WF
MMS- BS IIITOWMAII
De ontwikkeling van den Handel.
WK Sfflk r.\ OK'IWS. I
Ongelijk in Rang.
Zaterdag? IL^Mei 1806.
No. 36.
1
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Jacht en Visscherij.
Feuilleton.
I
61©
I.
BÈs
III.
-
HOOFDSTUK XIII.
30.)
L
3.
Vrij bewerkt door MJ. KORVING.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat ter Secretarie
dier gemeente, kosteloos verkrijgbaar zijn, aanvragen
tot het bekomen van Jacht- en Vischakten, voor het
seizoen 1906/1907.
Tevens wordt in herinnering gebracht, dat aan een
en denzelfden persoon niet meer dan eene kleine visch-
akte voor één vischtuig wordt verleend, zoodat zij, die
met meer vischtuigen wenschen te visschen, gehouden
zijn eene groote vischakte aan te vragen.
Belanghebbenden worden verzocht hunne aanvragen
voor den len Juni e. k. ter Secretare dezer gemeente
in te leveren.
Sneek, den 9 Mei 1906.
De Burgemeester voornoemd,
P. FENNEMA L.-B.
gint haar verdriet opnieuw.*
Plotseling schoot hem in, dat sedert eenigen tijd
Angelina’s stemming en voorkomen veel verbeterd
waren, ofschoon haar geen brieven uit Rusland in
handen waren gekomen.
»Wat moet dat beteekenen dacht hij. «Zou zij Fedor
Bariatinsky vergeten hebben Eenige weken geleden
scheen zij om hem den dood nabij te zijn, en nu
Hm! Het is niet waarschijnlijk, dat hij te Berlijn is,
neen Zijn gelaat betrok en zijn kleine, donkere oogen
schoten vuur. «Zij heeft hem vergeten en dat is ook
het beste, wat zij doen kan maar laat haar nu voor
zichtiger zijn en haar hart niet ten tweeden male weg
schenken aan iemand, die haar niet waardig is.«
Het bloed schoot hem als vuur door de aderen bij
de opkomende gedachte, dat prins José misschien An
gelina’s hart veroverd had. En nam hij de menigvuldige
bezoeken van Medina en de nieuw opbloeiende schoon
heid en levenslust van zijn meesteres in aanmerking,
dan kwam hem dit vermoeden al meer en meer ge
grond voor.
«Die vervloekte schurkmompelde Benedetto knar
setandend. «Natuurlijk ontmoet zij in de diergaarde
niemand anders dan dien Spanjaard. Fedor Hoe kon
ik nog een oogenblik aan hem denken! Die zit kalm
pjes in zijn heilig Rusland.*
Toegevende aan een plotselinge ingeving, snelde hij
Angelina achterna. De morgenwind speelde met zijn
onbedekte haren en woei die hem in het gelaat. Daarop
sloeg hij evenmin acht als op de verbaasde blikken der
voorbijgangers, die hem, het hoofd schuddende, nake
ken, terwijl hij als een opgejaagd hert de straat langs
snelde.
Weldra was er nog slechts een afstand van enkele
schreden tusschen hem en Angelina, en nu begon hij
ontberen.*
«Je bent wel goed,* zeide Angelina halfluid.
»Het lijkt wel, of je volstrekt niet verheugd bent
over ons voorstel, om bij ons te komen inwonen,*
merkte Sulkowsky op.
Angelina glimlachte gedwongen.
»0 zeker, het verheugt me bijzonder,* verzekerde
zij met zwakke stem.
Dien nacht lag Angelina met open oogen en luid
kloppend hart op hare legerstede.
♦Hoe zal het gaan, als ik bij Gemma mijn intrek
neem P« vroeg zij zich zelve af. >Dan is Fedor stellig
voor mij geheel verloren.* Zij kwelde zich met bittere
zelfverwijten, omdat zij tot dusver nog geen stappen
had gedaan om geld te kunnen verdienen en een ver
mogen te verwerven. >Als ik eenmaal te Petersburg
hen, is alle kans verkeken om in het publiek op te tre
den,* dacht zij. «Sulkowsky en Gemma zouden er be
paald tegen zijn, vooral wanneer zij hoorden, dat het
ter wille van Fedor was.*
Eerst tegen het aanbreken van den dag sluimerde
Angelina in doch gekweld door booze droomen,
schrikte zij weldra weder op.
De ochtend was frisch en zonnig. Angelina stond
op en kleedde zich om uit te gaan. Allen in huis sliepen
nog, behalve het bediendenpersoneel.
Benedetto stond bij de huisdeur, toen zijn «beminde*
meesteres uitging. Hij groette haar en zij dankte hem
in verstrooiing.
♦Waar gaat zij zoo vroeg in den morgen heen
dacht hij. «Zou het mogelijk wezen, dat die mooie
mijnheer Fedor te Berlijn vertoeft en zij hem gaat
opzoeken? Dat moge de hemel verhoeden! Voor
Angelina zou het niet goed zijn. Als hij hier vandaan
is, bekommert hij zich niet meer om haar en dan be-
Reeds lang vóór de 17e eeuw echter be
stonden ook in ons land reeds vereenigingen
van kooplieden. Zoo bloeide bijv, het gilde
der Bergen vaarders in Deventer, een vereeni-
ging van menschen, die handel dreven op
Bergen in Noorwegen, voornamelijk in stok-
visch, die zij langs IJsel en Rijn en zelfs tot
over de Alpen in Italië verhandelden. Wat
overigens door de gezamenlijke kooplieden en
koopsteden vereenigd kon worden uitgericht,
blijkt ten duidelijkste uit de geschiedenis van
het Hanze-verbond, een verbond van Duitsche
steden, dat o. a. steeds eigen legers onderhield
om de roofzucht tegen te gaan.
Voornamelijk echter was het de nieuwere
tijd, die menige handelscompagnie zag verrij
zen, behalve in ons land ook in Engeland en
Frankrijk, die alle opgericht werden met het
doel om tot vestiging van den alleenhandel
in eenig deel van de wereld als veroveraars en
stichters van koloniën op te treden.
In de 19e eeuw zagen we dergelijke vereeni
gingen optreden in Duitschland en vooral in
Engeland, waar verschillende bevoorrechte ver
eenigingen van handelaars bestaan. Deze zoo
genaamde «chartered companies* hebben van
de regeering een charter gekregen, waarbij zij
bevoegd worden verklaard zekere staatkundi-
Wanneer volken van verschillende afstam
ming met elkaar in aanraking komen, is na
tuurlijk de eerste moeielijkheid, die overwon
nen moet worden, deze; Hoe zal men zich aan
elkaar verstaanbaar maken?
Natuurlijk doet zich deze moeilijkheid voor
al voor bij het aanknoopen van handelsbetrek-
kingen. Slechts bij uitzondering toch wordt
er nog handel gedreven, zonder dat kooper en
verkooper elkaar zien en spreken. Dergelijke
«stomme* handel, die vroeger veel schijnt te
zijn voorgekomen, is nog tegenwoordig niet
geheel verdwenen. Op Sumatra in het mon-
dingsgebied der Djambi-rivier wonen de Orang-
Koeboes, die met de Maleische kooplieden han
del drijven in boschprodukten. Zij brengen
deze op een door het gebruik aangewezen
plaats en geven door het slaan op een gong-
gong (bekkenvormig muziekinstrument bij de
Chineezen in gebruik) of op een hollen boom
stam teeken van hunne aanwezigheid, waarna
zij zich zoo spoedig mogelijk verwijderen.
Nu komen de Maleische kooplieden, leggen
naast de waren der Koeboes neer, wat zij er
voor in ruil willen geven en trekken zich op
hun beurt terug. Staat de ruil den nu weer te
voorschijn komende Koeboes aan, dan nemen
zij de in ruil aangeboden waren mee, terwijl
zij in het tegenovergestelde geval hun eigen
produkten weer oppakken.
Tusschen dezen vorm van handeldrijven,
waarbij kooper en verkooper elkaar niet eens
te zien krijgen, laat staan van elkaar over de
waren te spreken, en dien, waarbij de onder-
derhindelingen over het sluiten van den koop
vaak menig woord kosten, staan tal van tus-
schenvormen, waarbij niet of weinig gesproken
wordt, maar waarbij dikwijls de uitdrukking
van het gelaat het al of niet tevreden zijn
met den aangeboden ruil aanduidt.
dochter inlndië is, zeer fijn uit de hand bewerkt
kantwerk van Javaansche meisjes te bewon
deren. Ook dit laatste werk wordt in onze
fabrieken nagemaakt en is dan voor enkele
stuivers per el te verkrijgen. Is de ondergang
van een dergelijke tak van nijverheid op zich
zelf reeds te betreuren, tevens moet hij op
gevat worden als een achteruitgang in be
schaving.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
gerechten uit te oefenen in het voor hun ves- f
tiging uitgekozen gebied. Tot deze soort van
vereenigingen behoort o. a. de «chartered 1
South-Africa Company*, de stichting van wijlen 1
Cecil Rhodes, die zich voor enkele jaren zoo’n
treurige vermaardheid verwierf.
Groot is in velerlei opzicht de invloed, die
direct of indirect van den koopman uitgaat;
jammer, dat die invloed niet altijd even gun
stig is geweest, hetwelk uit het volgende
moge blijken. In de eerste plaats willen we
bij de bespreking van dien invloed letten op
de uitbreiding van de kennis van onzen aard
bol. In de oudheid verdienen met het oog
daarop genoemd te worden de Phoeniciërs en
de Carthagers, wier kooplieden hun handelsbe-
trekkingen uitbreidden tot ver ten Noorden en
en ten Zuiden van de zuilen van Hercules
(de rotsen, waar tusschen zich de straat van
Gibraltar bevindt), terwijl zeevaarders van eerst
genoemd volk in dienst van den Egyptischen
pharao Necho omstreeks 600 v. Chr. reeds ge
heel Afrika omvoeren.
In de middeleeuwen waren het de Arabie
ren, wier handelstochten van groote beteeke-
nis waren voor de kennis omtrent landen en
zeeën. Op die tochten bevoeren zij den ge-
heelen Indischen Oceaan, terwijl hun handels-
ondernemingen te land zich uitstrekten tot in
het hartje van Azië en langs den Nijl tot in
streken, waar de Europeanen eerst vele eeuwen
later zouden doordringen.
Na hen waren het de Italiaansche kooplie
den zoowel als die uit de Zuidelijke Nederlan
den, wier handelstochten onbekende landen
ontsloten. In ’t bijzonder verdient van de
eersten genoemd te worden de Venetiaansche
koopman Marco Polo, die in ’t laatst der 13e
eeuw over land naar China trok en na een
zeventienjarig verblijf in dat land om het Zuiden
van Azië heen en vervolgens door Perzië en
Armenië en over de Zwarte Zee weer naar
Italië terugkeerde. Daar verbaasde hij zijn
landgenooten door de mededeeling van wat
hij in China gezien en omtrent Japan gehoord
had. Zooals we reeds zagen, deden in den nie-
weren tijd de Spanjaarden en de Portugeezen,
en na hen de Hollanders en de Engelschen
hun tochten naar onbekende landen en zeeën
om die met uitsluiting van anderen, zelfs van
hun eigen landgenooten, als het ware in beslag
te nemen voor hun handel. Die uitsluiting
van anderen ging zelfs zoo ver, dat Willem
«Verschrikkelijk!* riep Gemma ontsteld uit. «Het
is waarlijk hoog tijd, dat je hier vandaan komt.*
Angelina keek hare zuster verschrikt aan.
«Waar zou ik heen moeten?* vroeg zij met beklemd
hart.
«Je komt bij ons, lieve. Ik heb vroeger al daarover
geschreven. Binnen drie of vier dagen reizen wij
naar St. Petersburg en dan ga je met ons mee. In
den omgang met ons zul je spoedig vergeten, wat je
hier hebt geleden.*
♦Maar dat is onmogelijk,* stamelde Angelina,
geheel van streek. «Zou ik Berlijn moeten verlaten?*
«Valt je dat dan zoo zwaar
«De stad is zoo mooi,* antwoordde Angelina met
neergeslagen oogen. «En vader dan
Gemma fronste het voorhoofd.
«Je moet je van hem losmaken. Dat kan niet an
ders; al te zwaar zal je dat wel niet vallen. Natuurlijk
zullen wij, evenals te voren, voor zijn onderhoud zor
gen. Arm kind, je hebt tot dusver nog niets van het
leven genoten,* voegde zij er ten slotte bij; «maar nu
zul je schadeloos gesteld worden voor al je lijden en
Schouten en Jacques le Maire, die in 1615
1616 om de zuidpunt van Amerika naar den
Indischen Archipel voeren, bij hun aankomst op
last van Jan Pieterszoon Coen (den gouverneur-
generaal van Indië) werden gevangen geno
men, omdat zij het monopolie der Oost-Indi-
sche Compagnie schonden.
Minder gunstig moeten we in het algemeen
oordeelen over den invloed, door de Europee-
sche kooplieden uitgeoefend op de inboorlin
gen, met welke zij in aanraking kwamen.
Wanneer wij lezen hoe de Spanjaarden in
Amerika, onze voorouders in Indië optraden
tegenover de inwoners van die streken, dan
hebben wij alle reden om beschaamd te staan
over de wijze, waarop met die zooveel minder
ontwikkelde menschen werd omgegaan.
Wie zal durven verdedigen het optreden
van de slavenhandelaars van vroeger jaren in
Afrika, waardoor langen tijd de naam van
blanke synoniem werd beschouwd met dien
van slavenhaler? Niet alleen dat zij Afrika
beroofden van zijn beste werkkrachten, zij
riepen ook in het land zelf een verwildering
van zeden in het leven, die misschien nog
nadeeliger werkte dan het weghalen der slaven
zelf. Denken wij daarbij eens aan het drinken
van alcoholische dranken, dat de inboorlingen
leerden van hen, die zooveel beschaafder waren!
Wel mogen we aannemen, dat in sommige
opzichten de toestanden verbeterd zijn, maar
wanneer wij ook nu nog soms hooren van de
wijze van optreden der blanken in vreemde
werelddeelen, dan meenen we gerust te mogen
beweren, dat de kennismaking met den Eu
ropeaan den inboorling volstrekt niet altijd tot
zegen is geweest.
Ook in een ander opzicht heeft die aanra
king soms minder gewenschte gevolgen. Niet
zelden toch zien we een of anderen tak van
inlandsche nijverheid te gronde gaan, omdat
de Europeesche fabrikanten voor geringer
prijs hun produkt leveren, dat zij in de plaats
stelden voor het vroeger door den inlander
zelf vervaardigde. Zoo is bijv, het batikken,
een eigenaardige tak van kunstnijverheid op
Java, bestaande in het uit de hand bewerken
van gekleurde stoffen, nagenoeg geheel ver
dwenen, sedert de katoenfabrikanten in Twente
zich op de vervaardiging van namaak-batik
(het verven van gedrukte katoenstoffen) hebben
toegelegd. Nog onlangs waren we in de
gelegenheid bij een onzer stadgenooten, wiens
bedaarder te loepen om niet door haar te worden op
gemerkt.
Zoo volgde hij het meisje wel een uur lang door de
lanen der diergaarde. Elk oogenblik verwachtte hij
prins José te zullen zien verschijnen, doch tevergeefs
Medina verscheen niet.
«Dat was zijn geluk,* mompelde Benedetto, die iets
later thuis kwam. »lk duld niet ten tweeden male, dat
de een of andere pronker mijn geliefde meesteres tot
speelbal neemt. Zoodra ik onraad bespeur, zal ik er
bijtijds tusschen komen.*
Na den middag kwam Medina. Hij was een paar
dagen weggebleven, omdat hij van Angelina wist, dat
haar zuster en zwager kwamen logeeren, en gevreesd
had ongelegen te komen.
Hij vond Angelina bezig het dienstmeisje te helpen
bij het inpakken van bagage.
«Wat doet ge daar vroeg hij, terwijl hij haar de
hand reikte. «Gaan uw zuster en zwager zoo spoedig
weg
Angelina knikte en ging met den prins in de aan
grenzende kamer.
«Ja en ik ga mee.*
«Dat is goed. Bekijk Petersburg maar eens nauwkeu
rig,* zeide hij glimlachend, maar zijn stem klonk daaibij
erg benepen. «Wanneer denkt ge hier terug te komen
«Mijn zuster wil, dat ik altijd bij haar zal blijven.*
«Zoo Ei
Verwonderd keek zij hem aan.
«Ge zijt zeker blij, dat ge mij kwijt raakt,* zeide zij
zacht. «Ja, een bijzender leerzame leerling ben ik niet
geweest, dat weet ik wel.* Zij lachte weemoedig. «Ik
was maar al te dikwijls verstrooid eh onoplettend,
ofschoon ik van harte gaarne mij door u liet onder
richten.* (Wordt vervolgd.)
IURANT.