MITO- El AIIVEKTE1ÏÏ1EBLAD
De roede in de Duitsche school.
VMK SO KJ OUSTffiKl
No. @5.
Woensdag 27 November ISOL
58© Jaargang.
Op het laatste oogenblik.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Otficieele Advertentie.
FEUILLETON.
1
erbarmelijk levenslot!*
19.)
-
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 8 maanden,
franco per poet f0,60.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE, LICHTING 1902.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente Sneek brengen ter voldoening aan art. 87 der
wet op de Nationale Militie van den 19 Augustus
1861 (Staatsblad no. 72), gewijzigd en aangevuld bij
de Wet van 2 Juli 1898 (Staatsblad no. 170), nader
gewijzigd bij de Wet van 22 Juli 1899 (Staatsblad
no. 174), ter openbare kennis, dat de zitting van den
Militieraad voor deze Gemeente zal worden gehouden
te Bolsward in het Gemeentehuis, op Woensdag den
18 December 1901, des voormiddags ten 101/, uur, en
dat voor dien Raad moet verschijnen de loteling, die
vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of
gebreken of wegens gemis van de gevorderde lengte.
Sneek, den 16 November 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van dek LAAN, Secretaris.
Roman van Henriette v. Mebrheimb.
In den laatsten tijd is er in de onderwijzers
wereld, vooral te Amsterdam, heel wat bewe
ging geweest naar aanleiding van een Am-
sterdamsche gemeenteverordening, waarbij aan
de onderwijzers aldaar, op straffe van ontslag,
het toedienen van lichamelijke kastijdingen
verboden wordt.
In verschillende vergaderingen zijn de lijf
straffen ter sprake gebracht en er waren zoo
wel besliste tegenstanders als ijverige verde
digers.
Nu willen we hier niet over da opvoedkun
dige waarde van dit tuchtmiddel spreken.
De werking der straf en die der lijfstraf in
’t bijzonder, hangt van verschillende omstan
digheden at, waaronder de persoonlijkheid des
onderwijzers en die van ’t kind, de plaats waar
en de wijze waarop de toediening geschiedt,
de reden, enz. al zeer voorname zijn.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Vervolg.)
.Bijzonder interessant overigens op te merken,* ging
Königseck voort, >hoe ’f op zoo’n vrouwenkopje werkt, dat
zich inbeeldt dat men hare ideale gevoelens deelt, om
dan plotseling tot het besef te komen, wat men eigen
lijk slechts aan haar bemint en begeert.* Hij lachte
even.Brutaal, maar brutaal klinkt elke onverbloemde
waarheid; niemand wil haar kennen, men prefereert
verreweg de verniste leugen.
Koel, heerlijk koel deze stille avonden daarbinnen
al die danzende narren met hun gezwets I Onze brui-
loftsgebruiken zijn niets beter dan die der wilde volks
stammen, die het bruidspaar met de hoofden tegen
elkaar bonzen en huilend om hen heenspringen.
Als ik de vrouw beminde, die ze mij morgen laten
trouwen, zou niets in staat geweest zijn mij bij hunne
laffe feestelijkheden als hoofd-acteur te doen optreden.
Ik zou met haar hier of daar naar de groene eenzaam
heid gevlucht zijn en mijn afgod in stilte hebben
aangebeden, maar zóó Maar zullen nu niet de
vele ooms en tantes ons hun goedkoopen zegen mee
op reis geven en zich bij gebraden kalkoen en pastijt-
jes over ons verheugen?
Banaal, als den geheelen weg dien ik gekozen heb.
Een huisdier, even als de anderen. Een klein garni
zoen, kleine eerzucht, klein dwaas vrouwtje, een
haar arm onder het hoofdkussen. Met innige teederheid
keek zij in ’t geliefde gezichtje. Voor de laatste maal
-nooit zou zij zóo weer aan het bed der zoete
meisjesbloem zittenJa, Baby zou wel vaak overko
men voor een bezoek, maar ’t zou toch heel anders
zijn als nu.
»Zoo gelukkig, moedertje, zoet-lief moedertje*, vlei
de Baby. »0, mamaatje, ik weet alles wel wat gij
voor ons gedaan hebt! Hoe zal ik u daarvoor ooit ge
noeg danken?*
«Lieveling. Alleen daardoor, dat gij gelukkig wordt.
Baby, mijn kleine lieveling, ’k zou het niet kunnen
verdragen, als je ’t niet werd.*
.Maar, mamaatje!* De jonge bruid begon te lachen
.Zie eens moedertje, de krans van viooltjes is al geheel
verdord, hij ziet er uit als een doodskransWij zullen
hem maar wegsmjjten, niet waar?*
Mevrouw van Brandenfels ging een huivering
door de leden.
.Zeg zooiets niet, Baby. Geef hem mij maar, ik zal
hem opbergen in de kast, waar ik al de kleine dingen
van je heb opgeborgen: je eerste schoentjes, de lange
lokken die ik indertijd na je ziekte afknipte
De stem begaf haar plotseling zij boog het grijze
hoofd en leï het naast haar op het kussen.
.Mijn kleine, mijn eenige, als je maar gelukkig
wordt maar gelukkig.*
lijden
Nu luidt echter 223 van ’t Pruisische
Strafwetboek .Die met opzet een ander licha
melijk mishandelt, wordt met gevangenisstraf
tot 2 jaren of geldboete tot hoogstens 1000
mark bestraft.
Nu gebeurt ’t in den laatsten tijd vaak, dat
een tuchtiging zonder letsel, dus volgens art. 6
b.g. niet strafbaar, eenvoudig gestraft wordt
volgens 223 van ’t Wetb. van Strafrecht.
Vandaar beweging onder de Pruisische on
derwijzers. De grens tusschen kastijden en
mishandelen is niet juist te trekken en hangt
af van persoonlijke opvattingen en dan wor
den de Pruisische onderwijzers wel in een
moeilijk parket gebracht, doordat de rechter
naar believen art. 4 en 6, of 223 kan aan
halen.
Nog erger is ’t echter geworden, doordat in
art. 4 b.g. 't woordje kunnen voorkomt.
Vroeger werd gehandeld, alsof dit woordje
er niet in voorkwam, maar in den laatsten tijd
werden vonnissen geveld alleen op gezag van
dat woordje kunnen.
Want is de grens tusschen kastijden en mis
handelen niet te trekken, nog minder is uit
te maken, wanneer de gezondheid kan bena
deeld worden, ook maar op de geringste wijze.
De Pruisische onderwijzer bezit dus ’t recht
van tuchtigen, maar ’t wordt hem een zeer ge
vaarlijk recht.
Zoo werd een onderwijzer veroordeeld, om
dat bij een kastijding een slag op de dij te
vens bij de knie terecht kwam, waar een ze
nuw tamelijk dicht onder de oppervlakte ligt
en getroffen had kunnen worden.
Een oorvijg voerde tot veroordeeling, om
dat het trommelvlies beschadigd had kunnen
worden.
Geen wonder, dat er in de Pruisische on
derwijzerswereld stemmen opgaan, die zeggen
Wijzig de b.g. artikels, zoodat wij aan de wil
lekeur des rechters ontkomen of hef het
heele tuchtigingsrecht op.
Zij wenschen dus eindelijk te komen tot een
toestand, waarin in ons land ’t onderwijs en
strafrecht reeds lang verkeert.
Hier volgt een korte bloemlezing uit ver-
oordeelingen van den laatsten tijd. Wij halen
ze aan als illustratie van Duitsche toestanden.
I. Voor een toegediende oorvijg werd een
onderwijzer veroordeeld tot 1. »Schmerszengeld«
100 mark; 2. wegens verminderde .Arbeits-
»Maar, Horst, wat sombere rimpels!* Baby streek
met haar kleine hand over zijn voorhoofd. »En wat
zijtge lang weggeweest! Zeker wel twee uren; er zijn
al eenigen vertrokken. Ik verlangde zoo vurig naar je
Zij lei hare zachte wangen tegen zijne in de nacht
lucht koud geworden hand
.Gabrielle, zoudt ge mij niet een beetje minder kun
nen liefhebben zei hij zacht. .Geloof mij, kind, der
gelijke overdreven gevoelens deugen niet. Je zult er
je-zelf verdriet mee bereide i!«
•Maar, Horst, hoe kan je dat zeggen 1 Zoo waart ge
nooit. Ik kan niet anders ds zielsveel van je houden.
Al zoudt ge mij met voeten treden, toch zou ik je
aanbidden
Natuurlijk: Katchen of Gretchen zoo zjjn lief
hebbende vrouwen 1 De een wordt mishandeld, de an
dere verlaten zij willen het echter niet anders
hebben
Hij nam haar kopje tusschen zijne handen.
.Kleine dwaas, gij zoete, kleine! Je krans van vi
ooltjes is geheel verwelkt; ’t is hoog tijd te gaan
slapen. Droom maar zoet dezen laatsten nacht in
huis.*
Baby knikte gelukkig lachende. Op verzoek harer
moeder ging zij nog eerder dan de anderen naar hare
kamer. Zij lag al in bed, toen mevrouw van Branden
fels, nadat alle gasten vertrokken waren, zachtjes boven
kwam.
»Ik slaap nog niet, mamaatje, kom maar bij mij.*
Het min of meer verkreukelde rooskleurig kleed
hing over den stoel, de verwelkte krans van viooltjes
lag er op.
Haar moeder knielde neer naast het bed en schoof
De trouwpartij had haar gewoon verloop. Een korte
loop langs het met bloemen bestrooide pad naar de
kleine dorpskerk, waar de oude geestelijke, die de bruid
gedoopt en aangenomen had, nu, zelf ontroerd, ook
voor haar de trcuwrede hield.
Een zeer ernstige rede. Hij wendde zich bijna uit
sluitend tot den bruidegom, wien hij zijne groote ver-
fahigkeit* in ’t 1ste jaar 87 M.; 3. wegens ’t
zelfde in de volgende 9 jaren 1890 M 4.
schadevergoeding voor verminderde .Heirats-
fahigkeit* 800 M.; 5. verplegingskosten 81 M.
Dus samen 2958 mark.
II. Bij een meisje werd heupgewricht-ont-
steking geconstateerd. De rechtbank nam aan,
dat een vroegere tuchtiging op school hiervan
de oorzaak was en veroordeelde den betref-
fenden onderwijzer tot 15 dg. hechtenis, 500
mark boete en tot betaling van 719 mark
In
antwoordelijkheid, de ernstige plichten, die hij op zich
nam, duidelijk trachtte te maken.
.Elke traan uwer vrouw zal u eenmaal voor God
aanklagen
De stem van den ouden man trilde; dat klonk niet
enkel als eene waarschuwing, neen, bijna als eene
treurige voorspelling.
Onmiddellijk op de trouwplechtigheid volgde het
diner met vele toosten vervelende en amusante; een
wederkeerig bewierooken der beide nieuw verbonden
families, waarvan ieder zich in stilte verreweg de
voornaamste achtte, ofschoon de met den toost belaste
spreker natuurlijk de hooge eer en het onuitsprekelijk
genoegen uitsprak over de nieuwe verwantschap.
Bij het presenteeren der koffie stond men in
groepjes bij elkaar, terwijl het jonge paar intusschen
zoo stilletjes en behendig verdween, dat pas het rollen
van het rijtuig allen haastig naar ’t venster lokte.
’t Laatste wat zij zagen was Gabrielle’s half
lachend, half schreiend gezichtje, dat zich uit het
raampje boog.
Helene en Ilse zochten eindelijk haar moeder op,
omdat deze maar niet terugkwam.
Zij vonden haar in Baby’s verlaten kamertje met
de kleine witzijden schoentjes der bruid in de hand.
Zij stak hare dochters de handen toe.Dank, lieve
kinderen, dank, dat ge naar mij komt zien. Maar ik
bid u, laat mij nog een poosje geheel alleen!*
Hare dochters gingen weer zachtjes weg. Buiten
voor de deur bleven zij luisterend staan.
Een hartverscheurend snikken en schreien trof
hare ooreneen schreien, zóo wanhopig, zóo trooste
loos, als van degenen die geen hoop meer hebben!
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Het jonge paar slenterde dooi de mooie straten van
Als vaststaand kunnen we aannemen, dat
de toepassing der lijfstraf in de Nederlandsche
school zeldzamer en gematigder is geworden,
welk feit samenhangt met den meer vertrou-
welijken, gemoedelijker, omgang tusschen on
derwijzer en kind, met minder bevolkte klas
sen en misschien nog andere redenen.
We willen alleen opmerken, dat in de Ne
derlandsche schoolwereld nooit een drang, een
verlangen naar wettelijk gewaarborgde vrij
heid van kastijding heeft bestaan. De Duit
sche onderwijzer bezit deze reeds lang in den
vorm van het .Züchtigungsrecht.*
We willen hier niet over de waarde van
dit recht spreken en alleen maar opmerken,
dat we betwijfelen, of dit recht wel een voor
recht is.
In den laatsten tijd zijn twee dingen opge
vallen: vooreerst het groot aantal veroordee-
lingen wegens mishandeling in de school en
dan het gebruik maken, of liever, misbruik
maken van lijfstraffen, om aan hun taal ge
hechte Polen in Oost-Duitschland aan de dier
bare .Deutsche Sprache* te gewennen.
Over dit laatste vernamen we uit Duitsche
correspondenties, hoe geheele klassen van de
oudste kinderen zeer hardhandig werden afge
dekt. omdat die 12- of 13-jarigen weigerden,
een les in ’t Duitsch te leeren of op te zeggen.
Wat ’t eerste betreft, staat men werkelijk
verbaasd over de veroordeelingen. Hierover
’t volgende:
Als grondslag van ’t tuchtigingsrecht geldt
in Pruisen de kabinetsorder van 14 Mei 1825,
waarin bepaald wordt bij:
Art. 4. De kastijding mag zich nooit uit
strekken tot mishandelingen, die de gezond
heid van het kind ook maar op de geringste
wijze kunnen benadeelen.
Art. 6. Wordt de maat der tuchtiging, zon
der nochtans werkelijk letsel toe te brengen,
overschreden, dan zullen op den betrokken
onderwijzer .disziplinarstraffe* worden toege
past.
Wordt daarentegen werkelijk letsel toege
bracht, dan zal gerechtelyke vervolging plaats
hebben.
Er moet dus werkelijk letsel zijn toege
bracht, vooraleer de Pruisische onderwijzer met
den strafrechter in aanraking komt.
Onder letsel wordt dan niet gerekend
Schwielen, striemen, blauwe flecke, leichte
haubtabschürfungen, enz. (Dus ’t kan nog wat
proceskosten.
III. Een ongelukkige klap, toegediend door
een 21-jarig onderwijzer, beschadigde ’t trom
melvlies bij een meisje, dat dientengevolge 4
mnd. behandeld moest worden in een kliniek.
De onderwijzer trof een minnelijke schikking
en betaalde 206 mark verplegingskosten en
een aanzienlijke schadevergoeding.
IV. Een onderwijzer tuchtigde een weer-
spannigen leerling, die, met de armen om zich
heen slaande, zijn elleboog zoo hevig tegen
het vensterkozijn stiet, dat een gewrichtsont
steking volgde, die blijvende stijfheid van den
arm tengevolge had. De rechter, aannemende,
dat de onderwijzer de tuchtiging had moeten
staken, zoodra hij den knaap niet meer meester
was, velde een veroordeelend vonnis. De pro
ceskosten bedroegen 500 mark en de vader
vroeg 6000 mark schadevergoeding.
V. In Remscheid kreeg een leerling been
vliesontsteking in ’t kniegewricht, tengevolge
van een kastijding op school, waardoor hij voor
altijd een korter en krom been zal houden. De
gevraagde schadevergoeding bedraagt 2800
mark, benevens een wekelijksche uitkeering
van 21 mark.
Hiermee zouden we kunnen doorgaan.
In Pruisen zijn de onderwijzers verantwoor
delijk voor alle ongevallen, overkomen aan
leerlingen, gedurende den tijd, dat zij onder
hun toezicht staan, zooals op school, op de
speelplaats bij het turnen, op schoolreisjes, enz.
Ons, Nederlanders, klinkt ’t vreemd in de
ooren, dat, tengevolge van de vele veroordee
lingen wegens .overschrijding van ’t tuchti
gingsrecht* tot de gemeentebesturen ’t verzoek
gericht wordt de kosten van de premies (waar
door de onderwijzers zich tegen veroordeelin
gen als bovengenoemd verzekeren) te betalen
uit de openbare kas.
Sommige provinciale besturen geven nog
bijzondere instructies aan de onderwijzers, bv.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
>in,
OURANT