r,
F
ÏWR S5EEK 1 dlSWM.
Visscherij-Btlangen.
I
No. a
Kinderliefde.
Oosterdijk, SNEEK.
Zaterdag 6 Januari 1906.
61e Jaargang.
Leeuwarden, zullen
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel,
Sneek.
Officieele Advertentien,
wij
Onderzoek Militaire bekwaamheid
en geoefendheid.
Feuilleton.
i
-O
Bekendmaking.
6.)
1
I II
X. 1
I
-
'T*
I 1
Kennisgeving.
"7 J
-^1
III.
urns- m iimiwiM
z-
12 procent
varkèïT#®U-Wat Platte
ons oordeel, in het
Lvnrrif ^èL.nest ’S’ nd-:' ondermaatsche of
WVJ1UL gGUIv«-
1
Megd. en snel zijn
moe-
I
I
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
dat het arbeidsveld
geval roof visscherij,
T»
RCOURANT
visch voor de consumtie geschikt
voor de consumtie ge-
een Volendammer met een dwars-
aan den kant van den
De BURGEMEESTER van Sneek, maakt naar aan
leiding eener missive van den Voorzitter der Com
missie van onderzoek bekend, dat de lotelingen voor de
lichtingen 1906 en 1905 dezer gemeente, dingende naar
het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij
voor lichamelijke geoefendheid,,dan wel voor beide, op
Woensdag, den lOden Januari 1906, des voormiddags
ten 91/, ure aanwezig moeten zijn, in een der lokalen
van het gebouw .Araicitia* alhier, voor het alsdan te
houden onderzoek naar hunne geoefendheid.
Sneek, den 28 December 1905.
De Burgemeester van Sneek,
ALMA.
kuil bij het proefvissphen in de week
schen van het jaar 1884, toen in
werd opgehaald:
K.G.
bekend ve^ónderstellen, dat
8
mijn God. miin God. in welk
terugzien.
- j-
meeren?
De Zuiderzee-visscherij gaat achteruit. Men
moge daartegen inleggen, dat de opbrengst
snel mogelijk de kleeding van den knaap beschrijven.
Mag ik niet met ugaan, Rudolf? Vroeg zij schuchter,
zonder dat zij den moed had hem aan te blikken.
Komaan! laat ons dan gaan! zeide hij eenvoudig, en
zij snelden den weg op en de wild fladderende sneeuw
vlokken hulden hen spoedig in een wit kleed.
De bewoners der villa hadden niets van. den kleinen
knaap gezien, en reeds wilden de ongelukkige ouders
zich verwijderen, toen het tienjarig dochtertje zich
plotseling in het gesprek mengde.
Toen ik van het schaatsenrijden terugkeerde, stond
een kleine jongen buiten aan de tuindeur en weende,
omdat hij de bel niet bereiken kon. Hij had een zwaït
pelsmutsje op en twee prentenboeken onder den arm.Ik
vroeg hem, wat hij wilde; hij antwoordde, dat hij zijn
vader moest hebben, die volgens zijne meening hier
woonde. Ik zeide hem, dat hij zich bepaald in het huis
vergiste, en toen ik hem dit met veel moeite verklaard
had, werd hij zeer treurig en terneergeslagen.
En verder? Spreek snel mijn kind, zei Rudolf, wat
is er verder van den knaap geworden?
Ik weet het niet. Het was zoo moeilijk iets uit hem
te krijgen, en dan moest ik ook naar huis. Ik dacht dat
hij misschien niet wel bij het hoofd was, want hij zeide,
dat hij nu een engel ging worden. De Lieve
alles, wat de Engelen van Hem verlangde-
hij Hem recht hartelijk bidder^1"
te zijn.
Zonder nog een er'--‘-J
ders zich uit b
inspannen
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
herinneren, naar aanleiding van art. 18 der Wet van 4
December 1872 (Staatsblad no. 134), de ingezetenen:
dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aanmelden
ter Secretarie der gemeente, gelegenheid wordt gege
ven tot kostelooxe inenting en hermenting.
Sneek, den 2 Januari 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
brengen ter openbare kennis: dat het aandeel voor de
Nationale Militie in de lichting 1906, door deze ge
meente te leveren, bedraagt vijf en dertig man.
Sneek, den 2 Januari 1900.
Burgemeester en Wethouders
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Seeretaris.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
bot;
spiering;
paling;
haring; en
nest.
1
i
(Slot.)
Zullen wij geen feestavond vieren, Rudolf? Wat nog
te doen is, kan toch zoo dringend niet zijn, en zeker
hebben ook wij toch heden Kerstavond.
Op vriendelijk vermanenden toon zeide dit de oude
man, die aan den ingang der deur verscheen, welke de
voor^MMi~on :dde.
-wCluuer va„ -.^^^ivuuuig^KainoorscheiK.hy^r-
Met een weemoedigen glimlach blikte RudolRB
ders even van zijn handelsboek op, waarin hij zijne"
aanteekemngen maakte. M J
Laat me nog een oogenblikje voortgaan, beste papa.
Het is ook eene Kerstvreugde te zien, hoe flink we in
deze negen maanden vooruit gekomen zijn. En dan
nu, gij weet ’t wel is het voor mij nog ’t beste, wan
neer ik door gedurigen arbeid dezen avond tracht
door te brengen.
D®&rOsaar,l trad aan zijne zijde en legde liefdevol
zijn hand op Rudolf s schouder.
De verwijdering van uw kind breekt u het hart, mijn-
me jongen. Waarom hebt gij ook zoo spoedig inge-
XvLTJ h»eaan vrouwen over te laten, welke hem
zeker trotsch en valsch zullen opvoeden en alle goede
7n6lUnChvPPJn 1 u dat Jeu"diSe gemoed onderdrukken
zullen. Vorder hem terug, niemand kan u het recht
daartoe ontzeggen.
Harders schudde het hoofd.
?>6idu .hlJ' Ik weet’ dat ook Helene niet
-8’alk heb ilaar S18teren op straat gezien.
Wellicht is de jongen haar eenige troost, en ik zal hier
om den moed niet hebben hem van haar weg te nemen.
mb’i,T/Jr ?Vel}1^'ners altÜd drukke bezigheden, welke
On n ljdeD hö Pen dragen. Zij echter heeft niets
„Wat °ogenblik echter hoorde men buiten snelle
reden, welke zich naar het huis richtten, en vervol
gens werd er heftig op de deur van het kantoor geklopt.
dier visscherij niet vermindertjazelfs
stijgende is, toch houden wij het hier boven zeg ik: die
gezegde vol, en wel om de volgende reden.
In de eerste plaats neemt het aantal gemeenten
en ’t aantal personen, hetwelk in die vis
scherij een bestaan zoekt te vinden, van jaais
tot jaar toe. Een bewijs voor dit laatste is,
dat het aantal vaartuigen, ter visscherij uitge
rust, in de gemeenten, waarvan de gegevens
bekend zijn, nl. Bunschoten, Elburg, Harder
wijk, Huizen, Marken en Vollenhoven, in de
jaren 1858 tot 1903 met 470 toenam.
Bedroeg het aantal in 1858, 424 stuks, in
1903 telde die vloot voor genoemde plaatsen
894 stuks, zijnde een vermeerdering van
ruim 100 pCt. Had men vroeger gemeenten,
die uitsluitend van de vischvangst leefden,
sedert de goede jaren der ansjovisopbrengst
begon zelfs de landbouwende bevolking en
zij, die eertijds een ander middel van bestaan
hadden, zich op de visscherij toe te leggen.
En er zijn door al die beroeps- en niet-
beroeps-visschers wel eens goede zaken ge
maakt, als namelijk de ansjovis een goed be
schot en een goeden prijs gaf. In het andere
tfeval was het armoe van het begin der vis-
SCw-^ einde.
Wij allen
spreekwoord: »Veel
spoeling.*
En zoo is het in overdrachtelijken zin ook
hier. In dit opzicht had de Minister de
Marez Oyens volkomen gelijk, wanneer hij
onderscheid maakte tusschen de' visscherij en
het visschersbedrijf. De eerste ging naar zijn
meening niet achteruit, de laatste wel. Waar
hij de volgende woorden sprak, moeten wij
hem volkomen gelijk geven: >Ik kan mij
voorstellen*, zei hij, »dat een, zaak op zich
zelf zeer bevredigende resultaten oplevert,
maar als bedrijf niet bevredigend is, om reden
er te veel menschen zijn, die er van willen
profiteeren.
Wanneer
heeft, waar
men een groote handelszaak
jaarlijks f 40,000 in verdiend
Binnen, rispen vader en zoon verwonderd, want zij
konden op dit uur geen hunner handelsvrienden meer
verwachten. Zachtjes opende zich de deur, en sprake
loos staarden de beide mannen op de donkere vrouwen
gestalte, welke bij den ingang verscheen. Vergeef me,
dat ik u hier kom bezoeken, Rudolf, klonk eene zachte,
door tranen onderdrukte en van namelooze angst beven
de stem, maar ik weet geen raad meer. Het kind is
weg en ik geloofde, dftt het misschien bij u was.
Doodsbleek wendde hij zich tot haar.
Wat zegt ge Helene? Is Willy weg? Hoe moet ik dat
verstaan?
Zij greep met de hand naar den deurpost om zich
te steunen, maar den stoel, welken de oude Harders haar
bracht, weerde zij hoofdschuddend af. In kort afgebro
ken woorden verhaalde ze:
Wij hadden hem een prachtigen Kerstboom bereid
en een tafel vol geschenken. Ik leed aan hevige hoofd
pijn en moest mij alzoo vroegtijdig terugtrekken. Ik
M^uoide den knaap onder toezicht mijner moeder goed
j Zij zegt, dat zij hem een half uur later naar
bewa Y>er hee^ gezonden, waar het meisje hem
i in plaats daarvan de straat zijn op-
Xwh want sedert dat oogenblik
wachtte. Hij moer--» 4*
gegaan, in zijn dun pakj”
is hij spoorloos verdwenen.
Rudolf Harders had zij'n pen neerga. Wn
overjas van den kapstok genomen,
Waar hij ook is, zeide hij met bevende stem,
ten hem vinden.
Hoeveel tijd ging hij sidderend voort kan ei
verloopen zijn, sinds hij het huis verliet?
- Meer dan een uur.
En heeft men de politie gewaarschuwd?
Zeer zeker; er zijn reeds verscheidenen op weg om -
116111 tft ZOfttrAn. Waar haan fanh kU -J
mijn God, mijn God, in welk een toestamTzalikT
meerenf0 röedS °DZe V°rige woonPlaat9 latea inf°K
Helene herleefde, een straal van hoop was’er op dit !C HM F I I F II
oogenblik in hare oogen zichtbaar. MiILbIUIbI ly
Neen, daaraan heb ik niet gedacht, maar de villa is
toch ook zoc vreeselijk ver van het huis van mama ver
wijderd. K
15
368 7,
20
810
127%
Wij willen als
Het won_. o„_
voer, vooral in Waterlaniï^tie.geschikte vise5'
Dr. Hoek zegt daaromtrent:
handhaafde in 1899 in deze hare gevestigde»re-
putatie! Van de ongeveer 101000 mande
waarvan opgave gedaan werd, kwamen et
94000 te Volendam aan wal. Den visschers
van dit dorp werd daarvoor ruim f 20000 uit-
betaald, per mand dus nog geen 22 ets. Het is
dee^rste maal, dat mij voor dit handelsarti-
kei vaJ1 de aan voeren te Volendam zulke
en zich ov^r iet-9 heenboog, dat
Met knikkende knieën trad zij nabij en met een gillen
de schreeuw c'mklemde zih eeue onmacht nabij, den
hskouden steen.
Wat Rudolf Heders daar in zijn armen had, was
wel wis en zeker kleme Willy, die heengegaan was
om als engel den goeden God voor zijn pa te bidden.
De beide prentenboeken hield hgl-P0^.!?et dü verkleum^
de handjes aan zijn borst gedrukt. Zi^SS?^^ wa'^B
echter gesloten en een plechtige, heiligv^vt r
doods lag er over dit bleeke, liefelijke kinderge.x.
uitgespreid.
Maar hij was niet dood. God had het offer nrot aaTi t
genomen, hetwelk dit reine, onschuldige kind Hem haY_
willen brengen.
Bijna tot den morgenstond had de arts zich vol rO’
offering met den half bevroren knaap opgehouden, h<
niet wagende ook maar eenige hoop aan de bedroeft
ouders te geven. Eindelijk trad er in den toestand vt
het geliefde wezen eene wending ten goede, en nada
hij nogmaals al zijne krachten in het werk gesteld had
kon hij na eenige uren de ouders met de blijde aan
kondiging verheugen Dankt beiden den Hemel! Uw
wipntje is gered!
Bi A- q -] pr> rro BI
wordtterwijl dit vroeger f 20,000 was, dan
s zaak gaat goed; maar wanneer
er dan tevens in plaats van twee acht
firmanten zijn gekomen, dan is zij als bedrijf
veel slechter geworden. Ik vrees, dat dit wel
eenigszins het geval is op de Zuiderzee. De
bevolking zal toenemen; andere middelen van
bestaan nemen af; misschien neemt, als overal
elder§jf de weelde ook daar toe; kortom ik wil
niet., ontkennen, dat er op vele plaatsen alles
behalVe welvaart heerscht.*
Z.E. schrijft dus die mindere welvaart toe
aan de groote concurrentie en niet aan de min
dere productiviteit van de Zuiderzee.
Nu zegt een erkende specialiteit als Dr.
Hoek: «Een zeetje als de Zuiderzee met haar
eigen vischbevolking, kan verbazend veel
produceeren, en wat wij van statistieken
hebben medegedeeld, is daar, om de juist
heid van die bewering te staven, maar er
zijn grenzen. Overschrijdt men die, dan legt
men de bijl aan den wortel van den boom, wier
vruchten men wenscht te plukken.*
En wij, voor ons, gelooven, dat de bijl al be
zig is den boom om te houwen.
Waar ’t aantal arbeiders op zoo ontzettende
wijze toeneemt, moet men er op alle mogelij
ke wijze voor zorgen, dat het
Y^egen roofbouw, in ons
En z’uwaryj.
allerminst niet. u m ncv
Waar de Zuiderzee,de broedplaat
visschen, die daar steeds verblijf houden, maar
ook van haring en ansjovis, welke alleen om
kuit te schieten zich op geregelde tijden ver-
toonen, daar moest men er beter voor zorgen,
dat het broed niet te gronde ging en moest
er op zware straffen verboden worden onder
maatsche of onwaardige visch te vangen en
te verkoopen.
En van die bescherining>kan volstrekt
sprake zijn, zoolang er met kuilen gevischt
mag worden. Wel geven wij toe, dat dan
ook fuiken en zeeger.s als moordtuigen ver
boden moeten worden; doch men zal ’t ons
niet kwalijk kunnen nemen, als wij zegen,
dat het vooral de kuilen zijn, die een schro
melijke verwoesting aanrichten. Men lette
slechts op de volgende cijfers. Bij het pi-deiZ
visschen op last van het College van zeevis-
scherijen tusschen 10 en 24 September 1883
was het resultaat, dat met een Volendammer
vaartuig met den kwakkuil per dag werd op
gehaald:
431 K.G. i
en 59 K.G. visch niet
schikt;
en met
kuil per dag:
176 K.G. visch voor de consumtie geschikt
en 19,86 K.G. visch niet voor de consumtie
geschikt;
respectievelijk 14 en 12 procent onrijpe
visch werd dus met kwak- en dwarskuil op
gehaald.
En wat nu het visschen met den wonderkuil
betreft, daarvan spreken de cijfers van dien
zna Pa-
zes dagéi?