Binnenlandsch Nieuws.
Plaatselijk Nieuws.
ra
dis
ge
de
I
♦En die tien minuten
-
Landverhuizers die aan tuberculose lijden, zul
len voortaan in Amerika niet meer worden toegelaten.
Alle stoomv.-maatschappijen hebben officieel aanzeg
ging gekregen om vóór de inscheping de longen der
landverhuizers te doen onderzoeken.
teren uit Hilversum onverwacht in den Haag aange
komen en zal eenige dagen ten huize van Wolmarans
(een der leden van ’t driemanschap) logeeren. Men
denkt, zegt ’t telegram uit Den Haag, dat Kruger een
samenkomst zal hebben met mevr. Botha, die gisteren
avond, dus Maandagavond, te Brussel zou aankomen.
1952
3991
2036
3884
1709
471
3977
1793
3982
374
ste
Ni<
kaï
Fr
nie
de
scl
nie
dis
ge
en
de
dr
al
Ei
de
aa
E<
zo
ht
C
kor
gen
uit;
bek
per
om;
zaa
dw
De
in
dN
hoi
kw
sch
de
lan
vo<
bet
sch
din
gi
or
za
Bryan Roberts heeft gisteren in het Eng. Lager
huis den minister van oorlog gevraagd of hij eenige
verklaring kon geven van de ongewone verhouding tus-
schen het aantal Boeren dat, volgens Kitchener, tus-
schen 31 Januari en 12 Mei gedood en gewond is
(304 139.)
Brodrick antwoordde dat daar de Boeren gewoonlijk
hun gewonden wegdroegen, het onmogelijk was te zeg
gen hoeveel er waren.
Boeren-sympathie te Budapest. Uit Budapest wordt
geschreven
De Boeren-deputatie, die door de bevolking met be
tuigingen van sympathie overladen wordt, bezocht in
den avond van den 8en Juni de club van de universiteit
en trok vandaar, begeleid door vele studenten en een
groote volksmenigte, naar het kerkhof om >p het graf
van Kossuth een krans te leggen. De deputatie ont
ving uitnoodigingen uit verschillende steden in de
provincie. De studenten kregen op hun adres aan Pre
sident Kruger een zeer vriéndelijk antwoord van den
heer Van Boeschoten, waarin gezegd wordt, dat de
Slapende schildwachten. De heer Brodrick deelde
dezer (dagen in het Engelsche parlement mede, dat
een-en-dertig man der Engelsche troepen in Zuid-
Afrika in de gevangenis waren gebracht, omdat zij
slapende op hun post gevonden waren. Met het oog
op het gevaar, dat door dit plichtsverzuim in oorlogstijd
kan ontstaan reeds heeft dit het verlies van ver
scheiden posten tengevolge gehad, zei de heer Brodrick
wordt door de krijgswet de doodstraf voor deze over
treding geëischt.
Arme stakkers
Reeds zijn twee man inJZuid-Afrika ter dood veroor
deeld, maar de doodstraf is door Lord Kitchener in
dwangarbeid veranderd. Ook voor andere overtredin
gen zijn soldaten tot dwangarbeid en gevangenisstraf
veroordeeld.
1955
hh.
en
r
Gesprek aan de ontbijttafel. Een onzer lezers is
zoo vriendelijk ons onderstaande vertaling te zenden
van een gedicht, dat dezer dagen voorkwam in de
Kladderadatsch
Klein Kitty kauwt haaf geroosterd brood
»Hoeveel Boeren, Pa, sloeg Kitchener dood
Toen sprak de Squire hoonend maar zacht
♦Gister waren het tien, en heden maar acht.<
Klein Kitty slurpt haar thee met rozenmond
»En hoeveel Boeren, Pa, heeft hij gewond
De oude bromt♦natuurlijk alweer
Twintig gekwetst, geen enkele meer.«
Klein Kitty smult van een zacht gekookt ei
♦Hoeveel van ons, liet de Boer toch wel vrij
Nu murmelt de oude »Van de Yeomanry,
Zoo ongeveer een geheele compagnie.»
Klein Kitty gaat aan de roastbeef te gast
♦Waarom houdt die domme Boer ze niet vast?»
♦Ach darling, had hij een St. Helena, voorwaar
Het halve Engelsche leger was daar.»
te mogen zeggen de éenige vriend van uw broêr; ik
heb u, zij ’t dan ook helaas slechts uit de verte, groot
zien worden. Ook mijnheer uw vader heeft mij zijn
vriendschap waardig gekeurd; ik meen dus dat wij
beiden alleen reeds uit familie-traditie niet eerst
met conventioneele leugens behoeven te beginnen. U
meendet een oogenblik redenen te hebben mij niet bij u
te moeten houden, maar toen was er iets in u dat in ver
zet kwam tegen die redenen en u zeide♦blijf hier.« Dat
is goed en daarvoor dank ik u. Wat vóóraf tegen mij
sprak, gaat mij niet aan. Wij zullen vermoedelijk
slechts een paar dagen en dan, wie weet, misschien
nooit weer samen zijn, ’t Zou heel mooi zijn, als we,
mensch tegenover mensch, van die paar dagen konden
profiteeren en allen conventioneelen rommel terzijde
stelden. Willen we
Hij stak haar de hand toe, waarin zij vrijmoedig de
hare leï.
♦Ik dank u. Ziet ge, het is ten slotte natuurlijk dat
ik de lievelingzuster van mijn ouden vriend gaarne
een beetje nader zou willen leeren kennen, als eerst
langs den omweg over broeder en vader en vervolgens
langs dien der conventie.*
Martha had op de tong te zeggen ♦gjj zult niet veel
opbeurends kennen leeren,* maar zij onderdrukte het.
Bitterheden konden tegenover de door en door oorspron
kelijke warmhartige frischheid van dezen man moeie-
lijk bovenkomen.
Slechts een pijnlijk trekje gleed over haar gezicht.
Hij zag ’t, want hij had den blik bijna nog niet van
dat mooie voorname schepsel afgewend.
♦Gij hebt geen gelukkig lot getroffen hij wilde
er bij voegen maar gij zult het overwinnen. Gjj
zijt zoo jong, zoo schoon daar ging de deur, waar
door hjj binnen gekomen was, open.
acht, omdat in die kaak zich met bevinden gewone snij
tanden (dentes incisivi) doch maaltanden (dentes mola-
res), wat meer bij oude lijken is geconstateerd.
Ook gedeelten van kleedingstukken, wollen stof en
leer, beide van uitstekende hoedanigheid en een san
daal met zeer waarschijnlijk bijbehoorend riempje wer
den ons vertoond.
Het geheel kan als een mooie vondst worden aange
merkt.
H. M. de Koningin-Moeder is gisterenavond per
extra-trein uit ’t buitenland te Soest dijk aangekomen.
Z. K. H. de Kroonprins van Siam zal op zijn
reis door Europa in het laatst dezer maand ook een
bezoek aan Nederland brengen en alsdan door H. M.
de Koningin worden ontvangen.
Een anecdote van Keizer Wilhelm. Keizer Wilhelm
heeft, wat men noemt, een ♦tic*: zoodra hij wat uit
zijn humeur is, neemt hij zijn rechter oorlel tusschen
duim en vinger en trekt er hevig aan.
Tijdens zijn verblijf in Engeland bij de begrafenis
van Koningin Victoria, ontving de keizer, toen hij bij
dens Hertog van York op bezoek was, een telegram. Het
bevatte zeker iets onaangenaams, want hij begon het
bewuste lichaamsdeel te mishandelen. Op eens zei het
kleine zoontje van den Hertog, prins Eduard Albert,
die zes jaar oud is:
♦Zeg eens, oompje, waarom trek je zoo aan je oor?*
♦Omdat ik uit mijn humeur ben, mijn jongen.*
♦En doe je dat altijd als je uit je humeur bent?*
♦Ja, mijn jongen.*
♦En als je heel erg boos bent, wat doe je dan?*
♦Dan trek ik aan het oor van iemand anders*, was
het antwoord.
Zou die andere bij toeval soms de rjjkskanselier zijn?
vraagt een Fransch blad, die deze anecdote meedeelt.
Een officieel telegram uit Kaapstad van den
6en luidt: In de afgeloopen week 18 pest-gevallen,
waarvan 10 met doodelijken afloop. Tot den 7en Juni
werden 173 Europeanen aangetast. 57 Europeanen
stierven.
Boeren nog steeds met geestdrift voor hun vrijheid en
onafhankelijkheid strijden,
Verkiezings-reclamewagens. In Amsterdam zijn we
de reclamewagens voor de verkiezingen al gewend
gisteren b.v. reden er al weer een drietal door Buurt
Y. Y. ’t Schjjnt, dat dit voorbeeld nu ook in de provin
cie navolging vindt. Men schrijft althans uit ’t kiesdis
trict ♦Winschoten* aan de ♦Prov. Gr. Ct.
De socialistische reclamewagen!
De Kamerkiezing in ons district brengt al heel wat
drukte met zich mee. Geen plaatsje zoo klein, of er
wordt een vergadering gehouden.
De heer E. Brader Bzn. of zijn partij begint
heden op Amerikaansche wijze, met een reclamewagen.
Hoe deze er nu uitziet? Daaromtrent deelt men ons het
volgende mede
Stel u dan voor een Oldamdster boerenwagen, be
spannen met een knol. Daarop twee personen en een
groote teekfcning op doek a la Braakensiek de eene
persoon vervult de rol van voerman, de andere is met
een groote bel gewapend en »doet uitlegging van de
prent*, die laten we dit er aanstonds bij voegen
zeer verdienstelijk moet geteekend zijn.
Op de ♦prent» een oude, afgetobde arbeider aan een
tafel, waarop een schaal met aardappelen en water.
Daarnaast de heer Brader, broederlijk met de linkerhand
op den schouder van den afgeleefde en met den rech
terwijsvinger wijzende op een tweede tafel een tafel
wel bereidvleesch, wijn, groenten enz., en waaraan
een corpulente heer is gezeten.
En met deze reclamewagen zal een tournee gemaakt
worden door ons kiesdistrict.
Vreeselyk. Een zeer treurig voorval had Zondag te
Ambt-Ommen plaats. De 31-jarige landbouwer W. J.
V., iemand met gekrenkte geestvermogens, heeft in
een vlaag van waanzin zichzelf verbrand. Na eerst een
hoop stroo bij een omheining gebracht te hebben heeft
hij zich aan een paal vastgebonden en daarna het stroo
in brand gestoken. Toen zijn huisgenooten het onge
val bemerkten, vonden zij een reeds gedeeltelijk ver
koold lijk.
Gisterenavond half zeven kwamen Koningin Wil
helmina en Prins Hendrik te Oldenburg aan, voor hun
tweedaagsch bezoek aan het Hof aldaar. De Groot
hertog ontving de vorstelijke personen.
Moord. Adam de Jong, kuiper, te Dubbeldam, die
Donderdag j.l. door het gerechtshof te ’s-Gravenhage
tot 20 jaren gevangenisstraf is veroordeeld, wegens
moord op zijn huisvrouw, heeft tegen die uitspraak
cassatie aangeteekend.
Een rekel. Met assistentie van een agent van politie
van Utrecht, gelukte het gisteren den rijks-veld wachter
van Bunnik eenige opgeschoten jongens bij de Lunet
ten I te snappen, terwjjl zij bezig waren het wande
lende publiek langs dien weg te molesteeren. Een der
jongens werd gegrepen. Toen evenwel de rijks-veld-
wachter zich met hem over een sloot gelegde plank
begaf, gaf de jongen den man der wet een duw, die
dezen in het water deed tuimelen. De jongen ont
kwam hierdoor. Zijn naam is echter bekend, zoodat
hij zijn straf wegens dezen ♦groben Unfug*'niet zal
ontgaan. {U. D.)
Gisterenmiddag 12 uur is het Koninklijk Paar
per expres uit Schwerin naar Oldenburg vertrokken.
Het hof en de hooge ambtenaren deden uitgeleide. Eene
talrijke menigte bracht ovaties.
Eene belangrijke ontmoeting. Zaterdagmorgen kwam
mevr. Botha met de Dunvegan Castle te Southampton
aan. Zij was vergezeld van den heer Fischer, zoon van
den secretaris van Oranje-Vrjjstaat, het hoofd van ’t
reeds zoolang in Europa vertoevend driemanschap. De
heer Fischer Jr. is daartoe op parool vrijgelaten. Mevr.
Botha gaat eerst naar Londen, zij heeft haar jongste
zoon meegenomenhare beide dochters zijn bij familie
leden in Afrika; ook was bij haar eene Hollandsche
dame, mevr. Michelson, die haar gedurende de zeereis
vergezelde. Mevr. B. had nog al last van de zeereis.
Maar daardoor kon zij ook te beter aan belangstellende
vragen omtrent den toestand in Afrika ontkomen. Zij
beeft dan ook niets uitgelaten.
De »Daily Mail* deelt mede, dat mevr. Botha zich
gedurende de reis met de grootste bewondering over
Lord Kitchener uitliet. Zij beschreef hem als een recht
vaardig, edelmoedig en vriendelijk man, die steeds
stipt zijne beloften nakomt. Uit Brussel wordt gemeld,
dat haar ontmoeting met Kruger op Woensdag is
vastgesteld. Zondag woonde zij te Londen den dienst
bij in de St. Paulskerk. Aangaande de reis liet Fischer
zich door een Engelsch correspondent interviewen. Hij
vertelde, dat mevr. Botha in de eerste plaats voor hare
gezondheid naar Europa ging, doch dat zij, met Kit
chener’s goedvinden, pogen zou al haar invloed aan
te wenden om tot een beteren stand van zaken te komen
en de ellende van haar land te verzachten. Haar daden
blijven echter geheel voor eigen rekening. Mocht
Kruger andere inzichten hebben, dan zpu een deel der
strijdenden in Transvaal zich waarschijnlijk afscheiden
en onderwerpen. (Men bedenke, dat dit een Eng. tele
gram is van een regeeringsgezind blad.)
President Kruger, vergezeld van dr. Leyds, is gis-
met het uitzicht op de zee, stond gedekt en was met
bloemen versierd. Martha wierp er een laatsten onder
zoekenden blik op. Zij wist dat zij haar vader er ge
noegen mee doen zou, als zij zijn gast feestelijk ont
ving. Vervolgens keek zij op de pendule. Binnen een
kwartier zouden ze hier kunnen zijn. Zij voelde zich
erg beklemd. Zij had het gevoel, als moest zij voor een
rechter komen.
Op dit oogenblik werd aan de deur van de terras
kamer geklopt, Martha, geheel in gedachten verzon
ken, hoorde er niets van. Daardoor schrikte zij even,
toen de deur werd opengedaan en op den drempel een
vreemdeling verscheen van middelbare grootte, eenig-
zins breed van postuur, bruin-rooden puntbaard en
knevel en een in goud gemonteerde bril voor de don
kere, verstandige oogen. Alvorens hij nog den slap
viltenhoed had afgenomen, waardoor een hoog, sterk
gewelfd voorhoofd te zien kwam, wist Martha dat het
Max Steffens was.
Zóó en niet anders moest de man er uitzien met
wien hare gedachten zich gedurende de laatste weken
zoo vaak hadden bezig gehouden. Alvorens hij nog
een woord had kunnen zeggen was zij opgestaan en
in haar lang sleepend mousselinen kleed, dat hare slanke
gestalte nog grooter deed schijnen als zij in werkelijk
heid was, naar hem toegegaan.
♦Mijnheer doctor Steffens vroeg zij met van diepe
ontroering dalende stem.
Met eene levendige vroolijke beweging stak de
doctor haar de hand toe, waarin zij aarzelend de hare
legde.
♦Ja, die ben ik. En ik heb zeker de eer, Martha
hij verbeterde haastig ♦mevrouw de barones Eber-
•tein
Zij knikte toestemmend met het hoofd.
De kleine Eva kwam met haar nieuw ontwaakte
levendigheid de kamer binnenstormen. ♦Stel je voor,
Martha, mijnheer de doctor
Steffens ving de kleine wildzang in zijne armen op
en hief haar in de hoogte, »Is er al.«
Daarop kuste hij het van verbazing stil geworden
kind op de goudbruine lokken en liet het weder op den
grond zakken toen hij Haland zag binnenkomen.
Met uitgestrekte handen liep hij hem tegemoet.
♦Daar ben ik, waarde heer directeur, ingevolge uw
welwillend verlof*, en met een halven blik op Martha,
♦en blijf ik hier een poosje, als gij ’t goedvindt.*
En Haland nam de hem toegestoken handen van
den jongen man warm in da zijne en zei niet» als:
♦Dat ’s het verstandigste, Max, wat gij doen kunt
Welkom, hartelijk welkom
Toen sloeg ook hij een blik op Martha.
Toen hij haar staan zag, de kleine Eva de armen om
haar heen geslagen, in hare vroegere rustige harm onie,
een zacht rood op het tot hiertoe zoo bleeke gezicht,
kwam een glans over zijn gelaat. Het scheen hem nu
reeds toe, als had hij niet te vergeefs gehoopt op den
gezonden invloed van den frisschen, prachtigen man.
Heldere zonnige, niet te warme dagen, heldere door
de maan verlichte nachten volgden.
De kleine Eva was, zooals de directeur het noemde:
uit de zieken- en kinderklas ontslagen, en met hun
vieren doorkruisten zij het boomrijke eiland, vaak eerst
bij maanlicht terugkeerende in het stille dorp.
Wordt vervolgd.
De omstreken van Haarlem. Onder dit opschrift
plaatsten we in ons nummer van Woensdag 5 Juni een
artikel, waarin we de ruïne van Brederode gedeeltelijk
gerestaureerd noemen. Met dit herstellen wil men
steeds doorgaan, om het vermaarde kasteel geheel in
zjjn oorspronkelijken toestand te brengen. Thans wordt
zegt ’t Haarlemsch Advertentieblad, de toren hersteld
in den ouden toestand. De ontbrekende vloeren wor
den gelegd en de toren vaneen dak voorzien. Tevens
worden lichtramen aangebracht, alles volgens de oude
teekeningen. Het plan schijnt te zijn in dat gedeelte
der ruïne een klein museum te stichten van de bij
vroegere gelegenheden opgegraven otfuheden, die thans
in een groote glazenkast in het logement ♦Velserend*
worden bewaard.
Uit oude tijden. Bij ’t turfgraven in een veentje van
den heer Van Vloten, onder de gemeente Beilen, werd,
naar aan de ♦Asser Ct.« wordt gemeld, voor eenige
dagen een schoen gevonden en later werd uit het veen
te voorschijn gebracht een nog gaaf en goed in den
vorm zittend menschelijk geraamte.
Nader bleek, dat er twee menschengeraamten en de
schedel van een kind in ’t veen zaten. Bij het een
lag de tong nog in den mond, en neus en ooren waren
nog aanwezig.
Woensdag bracht de burgemeester van Beilen, verge
zeld van politie, een bezoek aan de veenkuilen, waar de
drie menschengeraamten zijn gevonden. Na eenig gra
ven vond men nog een vierde geraamte van een mensch
en verscheidene zoo goed als gave kleedingstukken.
Ook vond men eenige stukken dik zwaar zoolleer.
In verband met deze vondst werd dato 7 Juni uit
Hoogeveen aan de ♦Asser Ct.« nog het volgende ge
schreven
Naar aanleiding van een bericht uit Beilen omtrent
het vinden van menschengeraamten in het veen, een
meter onder de oppervlakte, kunnen wij meedeelen,
dat de heer G. J. Landweer Jz., die meermalen opgra
vingen deed, zich naar de vindplaats heeft begeven en
ook gedeelten van die lichamen heeft meegenomen.
Wij zagen een welgevormd en door het veen goed
geconserveerd handje, waarschijnlijk van eene jonge
vrouw, waaraan de vingers nog van nagels zijn voor
zien, een schouderblad en stukken schedel, waaronder
vooral een stuk bovenkaak van groot belang wordt ge-
Een goede dag. Zondagmorgen 127, uur arriveerde
voor de Wandelpier te Scheveningen de raderstoomboot
♦Zeeland», van Rotterdam, met een 300-tal passagiers
Door het lage water was het onmogelijk aan de pier,
te meeren, hoeveel moeite de kapitein zich ook ge
troostte. Ten slotte verscheen een visscherspink die
in 4 keeren 125 passagiers behouden aan wal bracht.
Voor de visschers was dit een goede dag, daar voor
ieder persoon 25 cents moest worden betaald.
Urnen. In het Eeserveld, gem. Borger, zijn dezer
dagen een viertal zeer fraai gevormde en grootendeels
gave urnen gevonden, waarvan de hoogte van 9 tot
12 cM. varieert, en welke met overblijfselen van asch
en beenderen gevuld waren.
Mierenplaag. Uit Havelte wordt aan de Mepp. Ct.
gemeld
De mieren zijn, zooals bekend is, zeer vlijtige diertjes.
In ons dorp gaan ze hier en daar in hun Ijver zoover,
om de woningen der menschen binnen te dringen.
In een gezin hebben ze o. m. beslag op de bedden
gelegd en marcheeren ze bij duizendtallen over kussens
en dekens. In een ander huis weer kwamen ze in
zoogrooten getale opzetten, dat de bewoners wel de
vlucht moesten nemen.
SNEEK. Bij de gisteren gehouden stem
ming ter vervulling van vijf plaatsen in de
Provinciale Staten van Friesland in het kies
district Sneek werden uitgebracht 6200 stem
men, van onwaarde waren 82 stemmenaan
tal geldige stemmen alzoo 6118; volstrekte
meerderheid 3060.
Uitgebracht werden op:
G. E. de Boer, Joure, lib.
L. Dokkum, Koudum, anti-rev. aftr.
P. Fennema, Sneek, lib.
P. Groeneveld, Gauw, chr.-hist.
J. de Jong Dz., Koudum, lib.
B. Keverling, Joure, chr.-hist.
W. Kroese, Workum, chr.-hist. aftr.
C. C. Paehlig, Sneek, lib.
H. Pollema, Nijland, anti-rev. aftr.
P. Rinkema, St. Nicolaasga, chr.-hist.
J. Rijpkema, Nijega (Doniaw.), kath. aftr. 3704
A. H. Tromp, Woudsend, lib.
Herkozen alzoo de aftredende leden de
Dokkum, Kroese, Pollema en Rijpkema
gekozen de heer Groeneveld.
Het aantal kiezers bedraagt 9053.
Naar ons wordt meegedeeld, heeft
heer A. T. Hingst de candidatuur voor den
Gemeenteraad niet aangenomen.
tei
mi
de
♦Maar ik bid u, kom toch binnen.*
♦En uw papa?*
♦Dien moet u zeker gemist hebben. Hij is met de
kleine Eva naar de landingsbrug gegaan.*
De doctor begon helder te lachen.
Dus eene vergissing in optima forma. Ik ben met
den trein gekomen. Ernst, van wien ik vele groeten
moet overbrengen, ried het mij aan. Maar de afstan
den zijn zeker zoo groot niet Papa zal wel spoedig
terug zijn
Van uit zee kon men het aanslaan van een bel hoo-
ren.
♦Hoort gij Dat is het signaal van vertrek van de
boot waarmee u verwacht werd. Papa zal uiterlijk
over tien minuten hier zijn.*
Doctor Steffens knikte even,
mag ik bij u blijven
Een zacht blosje steeg op in Martha’s bleek gezicht.
Steffens vrijmoedige houding had haar tot nu toe ge
heel doen vergeten hoezeer zij reden meende te heb
ben, een samenzijn met hem te moeten vreezen. Eerst
thans, nu zij zich door zijn vraag het alleenzijn met
hem bewust werd, voelde zij weder die angstige schuw
heid.
Steffens had naar zijn hoed gegrepen. Met slecht
bedwongen spijt zeide hij
♦Ik zie, mevrouw de barones, dat u ’t niet goedvindt.
U zult misschien wel zoo vriendelijk willen zijn mij
den weg aan te duiden, uw papa tegemoet?*
Zij stond een oogenblik besluiteloos. Vervolgens
schudde zij, als om iets af te weren waarmeê zij ’t niet
klaar kon krijgen, het hoofd
♦O neen, ik verzoek u hier te blijven, ’t Was maar
Haastig en opgewekt viel hij haar in de rede
♦Mevrouw de barones, ik ben de oudste en ik geloof
i
I
hie
nas
Ne
din
tig
oef
all<
baa
ver
bij
var
uit
der
ver
ter
hei
F.
clu
351
191
en
Gi
dei