I
Io
meisje mei geld.
SHOTS- ES lllWdWIEBLJÖ
ft
S met .Stand.
61e
Tandartssgrfl
Uitgever: B.
FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
*t
Door AMO.
9
zvo*.
xWb. vaisf
KLEINZAND 13,
Spreekurerf loK
Hoerenhuis met fraai!
R. mulderadeel,
W dinsdag 18 ■ember 1906.
V
m’n
dus staan
te
I
HOOFDSTUK IV.
HOOFDSTUK V.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor S n ejï FufïÖ per 3 maanden,
f r a n o p jv f J's t f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
ADVERTENTIëN 4
r
regels 3 cent en van IOC
plaatsruimte.
net-
ge-
Met
1.
2.
3.
■9
'«Ma Uï’
A
ten
ent
lag
:en
in-
the
en,
jes
en,
ad.
a ent,
éven
16.
17.
18.
1905.
19.
Vaststelling le Suppletoir Kohier v/d Hoofd.
Omslag, dienst 1906. (Ter vorige vergadering aange
houden.)
De Telegraaf (en dus ook De Courant)
verrasten ons verleden week met de bekend
making van een grootsch plan, dat volgens
Aalders door. Tusschen hem en Marie was het steeds
oorlog, zij plaagden en fopten elkaar onophoudelijk;
Johannes wist, dat één woord voldoende was, dan
behoorde zij hem toe en haar papa zou met vreugde
zijn zegen geven. Maar nu hij wist, dat hij de hand
slechts behoefde uit te steken, voelde hij daartoe geen
aandrang. Integendeel, een onverklaarbaar gevoel hield
hem terug. Het was alsof een inwendige stem hem
toeriep «zij is de rechte niet voor je!« Ook meikte
hij veel gebrek in Marie op, doch het streelde zijn
ijdelheid, dat hij in alle gevallen op haar kon rekenen,
en hij deed wat hij kon, om haai nog verliefder te ma
ken, zonder zich zelven te verbinden.
Zoo verliep er een jaar, zonder dat hij er aan dacht
en hij hoorde het gaarne, als Marie zei, dat men hem
niet zou herkennen, zoo voornaam en welopgevoed
was hij in houding en manieren geworden. Wel kostte
hem dit veel geld en wel ergerde hij zich bitter, dat hij
geen cent op de spaarbank kon brengen en zelfs dieper
in schulden kwam bij kleermaker, schoenmaker enz.
En hoe dwaas al dat pralen en den grooten heer
spelen, waartoe hij door haar gedreven werd hij had
er eigenlijk geen plezier in. Het was hem echtereen
troost, dat het rijke huwelijk alles weer goed zou maken.
Bij gedeelten had hij zijn schuld bij Lina afbetaald
en zoo nu en dan had hij haar ook wel geschreven.
Van zijn huwelijk sprak hij in zijn brieven niet, maar in
zijn laatste schrijven stond, dat mijnheer Aalders er
van gesproken had stil te gaan leven, hij zou dan de
zaak op zijn eigen naam voortzetten.
Johannes had met zijn vrienden den Zaterdagavond
vroolijk doorgebracht. Nu ging hij naar huis in gezel
schap van iemand, die toevallig denzelfden weg ging.
Hij was warm en opgewonden, zijn makker was blijk
baar beschonken, want hij kwam telkens op hetzelfde
onderwerp terug, dat hij ter sprake had gebracht, zoo-
dra ze op straat waren. Hij beweerde, dat Marie Aalders
een valsch karakter had en dat Johannes veel te goed
voor haar was.
Met de gewone eigenzinnigheid van beschonken
menschen, weigerde hij alle verdere opheldering. Jo
hannes geloofde, dat de man er waarschijnlijk ook geene
kon geven en deze hinderde hem minder door hetgeen
hij zeide, dan door zijn luide spreken.
Johannes was blij, dat de man eindelijk voor zijn
woning stond. Deze trachtte de deur te openen, maar
kon niet met den sleutel terecht. Het kostte eerst nog
moeite, voor Johannes den sleutel in handen had en de
deur voor hem opende. Eindelijk was de man in huis
en Johannes wilde juist zijn weg vervolgen, toen uit
een herberg aan de overzijde eenige kerels naar buiten
stormden, die met woeste bedreigingen op hem toe
liepen.
Het raadzaamste was, hen te vermijden. Hij sloeg
daarom snel een smal zijstraatje in, waardoor hij in
weinige minuten een groot plein kon bereiken en
tevens zijn weg aanmerkelijk kon bekorten. Docli nau
welijks had hij eenige schreden gedaan, of zij waren
hem op de hielen.
«Blijf staan, blijf staan! Daar hebben wij den schurk!»
brulden zij.
Het was daar bijna geheel donker; hij tegreep, dat
hij een fout had begaan, door dit nauwe zijstraatje in
te gaan, want hij kon hier moeielijKer ontkomen, dan
ergens anders, misschien luisterden zij naar een ver
standig woord; blijkbaar toch vergisten zij zich in zijn
persoon. Hij bleef daarom staan.
Wv '^fc\Boer en Geertje Lemstra te Heeg.
Wiersma te Westhem Jozephus Wille-
aan
..f aren 82
^i^hoogigp
de
in ’t seizoen overal
de hooflroutes der stad ontmoet. (Naar ik
Friesland met
niet door hen
12).
»Haha!« lachte Marie plotseling. Haar geluid klonk
schril, dat had Johannes reeds vroeger opgemerkt.
Lina sprak en lachte heel anders.
«Waar lach je om?«
Beide mannen bleven staan.
»Haha, Johannes, wat heb je voor een jas aan'? Pre
cies een oudegrootvader! Haha! Kijk eens papa, hoe
komiek hij er uit ziet? Die jas heb je zeker bij een dorps-
kleermaker laten maken, hé?«
En Marie draaide den doodverlegen Johannes om en
om en lachte steeds voort. Hij had haar wel een pak
slaag willen geven, zoo ergerde zij hem met haar spot
tend gelach.
»Och, wees toch zoo kinderachtig niet!« zei mijnheer
Aalders een beetje onvriendelijk.
Toen ze de trap afgingen, bemerkte hij, dat Johannes
er weikelijk nog al wonderlijk uitzag in zijn jas en
ook, dat deze bleek zag van ergernis en aan zijn knevel
haren beet.
>Je moet maar niet boos zijn op dat overmoedige
kind, Johannes, ze houdt veel van je en de jas is goed
genoeg bij het werk,« sprak hij om een doekje op de
wond te leggen, maar de wond was er.
Den avond van denzelfden dag kocht Johannes een
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Donderdag, den 30 Augus
tus 1906, ’s nam. 7 uur.
Punten van behandeling.
Resumtie der notulen.
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Adres van L. Dokkum om alsnog betaling te
erlangen eener voor den dienst 1905 te laat ingediende
rekening.
4. Adres van gelijke strekking van M. Prins te
Dordrecht.
5. Aan te brengen wijziging Verordening Burger
avondschool en dientengevolge van het programma dier
School.
6. Adres van T. H. Faber Jz. om eervol ontslag als
onderwijzer aan School no. 2 en om eene toelage op
zijn rijkspensioen.
7. Adres van J. van Loon, om verhooging zijner
jaarwedde als Secretaris-Boekhouder Burgerlijk Arm
bestuur.
8. Begroeting der Algemeene Armvoogdij, dienst
1907.
9. Adres firma N. J. Wouda, tot aanbrenging eener
losinrichting aan haar aan de Prinsengracht gelegen
pakhuis.
10. Adres afdeeling Sneek der Ned. Vereeniging
tot afschaffing van alcoholische dranken, tot instelling
eener Commissie als bedoeld bij art. 49 der Drankwet.
11. Adres van Mr. P. C. Andreae, inzake waarne
ming van het onderwijs in de Staathuishoudkunde R. H.
B. School te Leeuwarden.
12. Bevestiging van den heer Dr. A. C. Antusch, als
Directeur der Burgeravondschool.
13. Benoeming Commissaris der Muziek- en Zang
school.
14. Eervol ontslag-aanvrage van B. v. d. Heijde en
D. Koestra als vader en moeder in het Armhuis.
15. Rekening der Gemeente-Muziek- en Zangschool,
dienst 1905/06.
Rekening der Schutterij over 1905.
Schutterij-begrooting 1907.
Voorloopige vaststelling der gemeente-rekening
De notaris R. MULDER te He
nemens op Dinsdag 18 SeptemH
namiddags 2 uur, bij Feikema t<~^
te verkoopen 1’
Een geheel naar de eischen 1
richt groot dubbel Heerenhi^l’
.4 cent ün, Schuur en Schiphuis
9OO reglen midden in het dorP J5OO
aan den Singel, ruim
i s nmir
egermeer, groot volg
centiaren waart
hnrlon Je
ne steentjes* voor ’t Paleis af te blijven.
De arme Naatje! Zoo geduldig staat ze
daar zonder ’n rechter arm, als wijlen Mucius
Scaevola uit de Romeinsche geschiedenis.
Maar haar geduld wordt beloond. Met de
Rembrandt-feesten zong de jolige menigte al
hossende en grollende: «Naatje op den Dam
gaat nooit verloren!» En ze gaat niet verlo
ren. Vóór dat die feesten begonnen en zelfs
vóór de Koningin in Mei haar bezoek aan
onze stad bracht, had reeds iemand aangebo
den heel netjes de ontbrekende arm weer op
z’n plaats te brengen. Doch met dit lapmid
del behoeft Naatje niet tevreden te zijn. Er
zal ’n geheel nieuw, bronzen beeld komen in
de plaats van ’t oude steenen.
Naar Marken.
In m’n vorigen brief had ik ’t over
vreemdelingen, die men
OP
met genoegen verneem, wordt
z’n mooie waterpartijen ook
vergeten!)
Nu dan, nog eens over die vreemdelingen,
Duitschers, Engelschen, Franschen en Ameri
kanen. Weet ge, waar men ze altijd kan
vinden? Kom eens ’s morgens om tien uur heen
op de De Ruyterkade, waar altijd zoo’n be
weeglijke drukte heerscht door al die stoom-
booten. Twee bootjes, klein in vergelijking
van de andere binnenbooten, die op hunne
beurt weer erg klein zijn, als men ze ziet
liggen naast de groote en soms zeer groote
zeestoomers, twee bootjes-dan, liggen er ge
reed; alle dagen van ’t seizoen. Ze zien er
keurig netjes uit, zijn ruim zoo groot als bij
u de binnenbootjes, maar zijn wat eleganter
gemeubileerd en wat steviger. Ze liggen
dieper en zullen dus niet omkantelen, al zijn
er steeds alle passagiers op ’tdek. Ze moeten
ook steviger zijn, want ze gaan ook over de
Zuiderzee, al is ’t deel Zuiderzee tusschen de
Oranjesluizen en Marken, niet zoo kwaad.
Keurig zien ze er uit. Nette meubelen, ge
makkelijke stoelen onder ’t tentdek en vlaggen
van Nederland en de naburige landen erboven.
De bemanning en de kellners zijn gekleed in
nette uniformen en alles is ingericht op de
ontvangst van deftig publiek.
Maar dat publiek is ook deftig! ’t Zijn
niet de menschen, die met ’n pleizierboot naar
Hoorn, of welke plaats dan ook, gaan voor
nieuw stel kleeren, hij zou Marie’s spotlach geen tweede
maal hebben verdragen. Geld had hij niet, maar de
kleermaker vertrouwde hem ten volle, toen hij vernam,
dat Johannes de eerste bediende van mijnheer Aalders
was. Ja, hij wist Johannes te overtuigen, dat een overjas,
een hoed, boorden en manchetten noodzakelijke be
hoeften waren voor zoo’n knap jonkman.
Vervolgens zocht Johannes een kosthuis en den
volgenden dag deed hij zich voor, of zijn veranderde
kleeding te danken was aan de reiskoffer, die hem
nagezonden was.
Marie had zeker ingezien, dat zij hem door haar
lachen zwaar beleedigd had en wachtte zich vcortaan
in zijn tegenwoordigheid haar lust tot spotten den
vrijen teugel te geven, integendeel, zij zeide hem al
lerlei aangenaams.
De ijdelheid van den jonkman was echter te diep
getroffen; hij kwam niet spoedig weer in de goede
stemming. Bovendien toonde hij veel belangstelling
voor het werk. Het bleek, dat hij in Amerika veel
geleerd had, dat eigenlijk hij alleen bekwaam was om
verschillende dingen naar eisch te vervaardigen en
daarom verhoogde mijnheer Aalders het bedongen loon
reeds na afloop van de eerste week. Door zijn bekwaam
heid nam hij ook in de werkplaats dadelijk de eerste
plaats in. Hij liet zich naar behooren gelden en was
er ook steeds bij als er een pretje was. Zoo verwierf
hij den bijval van zijn kameraden, maar dit vuurde
hem helaas! aan om ook bij hun vroolijke avondgela-
gen de eerste rol te spelen.
Zijn voet beterde snel, niets herinnerde hem meer
aan Lina Binder; soms dacht hij nog een enkele maal
aan zijn verblijf bij haar moeder, maar dat geleek hem
een droom.
De Zondagen bracht hij meest altijd bij mijnheer
’n halven gulden de heele reis e|
pakje hunne boterhammen, voc
genheid gemeubileerd, meevoeren.
Neen, ’t is deftig publiek.
De ééne boot is een gemeentente,
meente Amsterdam, hoe vrsen, onder lezen
lezer, de gemeente AmsterdteS eigenan.
van die boot en exploitante van de onder
neming. ’t Reisje kost f 3 de persoon
kinderen half geld en duurt van 10 u. 15
min. tot half vijf, dus ruim zes uren. De an
dere boot is ’n particuliere onderneming; prijs
1ste klas f 2,50, 2e klas f 1,25; dus goedkoo-
per. Deze laatste boot is minstens even
jes als de gemeenteboot en toch de
meenteboot trekt de meeste passagiers,
die booten gaan veel Nederlanders, maar vooral
veel vreemdelingen. Ge kunt er zeker van
zijn, dat ge er altijd Engelsch, Duitsch en
Fransch kunt hooren, vooral op de gemeente
boot. Op deze laatste is ook het gedistin-
gueerdst publiek. Dat kunt ge aan alles be
merken. Vele passagiers komen er aan per
rijtuig en als ge tegen half vijf weer langs de
kade wandelt, ziet ge, behalve de tram, steeds
’n drietal rijtuigen op ’n vrachtje wachten bij
de gemeente-, nooit bij de particuliere boot.
En doorgaans doen ze een vrachtje op of wa
ren ze vooruit besteld. Als ge ’s morgens
wacht op 't vertrekken der beide scheepjes,
ziet ge steeds een fruitvrouw met druiven bij
de gemeenteboot, en niet bij de andere. Dat
ze er menig pondje druiven duur verkoopt,
kan ik u verzekeren. De koopers houden
haar een Hollandsch geldstuk voor; is ’t te
klein, dan laten ze een grooter zien en van geld
teruggeven komt gewoonlijk niet veel. Dit
zijn reizigers, die niet goedkoop willen reizen.
Deze bootjes gaan over Broek in Water
land (bekend om z’n kraakzindelijkheid) en
Monnikendam over de Gouwzee naar Marken
en over de Zuiderzee, door de Oranjesluizen
weer terug.
’n Heel aardig reisje, vooral voor de vreem
delingen, die zoo vaak Hollandsche schilderijen
en voorstellingen op vazen, enz. gezien heb
ben met Markers en Volendammers, dat ze
in de meening verkeeren, dat alle Nederlanders
zoo gekleed loopen.
Op dit reisje zien ze de echte Volendam
mers en Markers in hun ouderwetsche klee
ding, met hun typische huisjes, zoo aardig ge
rangschikt, hun visschersscheepjes. Ze zien ’t
hun zeggen reeds vast moet staan bij ons ge
meentebestuur. In een vorigen brief meldde
ik, dat er misschien een zestal panden aan de
zuidzijde van den Vijgendam onteigend zou
den worden en ik vermoedde, dat dit zaakje
der stadskas gauw een paar ton zou moeten
kosten, ’t Door b g. bladen aan ons hooge
stedelijk bestuur toegeschreven onteigenings-
plan is echter veel, veel grootscher en dus
ook veel kostbaarder.
Niet alleen die zes panden, maar de geheele
zuidzijde van den Vijgendam tot aan den door
gang tusschen Dam en Rokin zou er aan
moeten gelooven. En dan ook het heele
blok huizen van daar tot aan de Hermieten-
steeg, dus ’t heel blok huizen, tusschen die
steeg Nes, Vijgendam en Rokin. Daar
toe behooren minstens vijf panden in de Nes.
En de bekende gelegenheid Victoria, die aan
de andere zijde der Nes staat, zou zoowat een
vrij gezicht krijgen; doch zooals ik reeds een
maal schreef, is »de Vic.« ook gedoemd om te
sterven. Dit is ’t grootste blok huizen.
Doch nu is ook nog ’t andere blok huizen, aan
de noordzijde van den Vijgendam in ’t ontei-
geningsplan opgenomen, dus tusschen die zijde,
een deel van de Warmoesstraat en de Visch-
steeg. Dit beslaat ook nog al verscheidene
panden.
De geheele Vijgendam zou
verdwijnen.
En natuurlijk zal ’t leelijke commandants-
huis ook verdwijnen, die leelijke sta-in-den-weg
vis-a-vis 't Paleis.
Als dit werkelijk gebeurt, zal de Dam, ons
voornaamste plein, een heele vergrooting krij
gen. Als ’t gebeurt.
’t Millioentje (ik sla er maar een slag naar,)
dat deze affaire zal moeten kosten, zou kun
nen gedekt worden door eindelijk eens aan ’t
terrein, waar vroeger de oude Beurs stond en
dat nu al zoolang omheind is door een af
schuwelijke schutting vol reclames, een be
stemming te geven en door de schuine hoe
ken en ruimten, die men bij ’t onteigenen te
veel heeft, eveneens duur te verkoopen.
Wat zal Naatje d’r van zeggen. De arme
stumperd, daar geplaatst ter herinnering aan
den volksgeest van 1830, ziet met haar eene arm
niets van die verandering; want ze kijkt trouw
naar ’t bijna altijd gesloten Paleis en ziet,
hoe de soldaatjes de menschen nu en dan
waarschuwen, om toch asjeblief van »de klei-
uur, bij Feik^'T" «i Margje vd
J Lolle Schakel en Antke
..aas zv Sjirk Wittermans en
.aeel najy dommerts Anna dv Jan Hee-
^Ailtje Abma te Goënga Dirk, zv Sane Post-
r d Harmen v. d. Meulen te Smallebrugge
Wiersma te Westhem Jozephus Wille-
aati v te Hilversum met Luurtske Foekema te
’het HeegermirL&i van Kammen te Kollum met
cen,s^^--' <-