F Jo meisje met geld. I lytis met fraaFJ VOOR SIER EJi 01SÏÏrmat' JlfflWS- ES limiWBLAIl |4u het zomert Woensdag 8 Augustus 61e o. 63. -c Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. 11 Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. V D. VAN Tandartssi I I R b. a dat ik gaarne HOOFDSTUK T. (Wordt vervolgd.) .40 .20 .70 .50 Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Een blij geruisch Om ’t zonnig huis Verkonde mij den vrede. Van liefde en lof klinkt heel mijn hof, ’t Juicht alles en geeft juichensstof: En noodt: o dank toch mede! nog wel een poosje duren Alleen een paar schouwburgen speelden Waarde lezer(es), in ben hier - F. .15 .60 .35 Door AMO. Ik had ’t in m’n eersten brief even over de vacantie, die ook op schouwburggebied alhier ingetreden was en zou. nog, zei ik zoo. mis geweest. Weet ge wel, stedeling dat het zomer is O, daar buiten in Gods heerlijke natuur, waar ’t vlug gevederd koor ons door zijn zang nu streelt, daar is het thans een genot te leven, want De lusthof, door natuur gesierd met al (de kleuren, Van ’t jeugdig jaargetij, vervult de lucht (met geuren. i, Een week was verloopen sedert de terugkeer van den verloren zoon en de zon neigde ten ondergang, toen bij vrouw Binder de deur open ging. .Eindelijk!* klonk haar vroolijk uit twee monden tegemoet. .Eindelijk Lina!« »Ja, dat mag je wel zeggen. De dag valt me ook lang, als ik telkens aan huis denk en wat je hier uit voert,* zeide zij vriendelijk, terwijl ze haar hoed en doek aflegde en aan het bed van haar moeder trad. »O, met Johannes gaat de tijd nu wel aardig voorbij,* verzekerde de oude vrouw en vestigde een vergenoeg den blik op den jonkman, die bij haar bed zat met Een flater, en dat in een eersten brief, zult ge zoo meesmuilend zeggen. Ja, een klein flatertje, maar voor m’n rekening neem. Hoort er de verslaggevers der groote bladen eens over. De heer Rössing, die Woensdag 1 Aug. de opening bij Van Lier (Grand The atre) in de Amstelstraat bij woonde, schrijft er over Van bosch en zee naar de bedompte stad om komedie te zien spelen Bij de schoone avonden van overschoone dagen klinkt het als een bespotting. Maar tooneelbestuurders zijn ondoorgronde lijke menschen; bij hen heeft men .het won derbare* te zoeken. In deze snikheete zomerdagen openen zij het uo inter seizoen! De hoofden der Koninklijke Vereeniging .Het Nederlandsch Tooneel* hebben het tegen strijdige begrepen en uit gevoel van men- schenliefde de heropening van den Stadsschouw burg eenige dagen uitgesteld. 'hen ’■’till ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 50 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruinïite. Zij snikte niet meer, maar droogde haar tranen en leunde haar hoofd tegen zijn borst. Frederik hield va- der’s linkerhand vast in de zijne, terwijl de oude man met zijn rechterhand langs zijn vrouw’s haar en wan gen streek. En toen schaamde hij zich weer over zijn zwakheid. »Nu, wij zullen er maar niet meer over spreken; ik moet nog even naar de werkplaats,* zei hij. »En wat ik gezegd heb, daar blijft het bij.* Frederik en zijn moeder waren alleen. .Moeder, dat is toch heel mooi van Lina,* fluisterde de knaap, toen hij de deur van de werkplaats hoorde dicht gaan. »0h, Frederik, wat ben ik blij! Als ik het die goede Lina maar kon vergelden!* zuchtte zij. Daar kwam Magdalena met het middagmaal binnen. Ofschoon zij verwonderd en met medelijden eenige verandering in haar moeder’s gelaat opmerkte, zweeg zij toch, want haar vader volgde haar op de hielen. HOOFDSTUK II. 6.) Frederik werd gloeiend rood en zijn moeder sloeg de oogen neer. .Lieg niet, jongen!* riep de vader op dreigenden toon, terwijl zijn oogen begonnen te fonkelen. .Dat wilde ik volstrekt niet,* sprak de knaap. .Zeg op dan! Wat is er?« gebood de vader, die se dert gisteren nog opvliegender was. Frederik vertelde, wat hij gezien had en zijn vader was daarover niet weinig verbaasd. »Zoo? Die wijven sterken dus dien vagebond nog in zijn trots?* riep hij grimmig. .Ach God, man, zijn voet is zoo verwond.* .Zwijgje had je zin, als die galgebrok ons allen met schande overlaadde. Jarenlang heeft hij niet naar ons omgezien en nu komt hij zoo naar huis! En schaamt Lina zich niet, zoo’n losbol in huis te nemen?* Frederik en zijn moeder keken elkander ter sluiks aan. Beiden bemerkten dat vaders tooze woorden niet zoo streng klonken als gewoonlijk. De toon, waarop hij sprak, stemde niet overeen met het geen hij zeide. Maar zij zwegen en Burgman stapte een poosje lang met zwaren tred in de kamer heen en weer. INZAND 13, Spreekuren 10 xMULDER te He< Als men week in week uit gedoemd is om het grootste deel van den dag binnen de vier muren van kantoor, studeervertrek, winkel, werkplaats of huiskamer door te brengen, met geen ander uitzicht dan op eentonige gevels, woelige straten, hooge muren, een stadstuintje met zijn zwartgeteerde schuttingen of roode daken met schoorsteenen dan eerst kan men zich, in ’t vrije veld komende, een recht begrip vormen van den gemoeds toestand van een bergbewoner, wanneer hij, over onze grenzen komende, zijn gezichtseinder door onze vlakke weiden of eenigszins gol vende heuvel terreinen niet langer begrensd ziet. Dat onbegrensde gevoel doet verkwikkend aan men gevoelt zich vrij en ongedwon gen, men waant zich in een andere wereld, omdat men, aan dat alledaagsche gedoe ont komen, zich vrij gevoelt en vrijer ademt. Weet gij wel, dat daar buiten op de hei of de heuvelen, in de weiden of bosschen, aan het strand en in ’t duin uw lichaam en ook uw ziel weer mildelijk gelaafd worden? Weet gij wel, dat daar buiten in die heer lijk schoone, reine natuur de hoogere aspira ties van uw innerlijk leven zoo weldadig be vredigend worden, waardoor er nieuw levens gevoel ontwaakt? Wij allen, die door onzen tijdgeest gedreven, zenuwachtig gejaagd leven, ja maanden achter een slaven en sloven, moesten voor ettelijke dagen aan dien innerlijken drang gehoor kun- schrijfwerk voor zich. Door tusschenkomst van Lina had hij dit werk gekregen van mijnheer Jansen, wiens klerk ziek lag. »Je moeder is al tevreden, als ik hier zit te schrijven,* zei Johannes op bescheiden toon. »Ja, vlijtig is hij, dat moet van hem gezegd worden,* verklaarde vrouw Binder. »Ik wou maar, dat u en Lina mij eens aan het werk zagen in mijn eigen vak, vrouw Binder. Het zou me goed doen, als ik u kontoonen, dat ik mijn vak versta, want als ik hier zoo zit »Kom, Johannes, begin je weer te klagen? Ben je nu al vergeten, wat je gisteren beloofd hebt?* vroeg Lina, die reeds weer aan den gang was in de huishou ding. »En nu heb ik nog al een verrassing voor je! Kijk eens hier!* en zij reikte hem een pakje tabak over. .0, Lina, wat ben je goed! Ik kan het je nooit ver gelden!* riep hij bewogen uit. »Och, kom, gekheid! Je zult wel al lang naar een pijp verlangd hebben. Bij een man gaat dat boven al les!* sprak zjj innig vergenoegd. »0, Lina, je bent het beste meisje van de geheele wereld!* verzekerde Johannes met overtuiging. .Kom, gekheid,* lachte het meisje. En toen gingen zjj eten, waaronder zij veel met elkander schertsten. Lina beweerde, dat Johannes niet behoorlijk wilde eten, omdat hij niet spoedig genoeg aan het rooken begon, waar hij tegen opkwam en blozend erkende, dat hij geen pijp verdiende, terwijl hij hier lag en verteerde, wat Lina met zooveel moeite verdiende. Eindelijk bleef hij voor zijn vrouw stilstaan, en toen sloeg zij verschrikt de oogen op naar zijn somber hard gelaat. »Je zorgt, dat geen van allen een voet over den drempel bij vrouw Binder zet, hoor! Dat vrouwvolk zal met mij te doen hebben! Alles is uit tusschen ons en die buren 1 Jelui spreekt niet met haar en nog minder met dien dien Ha, ik zie hem daar nog staan, den vagebond! dien schandvlek, voor mijn grijze haren!* .Vader, hij hqgft niet gestolen of ge .Zwijg!* schreeuwde Burgman zijn vrouw toe, zoo woedend, dat het arme mensch het hoofd liet zinken en in tranen uitbarstte. Op dat oogenblik keek Frede rik zijn vader doorborend aan, zijn bliksemend oog weerspiegelde den geest van opstand, die in zijn binnenste woelde. De knaap hield de armen om zijn moeder geslagen en sloeg de oogen niet neer, toen zijn vader hem door strenge blikken daartoe dwingen wilde. De oude man was zelf heimelijk geschrokken; hij begreep, dat hij te ver was gegaan. Wat? zou hij nu zijn tweeden zoon ook van zich vervreemden, en wel door eigen schuld? Plotseling zocht zijn harteleed verlichting in het storten van tranen voor de eerste maal. Hij streek met zijn eeltige hand langs de oogen en zei toen op een toon, zooals Frederik nog nooit van hem gehoord had .Kijk, Frederik, zoover kan een mensch komen door het verdriet over een slecht oppassend kind! Je moeder heeft al zooveel hartzeer en dat maak ik nog erger door mijn grofheid! Moeder schrei toch niet zoo, ik kan het niet aanzien, dat maakt me heelemaal kapot!* »Ach, vader!* Komaan dan, het is zomer! Jong en oud, arm en rijk, naar buiten! waar de natuur ons wacht met haar schatten van bloemen en ver kwikkende zonneschijn. ’t Is of mijn hart Betooverd werd Waar vloden al mijn zorgen Weer heb ik iets van ’t vroolijk kind, Die ’t leven zag, in rozentint, Een korten, blijden morgen nen geven om buiten in ’t vrije veld nieuwe krachten te vergaren. Het is een gezond verlangen, dat allen, nu het zomer is, naar buiten drijft om daar volop van de schoonheid der natuur en tevens van de heerlijke .vrijheid* te genieten. In onze dagen van stoom en electriciteit worden de reisgelegenheden zoo geriefelijk en weinig kostbaar gemaakt, dat voor niemand ter wereld zelfs niet voor de smalle ge meente met de kleine beurzen de woorden »op reis* als iets onbereikbaars in de ooren klinken. Kon voor luttele jaren hieraan door velen niet gedacht worden, thans heeft ook dit denkbeeld de kluisters voor de kinderen der 20ste eeuw verbroken. Door met kinderen des zomers zoo vrij en zoo eenvoudig mogelijk op het land te ver toeven, doet gij hun naar lichaam en ziel een weldaad genieten. Gaan de met aardsche goederen gezegenden dit genot ver weg, mis schien wel in ’t buitenland, en voor geruime- ren tijd zoeken, den minder bedeelden is het zelfde geluk beschoren, al wordt het dan dichter in de omgeving en wellicht voor slechts en kele dagen gevonden. Buiten, d. i. in ’t vrije veld, in ’t bosch, op de hei of aan het strand, overal ziet men in alles die onzichtbare macht der wonderwekkende natuur, die zoo veredelend op ’s menschen in borst en karakter werkt. Welk een voorrecht wanneer, door de stad te ontvluchten, men zich in een streek bevindt, rijk aan natuurschoon, waar lommerrijke bos schen worden afgewisseld door schilderachtige beekjes, die als zilveren linten zich slingeren door de groene weiden en als de wind de geuren van bloem en spar al verderen ver der draagt, dan brengt hij gezondheid en le venslust. Wordt dit alles u niet geboden om niet? Leer toch verstaan wat de bloemen zeggen, wat het bosch fluistert, wat de zee zingt in het groote lied van haar ruischende golven... en gij zult voor uzelven iets medenemen, dat sticht en sterkt en u het leven doet liefhebben als een kostelijke gave. Een mensch, die zich gelaafd heeft aan de frissche stroomen der natuur, is opgewekter, levenslustiger, krachtiger voor den arbeid ge worden en met dankbaarheid vervuld, dat het hem gegeven is te mogen medearbeiden in het groot geheel der dingen. De deftige Stadsschouwburg dus open, en dat in ’t begin van Augustus! Midden in de hondsdagen. Als de halve wereld vacantie heeft of neemt! Dat .Flora* in de Amstelstraat z’n speciali teiten laat optreden, nu, dat is bekend, daar speelt men liefst 365 dagen in het jaar. Maar zoo’n deftige Stadsschouwburg! Ieder vindt dan ook, dat volgende jaren maar weer tot September gewacht moet worden. Dat is de maand, waarin men geschikt met zoogenaamde kermisstukken, met revues en dergelijke sna- kerijen kan openen. Zoogenaamde kermisstukken. Dit is een maal een gebruik. Maar kermis is er niet in September; met kermis natuurlijk bedoeld, wat men in alle plaatsen daaronder verstaat. Wordt er dan in de groote stad Amsterdam ook nog aan kermis gedaan, zal misschien een enkele vragen. Me dunkt, 't is daar reeds alle dagen kermis Waarde vrager, er wordt hier werkelijk nog kermis gehouden; er worden hier kramen en tenten opgeslagen, zoo goed als bij u in Sneek nu binnen eenige dagen. We hebben hier kermis gedurende drie weken en wel in ’t voorjaar. Dit jaar, nu we een late Paschen hadden, viel deze feestdag reeds in onze kermis. Nu zult ge misschien denken: Een kermis in Amsterdam, in een stad, veel meer dan veertig maal zoo volkrijk als Sneek! Dat zal wel iets grootsch zijn Och, denk dit toch niet! Laat ik u verze- keien.dat ze u zoo erg mogelijk zou afvallen, als ge ze zaagt. Ge ziet de kermis, of de deelen er van op zeker een tiental verschillende punten: Op ’t Amstelveld, de Noordermarkt, ’t Jonas-Daniël- Meyer-plein,’t Weesperplein.’t Haarlemmerplein, bij de Raampoort, de (gedeniïpte) Looiers gracht, enz. Ja, zoo waar, toen ik in den trein zat naar Haarlem, zag ik, dat er zelfs op ’t Bickerseiland (bij ’t Westerdok) een onnoozel prul van een mallemolen, éen uit den ouden doos, door handkracht bewogen, uit den treu ren stond te draaien. Als ge nu al die kermisgedeelten bij elkaar voegt en dan een vergelijking maakt met de Sneeker kermis; ik geloof dat de Sneeker ’t zou winnen in aanzien. Op ’t Amstelveld en de Noordermarkt een stoomcaroussel. Die op ’t Amstelveld was net De heeren Van Lier hebben echter ondanks warmte, ondanks ’t verlangen om ’s avonds buiten te zijn, de deuren van ’t Grand The atre wijd opengezet. Hun zij daarvoor geen dank betuigd! enz. Zaterdag begon dm de Stadsschouwburg met Oud-Heidelberg*. En in Frascati speelt men »Het oolijke Weeuwtje*. Andere too- neelen zijn nog gesloten. i R GOÜf

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1906 | | pagina 239