W/
MMS- ES AIIVERTE5TIEBLAD
p
I
Het was geen vaarwel.
n
No. 4S.
,36.
Ja*
61©
Juni
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
Feuilleton.
T
«S
1
de
van
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
K O
je. Toe, verberg mij ergens!
Dat doe ik niet.
Uit oude vriendschap.
De bel aan boord van de «Spray» luidde. Geoffrey kreeg
zijn portefeuille, nam er een visitekaartje uit en krabbel
de er eenige woorden op. Daar, zeide hij, ga naar het
hotel C. Geef dit kaartje aan mijn bediende. Hij zal over
je waken tot ik kom.
Duizendmaal dank, Geoffrey. Indien ooit....De zin
werd niet voltooid. Het vaste besluit van Geoffrey was
door het op handen zijnd vertrek der boot aan ’t wan
kelen gebracht. Hij zou toch maar meegaan naar Wor
thing. Met eenige sprongen was hij bij den steiger.
Te laat, meneer, de touwen zijn reeds los, waar
schuwde een knecht. Zonder op deze woorden te letten
liep hij den steiger op, maar vond de loopplank reeds
ingehaald.
Een stem schreeuwde hem toe, terug te gaan. Het
schuim spatte hoog op toen de gioote raderen der boot
begonnen te draaien. De boot schommelde in de schui
mende zee. Een oogenblik stond Geoffrey in evenwicht,
terwijl hij zich tot den sprong gereed maakte.
Toen waagde hij het en kwam ongedeerd op het dek
van de boot. De kapitein liep van de brug op hem toe
en gaf hem een reprimande over zijn waagstuk.
voorwaarden niet was opgenomen, zoodat de kooper
Kraan er geen kennis van had.
De heer Okma zegt, dat het een nalatigheid of ver
gissing van het Dagel. Bestuur is, dat de aangevulde
condities niet ter kennis van Kraan zijn gebracht. Spr.
is er echter ook voor de historische steen in een der
muren te laten zitten.
Na nog eenige discussie, wordt met algerreene stem
men conform het voorstel van B. en W. besloten om
Kraan f 20 schadeloosstelling te geven.
3. Behandeling stukken, betreffende aanleg van een
kunstweg van Gaastmeer naar Oudega.
Ingevolge het raadsbesluit van 24 Maart 1.1., hebben
B. en W. de plannen tot aanleg van een kunstweg
GaastmeerOudega nader uitgewerkt en is een over
eenkomst getroffen met eigenaren over afstand van den
benoodigden grond, waarover de weg loopt, zoodat
nu eene aanvrage om subsidie bij de Prov. Staten kan
worden ingediend.
Om over de Kerksloot een betere oprit te krijgen
is de eerst aangegeven richting niet precies gevolgd.
Ook moest hiervan worden afgeweken vóór de brug te
Oudega, omdat de heer H. Oneïdes er niet voor was
te vinden den weg schuins door zijn land te laten loo-
pen, ten einde aansluiting met de brug te krijgen. De
weg is daarom rechtuit, langs het land van den heer
Oneïdes, geprojecteerd, waardoor dus bij Oudega een
beweegbare Irug moet worden gemaakt. Dit zal nog
al eenige meerdere losten vragen, doch er staat tegen
over dat men niet tot dure onteigening van het land
van den heer Oneïdes behoeft over te gaan, en deze
het strookje landwaarover de weg thans zal loopen, gratis
wil af staan.
De Voorzitter hoopt, dat de richting overeenkomstig
het door B. en W. ingediend plan in deze vergadering
kan worden vastgesteld, opdat nog in de zomerzitting
der Prov. Staten een aanvraag om subsidie in behande
ling kan worden genomen.
De heer Wesselius kan zich slecht met dit gewijzigd
plan vereenigen; de oude weg met de daarin gelegen
brug blijft nu ook bestaan, zoodat er dus twee bruggen
komen; destijds was men sterk tegen het plan-Hettinga,
omdat er een beweegbare brug in voorkwam, die met
bediening jaarlijks minstens f 400 zou kosten, terwijl
men er nu geen bezwaar meer in ziet.
De Voorzitter zegt, dat in hoofdzaak het oude plan
is gevolgd; direct bij de brug in de Kerkslootmoest een
draai worden gemaakt, dit is lastig, waarom hier een
betere richting is genomen. Wat de beweegbare brug
bij Oudega betreft, deze kan z. i. worden bediend door
den man, die ook de andere brug daar bedient. Bo
vendien kon men hier niet anders, omdat de heer One-
ides er niet voor was te vinden den weg dwars door
Sla je handen een beetje hooger om mijn hals, Verna.
Wij zijn gered, indien je me goed vasthoudt.
De zwemmer werd door een groote golf opgeheven
en naar de kust gedreven. Hij spaarde zijn krachten
maar was nog een halve mijl van het strand van Brigh
ton verwijderd, de vloed kwam opzetten. De zee was
kalm. Ik zal ’tdoen, zeide Geoffrey. Zij zullen wel ’n boot
uitzetten. Wanneer ze ons maar zien.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
betreft, spr. meent dat dit nog niet lang geleden ver
hoogd is, waarom B. en W. de beslissing hierover
tot de behandeling der begrooting wenschen aan te
houden.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt hier
op conform besloten-
d. Een adres van J. LJkema en 45 andere ingezete
nen, allen hoofden van gezinnen te Gaastmeer, er op
wijzende dat, waar in hun dorp vele privaten in ver
binding staan met sloten en vaarwaters, dit in hooge
mate schadelijk voor de volksgezondheid kan worden
geacht, waarom zij verzoeken handelend op te treden
en door invoering van het tonnenstelsel de gewenschte
verbetering aan te brengen.
Op voorstel van den voorzitter wordt besloten dit
adres te renvoyeeren aan het Dagel. Bestuur en er,
nadat een onderzoek is ingesteld en het advies der
Gezondheidscommissie is ingewonnen, nader op terug
te komen.
e. Een schrijven van den gemeente-ontvanger,
waarbij worden toegezonden de staten met onïnbare
posten Hoofdel. Omslag en belasting op de honden,
dienst 1905.
Uit deze staten blijkt, dat wegens toewijzing van
ingediende reclames H. O. is afgeschreven f 249,236;
de onïnbare posten benevens afschrijvingen wegens
vertrek en overlijden bedragen f 720,996, de restanten
f 15,10.
De onïnbare posten en restanten voor de hondenbe
lasting bedragen samen f 6.
Op voorstel van den Voorzitter wordt met algemeene
stemmen besloten de bedragen onïnbaar te verklaren
overeenkomstig de ingediende lijsten.
f. Eene mededeeling van Burg, en Weth., dat zich
bij den onderhandschen verkoop van het Waaggebouw
te Woudsend eene moeielijkheid voordoet. De kooper
H. W. Kraan, logementhouder aldaar, wenscht het
koopcontract niet te teekenen, wijl nu in de voor
waarden is opgenomen dat de historische steen, welke
zich in een der muren van het gebouw bevindt, ten
allen tijde aan dat gebouw bevestigd moet blijven.
Daar Kraan door een liefhebber van oudheden voor
bedoelden steen een som van f 25 is geboden, wenscht
hij het contract alleen te teekenen indien hem dit
bedrag door de gemeente wordt vergoed.
Wijl het B. en W. wenschelijk voorkomt dat de his
torische steen in het v.m. waaggebouw blijft beves
tigd, stellen zij voor, aan Kraan een bedrag van f 20
te vergoeden.
De Voorzitter licht toe, dat, hoewel later door den
Raad werd besloten, het v.m. Waaggebouw te verkoo-
pen onder voor waarde, dat de bedoelde historische steen
in een der muren zou blijven zitten, dit in de voorloopige
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Wymbritseradeel, op Dinsdag, den 12
Juni 1906, des middags te 12 uur.
Tegenwoordig zijn 14 leden; afwezig met kennis
geving de heer A. H. Tromp.
Voorzitter de heer H. M. Tromp, Burgemeester.
Secretaris de heer J. Poppinga.
Na opening der vergadering door den Voorzitter,
wordt het gebed door den Secretaris uitgesproken.
P u n ten van behandeling.
1. Notulen van den 17 Mei 1906.
Na lezing door den Secretaris, worden deze notulen
onveranderd vastgesteld en gearresteerd.
Eene opmerking van den heer Okma, betreffende
punt 7 van het verslag, zal in de notulen van deze
vergadering worden opgenomen.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
De Secretaris doet mededeeling van:
a. Eene missive van Ged. Staten, houdende mede
deeling dat het bedrag der rijksbijdrage in de kosten
van het herhalingsonderwijs over 1905, voor deze ge
meente bedraagt f 358,65.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. Eene resolotie van Ged. Staten, houdende goed
keuring van het raadsbesluit tot aankoop eener in
schrijving op het Grootboek tot een bedrag van f 550,
zjjnde de opbrengst van den verkoop van het Waag
gebouw te Woudsend.
Voor kennisgeving aangenomen.
c. Een adres van W. Jelsma, telegrambesteller te
Heeg, daarbij verzoekende zijn salaris, thans bedragen
de f 90, met ingang van 1 Juli a. s. te brengen op
f 150, wijl het aantal te bestellen telegrammen steeds
toeneemt en thans per dag gemiddeld 6 bedraagt, voor
welker bestelling hij meermalen buiten het dorp moet,
terwijl het telkens vragen aan ’t kantoor (om Jt half
uur) ook vrij wat tijd vordert.
De Voorzitter wenscht dit adres aan te houden tot
de behandeling der begrooting voor het volgend jaar.
De heer Ages zegt, dat de bezoldiging wat klein is
en wel wat verhoogd mag worden. Het telkens vra
gen aan ’t kantoor neemt ook nog al wat tijd in beslag;
misschien zou hierin ook kunnen worden voorzien door
een bel aan te brengen van het telefoonkantoor naar de
woning van adressant.
De Voorzitter wil over dit laatste wel inlichtingen
inwinnen bij de betrokken autoriteiten; daar het tot den
technischen dienst behoort, komen de kosten daarvan
ten laste van het Rijk. Wat de verhooging van salaris
Geoffrey keerde zich om en stond tegenover een
buitengewoon knap man van reusachtigen lichaamsbouw,
in wiens donkere oogen echter iets gejaagds lag.
Molyneux jij hier
Ssst, om ’s hemelswil, zeide de ander, terwijl hij
bleek werd.
Oh, zijn ze je weer op de hielen zooals gewoon
lijk? Speel je nog steeds dat gevaarlijke spel?
Ja, ja. Ik zit weer leelijk in den brand, antwoordde
de andere, schuw rondom zich kijkend. Je hebt me reeds
zoo dikwijls geholpen, toen we nog op de schoolbanken
zaten, Geoffrey, en zult me nu toch zeker ook helpen.
Ik moet mij ergens verbergen.
Wat in Engeland? In Brighton? Ik kon me dat
te Weenen begrijpen waar we elkaar zes jaren gele
den ontmoetten. Een politieke spion, die een geheim
van de Oostenrijkers steelt, is even veilig in den Vesu
vius als op Oostenrij kschen bodem en
Neen, je vergist je, viel Molyneux hem in de rede.
Daarvoor was het toen niet. Ik had in een duel een
kolonel gedood.
De «Spray* gaf het derde sein tot vertrek.
Ga voort, zeide Geoffrey, die plotseling zeer onge
duldig werd. Wat is er nu weer.
Men zoekt mij hier in Engeland naar aanleiding van
eenige papieren, waarmee ik de Duitsehe regeering van
dienst ben geweest. Begrijp je?
Geoffrey deinsde terug en zijn gezicht werd rood van
kwaadheid.
Wat 1 riep hij uit, niet lettende op de smeekende
gebaren van den ander om zacht te spreken. Je zonk
zoo diep, dat je je eigen land verraadt.
Er was een fortuin mee te maken.
Jij, verrader?
Veroordeel het. Maar spreek zacht. Ik behoor tot geen
nationaliteit. Ik dien ieder, die mij vraagt. Dat weet
RCOURANT
voor Mk en omstreken.
had zij Geoffrey Mannering voor het eerst ontmoet. Hij
had haar niets van zijn maatschappelijke positie ver
teld. Dikwijls had hij haar gezelschap gezocht en den
gelukkigsten tijd van hun leven hadden zij te zamen
doorgebracht.
Ik ben verliefd, vervolgde Geoffrey zijn alleenspraak,
maar dat moet ik vergeten. Het zou dwaasheid zijn.
Claire komt vandaag ook naar Brighton.
Hij sprak de waarheid. Het was dwaasheid want
baron Geoffrey Mannering was verloofd met Claire
Ashberry, de dochter van een baron met een groot
fortuin. Reeds in hun jeugd hadden beiden elkaar ge
kend en daar was hunne verloving als vanzelf uit
voortgekomen, eensdeels omdat iedereen het verwachtte
en aan den anderen kant omdat het in den familieraad
was besloten. Terwijl Geoffrey nog stond na te denken,
schoot hem plotseling iets in, dat zijne verloofde hem
onlangs had meegedeeld.
Ik heb altijd wel van je gehouden, had zij gezegd, en
wil je vrouw worden. Maar ik wil je toch ook bekennen
dat een ander je behoeft zijn naam niet te weten
een diepen, onuitwischbaren indruk op mij gemaakt
heeft. Maar daar kon niets van komen. Mijn ouders
wilden hun toestemming niet geven en en hij ging
buitenlandsch met de belofte mij nooit te zullen terug
zien.
Geoffrey herinnerde zich nu deze woorden. Hij had
er indertijd weinig acht op geslagen. Hij was jong en
geloofde, dat zijn genegenheid echte liefde was. Maar
sinds eenigen tijd had hij zijn vergissing ingezien.
De «Spray» gaf het tweede sein tot vertrek. Nog vijf
minuten en zij zou zee kiezen. Geoffrey aarzelde. Neen,
ik wil niet, zeide hij vastbesloten.
Op dat oogenblik werd hem een hand op den schouder
gelegd en een stem zeide op fluisterenden toon Man
nering ben jij het.
zijn land te hebben; nu biedt genoemde heer het! thans,
benoodigde strookje land gratis aan.
De heer Miedema vraagt of er door de afwijking bij
Idzega, nu ook in is voorzien dat men van daar aan
sluiting aan den weg krijgt.
De heer Okma wijst er op dat men destijds vooral
op het oog had Idzega aansluiting te doen krijgen. Van
hier heeft men recht van pad naar de oude weg; doch
nu het plan daar gewijzigd is, moet men dwars over
een stuk land om aansluiting te krijgen. Indien zeker
heid kan worden gegeven dat de eigenaren van dit
land recht van weg willen verleenen, is spr. voor de
gewijzigde richting te vinden, met het oog op spoedige
afhandeling voor de subsidie-aanvraag.
De Voorzitter kan deze zekerheid niet geven doch wil
in besloten zitting den opzichter gelegenheid ge
ven de leden nader in te lichten.
Na nog eenige discussie, waaraan deelnemen de hee-
ren Jorritsma, Hettinga, Miedema, Okma, Oppedijk,
Visser, Ages en de Voorzitter, wordt de vergadering
eenigen tijd geschorst.
Na weder-opening stelt de heer Wesselius voor, de
door den Raad in zijne vergadering van 24 Maart vast
gestelde richting te handhaven.
Dit voorstel, voldoende ondersteund wordende, in
stemming gebracht, wordt verworpen met 9 tegen 5
stemmen.
Vóór stemden de heeren Wesselius, Hettinga, Ages,
van Tuinen en Visser.
Hierop komt in stemming het voorstel van B. en W.,
aangevuld met de voorwaarde d$t binnen 2 maal 24
uren zekerheid is verkregen, dat de heeren Gebr.
Wierda genegen zijn recht van weg te geven over hun
land, om van af Idzega verbinding te krijgen met
gewijzigde richting van den ontworpen kunstweg.
Dit voorstel wordt met 9 tegen 5 stemmen (die
ovengenoemde heeren) aangenomen.
B. en W. worden, indien bedoeld recht van weg is
verkregen, tevens gemachtigd subsidie voor den aan
leg van dezen kunstweg bij Ged. Staten aan te vragen.
De heer Ages verlaat de vergadering, zoodat nu
13 leden tegenwoordig zijn.
4. Benoeming van een wegwerker.
Tengevolge het in de vorige vergadering verleend
eervol ontslag als wegwerker aan K. Jellema te Schar-
negoutum, hebben B, en W. eene oproeping gedaan,
waarop zich 6 sollicitanten hebben aangemeld.
B. en W. bevelen, mede volgens het ingawonnen ad
vies van den gemeente-opzichter, ter benoeming aan:
1. Willem Stienstra te Abbega.
2. Taede Bakker te Scharnegoutum, en
3. Gosse Wijbenga te Scharnegoutum.
Na bespreking der sollicitanten wordt tot stemming
Zij zat achter op de boot in een licht japonnetje en
met een breeden hoed op, die haar oogen tegen de zon
beschermde. Zij las een boek, terwijl zij wachtte tot
de «Spray* vertrok, die klaar lag om naar Worthing
te stoomen.
Baron Geoffrey Mannering keek van af de pier naar
de tengere gestalte van het meisje. Er was iets meer
dan bewondering in zijn blik. Telkens kwamen nog
passagiers aan boord. Hij zou ook zoo gaarne zijn mee
gegaan, maar durfde niet recht.
Ik begrijp me zelf niet, bromde hij, ik ken het meisje
nauwelijks. Bij een stortregen bood ik haar mijn parapluie
aan en zoo maakten wij kennis. Ik werd terstond ver
liefd op haar.
De stoomfluit van de «Spray» gaf het eerste sein tot
vertrek. Verna Moore keek op, Geoffrey keerde zich
haastig om en verwijderde zich met groote passen.
Ik moet niet meegaan. Het is werkelijk beter, dat
ik het niet doe, zei hij bij zich zelf. Wij hebben te
veel uren te zamen doorgebracht en elkaar reeds te
goed leeren kennen. Ik heb lang genoeg met vuur ge
speeld. De hemel verhoede, dat zij mij ook lief heeft
gekregen.
Zonder dat hij het bemerkte, had Verna hem gezien,
toen hij wegging. Zij kreeg een kleur en een uitdruk
king van teleurstelling kwam op haar gezicht.
Verna Moore was een onderwijzeres, die naar Brigh
ton was gezonden tot herstel van gezondheid. Daar
(Slot volgt.)