sterft wanneer de geesten elkan- "Diet verstaan of ontmoeten, zoo heeft ook gepeenschapszin in de menschelijko gaarde Hoe dikwijls vernemen we niet de verzuch- alle menschen wijs waren en wèl oogenblik bevreesd te zijn beetgenomen te zul len worden. Aan de verwezenlijking van dien wensch staat veel wantrouwen in den weg. Zoo dik wijls wordt de mensch teleurgesteld in zijn ver- wachting, dat hij de zondige gedachte voelt op komen dat men niemand kan vertrouwen dan zich zelf. Dat de aankweeking van den gemeenschaps zin schade daaronder lijdt, is natuurlijk. Wan neer alle menschen er ten slotte toe besloten om niemand dan zich zelf het vertrouwen waar dig te keuren, zou de wereld er akelig indivi dualistisch uitzien. We weten het allen wel dat het individua lisme juist daarop gebaseerd is, dat de menschen onvolmaakt zijn en slechts leven bij naijver, wedijver, concurrentie, zóo hard, dat de wed- loopers van tijd tot tijd de beenen over ’t hoofd slaan om maar ’teerste aan den eindpaal te zijn. Maar ook weten we, dat ons leven, daarmee doorgebracht, de moeite des levens niet waard is. We vragen meer van dat leven we vragen elkanders bijstand, hulp, vertrouwen en lief de liefde, onuitsprekelijk en toch bereidwil lig en mild in zijn openbaring 1 Was sagt sie denn, die Liebe? Sie saget nichts, sie liebt. Sie liebt de gemeenschap, de eendracht, de toenaderingsie liebt de broederschap en daarom haat zij het wantrouwen en wordt ze dikwijls droef gestemd en zoekt het kluize naarsleven, wanneer ze ziet hoe de kanker van het wantrouwen voortvreet aan den gemeen schapszin die ons allen eigen is. SI W3 s I COURANT Li 8 I ii I I fl i' I? I f OV. |dc

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1