NIEUWS- ER JDÏMST1B1ILMI Se& meisje met geld. Heerenhuis met iraaLi I Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. n Tandarts» Burgerlijke Stand. 'fcv s. s. o L Door AMO. snezen. KLEINZAND 13, Spreekureif 10 b>y ■oos). hJAiaar (on- a eigendorru 'tien-' minu- zoo vaak En dan een dagretourtje Zandvoort r HOOFDSTUK VII. 1 Voor mij t •3 i ?en jen am üd, ien en jne jes Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. van veel ian, oon den tie- 1 r a s t i a ■e\ fd rij ie a.- m e m, )U. ir. i Brugge, -. L 'geheeld, r ringa en Hiltje Abma te Goënga Dirk, zv Sane Post- Jpy ‘,'^^Boer en Geertje Lemstra te Heeg. \v d Harmen v. d. Meulen te Smallebrugge seo^^^e Wiersma te Westhem Jozephus Wille- F.«rcs Jorna te Hilversum met Luurtske Foekema te - - Johannes van Kammen te Kollum met gelaat. Dat trof Johannes Maar was hij zelf ook niet op den weg geweest om zoo te denken en te handelen? En wie had hem gered? Li na! De beminde, brave Lina! Laat nu gebeuren wat wil; hij zal haar nemen, zoo arm ze dan ook is. Liever wil hij met haar in zorgen en beslommering van zaken leven, dan een mensch worden zooals Haak man. Nu had hij meêlijden met Marie. Als verpletterd zat zij neder bij het lijk van haar vader. Haakman had haar gezegd, dat al het geld weg was en de manier, waarop hij dit zeide, had het oppervlakkig koelhartig meisje toch diep geschokt. »Hij was altijd zoo goed voor mij; hij had me zoo lief!* verklaarde zij wel honderdmaal van haar vader en dat was de eerste maal, dat Johannes kon bemerken, dat zij ook een hart had. Er was een week verloopen. Mijnheer Aalders rustte in het graf en Haakman had bevonden, dat het huis met een groote hypotheek bezwaard was. Be halve de zaak bleef er voor Marie weinig over; zij was daarom dankbaar, dat Johannes bereid was deze over te nemen. Daartoe was de hulp van oom Karei noo- dig. Wel had deze schriftelijk zich daartoe verbonden, maar er was zooveel te bedisselen, dat Johannes nood zakelijk voor een paar dagen naar huis moest. Het was een prachtige lentedag, toen hij daar aankwam. Niemand verwachtte hem, veel brieven schrijven was niet in de mode bij de familie Burgman. Daar kwam hij de straat in, waar zijn ouders woon den. Wat klopte zijn hart! O, als Lina nu in de laatste dagen, misschien gisteren den smid het jawoord had gegeven! Daar stond hij voor de deur, hij stapte naar binnen. Hoe liefelijk kwam hem hier alles voor. Het blank- geschuurde koperwerk aan den muur scheen hem vertrouweljjk toe te glinsteren. en tot heu^ ten van Haarlem. daar mooi. Velen gaan ook met de tram, omdat 't eens In den trein zit je de Kalverstraat doorschuift en dan, bij ver gissing, links houdt. Er is maar één Amster dam, zeggen zij, die hier de nieuwe stukken in de schouwburgen gaan zien: die de concerten bijwonen, vooral de heerlijke muziek in het Concert-gebouw gaan hooren, waar een keur korps onder artistieke leiding van Mengel berg hooge kunst te genieten geefteen korps, waaraan verscheidene eenheden op zich zelf kunstenaars zijn. (Al is ook in den laatsten tijd in dit gebouw de eenheid verre te zoeken). Er is maar één Amsterdam! zeggen zij, die hier nog iets anders zoeken. Neen, eenvoudig weg wil ik enkele wijzen aangeven, waarop de Amsterdammer, vooral in den zomer, afleiding zoekt. Laat ik in de eerste plaats zeggen, dat de meesten ook in ’t saison gewoonlijk aan de eigen stad genoeg hebben. De stad is zoo groot en je maakt al een heele reis, wanneer je bijv, in de Spaarndammerbuurt woont en op ’n Zondag eens gaat zien naar de roeiwed- strijden op den Amstel. Of uit de Indische buurt (buiten 't Muiderpoortstation en dus heel ver buiten de Muiderpoort) naar ’t Vondel park trekt, om daar te luisteren naar werkelijk goede en vaak voor ’n goed deel populaire mu ziek, die er geregeld tweemaal per week gegeven wordt. Of wanneer ge in ’t Willemspark - kwartier woont, of in de dichters- of schil derswijk, en ge wilt met uw kinderen, of ’s avonds alleen met groote menschen onder elkaar, naar ’t Tolhuis over ’t Y. Massa’s menschen, die buiten de Haarlemmerpoort wonen en hunne kinderen naar 't Westerplant- soen zenden, zullen nog nooit, of bijna nooit in 't Oosterpark geweest zijn, dat toch een groot, fraai park is en dat ’t Vondelpark naar de kroon steekt. Terwijl dat Oosterpark toch geheel in de stad ligt en er zeer veel duizen den menschen nog verder wonen (vóór dat ge nog Watergraafsmeer krijgt, dat niets is dan een Amsterdamsche voorstad.) In de eerste plaats mag ik noemen. Naar Zandvoort gaat men! Zooals men bij u gaat naar Scharnegoutum; al is de vergelij king wel een beetje vér gezocht. Wat een gelegenheid wordt er gegeven, om in Zandvoort te komen. ’t Is toch eigenaardig. Men gaat naar Zand voort, om de zee te zien, de groote zee! Ook omdat er duinen zijn; maar toch vooral om de zee. En Amsterdam ligt zelf zooveel dichter bij de Zuiderzee! Waarom gaat men i heen? Of bijna niet? Daar is toch ook gelegenheid, om de zee te zien. En al is de Zuiderzee niet zoo groot als de Noordzee; al is de gezichteinder niet zoo ruim; al is die zee niet zoo diep; al is er geen duinzand, waar de kinderen in kunnen graven met hunne kleine spaden; om kleine vestingen en loopgraven te maken en er water in aan te brengen met kleine emmertjes. Toch is er ruimte genoeg voor ’t oog, dat ver over de wijde watervlakte wil zien en ’n idee van ein deloos wil genieten. Er is geen gelegenheid aan de Zuiderzee! zult ge zeggen. Och, de gelegenheden komen er met de menschen. Voor dertig jaren was er in Zand voort ook nog haast geen gelegenheid, om zich te diverteeren. Maar die zaken komen wel, met de menschenstroom. ’t Een groeit met ’t ander. Men kan naar Muiderberg gaan, waar wél vcor bezoek gezorgd is. En alle avonden kan men voor ’n hal ven gulden een heerlijk watertochtje van een paar uren maken op keurige bootjes, die hunne reis tot fort Pampus uitstrekken. Men mag ’t minstens vreemd noemen, dat de kusten der Zuiderzee, te beginnen direct buiten de Oranjesluizen, niet ’n uitgebreid uit- spanningsoord, ’n soort pleizier-voorstad Amsterdam vormen. Men reist er op prettiger wijze heen dan naar Zandvoort. Per boot van de De Ruyterkade. Is er voor een Amsterdammer, voor ’n Nederlander, die van water houdt, omdat hij Nederlander is, iets aangenamers te bedenken dan zoo’n water tochtje Midden door 't drukke beweeg van al de stoombootjes en stoombooten; met ’t ge zicht op de reuzensteamers, gemeerd aan Y- en Handelskade of Rietlanden, of in ’t Dok; met op den achtergrond de wegdeinzende groote stad, waar boven de huizenzee, die steeds ver der afwijkt, zich hoe langer hoe meer de torens en groote gebouwen zich marqueeren; de uitstekende punten, die ieder kent, omdat 17). Marie schrikte en ijlde naar de meid om den dokter te laten halen. Haakman liet zich bij het openen van de brandkast niet storen. Het kunstig gemaakte slot bood echter weerstand aan al zijn pogingen. Marie kwam terug. »Burgman is het waar? Sterft hij?« »Ja, juffrouw, elk oogenblik kan hij den laatsten snik geven.* Hij hield den stervende nog steeds in zijn armen. >0, God, zou hij het geld bij Overklip belegd hebben?* riep Marie in hevigen angst, met een blik op Haakman, die woedend zijn vergeefsche pogingen opgaf, zijn hoed nam en vertrok. Onmiddellijk daarna trad de dokter binnen, doch mijnheer Aalders had juist den laatsten adem uitge blazen. Nog dienzelfden avond kwam Haakman bij Johannes en vertelde hem, dat Aalders zijn geheele vermogen bij Overklip gedeponeerd had. De hooge rente had hem zeker verleid, maar nu was het geheele kapitaal weg. •Weet u soms, of het huis methypotheek is bezwaard?* vroeg hij aan Johannes. »Ge moest u schamen, dat ge aan niets anders denkt,* antwoordde deze. »Geld regeert de wereld. Ik kan geen arm meisje tot vrouw nemen,* verklaarde Haakman met een effen Hij klopte zacht aan de kamerdeur. Vrouw Binder riep »binnen!« Aarzelend opende hij de deur; daar lag de zieke vrouw, met een helder wit jak aan, te bed. Blauwe en witte seringen verspreidden een heerlijken geur in de kamer, die overal even net en zindelijk was. De arme vrouw keek verwonderd op. Die voor naam gekleede heer was dat werkelijk Johannes? dezelfde, die Daar werd de andere^deur geopend en verrast bleef Lina op den drempel siaan. Wat zag ze er lief uit in haar helder, eenvoudig katoenen japonnetje. •Johannes!* klonk het van haar bevende lippen. Hunne blikken ontmoetten elkander. Met den uit roep •Lina, mijn Lina!* opende hij zijn armen voor haar, en bij haar uitroep »Johaunes!« lag zij aan zijn borst, in zalige weelde alles om zich heen vergetende. De handen gevouwen, de oogen gevuld met tranen van geluk, staarde de zieke moeder naar het jonge paar. Was het mogelijk? Lina had toch altijd gezegd, dat ze aan Johannes zelfs geen oogenblik dacht. Wat hij haar in het oor fluisterde, verstond zij slechts half, maar zij zag, dat de jongelui elkaar kusten, en hoe Lina haar armen om zijn hals sloeg en zei •Ja renlang heb ik je liefgehad zonder hoop, dat je om me zou komen, want ik ben arm! En nu kom je toch! O God, hoe ben ik het waard!* •Spreek zoo niet, Lina! Als er een is, die zooveel liefde niet verdient, dan ben ik het!* Eindelijk dachten ze aan haar zieke moeder, die aan haar tranen den vrijen loop had gelaten. •O, Lina! als jij maar gelukkig wordt! komt het er niet op aan.* •Komt het er voor u niet op aan?* riep Johannes getroffen. «Wie heeft mij tot een rechtschapen man gemaakt? Wie anders dan u en Lina? Het zal u bij hij ze alle dagen ziet; maar die nu toch op ’n heel andere ijianier zich aan zijn oog voor doen, omdat ze nu op andere wijze de huizen massa beheérschen. En-dan z’n vermaak zoeken aan ’t strand wat anders is. en zoo ordinair. Velen gaan ook met de tram, omdat deze midden in de stad begint. Je stapt er zóó maar in; op ’t Spui, vlak bij de Kalverstraat. Je behoeft niet eerst door ’n groot Centraal station, waar de minder bereisde vijt minuten werk heeft om in z’n trein te komen. nog denkt: Zou ik wel den goeden kant uit gaan? De trein geeft je anders voor 70 cents, wat niet veel is. Ook kunt ge tienrittenboekjes voor trein of tram nemen. Als je een beetje machtig bent, kun je meerdere zulke boekjes aan in één zomer. Velen gaan ook naar Zandvoort per fiets en per stoomfiets. Verscheidene per auto. En waarom trekt nu zoo’n badplaats? Och, om meer dan ééne reden. Ge zijt eens tusschen de hooge huizen van daan. Ge hapt frissche lucht; zoo uit de eerste hand ademt ge de ozonrijke zeelucht. Ge zijt eens buiten; zoo geheel buiten, zoo geheel vrij. Ge zijt er dadelijk een stuk gezonder dan in de groote stad. Ge kunt er muziek genie- ons aan niets ontbreken, vrouw Binder, daar geef ik u mijn woord van eer op. En nu moet u met mij en Lina mee naar G daar zullen wij drieën weer zoo ge lukkig zijn, als toen ik met mijn verwonden voet hier in de kussens zat, ja, nog gelukkiger.* Hoe bekoorlijk was Lina, toen Johannes met haar naar zijn ouders ging. •Vader, moeder, ik kon geen ander liefhebben,* ver klaarde Johannes. •Dat doet je hart dan eer aan,* klonk het van vaders lippen. En oom Karei, die door Frederik in der haast ge roepen was, zei ook «Jongen, dat doet je eer aan,* en hij klopte hem met een goedkeurend knikje op den schouder. •Een vrouw als Lina is veel beter dan geld en goed,* voegde hij er ernstig bij, en hij wist het zeker wel, want een goede vrouw zooals hij hier bedoelde, had hij nooit kunnen vinden daarom was hij ongetrouwd gebleven. Dienzelfden avond werd de verloving bij vrouw Bin der gevierd. Spoedig volgde het huwelijk. Sedert dien tijd heeft Johannes voortdurend volop werk gehad en goede verdiensten. Hij denkt er nu over om het huis van Marie te koopen. Deze is intusschen een verbitterde oude vrijster ge worden,- Haakman liet haar zitten; zij had te weinig geld, oordeelde hij. Johannes en Lina namen haar op als een lid van het gezin. Bij de geboorte van het tweede kind werd zij zelfs verzocht om peettante van den jonggeborene te zijn. »Dat bewijst haar meteen, dat wij haar geheel tot onze familie rekenen,* zei Lina. Vader Burgman en zijn vrouw leven weer gelukkig en tevreden met elkaar. Met een glimlach van vreugde laat hij zijn kleinkinderen dikwijls op zijn knie rijden. Magdalena en Ernst hebben er nu ook al drie. EINDE. Hoe vermaken zich de Amsterdammers'' Om dit eenigszins uitvoerig te beantwoor den, zouden nog al heel wat kolommetjes vol gedrukt kunnen worden. De stad is toch zoo groot, er is zoovéél te doen, op zoo velerlei gebied; er zijn zooveel soorten van genoegens, zooveel plaatsen, waar men zich diverteeren kan. En treft men reeds in een kleine stad zooveel rangen, zooveel standen aan, die elk op hunne wijze divertissement zoeken, terwijl er maar enkele algemééne vermakelijkheden zijn, in een stad als Amsterdam is dat aantal stan den nog grooter, ’t genus mensch in nog meer klassen te verdeelen, zoowel in de hoogte als in de laagte, de diepte der menschenmaat- schappij. Al mist men er ook grootendeels ’t genus, dat Sint Bureaucratius tot patroon heeft, zooals dat in Den Haag ’t geval is, al mist men er ’t Hof met z’n entourage, de uitge breide hooge adel, de gezanten met hun vor stelijke atmospheer, enz., welke standen zoo uitgebreid zijn vertegenwoordigd in de hof stad. Toch zou, wilde men uitvoerig de vermaken der hoofdstad beschrijven, een vergelijking tusschen hoofdstad en Aö/stad zou óók inte ressant zijn! toch zou men veel moeten aanstippen, wat op elke plaats van toepas sing is. Mijn bedoeling is ook niet, zoo uitgebreid te schrijven. Ik wil niet uitvoerig weergeven, wat men in de provincie (pardonneer me de uitdrukking! ik vind ze lang niet gepast, niet juist; en ik heb in een mijner brieven, meen ik, wel eens aangeduid, dat men hier wel eens erg kleinsteedsch kan zijn!) bedoelt met: Er is maar één Amsterdam. Daarmee bedoelt men bijv., dat ieder, die wat zien, wat beleven wil, zij ’t soms ook op eenigszins wereldsch ge bied, soms op minder fair terrain, hier terecht kan, beter dan in wélke groote stad des lands ook. Er is maar één Amsterdam, zegt de eenvoudige, die de hooge huizenreeksen, de winkels, ’t drukke gedoe ziet, die naar Artis en Panopticum gaat, even door ’t Rijksmu- seum wandelt, even door ’t Vondelpark, even langs de De Ruyterkade wandelt, meermalen De notaris R. MULDER te He nemens op Dinsdag 18 SepterrA namiddags 2 uur, bij Feikema t< te verkoopen Een geheel naar de eischen V richt groot dubbel Heerenhü^J.1 ADVERTENTlëN 4 cent xin, Schuur en Schiphuis regels 3 cent en van 1000 re^en midden in het dorP J 500 aan den Singel, ruim 1 plaatsruimte.^ermeer, groot volg8 naar centiaren waart ;eboden de ge; *-«**-***v J 1* V X lltZX'IvOll CC CC 1 1 U OCl-CcLlvC niet da.ér- Vafl onze binnenzee. Werkelijk aan de zee zijn en toch vlak bij de stad. Maar neen, men moet naar Zandvoort! Tachtig A honderd keer per dag gaat de elec- trische tram er heen, bijna dertig keer per dag kunt ge er met de spoortrein naar tpe. De tram brengt er u in een goed uur, de trein in minder dan veertig minuten. Velen houden er van, óm dan juist per tram te gaan. Men gaat dan behoorlijk vlug, ’t kost iets duurder dan met de trein; voor 85 cent hebt ge een retourtje. Men zit heel gezellig in de wagens. Men ziet Haarlem. Geniet van AerdenhoutT’w'aar de villa’s zoo móói liggen; midden in bosch en duin; per tram tien minuten van de zee en 'tién-' rninu- Wat wonen die menschen WYMBRITSERADEEL, van 7 tot 14 September 1906. G e b o r e n Pier zv Pier Koopmans en Margje vd Meer te Jutrijp 'frijnje dv Lolle Schakel en Antke van Dijk te Loënga Klaas zv Sjirk Wittermans en

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1906 | | pagina 285