JilEUWS- EJi ADVERTENTIEBLAD
a.
f
4
e
en der-
EEN STAP.
r Dames-Costumes aan
g*
pa
WoexxscLae 28 Septexn.be
No; 77.
geheel compleet.
^j^chtige en smaakvolle collectie
So 11 s t o f f e 11
4
I
is
Uitgever: B. FALKENA h
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
d
2^
mJ i
81e
Telefoon 56. SNEEK.»
i
n
4
-?
I
1
maar
anden, worden door arbeid verdreven.
P
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
weer terugkeeren. De kinderen
geleiders hadden verscheidene
had, gezond
ademd.
Iemand, die
durfde in een
T
flANN ZON®
Een elegante equipage, door twee vurige raspaarden
getrokken, joeg door ’t gewoel van de Potsdammer-
plaats te Berlijn. Een net jongmensch was voor het
tweespan uitgeweken en had zich op een der veilig-
heidsstoepen een toevlucht gezocht. Alhoewel het
rjjtuig reeds sedert eenige minuten tusschen de hoo
rnen der Bellevuestraat verdwenen was, bleef Alfred
Kiffstein nog steeds daar staan om de twee dames na
te staren die in de zijden kussens van hun landauer
bliksemsnel hem voorbijgereden waren.
Ja, zoo zie je er niet uit, wanneer men zich met
hard werken moet door ’t leven slaan, dacht het met
pakjes beladen meisje, dat achter een agent van politie
beschut stond en die kleine scène gade geslagen had.
Door droefheid en ijverzucht overmand, stegen haar
de tranen in de diepe heldere oogen, die met een
uitdrukking van angst op dezen eleganten heer gericht
waren. Hij had haar in ’t geheel niet opgemerkt. Zij
was ook zoo onaanzienlijk met haar versleten cape en
ouder wetschen hoed.
Alfred Kiffstein had zich langzamerhand naar de
Potsdammerstraat begeven. Dicht bij de brug haalde
’t meisje hem in. Alfred, zeide zij zachtjes. Hij zag
verschrikt op; zijn gelaat weerspiegelde echter geen
vroolijke aandoening. Om den mond van Helene, die
door deze gewaarwording smartelijk was aangedaan,
teekende zich een pijnlijke trek.
De jonge architect zeide gevat’t is goed, dat ik
Jongens list.
Kleine jongen: Och mijnheer, wilt u asjeblieft dat
hek voor me open maken?
Bijziend heer: Dat kun je immers zelf ook wel,
beste jongen.
Jongen: Och nee, meneer, dat kan ik niet.
Heer (het hek openend): Nu, zie daar dan,
waarom kon je dat nu niet?
Jongen; Omdat ’t pas geverfd is, meneer kijk
maar naar uw handen!
Ondeugd, gebrek en verveling, onze bitterste vij-
je tref, Helene, nu kan ik je tenminste mondeling zeg
gen, hoe ’t mij spijt, dat ik morgen niet bij jullie kan
komen. De lippen van ’t meisje beefden.
Dus alweer niet, zuchtte zij nauw hoorbaar. En
waarom niet? Hij wachtte met te antwoorden, ver
legen met zijn fraaien wandelstok voor zich heen en
weder zwaaiende. Toen na een wijl De raadsheer,
wiens villa ik in ’t Groene Woud moet bouwen, heeft
mij te dineeren gevraagd en die uitnoodiging moet ik
natuurlijk aannemen.
Ja, ik weet dat de lekkernijen aan de tafel van den
millionnair je veel beter smaken dan ons eenvoudig
middageten.
Wat door jullie vervelende harrewarrerij en jouw
onaangenaam karakter gekruid wordt, voltooide hij
barsch. Hij had geen medelijden met ’t oneindig ver
driet, dat hij zijn bruid aandeed. Deze ontmoeting had
hem in een kwade luim gebracht, daar nu de aangena
me uren in ’t bierhuis »De Roland» daardoor verkort
waren. Helene bemerkte dit, en alsof een vreemde
macht haar dwong deze woorden, die reeds sedert weken
in hare gedachten waren, uit te spreken, zeide zij
Ik geloof, dat je gaarne vrij zoudt willen zijn.
Hij richtte een onzekeren blik op ’t bleeke gezichtje.
Hij zag niet hoe hare trekken een uitdrukking van
doodangst teekenden. Datgene wat hem daar zoo
onverwachts geboden werd, was ’t doel van al zijn
stille wenschen, sedert hij Herta Wellhusen kende, de
dochter van den rijken raadsheer, in wiens huis hij
morgen verwacht werd.
Een onuitsprekelijk gevoel van voldoening doordrong
hem bij de gedachte, haar als een vrij man toe te kun
nen spreken. In die guitige oogen had hij wel duide
lijk bespeurd, dat zij hem steeds met welgevallen zag,
ook juist daareven weder, toen zij hem voorbijgereden
van alles altijd kwaad denkt,
courant beweren, dat de edel
moedige, die bij de respectievelijke dubbeltjes
de andere gelden bijpaste, niemand anders
was dan de directie der electrische zelve, die
op deze manier den trek naar Zandvoort wilde
aanwakkeren. Heel edel gedacht van dien
ergdenkende1
Dan zag men dezen zomer enkele winkels,
die wèl uit reclamezucht Zandvoort protegeer
den. Daar kon men voor de uitstallingen lezen:
Wie voor (ik meen) zes gulden koopt, krijgt
was. In die gedachte geheel verdiept, vergat hij
geheel de speelgenoote zijner kinderjaren, de trouwe
deelgenoote zijner studiën. Toen hij weder aan
haar dachthad intusschen de menschenmassa
hen van elkaar verwijderd. Hij gaf zich ook niet veel
moeite om haar terug te vinden. Dergelijke pijnlijke
aangelegenheden, die tusschen hen te vereffenen waren,
maakte men beter schriftelijk af, dacht hij. Terwijl
hij in »De Roland» een flesch wijn dronk, stelde
hij in gedachten, een zeer roerenden en uiterst ge-
voelvollen afscheidsbrief op. Schitterend helder scheen
hem plotseling de toekomst toe. De hinderpaal, die
hem zoolang gekluisterd hield, was uit den weg ge
ruimd, nu stond de weg naar hooger voor hem vrij!...
Helene bad intusschen met zware, moede schreden
haren weg langs ’t kanaal voort gezet. Zij bemerkte
niet, dat iedere stap haar verder van haar treurig
woonhuis verwijderde. Zij dacht in 't geheel niet aan
haar moeder, die op haar wachtte, die brommige
moeder, die de verkeerde gewoonte had, al de onaan
genaamheden en ergernissen van den dag tegenover
haar dochter te uiten, wanneer deze vermoeid van ’t
telefoonbureau naar huis keerde. Heden gevoelde zich
Helene niet in staat deze klachten aan te hooren. Zij
wilde alleen zijn om ongezien te kunnen weenen, want
die ingehouden tranen dreigden haar te verstikken.
Zij ging steeds verder langs ’t donkere stilvloeiende
water, ’t Werd meer en meer kalm en eenzaam om
haar heen. Zij gevoelde niet, hoe de vochtige, koude
nevel haar beving.
Een dringend verlangen naar warmte en licht kwam
in haar op en de wereld was zoo koud en zoo donker,
zoo zonder erbarming. Een afschuw van ’t leven
maakte zich van ’t meisje meester. Haar ziek hoofd
kon niet verder denken. Strak voor zich uitziende,
Niet alleen naar Zandvoort is de trek der
breede schare Amsterdammers; al mag men
zeggen, dat ’t dagbezoek van uit de hoofdstad
alle jaren drukker wordt. Men heeft in de
couranten kunnen lezen, dat een onbekende
edelmoedige een accoord met de electrische
spoorwegmaatschappij had getroffen, waardoor
op minstens zes Zondagen een aantal wag
gons beschikbaar kwamen voor arme kinderen
met hunne ouders of geleiders. Eiken Zondag
konden er, tegen I dubbeltje (retour) per per
soon, ongeveer 600 a 700 méégaan. De on
derwijzers der scholen 1ste klas (we hebben hier
vier klassen van openbare lagere scholen), namen,
de moeite op zich, om de kinderen in de ge
legenheid te stellen zich regelmatig van kaart
jes te voorzien. Anders ware ’t licht een war
boel geworden. Te voren werd in de scholen
gevraagd, welke kinderen met geleiders mee
wenschten te gaan en dan moest door ’t lot
bepaald worden, wie ’t eerst aan de beurt
kwam en wie later. Een aardig gezicht was
’t, ’s morgens omstreeks 9 uur op ’t Spui al die
wachtenden te zien. Daar is wel een wacht-
lokaaltje, maar geen station en al ’t rangeeren,
’t aan- en afrijden van wagens moet op de
straat gebeuren.
En ’t gewone vervoer, dat des Zondags in
den zomer zoo druk is, moest er evengoed om
doorgaan. Doch ’t ging heel geregeld. Vóór
half tien waren de laatste dubbeltjes-reizigers
vertrokken, om over een goed uur aan zee, in
het zand der duinen, aan ’t strand te zijn. Des
middags omstreeks zes uur zag men de trams
met hunne
uren genot ge-
genot, gezonde lucht inge-
vervelen. Te IJmuiden kunt ge dan degroote
sluiswerken zien.
Ge hebt reeds in ’t kanaal kans gehad een
groote stoomer te ontmoeten, hiér kunt ge er
best zoo’n gevaarte in de groote of kleine
sluis treffen. Ge kunt er zien met hoeve,
gemak electrische kracht de reuzendeuren der
sluizen opent en sluit. Dan een bezoek aan de
zee, aan de groote hoofden, aan J vuurtoren,
aan de visschershaven. Ge hebt meer dan ge
noeg te doen, om den dag te passeeren, moet
zelfs zuinig met uw tijd zijn. Die visschers
haven is in den laatsten tijd toch belangwek
kend om te zien, ’t Is verbazend welk een
vlucht IJmuiden als visschersplaats genomeiT
heeft. Er behooren thans ongeveer 200, zegge
tweehonderd, stoomtrawlers thuis. En alle
dagen komen er meerdere van die stoomvis-
schersschepen en brengen "hun rijke vangst
aan den Rijksafslag. Die beweging^dagut is
waarlijk groot geworden. Een apartetiaven
voor de visschersvloot; uitgestrekte hallen en
gebouwen; ijsfabrieken; de spoorlijn langs de
haven; koelwagens. Alles is er in orde. IJmui
den is de afslagplaats van visch voor ons land.
Waarlijk, zoo’n reisje naar IJmuiden is een
nuttig pleiziertochtje. ’t Behoeft geen ordinaire
kermisstemming te zijn, als op de Zaanroute.
Voor een koopje reist ge nog met andere
gelegenheden. Naar de Oranjesluizen te Schel-
lingwoude. ’n Avondtochtje naar fort Pampus
aan den ingang der Zuiderzee. Heel goed
koop is ook een reisje naar Hoorn. Reclame-
wagentjes rijden door onze stad; reclames
dekken de muren en aanplakborden. En ’t
kost slechts 40 cents retour. Voor 40 ct. een
heele reis door de Oranjesluizen over de Zui
derzee naar Hoorn, heen en terug. Kan ’t nog
goedkooper?
Er zijn echter nog meer gelegenheden, doch
tot ’n volgende keer
niet veel.
Des Zondags is er ook muziek op de booten,
namelijk op de salonbooten. Een- Duitsch ge
zelschap, dat vrij talrijk is en goede krachten
telt, dat ééns per week in de buitenwijken
(Dichtersbuurt, Schildersbuurt, enz.) speelt en
ook naar buiten z’n afdeelingen zendt; dat z’n
mannetjes netjes in uniform heeft gestoken,
distribueert z’n corpsleden over de twee of
meer salonbooten, die steeds heen en terug
varen. Vroolijk klinken hunne wijsjes over
’t water en heel fatsoenlijk wordt er slechts
eens op eiken tocht geld opgehaald.
In ’t seizoen maken ook tal van vreemde
lingen, die A’dam bezoeken, een retourtje.
Doch dit haalt niet bij ’t heen en weer reizen
der Amsterdammers en Zaanlanders. Ook deze
laatsten toch, willen wel eens in de groote
stad zien. Maar de Amsterdammers! Hoofd
zakelijk des Zondags! Driehonderd of meer
personen op elke boot! En dat duurt tot ’s
avonds 10 uur, half elf! En kom dan eens
als ’t Zaandammer kermis is!
Verder dan ’t begin van Zaandam komen
de pretmakers niet, 't Is te doen om ’t jolig
watertochtje en om eens uit te zijn in de kleine
voorstad.
Ge begrijpt, hoe zóó voor eenige jaren ’t
lied kon ontstaan: Van me leven kom ik
nooit weer in de Zaan, enz.
Deze beweging is meer met een kermisdrukte
te vergelijken.
Doch kalmer en daardoor voor velen ge-
noegelijker zijn de andere watertochtjes.
Keurige booten varen enkele malen per dag
naar onze voorhaven IJmuiden. De prijs is
niet hoog; een retourtje 2e klas kost 60 cent.
De reis duurt ruim vijf kwartier; dus niet lang
en ge begrijpt, dat deze booten vlug varen;
want de afstand is gelijk aan Sneek—Leeu
warden.
Een heel aardig tochtje. Eerst op de boot
langs ’t drukke verkeer van onze havens, dan
langs de groote rijkswerkplaatsen aan de
Hembrug, (spoorbrug naar Zaandam en Enkhui-
zen; de Friesche trein rijdt er dus over.) Daarna
komt ge door Velzen; hebt kans de welbekende
ponten, die trams, rijtuigen en menschen over
't Noordzeekanaal moeten zetten, weer eens
een malheur te zien krijgen, vaart door de
spoorbrug en komt eindelijk te IJ muiden. De
tocht duurt juist lang genoeg, om eens kalm
pjes te kunnen zitten, en niet te lang om te
als verslagen, rustte haar blik op het roodgloeiend
licht van de automobiel, welke in angstige snelheid op
haar afkwam. Snel als de vonken, die uit ’t stoom
werktuig dwarrelden, was een gedachte in Helene’s
hoofdje opgekomen. Een stap rechts behoefde zij
maar te doen, dan stilstaan en alles zou voorbij zijn
alle smart en folteringen.
Zou zij dien stap doen?
In het huis van den Duitschen consul te Tanger was
het diner geëindigd.
Alweer zaken? vroeg de jonge vrouw berispend ha
ren echtgenoot, die haastig opstond, toen de bediende
met een boodschap naar hem toekwam.
Je weet toch dat de dokter een uur rust na tafel
dringend aanbevolen heeft. Nu, dan maak jijde zaak
in orde, zei de consul lachende, terwijl hij een hon-
derdfranksbiljet uit zijn portefeuille nam. ’t Geldt hier
een ongelukkige landsman, die mij om bijstand ge
vraagd heeft. Hij is door de bedriegerijen van zijn
schoonvader in ’t ongeluk gekomen. Deze had zich
als millionnair voorgedaan en hem aan zijn onpracti-
sche, verwende dochter gekoppeld, terwijl hij reeds
bankrcet was. Bevallen doet de man mij niet,
de consul haalde de schouders op - maar in ieder
geval is hij, zooals de informaties vermeld hebben, in
diepe ellende, en met zijn zieke long ook niet in staat
een Noordschen winter te doorstaan. Dus geef hem
dat geld en kom dan bij mij, om te zien, of ik ook wer
kelijk slaap.
Helene Altmann lachte haren echtgenoot liefelijk
toe. Zij wist dat hij haar die boodschap opdroeg,
omdat hij zich voor zijn ondergeschikten over zijn
overgroote goedheid schaamde, en zij wist ook, dat hij
een retour-Zandvoort per
cadeau.
Dat is wèl reclame, even als van den schoen
winkel in de Haarlemmerstraat, die overal
biljetten deed aanplakken met: Wie voor
(datum ben ik vergeten) bij mij voor f 5 koopt,
krijgt een vrijkaart voor een pleizierboot naar
Hoorn.
Doch genoeg over Zandvoort. Deze bad
plaats heeft z’n zomer weer gehad en wat er
nu nog is, telt niet meer mee.
Zeer druk is ’t verkeer met de Zaanstreek.
Het gewone verkeer en goederenvervoer is
reeds druk; de Zaan toch is dicht bevolkt;
alleen Zaandam is reeds een stad van 23000
inwoners; en er is overal veel industrie. Doch
ik bedoel nu meer ’t verkeer voor pleizier.
Hoe groet het aantal gelegenheden per dag
is, dat de beide stoombootmaatschappijen aan
bieden, heb ik vroeger reeds gezegd. Natuur
lijk rijdt ook de spoortrein; en thans is men
druk doende, om de concessie voor een elec
trische tram van Amsterdam door de Zaan
streek, met zijtakken naar Wijk aan zee en
Purmerend, in orde te brengen. Maar met den
trein gaan niet de eigenlijke pleizierreizigers.
Neen, dat gaat met de boot.
En werkelijk is ’t een aardig tochtje. De
booten varen vlug en doen de reis in een half
uur. (Ze hebben ook water onder de kiel,
beter dan bij u in Friesland!) En vooral de
booten van Verschure, de salonbooten zien er
keurig uit. Voor 5 cent (12 7, c. kost de 1ste
klas) doet men een enkele reis. Loopt ge
langs de De Ruyterkade, dan wordt u telkens
toegeroepen: Zaandam, dames, heeren, met de
salonboot. Vooral des Zondags zijn die kaart-
jes-colporteurs talrijk. En de meeste reizigers
nemen van hen ’n retourtje voor 12 cent (i
men afdingt, voor 11 cent), terwijl er toch voor
ieder duidelijk te lezen staat, dat men ze op den
aanlegsteiger voor 5 cent (retour 1 dubbeltje) kan
krijgen. Loopt men over de brug den kant
uit van de booten der Alkmaar-Packet, dan
worden ze u aangeboden: Negen cent retour,
dames, heerenDe colporteurs daar hebben
ten minste een eerlijke grossierszaak. Want
de Packet stelt 10-vaartsboekjes te koop voor
40 cent; doch wie kan er alle soorten 10-rit-
boekjes op nahouden. De colporteurs koopen
zulke boekjes en verkoopen dan retourtjes
voor 9 cent. Zoodoende winnen zij op een
boekje van 40 cent slechts 5 cent; en dat is
electrische tram